xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Je doet het maar, je
verbaast je zelf, niets heeft vat op jou als je maar schrijven kunt. Maar elke
dag geconfronteerd te worden, welke dag het ook is, met een geschreven gesprek
met je zelf, want daar komt het op neer, is dit wel normaal?
Heb ik me niet, door
mezelf, in de luren laten leggen, door te pogen, elke dag een blog te
presteren? Het kon ook iets minder, maar neen, ik dwong me tot een dagelijkse
blog.
José Saramago die, het
weze hier gezegd, de oorzaak is van mijn blog, had niet die frequentie. Hij
waagde het, nu en dan een dag over te slaan. Hij kon het zich permitteren zijn
lezers een dag vrij te gunnen, hij wist trouwens dat de uitgever wachtte op
zijn tekst en dat alle blogs zouden gepubliceerd worden achteraf. Een grote
luxe.
En waarom heb ik
Saramago gevolgd? Wel om de simpele reden dat ik van hem gelezen had wat hij
schreef de dag van zijn zesentachtigste:
Jétreins les mots que jai écrits, je leur
souhaite longue vie et je recommence à écrire là où javais arrêté, il ny a
pas dautre réponse.
Een zin die ik las
in Le Monde van 26 februari 2010. Woorden die me getroffen hadden en die me
zijn bij gebleven. Pas van 18 mei 2010 af heb ik effectief gereageerd, en ben
ik ook begonnen elke dag te schrijven wat me te binnenviel. Die dag van 18 mei
schreef ik:
Ik ook omhels de woorden die ik (al) schreef en wens ze een lang en
groot leven toe, en ik begin nu, omdat ik niet stoppen kan, in navolging van
Saramago, mijn cuaderno, mijn schrift, dat door lopen zal tot de dag van mijn
83ste, zo hoop ik toch omdat ik hoop que Dieu me prètera vie jusque
là.
Wat Hij gedaan heeft
en waarvoor ik Hem dank met de blogs die ik sindsdien heb geschreven tot ver
voorbij die gestelde datum. Echter, een dag openlaten, dit waag ik (nog) niet.
|