Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    19-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De schemerzone


     

    Ik weet nu, na gisteren met zekerheid - hoe groot die zekerheid is laat ik aan jullie over - dat ik geïnspireerd word van uit een ergens dat er ergens moet zijn; dat ik elk ogenblik, wat mijn schrijven betreft - mijn doen en laten laat ik terzijde nog - onder curatele sta en dat ik schrijf wat ik schrijven moet.


    Er is hieraan niet te ontkomen, ik kan dit curatele wel negeren, doen alsof het niet zo is, maar eens ik me op het schrijven instel ben ik een gevangene ervan.


    Dit moet ook gelden voor een schilder, een beeldhouwer, een componist, dit geldt voor elk van ons omdat er ‘machten’ zijn die van binnen ons, maar ik denk eerder van buiten ons, op ons inwerken.


    Het begint bij de sterren en planeten. We denken dat het geen zin heeft erin te geloven, maar we vergissen ons schromelijk, want we denken ook dat de afstandsbediening van de poort niet doorheen de muren van het huis effect heeft,  zo is het ook verkeerd te denken dat we bij ons ontstaan, niet bewogen zijn geweest door de krachten van zonnen en planeten die zeker hebben bijgedragen tot de, wellicht karakteriële vorming, van de persoon die we zijn.


    Dit aan te nemen is weten dat je, van dat ogenblik af, je bevindt in een schemerzone, deze die ligt tussen wat is en wat wordt gedacht, tussen wat reëel is en wat droom is, tussen zijn en niet zijn. Het is het domein van de poëzie, het domein dat ik gisteren boven haalde, situé entre chien et loup.


    Elke vorm van kunst ontstaat in deze twilight zone. Zo niet is het een verbasterde vorm van kunst.


    Ik kom er elke dag, ik duik er binnen en ik sta er uit op en wat er rest na mijn duik, of tijdens, krijg je te lezen. Dit is wat van het wondere leven is dat ons omhult. Ik krijg er niet genoeg van, hoe dwaas of hoe vreemd het ook moge zijn, het staat er en het blijft er als een baken in de nacht en in de dag, het teken dat ik er was.


    Het is heel weinig dat ik nog lees, te weinig. Wat ik schrijf zuigt alle sappen om meer te weten uit me weg. Het is fout, ik weet het, maar ik las vroeger heel veel, te veel misschien, want het vulde me in een mate die me toelaat er nu gerust over te zijn dat ik er voldoende van overgehouden heb.


    Ik lees wel nog wat de Standaard der Letteren me te bieden heeft. Soms is het waardevol, vind ik me erin terug, denk ik, dat het goed zou zijn dit of dat te lezen, maar meestal boeit het me niet omdat het neerkomt op het zoveelste levensverhaal, of het nu fictief is of half realiteit, het is en blijft een verhaal, zoals er elke dag beleefd worden, ik heb maar naar het nieuws te luisteren om te weten hoe uiteenlopend levensverhalen kunnen zijn. Maar ik heb er geen nood aan, inhoudelijk zijn ze identiek, leren ze me niets dat ik kneden kan met de geest in mij.


    En dan zeker niet - maar dit ligt volledig aan mij, en anderen zullen hiermede niet akkoord gaan - zeker niet, als ik lees wat Luuk Gruwez, die een wijs man is, weet te vertellen over de vierde dichtbundel van Max Temmerman: ‘Huishoudkunde’. Geef me dan maar liever de gedichten van Paul Auster die zich bevinden in de poëtische schemering van zijn twilight zone.


    Ik herlees ze en wacht af.

    19-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laten of niet laten



    Hij dacht het niet te schrijven: de eerste woorden die hem te binnen vielen waren sterker dan hem zelf, hij kon aan geen andere denken deze morgen maar, toen hij overleed - hij stierf in het midden van een woord, zijn hoofd op de laptop - regende het in de tuin en over een groot deel van het land; was er een deugddoende regen waar een maand lang om gesmeekt was, sommigen hadden er zelfs om gebeden en nu hoopte men dat de regen nog enkele dagen vallen zou. Maar zijn dood was totaal onverwacht en eerder onbegrijpelijk dat de geest, die hem zo lang in leven had gehouden en hem lange tijd elke dag een blog had doen schrijven, werd teruggeroepen om, hier nog achter te laten, wat stervende cellen van wat eens zijn lichaam was.


    Dit was zijn leven dan geweest, en dit was zijn heen gaan naar ‘de eeuwige jachtvelden’, las hij in zijn jeugd, maar hij wist beter, hij wist dat hij op weg was naar de geest die van de Kosmos was en dat hij, na hem, van daar uit anderen inspireren zou zoals hij, tijdens zijn leven hier op aarde, geïnspireerd was geweest door de geest van zij die hem waren voorafgegaan.


    Zo was er enkel  het verschil tussen er te zijn als geïnspireerde of er te zijn als inspireerder, en hiermede kon hij verder leven. zo dacht hij destijds en ook toen hij al aan het heengaan was. Toen hij ontdaan van alles, licht en doorzichtig, maar geladen met de eigenheid die hij geweest was, opsteeg lijk een onzichtbare wolk die zich verspreidde boven de aarde, tot in het Heelal waarin hij, als een verloren zoon, terug werd opgenomen.  


    Tot daar was hij gekomen met zijn schrijven toen hij even stopte. Toen hij dacht, laat ik staan wat er staat, is het iets dat kan geschreven blijven of, iets dat ik, in een druk, deleten moet, om daarna mijn dag opnieuw te beginnen, alsof er nimmer een dergelijk aantal woorden met die inhoud was geweest?


    Hij twijfelde. Hij nam zijn woorden mee tot de middag, hij nam ze mee in de namiddag naar de vijver. Hij dacht het is een gevaarlijk spel dat ik speel, een uitdagend spel, een ingaan tegen alle logica. Maar hij dacht ook, waarom ben ik er mee opgestaan, waarom ben ik er op ingegaan en heb ik geschreven wat mij gedicteerd werd van uit een ergens dat ergens zijn moet, want anders had ik dergelijke dingen niet geschreven, ze zijn totaal onlogisch. Onverbiddelijk  onlogisch.


    Ik wacht nog, dacht hij, tot de schemering, tot het ogenblik ‘entre chien et loup’ als alles er zal staan en toch ook niet. Maar toen dit ogenblik voorbij was wist hij het nog niet.


    Hij wist niet veel wat dergelijke zaken aanging, hij wist helemaal niets erover. Maar de tekst stond geschreven, iemand had erover beslist. Was het Ugo, was het iemand die Ugo had voorgelicht, iets dat te gebeuren stond en waaraan niets te veranderen was?


    Laten of niet laten, niet zoals Hamlet dacht hij, maar het komt er op neer. En als ik het laat, blijft het geschreven en, gebeurt het niet omdat het geschreven staat. Het is maar als ik het wegvaag dat het gebeuren zou.


    Ik zit er dus, zoals ik er altijd gezeten heb, als de kat van Schrödinger. De kat echter wist het niet, ik wel.


    En, als je dit gelezen hebt vergeet het dan. Schrijven is lijk de liefde, it is a fool star[1]




    [1] Carl Sandburg: ‘Honey and salt’ Harcourt, Brace & world, inc. 1963:


    You and and  ring of stars

    May mention my name

    and then forget me.


    Love is a fool star.


    18-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Realiteit en droom.


     

    Ik droomde van nacht of was het van morgen? Mijn echtgenote niet ik - we waren op een boot - hield een moeder arend en haar jong gevangen en was in gesprek met hen om te weten welke van beide ze zou vrij laten. Ik weet nog dat ik uitkeek naar lederen handschoenen die ik niet zag maar ik moet wakker geworden zijn voor de beslissing, vrij of niet, genomen werd. Het heeft trouwens geen belang, wel hoe het komt dat men zo iets dromen gaat en even zeer, of het zin heeft dat ik dit vertel, dat ik dit beeld gebruik om er mee binnen te vallen bij jullie.


    Het is maar dat ik elke dag een droom vertel, die dichter aanleunt bij de realiteit, maar toch de realiteit niet is. Ik denk trouwens dat de realiteit geen voldoende zeggingskracht heeft, dat er altijd aan gesleuteld moet worden, soms veel, soms weinig, en het is maar als het veel is dat het interessant wordt, want dit is het creatieve deel, het deel dat los gewrikt wordt uit wat van de Kosmos is, het deel dat nog niet was, maar plots is.


    Dit is mijn wijze van werken, waar ik zelden van af wijk, ook nu niet, nu ik wat rond kijk om vaste voet te krijgen in mijn woorden, in mijn gedachten.


    Als ik schrijf, hoe besta ik, en hoe als ik niet schrijf, ben ik dezelfde persoon? Wellicht wel uiterlijk, maar innerlijk ben ik het tegengestelde: laat ik alles achter mij en ga ik kijken naar wat ik nog niet was, iemand die er is voor een tijdje, een korte wenteling van de aarde om de zon. Ik ben dan in die wenteling, los van de aarde en ik grijp wat ik te krijgen krijg, wat me terloops aangeboden wordt om te nemen of niet te nemen.


    De mens, wie is hij of wat is hij die aldus spreekt tot de wereld om hem heen, die de behoefte heeft, wat het hem ook kosten moge, gedurende enkele momenten, de mens te zijn die hij niet is, ontbolsterd tot wat woorden, alsof hij even de deur achter zich gesloten had en een totaal ander leven was binnengegaan, waar hij zich verkneukelt in een ander ‘Dasein’.


    En ik denk aan Hertmans en aan zijn nacht schrijvend over het gebeuren in Moniou. Wie was hij toen, en wie was hij, als hij in de morgen het dorp in liep, half dronken van slaap met nog als een roersel, bewegend in hem, de woorden die hij geschreven had?


    Of, wat is het verschil tussen de man die schrijvend is en de man die geschreven heeft, en overschouwt, zelfs in gedachten, wat hij ontfutseld heeft aan de wereld van de droom, van de geest, de wereld  waar hij het grote geluk kende te vertoeven?


    Ik zoek het uit. Ik tracht me duidelijk te maken waar ik, tijdens de momenten dat ik deze woorden schreef, geweest ben. Want het is ook een droom geweest, een droom die ik,  in tegenstelling met de droom vanmorgen, in de handen had, die ik leiden kon, die ik binnen bepaalde perken houden kon, terwijl de droom met de arenden een gefladder was van beelden waar ik niet de allerminste vat op had.


    Zo leven wij, zo zullen we heen gaan. 


    17-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het andere bos


     

    Een leeg wit blad voor mij, ik weet wat ik te doen heb, en om eerlijk te zijn, ik ben in verwachting van wat er komen gaat, hoe het zich geleidelijk opvullen zal en vooral met wat.


    Ik stel me voor dat jij, als lezer, in een zelfde geest naar mijn blog toe gaat met de vraag, wat heeft hij nu geschreven. En ik begrijp maar al te goed wat ik gisteren vertelde over Borges: dat het ‘lukken’ moet - es trivial y fortuita - dat ik de schrijver ben en niet de lezer. Het verschil is wel dat ik het moet en dat jij als lezer vrij bent en het eventueel links mag laten liggen, een voorrecht dat ik niet wil of mag hebben.


    Siert het me? Ik geloof het niet, het geheel is het resultaat van een samenloop van omstandigheden die ver te zoeken zijn en waarvan niet wordt afgeweken. Evenwel, siert het me als je mij leest elke dag; het is de aanmoediging die ik nodig heb, vooral deze morgen.


    In feite elke morgen heb ik er nood aan nu de herfst zich in mij heeft vast genesteld en ik de gevolgen ervan ken. Weet dat ik de hoop heb telkens te beginnen met een verhaal dat nog niet verhaald werd, over een bos of een vijver, over een dorp of een straat die er niet zijn, maar die ik, bij machte ben er te plaatsen. Vooral is het, het bos dat me intrigeert, dat me aanzet er verder mee te gaan; er terug te zijn omdat het al een te lange tijd is dat ik er nog geweest ben; dat ik het ‘eeuwig’ ruisen van de bladeren hoorde over mij en er de geur opsnoof van humus en schimmel, van hars en jong struikgewas. En ik erin wandelde, soms, zoals nu, met vader, tot aan de vijver die er was in de lente. Ik , een knaap nog, zijn zware hand  vast houdend. Er zwom een grote rode vis in het heldere water met de bomen en de struiken, met een streepje blauwe lucht, erin weerspiegeld. Het was geen grote vijver en de rode vis die op en neer zwom;, blij en vrij, alsof hij niet gewoon was rond te zwemmen in een poel. Eens zomer, zegde vader, eens zomer en de poel leeg, zal hij sterven.


    Een andere dag dat ik er was met hem, zat ik er neer op een bussel  klein hout met een boek dat ik niet las, terwijl vader met nog andere mannen, doende was het laag hout weg te kappen onder de jonge bomen van het bos.


    Dit is wat ik er nu van te vertellen weet, maar het bos van mijn jeugd was heel wat meer, was mijn toevlucht, was deel van mijn vorming, deel van de omstandigheden die maakten dat ik werd wie ik ben.


    En ik heb het ook anders geweten, dat ik in een ander bos liep, een bos in de bergen: sparren, dennen, lorken, in volle zomer, de hitte die er hing, de strakke geur van hars en dorre naalden, met mierennesten hier en daar, wel een meter hoog  en er een man ontmoette, een andere ‘bosman’, plots opduikend voor mij, en we staan bleven, verrast, en we elkaar hebben toegesproken, hij een man van het dorp, ik een vreemde die zijn taal sprak en we neer zijn gaan zitten op een oude boomstam, en aan elkaar - wij ongeveer zelfde leeftijd - verteld hebben wie we waren en wat we deden om in leven te blijven. Hij een beeldhouwer die naar wortels zocht, naar stukken hout waar hij een gelaat aan geven kon.


    We zijn samen afgedaald naar het dorp et dans sa cave, nous avons bu, du tonneau, un verre de son ‘vin du glacier’, et degusté un morceau de fromage dur comme du roc.


    Het is niet bij één glas gebleven, hij toonde we ondertussen de beelden die hij had gekapt en gesneden en we vergaten de tijd, vergaten wie we waren vóór we elkaar kennen leerden.


    Wee hen die niet de waarde kennen van het bos - die niet een man hebben ontmoet die wortels of stukken hout tot beeld hieuwde en met wie ze een glas wijn hebben gedronken - ze hebben niet, of maar half geleefd.


    16-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eerste tekenen


    De eerste tekenen van de herfst hangen in de lucht, of is het maar inbeelding: een weten dat de herfst op komst is? Op school hadden we een opstel - zo heette dat in de tijd van toen - te maken over de seizoenen. Ik schreef over de lente, wat ik maar normaal vond, maar een schoolkameraad, de primus van de klas, schreef over de herfst. Hij hield, zegde hij me, van het verkleuren van de bomen in het licht, hij hield van het vallen van de bladeren over hem als hij in het bos was. Later hoorde ik dat hij heel jong uit het leven was gestapt.


    Ik heb de neiging hem te volgen nu in zijn keuze van de herfst, die zich al een tijd heeft vastgezet in mijn lichaam en ook mijn geest betreden heeft, die zich heeft uitgestald in wat ik nog heb aan krachten om creatief te zijn en creatief te denken. Het is nog geen marteling van het niet-meer-kunnen, maar het is ook niet meer de vlotheid van vroeger; het is wel degelijk de herfst die ik en mijn lichaam zijn ingegaan.


    But we keep trying, om boven water te blijven. Het vergt ons wat meer tijd, maar we blijven ons verzetten tegen het herfstsyndroom dat stilaan aan het oprukken is, een soort van aftakeling waar onze geest niet wil aan toegeven, de enige die ons nog recht houdt, ook die ons nog rechtop doet lopen.


    Dit is ook de reden waarom ik meer en meer teruggrijp naar wat van vroeger was - vroeger, zijnde de eerst dagen van mijn blogs -


    Ik neem niets letterlijk over, ik neem maar een paar zinnen eruit, een paar beelden, en ik tracht te vertrekken in een totaal andere richting om ergens uit te komen waar ik nog niet was, me vernieuwend, de herfst ontwijkend, minstens vertoevend in de zomer als het niet kan in de lente te zijn.


    Zo leef ik en zo werk ik; doe ik mijn dagelijkse wandeling in het gezelschap van mijn vriend het woord. Ik weet trouwens niet meer wat het is er te zijn zonder het woord. Ik kan me niet meer inbeelden dat ik er ooit geweest ben zonder. Zoek ik het niet op, het woord zoekt me. Als ik dit nog niet zou gezegd hebben, maar ik betwijfel het, dan is het nu dat ik het zeg en schrijf.


    IK nader het punt dat ik ditmaal bereiken wou. Ik weet dat ik over weinig anders spreken kan dan over mezelf, of over zaken waar ik zelf bij betrokken ben, maar ik denk dat ik hierin niet verschillend ben van jullie, mijn lezers; dat de omstandigheden - zeker niet het toeval - hebben gewild dat ik de schrijver ben en jullie de lezers, dat het even goed anders had kunnen zijn. Jorge Luis Borges, de blinde man in zijn late jaren, wist het maar al te goed:


    Nostro nadas poco difieren, es trivial y fortuita la circonstancia de que seas tù el lector de estos ejercicios y yo su redactor.


    Hoef ik het te vertalen, is het niet evident dat het anders kon, dat jij het waart die deze dagelijkse ‘nietsen’ schreef en ik de lezer ervan; dat heel weinig hiervoor nodig was? 


    15-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het is maar


     

    Het is maar dat ik zie hoe vlug de dagen schuiven als ik aan de dag zijn nummer meegeef.


    Het is maar dat elke morgen een opstaan is uit de overhangende wolk van nacht, om in de schemer de dingen te zien en te weten dat je terug levend bent, en levend zijnde, je het bewijzen moet dat ook je geest terug is opgestaan.


    Het is maar dat je dankbaar bent dat je dan schrijven kunt.


    Het is maar dat je, je gedicht ‘Rilke’ herlas; dat je weet dat het beter had gekund en dat, si Dieu te prête vie, je het nog wel eens herwerken zult, omdat je dan anders zult zijn opgestaan en de dingen anders zult zien, minder de noodzaak iets te moeten doen, meer de vreugde het te mogen, het te kunnen doen.


    Het is maar dat op andere dagen je omgeving anders zal zijn opgesteld, je anders denken zult, daarom niet wijzer, maar met een grotere schuchterheid je je woorden zoeken zult, omdat je weet dat het stilaan ernst gaat worden en dat je heel watb zaken af te ronden hebt.


    Het is maar dat het is alsof het schuiven van de dagen, de weken, de maanden, de seizoenen zelfs, geen schuiven is maar een bol wol werd, opgerold in de hand van moeder, waarvan je als kind, als jonge man, de streng hebt opgehouden met je beide armen gestrekt. De bol die je moeder in de handen houdt, de draad ervan de dagen zijnde, het voorbije van je leven zijnde: herinneringen, die nu voor een laatste maal dag aan dag worden afgerold, tot er niets meer resten zal om over na te denken en te dromen.


    Het is maar dat je hier al een tijd aan begonnen bent, al lijkt het er niet op.


    Het is maar dat je gelezen wordt door kenners met een rijke bibliotheek aan boeken en documenten die je graag helpen willen om aan te scherpen wat er al geschreven staat; je hen dankbaar bent.


    Het is maar dat uit al deze ‘maren’ de idee is ontstaan dat het doen van je uiterste best, niet voldoende is, dat het altijd nog beter kan, dat het altijd het bestaande over stijgen moet, anders ingekleurd moet worden voorgesteld, uitgediept tot op het bot. Maar dit heel moeilijk te bereiken valt, wat je wel weet.


    Het is maar dat je het schrijft opdat geweten zou dat je, ondanks al je failures en onvolmaaktheden, je toch blijft verder gaan, zoals vandaag, je je zelf getekend hebt om te weten wie je bent en waar je staat.


    Het is maar, dat de ene dag niet de andere is, dat je volharden wilt, dat je niet wijken wilt en dat je hoopt dat men je hierbij tegemoet zal komen en men  je blijven lezen zal.


    Het is maar dat wat jou betreft, de dag die zich stilaan opent, raad zal brengen, dat het amper morgen is, dat je de voormiddag nog hebt, de middag en dat ook de namiddag soms verheldering is , vooral dan naar de avond toe en de cirkel zich sluit op de nacht.


    Het is maar dat het woord je meester is, dat je dag erop is ingesteld.


     


    14-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rilke die maar blijft opduiken.


                              ‘Rose, oh reiner Widerspruch, Lust.

                               Niemandes Schlaf zu sein unter soviel

                               Lidern.’

     

    Herinner je, mijn vrienden,

    herinner je de bergen, de cabanes

    waar we waren, uitgelaten: 

    de sneeuw, de toppen wit,

    en bij het slapen gaan

    Cepheus en Cassiopeia, zijn geliefde,

    die we zagen aan de hemel staan.

     

    Maar,

    op andere dagen, herinner je Raron,

    hoe hoog, romaans de kerk,

    het graf van Rilke daar een baken was:

    de rozelaar opgeschoten, vol met witte rozen

    stond, en wit het marmeren graf,

    door lichen aangetast.

     

    Woorden er het geestelijk landschap waren

    in de mond gebrand: ’Niemandes Schlaf

    zu sein unter soviel Lidern’.

     

    Dan er dagen waren,

    zijn gedichten die we lazen,

    het woordenboek dat ons niet hielp,

    herinner je zijn woorden en hoe ze ons volgden,

    langs de Navizence: water klotsend

    in de oevers met keien afgerond

    en irissen lijk ogen.

     

    En in de bossen,  tussen ‘chanterelles’

    en boleten, hoe dikwijls niet we spraken,

    omdat we kennen wilden

    van de roos ‘oh reiner Widerspruch’.

     

    Dan bij valavond, Muzot bezocht,

    en roze sneeuw op alle toppen, herinner je:

    zijn huis omhaagd, het hekken dicht.

    De schemer een gedicht gebracht,

    hij was er nog, tegen de muur geleund,.

    Neen, de slaap der slapenden

    die slaapt hij niet.

     

    De tuin, ‘mit einer Masse von Melissen

    und Stern-Anis’:

    van zijn aanwezig zijn, de echo was.

     

    We toen zijn heengegaan en hij

    ons is blijven volgen.

     

     

     

    Nota bij dit gedicht:

     

    Het kan dat dit gedicht reeds in een vorige blog, jaren terug,

    verschenen is, maar het werd nu volledig herzien en dit is

    hopelijk de laatste versie ervan.

     

    ‘Navizence’: de stroom die ontstaat in de Zinal-gletsjer en door Zinal vloeit.

     

    Er werd heel wat geschreven over het graf en het grafschrift van Rainer Maria Rilke aan de voet van de prachtige (gerestaureerde) romaanse kerk van Raron (Rarogne), gelegen ongeveer op de scheidingslijn tussen le Haut- et le Bas-Valais, langs de baan Sierre - Brig.

     

    Wolfgang Leppman schreef in zijn boek (1972) over het leven en werk van Rilke, vertaald in het Nederlands door Theodoor Duquesnoy, dat er niet minder dan 26 verschillende interpretaties van dit grafschrift bekend zijn.

    Niet verwonderlijk dus dat Anton van Wilderode, in zijn voorwoord bij ‘Tussen stroom en gesteente’ van Maurits Van Vossole, dit grafschrift bestempeld als ‘sibillijns’.

     

    Ondanks dit alles hebben we gemeend, deze plaats, die we samen met  vrienden uit de Valais regelmatig, als pelgrimsoord hebben bezocht, te bedenken met een gedicht, waarin we gepoogd hebben de impressie die graf en grafschrift bij ons hebben nagelaten, op te vangen.

     

    Het slot van mijn gedicht verwijst naar het slot van een gedicht van Rilke:

     

    Einmal wenn ich dich verlier,

    wirst du schlafen können, ohne

    dasz ich wie eine Lindenkrone

    mich verflüstre über dir?

     

    En dan laten we Paul Claes (‘Raadsels van Rilke’, De Bezige Bij, 1995) die het gedicht vertaalde, verder gaan :

     

    Zonder dat ik hier waak en woorden,

    bijna als oogleden op je ledematen,

    op je borsten neerleg, op je mond.

     

    Zonder dat ik je toesluit en je alleen

    met het jouwe laat, als een tuin

    met een massa melissen en ster-anijs. 

     

     

    13-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monieux in de Vaucluse

     

    Het werd een gewoonte mijn blogs te schrijven de morgen ervoor. Op deze wijze ontdoe ik me, in de dag, van een groot deel van de spanning tijdig klaar te komen. Zo is het dat ik mijn blog van 11 augustus, de morgen ervoor, op 10 augustus, geschreven heb en dat het toen gebeurde, dat ik zonder overgang, bij het schrijven, plots dacht aan het boek ‘De bekeerlinge’ van Stefan Hertmans en vooral aan wat hij hierin vertelde over wat in 1096 gebeurde in het dorpje ‘Moniou’ in de Vaucluse.


    Waarom was het, precies aan Stefan Hertmans dat ik toen heb gedacht, en niet aan een andere schrijver of boek? Wel, ik wist het een paar uren later, toen mijn blog, voor 11 augustus, al was ingelogd.


    Het toeval wou - maar ik zegde het al, ik geloof niet in toevalligheden, ik geloof niet in de cijfers van de lotto - dat in de Standaard van dezelfde 10 augustus, blad D12, onder de rubriek ‘cultuur & media’, het relaas werd opgenomen van Bart De Neve over Monieux, een plaatsje schrijft hij: ‘waar er toch geen zak te beleven valt’.


    Hij weet dat Stefan Hertmans er een ‘optrekje’ bezit, hij weet ook dat hij met:


    ‘De bekeerlinge’ een schitterende roman schreef waarin het dorp Monieux een centrale rol speelt. En hij vraagt zich af of hij soms vergeten is hoe het de Britse schrijver Peter Mayle is vergaan? Hoe die het dorp Ménerbes in de Lubéron moest verlaten nadat zijn huis plots een toeristische trekpleister was geworden door het succes van zijn boek ‘A year in Provence’. Lees liever een ander boek van Hertmans,  mijn vrouw, ikzelf, mijn kinderen en onze golden retriever zullen dat zeer appreciëren.


    De Neve raadt ten stelligste af, het dorp te bezoeken. Hij is dus bevreesd dat met de rust van Hertmans, ook zijn rust, tijdens zijn verblijf aldaar met zijn familie, incluis de retriever, zou gestoord worden.


    Nu, Ik ben niet in Monieux (Moniou in 1096) geweest en zal er wellicht nooit komen maar, als ik er heen zou gaan dan zou het zijn niet om iets te zien maar wel om er te ‘zijn’; om er rond te lopen, indachtig zijnde wat Hertmans, in zijn rijke verbeelding, er zien gebeuren heeft en, waar hij een nacht heeft over gedaan om het te schrijven. Ik zou er zijn om met hem en met zijn woorden te vertoeven op de plaats waar het centrale gebeuren in het boek, zich heeft afgespeeld en dus niet specifiek om er het ‘optrekje’ van Hertmans op te zoeken.


    Ik weet niet tot hoever het succes van de Nederlandstalige roman is doorgedrongen in Frankrijk, evenmin in welke mate de lezers van het boek er door getroffen geworden zijn en Monieux zouden verkiezen boven de top van de dichtbij gelegen Mont Ventoux.


    Een feit is zeker door zijn boek heeft Stefan Hertmans het dorpje Moniou-Monieux op de kaart gezet van de wereldliteratuur, hierover kan geen twijfel bestaan. Hij deed het zoals Julian Barnes voor mij, de Araratberg in de literatuur heeft binnengebracht met zijn boek ’A History of the World in 10 1/2 chapters.


    Of, maar dat is een ander verhaal, hoe John Steinbeck, met zijn vertaling van het Hebreeuwse woord ‘timshel’, in zijn ‘East of Eden’, de King James’Bijbel van 1611, bij mij heeft binnengeschoven.


    Ik weet dus met Steinbeck, met Barnes, met Hertmans, dat het de geest is van de literatuur die ons in leven houdt.


    Dat de literatuur onze eeuwigheid is.


    12-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het schrijven


     

    Ik tracht te lezen, zoals het gebeurde toen een jonge vrouw mijn linkerhand vastgreep en met haar vinger liep over de lijnen ervan liep - het was in  Fucine,  een dorp in Noord-Italië, op de weg naar de Berninapas -  wat er zo eigen is aan deze lijnen opdat zij me zeggen zou dat ik iemand was die het woord lief had, meer dan het geld. Ik vond het een speelsheid toen. Als ik zie waar ik nu sta, dan vertelde ze me iets waar ik vandaag aan het ten onder gaan ben. Want het is zo, het woord heerst over me en ik laat begaan, ik verzet me niet en wat erger is, ik volhard erin.


    Een week, of zo iets geleden, was ik bezorgd om mijn geschriften van een bepaalde periode in 2012. Waarom niet over deze van 2011 en 2010, en alle voorgaande nog die er geweest zijn?


    Ik weet het niet, alleen het woord heeft een uitleg hiervoor. Ik volg. Ik heb niets anders te doen dan te volgen, het woord dicteert en mijn vingers voeren uit. Ik schrijf epistels aan de vijver, in bijna onleesbaar tekens, met mijn schrift op de knieën, om deze epistels daarna over te nemen, te herzien en klaar te maken om te worden ingelogd. De laatste dagen gebeurt het zo en, gebeurt het anders, ik denk dan dat ik schrijf van daar uit, dat die plaats mijn cel is, de plaats waar mijn gedachten samen komen en van waar ze vertrekken.


    Ik verbaas me erover hoe ik ben ingesteld - hoef ik dit eigenlijk wel te zeggen? - maar het is nu eenmaal zo gegroeid, sinds ik die plaats heb leren kennen vertrekt alles van daar uit. Hoewel er nog andere plaatsen zijn: de bergen, de zee, maar dan telkens vanuit een wel bepaalde, specifieke plaats waar ik zat om te schrijven. Ik kon en kan nog steeds er heen wanneer ik wil, het is de man in mij die schrijft, die Ugo die erover beslist, ik kan hem enkel volgen.


    Ik vraag me af waar mijn vrienden, de schilders zitten, als ze bezig zijn, zitten ze in de engheid van hun atelier of in de oneindige ruimte van hun geest?


    Ik vraag me af waar Stefan Hertmans zat toen hij schreef over het gebeuren in het dorp, Moniou in de Vaucluse, waar een troep kruisvaarders hun tenten opsloegen voor de nacht en hij de kreten hoorde van de vrouwen en de stervenden, hij zag wat er in het dorp gebeurde, de vlammen zag die opstegen uit de synagoge.


    Een machtige brok literatuur waarover Hertmans zelf zegt :


    ‘Ook ik zie de zon boven de heuvel komen, plots en fel. Ik heb de hele nacht geschreven. Ik ben moe. Ik open traag, om mijn slapende vrouw niet te wekken, de luiken en het raam van mijn werkkamer…[1]’


    Hij heeft er de ganse nacht aan geschreven. Ik weet niet of er velen zijn die dit kunnen, maar het moet een enorme voldoening geven, eens de morgen daar. 


    Hertmans volgend, kunnen we ons verplaatsen naar waar we willen om er te zien wat we willen zien en erover te vertellen wat we wensen te vertellen. Telkens opnieuw, zoals ik nu, in feite zit in mijn kamer, omgeven door mijn boeken en de stilte die deze is binnen in mij, ook het licht is zoals ik het wil, ook het punt in de tijd is zoals ik het wil, en ik vertel dat ik aan de vijver zit en, maar het spoor dat nagelaten wordt, is het spoor van de ogenblikken dat ik schrijvend was, maar met dien verstande dat ik, altijd in gedachten aan het schrijven ben. Het houdt niet op. Ik denk niet één ogenblik. Maar dit kan niet zul je me zeggen. En inderdaad het kan niet. Toch denk ik dat het zo is, dat ik maar echt leef als ik schrijf met of zonder de pen in de hand.


    Het is wat is van de Kosmos in mij, het is niets anders.




    [1] Stefan Hertmans: ‘De bekeerlinge’. De Bezige Bij, 2016, pag.170. Het lijkt me vreemd dat hij de zon ziet opkomen over de heuvel, voor hij zijn luiken geopend heeft. Maar dit terzijde, de beschrijving van wat zich afspeelt in het dorp Moniou, van pagina  155 tot 169, dat hij, schijnbaar althans, op één nacht geschreven heeft, is een meesterlijk stuk literatuur


    11-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    10-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De Roos en het Woord


     

    Het vuur in de rozen is gedoofd, is brak geworden op een brakke grond, er blijft zelfs geen herinneren meer, zoals ik ook me niet meer herinner welke, even brakke woorden ik gisteren geschreven heb en heb laten gaan, alsof het dode bladeren waren, te vroeg neergedwarreld zoals bladeren in de herfst.


    Niet veel zaaks meer de rozen, niet veel zaaks de woorden. Wat ze gemeen hebben is niet zo duidelijk, staat nergens vermeld, maar ze hebben eenzelfde beginnen: de oerknal, waarvan men beweert dat hij nog te horen is, te horen wat hun beginnen was.


    Roos en woord lagen toen heel dicht bij en in elkaar, samen in de kracht die alles in beweging bracht en van dan af zijn hun wegen uit elkaar gegaan: de ene kracht is roos geworden, de andere kracht is overgegaan in een totaal andere geaardheid, heeft een andere weg afgelegd. Waar het voor de roos de weg naar buiten was, was het voor het woord de weg naar binnen. Zo heeft de roos niets te vertellen over het woord en heeft het woord heel wat te vertellen over de roos, of ze er nu tevreden mee is of niet.


    Deze vergelijking brengt me niet ver, het ene is, schijnbaar althans, van de materie, het andere is van de geest. In die voorstelling vullen ze elkander aan. Maar, er is geest in de roos, in de stam, in de wortel van de roos, die weet hoe te botten, hoe de botten te openen tot roos, en dit weten is  van het bevreemdende dat de Kosmos is. In al zijn geledingen, zo de zichtbare als de onzichtbare, een levend, massaal ‘Iets’ dat weet hoe er te zijn en hoe er te leven, zonder het ‘zelf’ te beseffen dat het weet.


    Dit is - althans zoals ik het meen te zien deze morgen - de reden waarom het woord er is. Het woord weet wat van de Kosmos is, nog niet heel veel, maar het komt eraan. Geleidelijk begint het woord meer en meer binnen te dringen in het massale en te begrijpen dankzij het fenomeen ‘homo sapiens’ dat de mens is.


    Zo zien we het: de homo sapiens deel zijnde van de Kosmos, diep geïntegreerd in wat de Kosmos is. Hij is geen afzonderlijk deel ervan, hij IS het zelfbewustzijn van de Kosmos. En het is, noch in min, noch in meer, als het zelfbewustzijn van de Kosmos dat hij fungeert.


    Dit is deel van een waarheid: het zelfbewustzijn van de Homo sapiens is niet alleen bepalend voor, maar is gelinkt aan het zelfbewustzijn van de Kosmos, beide zijn een en het zelfde bewust zijn, in een beginstadium weliswaar


    Als individu die hier rondloopt op aarde ben ik niet veel: een lichaam, een pak cellen, ontstaan uit wat, heel ver afgelegen, in den beginne was, een oneindigheid aan opgepropte krachten, geladen met een geest die het zijnde was. Dit zijnde hebben we meegekregen, is in ons geënt en dit zijnde zal ons terug verlaten als onze tijd gekomen is.


    Het is eens te meer een herhaling, een aftasten wat van het leven is en wat van het sterven.


    Niets meer dan een andere benadering ervan.


    10-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het jaar in.

     

     

    De tortel hoog op de nok. Hij dacht, is er in deze dagen iets beter om mee te beginnen, een opening naar iets totaal nieuw, iets dat nog nergens ten toon werd gesteld, iets waar ik me aan vastklampen, -kleven wil om te komen waar ik denk te moeten komen? Al weet ik het nog niet, maar mijn gedachten vrije loop latend, staat het ergens al geschreven en hoef ik het alleen nog maar te gaan zoeken en over te nemen?


    Het verrassende eraan is dat het er zal staan: de plant die aanwezig is in het roerloze zaad - uiterlijk dan toch -  wachtende op het kiemen, en het is in het wachten dat het mystieke van het zijn geborgen ligt. Het is geen weten, het een zijn, het grote wonder, van de plant in potentie.


    Zo ligt ergens, wachtende, daar waar ik aankomen zal, het relaas klaar om genomen te worden. Ik weet zelfs niet waar ik het moet gaan zoeken en het hoeft ook niet, ik word er naar toe geleid, woord na woord, zin na zin, tot ik denk, nu is het genoeg, nu mag er een punt gezet aan wat de dag betekenen zal, later, veel later, een dag dat zelfde tortel  - een tortel heeft het voordeel elke tortel te zijn - zitten zal op dezelfde nok van hetzelfde huis.


    Want hoe ben je opgestaan uit het onweer van deze nacht, hoe voelt het nu de hitte uit de dag is opgelost, er lucht is terug om te ademen?


    Je eerste gedachte, deze morgen, was een abstracte  blog te schilderen in woorden die niet nodig hebben iets te vertellen, die er zijn om er te zijn, naast elkaar staande als vlakjes olieverf, waarvan de kleuren nog te ontdekken zijn, naast elkaar en soms op elkaar, willekeurig; met penseel aangebracht of met de punt van het paletmes of met de volle hand, zoals het al gebeurde, als er maar iets staat, iets dat er voorheen nog niet was, een totaal nieuw spel van kleuren, opgestegen uit het zand van de woestijn, plots, onnoemelijk plots, een knal en het was er en de wind en het licht van vele zonnen als van de sterren de fotonen, erin en erover.


    We weten weinig van al wat is en hoe het er is. Ons ogen tasten af en onze geest dringt door, maar hierover weten we niets te zeggen, niet hoe de verhouding is tussen wat we zien en wat we denken, alsof het ene niets te maken zou hebben met het andere, zoals de tortel niets te maken heeft met de nok waarop ze zit, staat eigenlijk, het is haar plaats, ze kan er blijven en plots wegvliegen, en de nok er is zonder tortel.


    Wat een wereld: nok  met of zonder  tortel !


    Er waren dus geen merkwaardige gebeurtenissen, vroeg in de morgen; later wel misschien, maar later is de maand september, later is de herfst, het rijpende fruit  en de vallende bladeren. We hebben het al zo dikwijls geweten hoe alles overgaat van het ene in het andere. Wij, als toeschouwer hoe het allemaal verloopt. Verrast soms dat het zo vlug gebeurt, dat er ons geen tijd gegund wordt om even, even maar op adem te komen. We moeten verder altijd het jaar in.


    Ik ben vermoeid aan dit geschrevene begonnen. Nu het er staat voel ik me beter. Het is dikwijls zo.


    09-08-2018, 06:35 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zin die ongeschreven bleef.


     

    De dagen ze zijn bekoring als ze komen, verwachting ook dat ze openbloeien zullen in gedachten, zich vernieuwen zullen en zich smijten zullen als wondere tekens op een wit blad.


    Woorden als bloemen in de regen langs de wegen waar we zijn, of langs zullen komen, wij zelf of wie we zouden willen zijn, droom gebonden.


    Dacht hij: ik wil over vreemde zaken schrijven, over deze die ik nog niet ken en niet kennen zou indien ik er niet zou aan denken om erover te schrijven. Om vanaf de morgen, rond te lopen uitkijkend naar de dingen die ik zou willen ontmoeten om te verwoorden; de dag door zoekend ernaar, om uit te komen in de valavond, als ik nog even de tuin inloop - Mars helder in het zuiden en de sikkel van de maan reeds doorgebroken -  op wat ik vertellen wou.


    Al is het niet veel, al zijn het maar een paar zinnen, nog onduidelijk eerst, maar daarna, hij ervan de woorden heeft gezien, in zilver geschreven op een donkere achtergrond.


    Dacht hij toen dat het ogenblik misschien nog niet gekomen was, dat hij nog even wachten moest, dat wat hij wist er nog niet duidelijk genoeg stond; dat er nog één woord was dat hij zoeken moest om de gedachte te bekronen. Een woord dat het sleutelwoord was, dat nog niet bestond in de ‘Van Dale; een drie-betekenissen-woord, dat hij ophangen wou, in kalligrafie getekend op een vaandel wapperend in de avondwind maar, voorlopig, voor de wereld, nog gedekt gebleven, omdat hij wachten moest op het licht  van de nieuwe dag die, zo hoopte hij toch, nog komen zou.                                                                                                                                                                                                                                                                     

    Waarmee was hij nu begonnen opdat hij op een zelfde wijze zou kunnen afsluiten, en niet zo maar, maar wel om er glorierijk uit op te staan?


    Dit is dan wat van de morgen was, die door liep naar de avond toe langs de waterkant begroeid met veldbloemen waarvan  hij de naam niet kent, zodat hij denkt, schrijvend te zijn terecht gekomen in een vreemd land dat er gisteren nog niet was, en ook eergisteren niet. Wel er was, toen hij ‘The waste Land’ van T.S.Eliot  trachtte binnen te gaan, maar dit voor hem te ondoorgrondelijk was. Paul Claes gelovend, je moet kennis hebben van de wereldliteratuur om er te gaan wandelen, en dan nog, het land tevoorschijn komt als het meest barre dat er is.


    Hij dus liever naar Eliots ‘Four Quartets’ toeging waar hij meer mee vertrouwd was, waar hij zich thuis voelde.


    Maar nu de zin die hij gedacht had, met dat ene woord dat hij nog vinden moest, het woord dat draalde, het woord dat een fakkel was in de nacht van het on-geschrevene, en dat hij, ondanks de Van Dale, niet vinden kon, wellicht omdat het nog uit te vinden was. Hij de zin vandaag niet schrijven kon.


    Morgen dan misschien. Maar morgen is een andere dag en zal het, misschien, na de lange droogte, eens willen regenen, wat dan niet meer passen zal voor de zin die vandaag bijna geschreven werd.


    Het was toen dat hij aan Borges dacht.


    08-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat de zee, voor anderen de rots, ons aandoet



    In een schitterend staaltje literatuur, reageerde Henri (Rik Van Damme) zeer gepast op mijn blog van 5 augustus. Hij  schrijft me, en ik citeer hem:


    ‘Omdat Cézanne een grote invloed heeft gehad op Rik Wouters ben ik wat meer gaan lezen over zijn leven en werk in en rond Aix-en Provence. In een artikel over zijn 91 picturale interpretaties van La Montagne Sainte Victoire, een berg van witte kalksteen, schrijft Cézanne: ‘Là je suis bien, là je vois clair, il y a de l’air.’


    Het is een eenvoudig zinnetje maar het zegt veel over de voedingsbodem van zijn werk: gewoon een plekje vinden waar de natuur je begroet , in stilte je opslorpt en je toe fluistert: ‘Hier ben je thuis, zet al je zintuigen op scherp, snuif de zuivere lucht, snuif het licht en laat het stil bezinken op je doek.’


    Deze kalkrots was voor hem even belangrijk als de Fuji-Jama voor de Japanse schilders: een bron van mystieke eenwording, het samensmelten van alles wat er dan IS. Dat schept een gevoel dat je niet loslaat en je aanzet om steeds op zoek te gaan, in diezelfde ruimte, naar een steeds wisselende benadering of interpretatie.


    Een schilder herhaalt zich niet wanneer hij hetzelfde onderwerp op doek zet, nee, hij dringt steeds dieper door , gaat meer en meer elimineren, tot hij op de grens van de abstractie staat, waar de zuivere geest het overneemt en het ware en het ene mekaar zo dicht mogelijk benaderen, bijna raken. Hier kan de muziek meer dan alle andere disciplines.


    Het is duidelijk dat er hier een kosmische dimensie opduikt die ons overstijgt: een gelukzalig niet-meer-weten. Montaigne zag deze toestand als de essentie van ons leven.’


    Tot hier het citaat. Het schrijven is van een zelfde aard, het handelt altijd over het zelfde onderwerp, ‘het Leven’ dat benaderd wordt van uit alle mogelijke hoeken, over alle mogelijke aspecten ervan, in alle mogelijke creaties, steeds in eenzelfde afzondering .


    Ik word hier dagelijks mee geconfronteerd en het verloop ervan is eenzelfde stramien van zijn, van Dasein.


    Zo ik begrijp hem ten volle, omdat ik het voel zoals hij het voelt. Het mirakel van de mens is dat hij de nood heeft, dit gevoel dat aanleunt bij wat van de eeuwigheid is, om te zetten in vaste gegevens, woorden, kleuren, vormen, klanken. Niets ontgaat er hem en alle middelen of gewoontes zijn goed om de roep die er is binnen in hem, te veruiterlijken.


    En wat de zee betreft. Ik schreef er een bundel gedichten over met als titel ‘Fuga die van de Zee is’. Ik ben ook gaan bladeren in mijn blogs van 2012. Heb deze teksten herzien en samengebracht onder de vorm van een soort novelle, een kort verhaal over de persoon die ik, schrijvende, over de periode van 22 oktober tot 4 november, ben geweest. In totaal  18 pagina’s.


    Wat doe ik ermee, want ik wil deze woorden zo maar niet laten verloren gaan, ‘vereeuwig’ ik ze in één blog?


     


    07-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over TV en de baard

     

    Ik elk huis, meen ik, was er destijds een scheermes en hing er een scheerriem, zo heb ik het toch thuis gekend, en met een dergelijk mes heb ik geleerd me te scheren. Ik doe het nog, maar nu met gesofistikeerde Gilette-mesjes. Anderen zie ik, scheren zich niet, hun baard of wat er gegroeid staat, is hun sieraad, hun uitstalraam. Ik gun het hen en ik gun het aan de spiegel waar ze voor staan. Het is hun volste recht, maar ik, ik scheer me elke dag. Heb er wel ooit eenmaal aan mee gedaan toen ik een viertal dagen in een cabane, een berghut, ben blijven overnachten, voor een deel noodgedwongen omwille van het weer dat te slecht was om ‘la Pointe de Zinal te beklimmen en af te dalen in de vallei van de Matterhorn naar Zermatt toe.


    Hoe mijn baard er toen aan toe was herinner ik me niet meer, ik weet alleen dat mijn gelaat een grote jeuk was.


    Enkele van mijn vrienden zijn baarddragers, ik ben gewoon hen met baard te zien en het schrikt me niet af, integendeel ik benijd hen, want ze dragen hem met het gelaat van de overwinnaar en het staat hen, het past bij hen en bij wat ze vertellen. Ik zou hen niet herkennen indien ze zonder baard zouden verschijnen op het toneel dat het leven is.


    Bij anderen, vooral dan deze die op het scherm verschijnen met hun baard, sommigen verzorgd gemillimeterd, duidelijk afgelijnd, wat nog te aanvaarden is, bij anderen, here mijn god, hoe slordiger des te beter, gewild dus, met open hemd of T-shirt, anderen zelfs als drager van een das op een vers gestreken, uitgekozen hemd, maar de baard, hij onverzorgd, afstotend.


    Ik heb er niets tegen, alleen als het uitzicht van het gelaat dat spreekt, slordig overkomt, luister ik slordig naar hun woorden, raken hun woorden me maar half omdat ik, en luister naar hen en opkijken moet  naar hun slordig uitzicht. Ze weten het niet, vermoeden het niet maar hun woorden verliezen van hun kracht en inhoud, als er inhoud is.


    Ik ken zo enkele voorbeelden die ik hier niet ga noemen, hun gezicht is het niet waard, vooral  op de Vlaamse zenders valt het me op - wat overige zenders betreft kan het me geen barst schelen - maar onverzorgde verschijningen vertellen heel wat wat over de aard van die zenders, die tenminste zouden moeten eisen dat degenen die gevraagd worden voor een programma op het scherm, verzorgd te verschijnen met een aanvaardbaar gelaat. Hun programma’s zouden er, in elk geval wat mij betreft, bij winnen.


    Ik ken er ook, mannen van de TV die gepoogd hebben een baard te laten groeien om er plots mee te verschijnen op het scherm, welk gevoel het gaf: een ‘nog iemand’ die denkt dat hij de hype volgen moet, want dit is het, en laat  groeien wat groeit, om dan een week of twee weken later, terug geschoren voor de dag komen. Ik vraag me af waarom zo plots, én met, én met zonder, werd hen de les gespeld door de kijkers?


    Ik vermoed het. Wat ook, ik zou het ook doen, moest ik gewillig omspringen met de middelen van de media als daar zijn, facebook en twitter en wat weet ik nog allemaal. Wat ik wel weet is, dat met de massa media er veel tijd, die ik niet heb, valt te verliezen, indien ik bijvoorbeeld, alle media die ik krijg toegestuurd, lezen en ontleden zou.


    Ik weet dat dit een ongewone blog is, maar het moest er eens uit. Ik ben absoluut tegen het dragen van een onverzorgde baard en onverzorgd hemd of shirt, welke of wat ook, vooral dan als ze me opgedrongen worden op de Vlaamse televisie.


    Je moogt het gerust weten. 


    06-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    05-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zee en de schilder


     

    In de Standaard der Letteren van 3 augustus, een verwijzing naar het boek, ‘The sea, the sea’ van Iris Murdoch. Ik geloof niet dat ze het me zal kwalijk nemen[1] ook de schrijver van het stuk, Rudi Meulemans niet, als ik hen citeer:


    ‘Heel nauwkeurig tracht ze de kleuren van de zee in woorden te vatten. In de buurt van de horizon, zo schrijft ze, is de zee somptueus purper doorstreept met regelmatige lijnen smaragdgroen. Bij de horizon is ze indigo. Dichterbij de kust is er een strook lichter groen, minder helder, opaak, niet transparant.’


    Ze schrijft zoals een goede vriend, Henri V.D., telkens en telkens de zee, die in zijn hart, in zijn wezen is gegroeid, tracht te benaderen in kleurstroken, à la Van Saene.


    Ik kreeg een paar schilderijtjes van hem - ze hangen naast mij waar ik schrijf -, pogingen om, zoals Murdoch, het summum aan kleuren die de zee is voor hem, vast te grijpen, er zijn gemoed van het ogenblik in te leggen, om zelf dat stukje zee te zijn dat er afgebeeld staat.


    Hij kan er zich niet van ontdoen, elke nieuwe poging is een nieuwe struggle, te benaderen wat in zijn herinnering leeft. En van elke poging weet hij dat het resultaat nog niet is wat hij wel wou; dat hij er bijna is, bijna, maar hij weet ook dat het altijd de zee zal zijn die overwinnen zal; dat hij er nooit zal in slagen weer te geven, welke kleuren ook hij ontfutselen zal aan de tubes verf, hoe nu precies de glinstering is van de zee, zo in de morgen, zo op de middag, zo in de deemstering. Zoals gezegd kan van de pogingen die Debussy deed maar dan in klanken.


    Weet hij het, of weet hij het niet, maar hij heeft wat het schilderen van de zee betreft, een dubbelganger. Rudi Meulemans vertelt zoals ik, dat de beschrijving van Iris Murdoch over de kleuren van de zee wonderwel past bij een klein schilderij van Bruno Van Dijck dat in zijn werkkamer hangt. Hij schrijft:


    ‘Daar, aan de overkant, gaat de schilder voor zijn picturale praktijk opzoek naar desolate plekken aan de Britse kust. Hij focust op de kustlijnen. Tijdens zijn veldwerk schildert hij hetzelfde kustlandschap vierentwintig, zesendertig, tot zelfs achtenveertig keer op kleine houten paneeltjes.’


    Hij schrijft ook dat de schilder vreest dat we het beeld van de zee, zoals het nu nog is, zullen verliezen. Merkwaardig is de wijze waarop de schilderijtjes bewaard worden: ‘in een cassette die op een bijhorende sokkel geplaatst is als een reliekschrijn’.


    Hij ziet dit als een ritueel, als een rouwproces om wat voorbij gaat. Want niets is eeuwig, ook de zee niet.


    Mijn vriend, de historicus , poëet en schilder, weet dit ook, weet ook dat zijn tijd op aarde beperkt is, maar van de zee weet hij, zelfs als het uitzicht ervan veranderen zou, dat ze eeuwig is en die eeuwigheid heeft hij getracht, even, even maar vast te houden in een kleurenpakket op een houten plankje. 

    Hiermede ook zijn eeuwigheid benaderend.





    [1]Dame Jean Iris Murdoch overleed aan Alzheimer in 1999 op tachtigjarige leeftijd. Haar echtgenoot John Bailey schreef op het einde van haar leven, een ‘memoire’ over haar. De tekst van Rudi Meulemans is gelicht uit de tafelrede die hij hield in Oostende op 27 juli.


    05-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijden ver voor ons uit.


     

    Vroeg in de morgen, bij het herlezen, denk ik aan wat ik gisteren ‘waagde’ achter te laten, namelijk dat elke bevruchting niet zo maar een simpel ding is maar dat het een ingreep is van de Geest van het Universum, wat betekent dat elke conceptie, het werk is van het Universum.


    Dat dit geldt zo voor een tarwezaadje, als voor een mensenleven. Eens het kiemen, eens bevrucht, het groeit en blijft groeien tot het leeg gegroeid is: het tarwezaadje dat door de interventie ‘wist’ hoe het groeien moest tot halm en tot aar, de foetus die ‘wist’ hoe hij groeien moest in het lichaam en dankzij het lichaam van de moeder, tot kind en volwassene.


    En dit weten is, de kosmische geladenheid, de geest van het Heelal, die bepalend zal zijn voor het leven van het of de nieuw gekomene.


    Waar ik toe komen wil, en vertellen wou in mijn vorige blog  is, dat het ‘weten-wat-te-doen’, een inbreng is van buiten uit, en dan vooral, dat er in the mean time, in dit ‘weten-wat-te-doen’, een element in meer verweven is: een binding met de eigenheid van het kosmische, de geest erin. Deze kan, als binding zelf, niet verdwijnen, deze is wat specifiek is van het Heelal dat we, voor de duur van het leven, aan het Heelal, de Kosmos hebben ontleend.


    En, het specifieke van het Heelal kan niet teloor gaan; eens het lichaam volledig afgeschreven, blijft het van het Heelal.


    In welke mate we erin geslaagd zijn dit, door ons ontleend specifieke, een ons eigen kleur te geven zal afhangen van ons ingesteld zijn erop. En, of het als entiteit zal blijven bestaan  kan ik alleen maar hopen, maar ik denk van ja,  het kan.


    Ik schrijf maar. Maar ik vraag me af wie er nu aan het schrijven is, ben ik het of wordt het me ingegeven, komt het van wat me omringt en niet te bepalen is, komt het van die inbreng in meer?


    Het schrijven, het creatief zijn in alles wat we doen, het komt van het specifieke dat we ontleend hebben, dat ons werd toevertrouwd, wellicht toevertrouwd om een wel bepaalde reden. En als die reden er is, dan is ze er omdat we er naar zoeken zouden. Zoeken niet alleen waarom we er gekomen zijn maar ook welke rol we hier te vervullen hebben, want hadden we geen rol te vervullen we zouden hier niet geweest zijn.


    En zo kan ik verder gaan, kan ik verder vragen stellen van morgen tot avond, niet zoals gezegd in de King James Bible, 2 Thimoty 3, 7: Ever learning and never able to come to the knowledge of the truth.


    Neen ik denk dat we hier zijn om te zoeken naar wat is opdat we ooit, misschien heel ver afgelegen in de tijden die voor ons uit liggen, komen zouden tot the knowledge of the truth.


    04-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het andere aspect


     

    We varen verder het jaar in: juni, juli, augustus, verder naar september toe, naar de herfst toe, de winter. Er is geen houden aan, er is geen haven waar we aanleggen kunnen om er te zijn en te blijven. We varen maar en blijven varen gedreven door de wind, alle zeilen open. Het is dag en het wordt nacht en terug dag, de secondewijzer van ons uurwerk tikt maar verder, niet te stoppen is wat we de tijd noemen, onoverkomelijk niet te stoppen.


    Dit is een aspect van het leven, de uiterlijke tekens ervan. Dit is hoe we het zien uitgedrukt in cijfers, vertrekkende altijd van een punt in de tijd gaande naar een ander punt in de tijd, het tijdgebonden aspect.


    Is er een verschil tussen de man die ik was op een punt in juni en de man die ik nu ben, aangekomen  in augustus?


    Ik denk het niet, althans schijnbaar niet. Ik word elke morgen geconfronteerd met zelfde problemen, deze van mijn tasten, mijn uitkijken naar woorden die ik helder als bronwater wil en drager van een boodschap die het leven betreft. Dit is wat mijn dagen in hoofdzaak geworden zijn, ik ontkom er niet aan.


    Er overheen leef ik een normaal bestaan, zonder hoogtes of laagtes houd ik stand. Tracht ik te bewijzen dat ik er ben. Ik laat een spoor na, al is het maar een voetstap daar waar de zee zich even heeft teruggetrokken om weer te keren daarna en alles uit te wissen, een voetstap die mijn leven is, een uitwissen dat mijn dagen zijn, mijn panorama.


    Hoe de anderen me zien, is niet hoe ik me zie. Ik ben niet de man op leeftijd, dit is het beeld dat ik verspreid, de foto die ervan kan gemaakt worden. Ik ben het innerlijke van dat beeld, van die foto, ik ben van wat er is binnenin, ogenschijnlijk binnenin, maar zeker ben ik er niet van. Van de geest ben ik zeker, maar of die van mijn hersenen is, van mijn bloed, van mijn adem is, weet ik niet. Er is méér. En dit is dan het andere aspect van mij.


    Ik denk - en ik herhaal me wellicht in andere bewoordingen en met een ander gezichtsveld - dat ik ben van de geest die van het Universum is; dat ik ben van de geest die het Universum enveloppeert, die het Universum IS, zonder het te zijn. Van de geest die op het precieze ogenblik van de bevruchting van de eicel, tezelfdertijd een bevruchting was met de geest van het Universum, het ene, het andere dekkend.


    Deze dekkende bevruchting door het Universum is het aspect dat niet tijdgebonden is, waar de tijd geen vat op heeft, is het deeltje geest dat door mijn lichaam gebruikt wordt om te zijn wie ik in feite ben. Het deeltje geest dat zwellen zal naarmate mijn lichaam meer en meer volwassen wordt; dat in essentieel onsterfelijk is, overdraagbaar misschien maar in de eerste plaats onsterfelijk.


    Het uiterlijke van mij is het tijdgebonden element dat volwassen werd en eens vergaan zal, opgeleefd; volledig gescheiden van het andere element, het aan het Universum ontleende element, dat los staat van de tijd, dat van in den beginne moet bestaan hebben, van in het Alfa, en doorlopen zal tot in het Omega.


    Ben ik hiermede duidelijk genoeg geweest?


    Het was in elk geval nogmaals mijn bedoeling. Weet dat het de hitte is van de laatste dagen die vat heeft gehad op mij en me aanzette deze boodschap op mijn gewone vaste stek achter te laten.


    Misschien tot heil van wie me lezen zal. 


    03-08-2018, 06:09 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verhalen



    Zo ver ik me herinner heb ik elke dag mijn pagina geschreven. Gedurende jaren, altijd met dezelfde pen zodat deze nu, op bepaalde plaatsen, haar hars- of verflaag heeft verloren en het koper van de huls is vrijgekomen.


    De beradenheid waarmee ik schreef zag ik niet als een doel op zich zelf maar als een aanloop naar iets groot dat ik ooit schrijven zou: een boek dat uitgestald zou liggen in de boekenwinkels.


    Ik denk dat dit een droom is van velen en dat het bij velen een droom blijft. Zo, wat is er verkeerd aan het dromen?


    En ik weet nu ook dat het geroutineerd zijn in het schrijven van één pagina per dag, geen enkele garantie biedt om ooit een literair waardevolle novelle/roman te produceren. Ik weet dit nu al een tijdje en heb me erin gesteld, wat niet belet, dat achter het toegeschoven gordijn de droom hangen blijft; dat je nog een lang leven voor jou hebt, wat het nog meer droom maakt, om het te bereiken.


    Ik bevolk aldus een van de vele zolderkamers waarvan, in


    het midden van de nacht of heel vroeg in de morgen, het venster hel verlicht is, met in de bundel licht, een man of vrouw die zich de ziel uit het lijf schrijft, omdat hij of zij aldus hoopt, ooit naar buiten te komen, uit het anonieme van het bestaan.


    Wat eigenlijk een groot gevaar inhoudt, want eens uit het anonieme weg, komt dat wat je schreef onder het mes van de kenners, de recensenten en kun je aldus terecht komen in een polemiek die het einde van je rust betekenen zou.


    Nu, een verhaal schrijf je zo maar niet. Ik heb gisteren met mijn ‘één augustus’ een poging gedaan om het gebeuren van een zomerse namiddag om te zetten in woorden. Het kostte me heel wat moeite om weer te geven hoe het was, op en neer gaande in de zwoele hitte van de laren, de open plekken in het bos, di in het immense licht, dit in de wilde geuren van grassen, humus en hars, en plots, jij, zonder overgang, gekomen in een hoge graad van vermoeidheid die je belette normaal te denken en normaal te handelen, gedehydrateerd. Mijn vriend, Gustave, als man van de bergen, hij was er beter tegen bestand, ook omdat hij wist dat de verlossing dichtbij was. Hij zegde het niet, il jubilait, hij verkneukelde zich in het vooruitzicht, een bijna verdorstte man te verrassen, met een koele drank, in het vooruitzicht van wat ik zeggen zou, eens neergezeten op het terras van de kleine bistro die hij maar al te goed kende.


    Om dit alles te suggereren in woorden moet je een artist zijn en zo voelde ik me niet. Ik denk dat ik het stuntelig geschreven heb en ik heb me niet gewaagd het deze morgen, nogmaals te herlezen alvorens het in te loggen. Het werd zo dikwijls al herlezen, herdacht en herschreven, zo dat ik ervan verzadigd was en ik maar al te blij was dat het avontuur, het schrijven van een gebeuren, achter de rug was.


    Ik nog juist de moed had af te sluiten, er kome van wat het wil.


    02-08-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Dag van 1 augustus.


    Vandaag, 1 augustus, is de dag die meer dan alle andere dagen van het jaar gegrift staat in mijn geheugen. Ik kan er zo maar niet aan voorbij. Ik denk dat deze dag altijd, sedert het ontstaan van mijn blog, het thema is geweest. Ik ben er zeker van al heb ik het niet nagekeken en, erover schrijven is altijd een pijn geweest, er zijn maar al te veel herinneringen aan verbonden.


    Ik schrijf dus naar die pijn toe, want schrijven est une drôle de maladie, is een vreemde ziekte, ook omdat ik niets anders meer ken of kan, het is meer een moeten. Maar het liefst had ik gezwegen vandaag, omdat 1 augustus - nationale feestdag in Zwitserland - en de maand augustus,  te veel de bergen zijn, te veel de Valais, te veel de vrienden daar die gingen en die ik vandaag herdenken wil: Sylvain en Fernand, Robert en Gustave, Symphorien en Aristide, Freddy en zijn wijn, ‘Venin de vipères’, Jacques, le Parisien, en John de man van de suikers van Tienen. En vele anderen nog, vele.


    Wat een gezelschap het was, wat een heerlijke ontmoetingen, middagen, avonden, nachten, wat een wijnen - met en ook soms zonder mate - we geproefd hebben; wat een bergtochten we gemaakt hebben, ‘cabanes’, berghutten, en deze hoe dikwijls, we bezocht hebben; tot zelfs het graf van Rainer Maria Rilke.


    Hoe we met velen onder hen de bossen hebben afgelopen à la recherche de chanterelles, de bolets, de pieds de mouton, d’agarics, en in de bergen, boven de 2000 m., uitkijkend naar génépi, een klein wonderplantje, ongeëvenaard wat de geur ervan betreft is. Ik denk, dat op dit ogenblik dat ik dit schrijf - het is de voormiddag van 31 juli - mijn dochters Ann en Cathy en hun familie, er naar aan het zoeken zijn op de plaats boven Grimentz, die ze kennen, aan de voet van de Moiry-gletsjer.


    Er is heel wat overgebleven van mijn augustusdagen daar. Heel wat dat in mijn bloed is blijven stromen, in mijn genen zich heeft vastgezet en waarmee ik vandaag word geconfronteerd. En ik er niet in slagen zal, iets ervan te ontwijken, te verdoezelen, het me de ganse dag vervolgen zal.


    En één herinnering, één die me om de haverklap overvalt en boven alle andere uitsteekt vandaag omdat het een gebeuren was met Gustave Cotter, un vigneron, een goede vriend die ik ‘il mio fratello’ noemde - zijn naam is van een grote, diepe betekenis en ik weet dat er een lezer is die deze gevoelens ten volle deelt met mij - een simpel alledaags bijna gebeuren, een namiddag, laat augustus, de herfst al die zich voelen liet en we, Gustave en ik, een aardeweg boven Ayer[1], aangeduid als ‘le Déjert’, ( een groep van enkele chalets, maar dit wist ik toen nog niet) zijn opgereden, de wagen ergens in een inham hebben geparkeerd en het bos in al zijn glorie zijn ingegaan op zoek naar paddenstoelen. Welke ook, hij kende de eetbare en hij heeft me die leren kennen; hij kende ook precies de plaatsen waar ze te vinden waren omdat hij de bomen herkende, de losse blokken rots, als de vele tekens die zich in hem, door het vele bezoeken van het bos hadden vastgezet.


    We waren er lang, de oogst was eerder mager want we zagen dat er anderen waren voorgegaan, maar des te langer was ons zoeken en het was drukkend heet onder de bomen, geen zuchtje wind. Ik had op het einde, het was een voortdurend hoger gaan tussen de bomen, in een parfum van grassen , humus en hars, een onmogelijke dorst gekregen, heb zelden zo een dorst gekend. ik moet uitgedroogd geweest zijn want we waren heel diep in het bos, steeds maar stijgend, doorgedrongen, en ik, ook zeker hij, waren op het punt, dacht ik,  van te verdorsten. Ik zegde het hem, maar hij glimlachte: ‘ne t’en fais pas, il y aura à boire, zegde hij.


    Ik wist hoe ver af we waren van een bistro in het dorp Ayer, ik dacht zo ver houd ik het niet uit, maar hij bleef stoïsch verder zwijgen tot we terug op de weg ‘Le Déjert’ waren, bij de wagen. Hij zweeg nog altijd, hij wist dat hij een verrassing had voor mij. Hij startte de wagen maar in plaats van de weg af te dalen naar het dorp toe, reed hij hoger en hoger, de weg volgend om uit te komen op een plaats met enkele chalets en een zicht op de bergen zoals ik er nooit in mijn leven een gekend heb of kennen zal. Mijn dorst was een ogenblik vergeten. Voor mij uit, alsof ik ze raken kon de besneeuwde toppen, met als hoogste punt, glorieus, de Cervin - Matterhorn - zoals men hem nooit beter zien kan en dan alle toppen die ik kende en die hij me noemde: de Weisshorn, de Zinalrothorn, de Obergabelhorn, en hij ging verder de rij van toppen af, want hij had die, met uitzondering van de Cervin, alle beklommen.


    En dan de dubbele verrassing die al mijn vrienden hier al moeten gehoord hebben: de kleine bar, die Gustave kende in een van de chalets, gesloten met een bericht ‘que les vacances étaient finies, en, ‘nous sommes redescendus dans la plaine, en ook, wat dan een tweede enorme verrassing bleek: un avis aux visiteurs, principalement à ceux qui ont soif: ‘derrière le chalet il reste de quoi boire’.  


    En effectief, achter de chalet vonden we een kuip met lopend water uit de bergen en  allerlei dranken in flessen erin ondergedompeld, bier en wijn en spuitwater en cola en vruchtensap. We zijn gaan neerzitten, bezweet als we waren in de schaduw en we hebben ons gelaafd, met welke drank weet ik niet meer, maar ik voelde me goed, ik voelde me gered van een groot gevaar.


    Een tijd later, het kan een jaar of twee, drie geweest zijn, bezocht ik de plaats met mijn broer en onze echtgenoten. Een paar mannen uit de streek zaten er samen aan een tafel. Ik heb hen waar ze zaten, in herinnering aan het voorval met Gustave die ze kenden, getrakteerd met een liter Fendant.


    De bergen zijn er getuige van, ook van de dorst die ik daar ooit gekend heb.  

     



                                                [1] Google: Ayer.ch/le dejert, kijken naar Untitled-valdanniviers


    01-08-2018, 07:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde van juli.


     

    We ontwaakten, en de maan die zich niet toonde toen ze zich te tonen had, nu bleek en schraal in de bleke morgenlucht. Ze ons verraste omdat de overgang zo plots kwam, zo onverwacht als het eerste van de dag.


    We toen ook dachten: juli, de maand die we verlaten gaan om augustus binnen te gaan en ik, in een ogenblik reflectie over wat was: ik het maar normaal gevonden dat ik zo ver geraakt al was, dat ik de oogstmaand eens te meer betreden kan, de oogst, wist ik, al geoogst in de velden.


    Gedacht, zoals het was in mijn dagen van vroeger: het pikken van het koren en het binden van de schoven, tegen elkaar rechtgezet om te drogen, en toen het uur gekomen was de schoven geladen op de wagen om weggevoerd en  in de schuur gestapeld of, in mijten opgesteld.


    Ik haal, wat nu nog te lezen staat op oude schilderijen en misschien niet meer te begrijpen, het gebeuren uit mijn herinneren: het rijpen van het koren, hoe het pikken ervan was, het houden van de halmen in de hand, de geuren van de vrijgekomen sappen, het binden van de schoven en hoe die tegen elkaar opgesteld om te drogen, met de leeuwerik erboven; en dan, als de tijd gekomen was, op karren weggevoerd  om opgeslagen te worden in de schuur, of samengebracht in mijten, korenmijten, die in de velden stonden lijk soldaten op de wacht, met de mussen er omheen, de vinken en de merels, de muizen ook wellicht.


     Dit waren de tijden toen veel van wat van de wereld was, ver af lag. De wereld van ons, herleid tot, enkele dorpen, enkele straten, verlaten in de zomerzon. En ’s avonds, wij gezeten tegen de gevel aangeleund, om de sterren te zien schuiven en woorden die gedachten waren, opgeraapt hier of daar, doorgegeven, de avond in, de nacht die kwam daarna.


    We dromen van de zomers die toen waren. Is het nog toegelaten te weten hoe een knoop te leggen, hoe het koren te binden tot een schoof, zou je het nog kunnen zoals het hoorde?.


    Geslachten zijn er over heen gegaan, machines zijn gekomen, het oogsten is geen poëzie meer,  de slag van de pik, het vallen van de korenhalmen en de geluiden er bij opgelost in het immense licht van augustus. Alles gebeurt nu in een oogwenk, het pikken en het dorsen. Er zijn ook geen avonden meer, geen gesprekken meer van buur tot buur, alles is vervreemd, vergeten, opgelost in de tijd die was.


    Stellen we het beter, nu we de leeuwerik niet meer horen?


    Gelukkig is het woord gebleven om te zeggen wat van het verleden is, het voorbije waar het heden schuil in gaat, en het heden er niet zou zijn, ware het verleden er niet geweest, de wijding van wat was van in de vroegste tijden.


    Alles is altijd beweging geweest, zo naar buiten tot in het landschap, zo naar binnen tot in het hart ervan, tot in de poëzie ervan. En het is de beweging naar binnen die de beweging naar buiten in de hand houdt.


    Weten we het dat het de geest is die de kosmos in beweging houdt?   


    31-07-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs