Het
is maar dat ik zie hoe vlug de dagen schuiven als ik aan de dag zijn nummer
meegeef.
Het
is maar dat elke morgen een opstaan is uit de overhangende wolk van nacht, om in
de schemer de dingen te zien en te weten dat je terug levend bent, en levend
zijnde, je het bewijzen moet dat ook je geest terug is opgestaan.
Het
is maar dat je dankbaar bent dat je dan schrijven kunt.
Het
is maar dat je, je gedicht Rilke herlas; dat je weet dat het beter had gekund
en dat, si Dieu te prête vie, je het
nog wel eens herwerken zult, omdat je dan anders zult zijn opgestaan en de
dingen anders zult zien, minder de noodzaak iets te moeten doen, meer de
vreugde het te mogen, het te kunnen doen.
Het
is maar dat op andere dagen je omgeving anders zal zijn opgesteld, je anders
denken zult, daarom niet wijzer, maar met een grotere schuchterheid je je
woorden zoeken zult, omdat je weet dat het stilaan ernst gaat worden en dat je
heel watb zaken af te ronden hebt.
Het
is maar dat het is alsof het schuiven van de dagen, de weken, de maanden, de
seizoenen zelfs, geen schuiven is maar een bol wol werd, opgerold in de hand
van moeder, waarvan je als kind, als jonge man, de streng hebt opgehouden met
je beide armen gestrekt. De bol die je moeder in de handen houdt, de draad
ervan de dagen zijnde, het voorbije van je leven zijnde: herinneringen, die nu
voor een laatste maal dag aan dag worden afgerold, tot er niets meer resten zal
om over na te denken en te dromen.
Het
is maar dat je hier al een tijd aan begonnen bent, al lijkt het er niet op.
Het
is maar dat je gelezen wordt door kenners met een rijke bibliotheek aan boeken
en documenten die je graag helpen willen om aan te scherpen wat er al
geschreven staat; je hen dankbaar bent.
Het
is maar dat uit al deze maren de idee is ontstaan dat het doen van je
uiterste best, niet voldoende is, dat het altijd nog beter kan, dat het altijd
het bestaande over stijgen moet, anders ingekleurd moet worden voorgesteld,
uitgediept tot op het bot. Maar dit heel moeilijk te bereiken valt, wat je wel
weet.
Het
is maar dat je het schrijft opdat geweten zou dat je, ondanks al je failures en onvolmaaktheden, je toch
blijft verder gaan, zoals vandaag, je je zelf getekend hebt om te weten wie je
bent en waar je staat.
Het
is maar, dat de ene dag niet de andere is, dat je volharden wilt, dat je niet
wijken wilt en dat je hoopt dat men je hierbij tegemoet zal komen en men je blijven lezen zal.
Het
is maar dat wat jou betreft, de dag die zich stilaan opent, raad zal brengen,
dat het amper morgen is, dat je de voormiddag nog hebt, de middag en dat ook de
namiddag soms verheldering is , vooral dan naar de avond toe en de cirkel zich
sluit op de nacht.
Het
is maar dat het woord je meester is, dat je dag erop is ingesteld.
|