De dag is bevreemding omwille van de ‘Maria-tenhemelopneming’. Is bekoring, is verwachting dat hij openbloeien zal, zich ‘verglorifiëren’ zal en wij ons ‘smijten’ zullen in wondere tekens van verbazing om wat we hoorden ooit en een tijd hebben geloofd, de hemel een plaats tussen de sterrenstelsels in.
We zochten woorden als bloemen in de wegen langs de waterkant waar we langs zullen komen of, beter nog, van toen we er vroeger waren, droom gebonden.
We zochten lang omdat we ze wilden, hoogstaand uitgeroepen als van een onvermoede poëtische genialiteit. Maar de woorden kwamen niet, schenen niet beschikbaar, niet meer bestaande zelfs, dacht ik.
Tot een vriend, lezer van mijn Geschriften, me verraste met de foto van een veld zonnebloemen – een landbouwer die een braakliggend stuk grond had bezaaid – en mijn vriend onvermijdelijk de zonnebloemen associërend met Van Gogh én veelwetend, hij verraste me een tweede maal met ‘Starry, starry night’ van Don McLean (https://youtu.be/oxHnRfhDmrk, een prachtig lied, bekrachtigd getoonzet met schilderijen van de grote Vincent. Of twee vliegen in één slag voor we horen wil.
Meer kon ik niet verwachten. Jullie ook niet.
|