Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    07-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wildiers versus Vermeersch




          Mijn lichaam verstramt, een te grote beweegloosheid speelt me parten. Tot daar nog toe, maar het gevoel overheerst dat er ook een verstramming aan het optreden is die mijn geest in zijn greep houdt, wat erger is.


          Ik zal, zo stel ik toch, wellicht niet meer ‘ten volle’ meemaken wat zich voor het ogenblik in de wereld van de fysica aan het voltrekken is: de impact van de ‘New Physics’ en al wat hieruit voortvloeit, op ons persoonlijk leven en op de samenleving in het algemeen. Een diepgaande revolutie heeft plaatsgevonden en zet zich onhoudbaar verder. Wat voorheen, een, hoogstens twee generaties terug, weinig zorgen baarde, de gevolgen van de industrialisering, is nu onze diepste bekommernis. We zijn er ons van bewust dat de gevolgen ervan voor onze levenskwaliteit catastrofaal zullen zijn als er niet ingegrepen wordt. Noties als deze van bijvoorbeeld fijn stof, die vroeger onopgemerkt bleven, kunnen nu gemeten worden. De impact van onze levensgewoontes op de natuur wijzen nu, voor velen,  in de richting van een opwarming van de aarde, wat het ergste laat vermoeden voor de toekomst - zo wordt toch gepredikt en betoogd - als niet wordt ingegrepen. Echter, of we nog terug kunnen naar de toestand van vroeger, valt te betwijfelen, zoals ook te betwijfelen valt of we in staat zijn een krachtige halt toe te roepen aan wat vandaag gaande is.


          Het was echter niet mijn bedoeling hier de aandacht op te vestigen - want onnodig, de media staat er bol van - wel op het feit dat we in staat zijn mathematisch en wetenschappelijk de vervuiling vast te stellen en in cijfers uit te drukken en, als we dit in staat zijn te doen, dit te danken is aan de enorme verfijning van de kennis hoe de materie is opgebouwd; een kennis die dermate geëvolueerd is dat we doorgedrongen zijn tot in het hart, zelfs tot in de ziel, het allerbinnenste, van de materie. Wat ik een paar dagen terug vertelde over Jean Charon en zijn wereld van het elektron is er een voorbeeld van.


          Mijn betoog van vandaag - niets wetenschappelijk want ik ben geen fysicus - is hier op gericht dat de verfijning waarvan ik sprak in onze kennis van wat de materie is, onvermijdelijk ook zijn weerslag ‘moet’ kennen, eerder vroeg dan laat, op een verfijning van wat van de geest is en, hieruit voortvloeiend, de impact van beide op elkaar, met als gevolg - en dit schijnt me bijzonder belangrijk toe - dat de filosofie die we gekend hebben op het punt staat een meer kosmologisch gerichte filosofie te worden.


          In feite is deze zich al lang aan het voorbereiden, zelfs niet meer ondergronds, Alfred North Whitehead (1861-1947), zag het Universum als een organisch geheel, met de onderliggende metafysische besluitvorming eigen aan een evolutionistische visie eraan verbonden.


          Tegenover de metafysica van het ‘zijn’ van Aristoteles, plaatst Whitehead de metafysica van het ‘worden’. Teilhard de Chardin van zijn kant, zal de mens, de homo sapiens, inschakelijken in deze evolutie.


          Ik lees hierover  - en het sterkt me in mijn bewering dat ook de filosofie deze evolutie volgen zal - bij een belangrijke filosoof van bij ons, een groot denker, iemand die, in tegenstelling tot een Vermeersch, de diepte van het ‘worden’, tot in de fijnste (kosmische) verwevingen ervan heeft opgezocht: Max Wildiers[1] en dit ziet: ‘als een nieuw verbond tussen mens en universum, een nieuw verbond dat bepalend zal zijn voor de toekomst.


          Er is, mijns inziens, geen enkel excuus om zijn boek, ‘De vijf vreugden van de geest’ dat voor de mens van de XXIste  eeuw de spirituele waarde heeft van een Bijbel, niet te lezen.


          Wat of wie heeft me deze morgen aangezet om dit te schrijven?




    [1] Max Wildiers, 1904-1996, theoloog en cultuurfilosoof: ‘De vijf vreugden van de geest’, uitgeverij Pelckmans, 1995.


    07-02-2019, 06:52 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De stilte van het zijn

      

          Er gebeurde heel wat de laatste dagen, ik ben heel ver geweest, verder dan de Big Bang ben ik gaan kijken. Je moet het maar doen en het overleven. Thans, nuchter van geest, blik ik terug op wat enerzijds  zwaar, maar ook lichtend van inhoud was. Toch voel ik dat ik hierover niet alles heb gezegd, is het een onderwerp dat me altijd bezielen zal, tot in het eindige van mijn dagen, en zeker dan.


          Het is een geluk voor mij, dat dit onderwerp op mijn programma staat omdat het toegankelijk is en uitgestreken kan worden omdat het oneindig is. Het is een kluif. Het is meer dan een bos, het is een regenwoud waarin je, o zo gemakkelijk, verdwalen kunt. Goed dat ik het weet. Goed dat ik nu en dan zeg dat wat ik verklaar slechts peilingen zijn, slechts een aftasten is van mogelijkheden die zich aanbieden, met dien verstande evenwel dat ze alle uitlopen op, toch voor mij althans, één zekerheid: de dood is niet het einde maar een begin, een terugkeer naar een Eden. Ik wandel aldus in een cirkel, ik vertrek telkens van uit deze zekerheid en keer er, via een omweg naar terug.


          Dit is mijn publiek geheim, een ander heb ik niet. Ik denk dat het dit is dat maakt dat ik niet leeg geschreven geraak, dat er nog altijd iets rest om op terug te vallen en over uit te weiden met andere woorden, vertrekkende uit nieuwere oorden om eens te meer aan te komen op een plaats waar ik nog niet was. Het is dit landschap dat ik elke dag betreed, opneem in mij en waarin ik me beweeg, of het nu realiteit  is of inbeelding, het maakt - buiten het voelen van de kille luchten - helemaal geen verschil, het resultaat is het zelfde.

          Zo is het, alsof ik elke dag, door de velden die ik zo goed ken - de horizonlijn heel laag  als ik op de heuvel kom - naar de vijver rijd. Dat ik er ben, er neerzit of er rondloop, wachtend op een inval, liefst een verwrongen zin. Liefst een regel om er een gedicht, om er wat proza uit te putten. Wat er op neer komt binnen te gaan in de beweegloosheid der dingen en er, even beweegloos, even maar te zijn. Ingekeerd er te staan in het licht dat nog tanend is met nog steeds een groot zwijgen in mij, roerloos, omwikkeld met de stilte die van de naakte populieren is, van de grassen, van de struiken is, die van het water is, van de weerspiegeling is, het enige dat hier beweegt, trillend, ademend.


          Hoe ik ben, als ik er ben, als ik er niet ben: ik ben de stilte zelf, de wind die van de stilte is, die van al de dingen is: de tafel en de stoelen op het terras, de zonneschermen dicht gesnoerd, de blauwe zak met blikjes, roerloos kijkend, niets hoeven ze te zeggen, alles spreekt. Ik er geen eenzaamheid ken, ik er opgenomen ben om er weinig meer te zijn, immer wachtende tot er iets komen zal. Ikzelf het wachten zijnde.


          Wat houd ik dan nog, welk verhaal valt er te vertellen nog? 


          Wat houd ik nog dat van de lente, dat van de zomer was, van de herfst en het vallen van de bladeren? En als ik rond de vijver wandel, wat houd ik nog van hier en daar: de inktzwam sneeuwblank, en recht opgeschoten, een vriend die er niet meer is, voor wie het heerlijk was, licht gebakken in de boter, zo zegde hij toch. Een begin het is, een keren naar wat van het reële is.


          Andere beelden duiken op. Ik blijf maar schrijven. 


    06-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ruimte die ook de tijd is

        


     

          Ik zegde het al, mijn blogs zijn een etmaal van elkaar gescheiden en een etmaal is niet eentonig, is niet noodzakelijk eensluidend met het vorige, het kan alle kanten op. Als je me leest met er tussen, dezelfde tijdsspanne, kan er geen probleem zijn; lees je me sporadisch dan moet je er het etmaal zeker tussen denken, moet je niet verwachten dat het een aaneensluitende tekst zou zijn.


          Veel betekent dit niet, elke blog is verantwoordelijk voor wat er staat, het werd me ingegeven en ik heb het opgenomen. Van waar het komt weet ik niet, zal ik nimmer weten. Ooit schreef ik, en ik dacht het toen ook, dat het kwam van buiten mij, dat het kwam van de golven die er zijn omheen mijn lichaam en dat in die golven ook mijn herinneringen aanwezig kon zijn. Maar een zekerheid, zelfs niet een halve zekerheid - als zo iets zou bestaan - is dit niet. Een normaal mens stelt dergelijke vragen niet echter, voor iemand zoals ik, die op zoek is naar materie om over uit te weiden is het altijd een dankbaar onderwerp geweest en gebleven.


          Ik heb hierover weinig gelezen. Wel weet ik van een schrijver, Jean E. Charon, fysicus en filosoof, iemand die we plaatsen kunnen in het zog van Teilhard de Chardin, dat hij elke elektron van ons lichaam ziet als een minuscuul ‘black hole’ dat een andere ruimte en een andere tijd bevat;  een ruimte-tijd die een deel geest bezit, die hierin alle gebeurtenissen opslaat en ordonneert. Elke (denkende) elektron, elke eon van ons lichaam, beweert hij, beschikt over de totaliteit aan kennis/aan herinneringen van ons.


          Indien hij het juist heeft gezien - en gaat het tegengestelde maar bewijzen - leven we, zonder er enig benul van te hebben, gevat in een ontstellende oceaan van elektronen, leven we in een niet te begrijpen wereld circulerend in en rondom ons.


          Hij ging nog verder en hij titelde zijn boek: ‘Mort, voici ta défaite’, omdat, zo schreef hij,  volgens de wetten van de fysica deze deeltjes om zo te zeggen een eeuwig leven kennen, zo in het verleden als in de toekomst:


          ‘Cela signigie que notre esprit prend ses racines dans un passé aussi vieux que l’Univers lui-même et continuera, après notre mort corporelle, à partager l’aventure du monde jusqu’à la fin des temps.’[1]


          Ik las hierover veertig jaar geleden en van dan af is deze idee altijd latent aanwezig geweest in mij; heb ik er naar geleefd als ik schrijven/denken ging en is al wat er uit mij ontstaan is, enigszins gedragen door de idee van  de onsterfelijkheid, uitgetekend door Charon. Ik kan me geen beeld vormen van wat is een eon/elektron; Ik weet alleen dat het vreemde dingen zijn die de basiselementen vormen van het Universum; dat we van daar uit moeten vertrekken om te weten, hoe we zijn, wat we zijn en waarom we zijn.


          Het begon, wat ons betreft, allemaal met de Bijbel, deze in een boek - cfr. een zekere Dimitri Verhulst - belachelijk maken is van het kleinste en het laagste dat er is. Want het is van uit de Bijbel, wat er ook moge geschreven staan, dat we vertrokken zijn om te komen tot wat Charon ons voorhoudt, terecht of onterecht, maar in elk geval hoopgevend, en daar komt het op neer.


          Ik eindigde gisteren met de zin die vertrok van in het begin der tijden. Hij had iets te maken met Carl Jung die vond dat we ons allen toch ooit ééns de vraag moesten stellen over wat de dood wel kon zijn. Deze gedachte uitstrijkend, denk ik dat hij die nooit een ‘mogelijk’ verband heeft gezien tussen ‘wat niet te noemen is’ en de Big Bang, een wanhopig iemand is.



          [1] Jean E. Charon: ‘Mort voici ta défaite’, Albin Michel, 1979


    05-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar ik vandaag ben terechtgekomen?



          Ik heb geen wijsheden te verkondigen, geen levensregels op te stellen, ik heb enkel te zijn en te weten dat ik ben, wat of wie ik ben en hoe ik ben, en van hier uit te vertrekken om te weten waarom ik er ben. Het is een hele opdracht die een gans leven in beslag neemt. Een leven van vragen en antwoorden; Van vragen die zijn en van antwoorden die niet verder reiken dan gissingen. Carl Popper wist dit heel duidelijk: er zijn geen antwoorden die geen nieuwe vragen oproepen. Hiermede moeten we rond komen. Het is weinig beloftevol maar, het houdt ons levend en dit is al heel wat, we zijn geen dode levenden.


          Het is altijd mijn betrachten geweest - trouwens de uiting ervan is het feit dat deze blog er is - een zoeker te zijn, een pelgrim naar wat is van het Woord dat in den beginne was. Was ik het niet in mijn dagelijks doen en laten, ik was het in de eenzaamheid van de geest, eens teruggetrokken in mijn oase, mijn huis - ook dit van Khalil Gibran - in de woestijn. Pas eens daar, en ik ben er altijd als ik aan het schrijven sla, ben ik ingesteld op vraag en antwoord en poog ik te formuleren in welke innerlijke wereld ik er rondwandel. Ik word dan een andere Ugo, iemand die buiten de realiteit der dingen fungeert. Getekend door het feit dat ik gedoopt werd en opgegroeid ben, gericht naar een God die ook zegde dat hij de enige was. Ik had aldus van in  den beginne  een toevlucht. Wie ware ik geweest indien ik deze niet had gehad, indien ik op de wereld ware gekomen met een totaal lege hemel boven mij, een leerling van Boeddha, van Lao Tseu? Dikwijls stel ik me deze vraag.


          Of, wat indien ik vertrokken was vanuit de leegte boven mij, zou ik uitgekomen zijn zoals ik ben, zou ik een oase in de woestijn gekend hebben, de drang om bezig te zijn met woorden, zoals anderen bezig zijn met beeldhouwen, schilderen, componeren? Ik denk dat ik een ander iemand ware geweest, iemand die geen behoefte had om verder te kijken dan de leegte die hij voor zekerheid hield, zoals er velen zijn en hen treft geen schuld, ze zijn er omdat ze er zijn. Maar ik, ik ben er omdat, zoals me werd bijgebracht, geschapen werd door een God, wat het begin is van elke redenering omdat ik deze regel, dit gegeven zo maar niet verbannen kan uit mij, het zit er in gemetst. Eerder aanvaarden dat het zo wel zou kunnen zijn om me toe te spitsen, van dat ogenblik af, ‘Wie’ die God wel zou kunnen zijn opdat ik zou kunnen begrijpen waarom hij het nodig heeft gevonden van mij er bij te betrekken. Het geeft me, zoals ik het voel, een grotere verantwoordelijkheid, dan ware ik geschapen uit ‘het Niets van het Eeuwige’, echter, zelfs dan zou er in mij de neiging aanwezig zijn me af te vragen of ik ontstaan ben uit de Big Bang of, wat heel wat anders is, ontstaan ben op het ogenblik van de Big Bang.


          In het eerste geval kan ik zeggen - het is heel wat meer dan een geneigd zijn - dat God de Big Bang was/is.

    -


    04-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dagboek en wat over poëzie

          


          Ik zegde het al, wat ik schrijf is mijn dagboek, iets waarmede ik begonnen ben in 1978 en nog altijd doorloopt. Het gaat wel niet over wat ik doe, waar ik mee bezig ben, het gaat hem in de eerste plaats om de gedachten die ik had/heb op een bepaald moment van de dag of van de nacht. Het is meer dan een gewoonte geworden, het is een noodzaak.


          Ik zeg dit ook omdat ik begonnen ben met het herzien van mijn manuscript dat ik afsloot op einde december. Het is tot nu toe onaangeroerd blijven liggen, maar om te redden wat nog kan moet ik er nu werk van maken. A rato van tien pagina’s per uur, zal het me dertig uren werk vergen en ik wil dat het af is voor ik begin te denken aan de lente. Hoewel jij er, als lezer, niets aan hebt, ik heb het toch neergezet opdat ik me herinneren zou waar ik aan toe ben.


          Eigenlijk - nog zo een vreemd woord - was ik deze morgen opgestaan ,hopende op een zin die het zaad zou zijn voor een gedicht. Il fut un temps dat dit heel spontaan gebeurde, dat de zin plots opdook en uitliep tot een vel poëzie. Dit is iets dat ik kwijt ben, ik ben er niet meer op ingesteld, ik ben heel arm geworden wat dit spontaan opwellen betreft; het is moeite geworden en voor poëzie is dit verkeerd, poëzie is spontaneïteit, het is er of het is er niet, er is geen tussenweg.


          Ik  kan het weten,  heb al honderd gedichten geschreven, ze ontstonden allemaal in een minimum van tijd, daarna bleven ze liggen; omfloerst met de tijd werden ze van tijd tot tijd herzien, wat verkeerd was, want het magische van het moment van de creatie was er niet meer, het had zich opgelost en het volstond een woord ervan te wijzigen opdat het een ander gedicht worden zou.


          Mijn gedichten zijn dus een zorg in meer, een zorg die ik niet heb wat mijn manuscript aangaat. Wat niet belet dat er nood is om ze in een zo beperkte mate als nodig, aan te passen, beter in te schakelen in de trend die zich voor het ogenblik aftekent in het gebruik van beelden die, inspelend op elkaar, een andere vorm van poëzie kunnen brengen.


          Ik heb echter voorbeelden genoeg als ik de poëzie besprekingen volg in de Standaard der Letteren, om te weten dat ik nimmer toetreden zal tot de trend die daar besproken wordt. Volgens mij wordt daar het spontane het (te) ver gezochte, het bijna ongepaste, wat weinig te maken heeft met het magische aspect eigen aan de poëzie die ik aankleven wil en wens.


          Ik blijf uiteindelijk bij het gevoel dat ik mijn gedichten uitzuiveren moet, er is teveel van het  overtollige in opdat ze enige kans zouden kunnen maken mee te gaan met de poëzie van het ogenblik. Of ik dit nog kan weet ik niet, mijn stijl van schrijven zit vastgeroest, zoals de draad van de afsluiting, gegroeid zit in de wilgen, een beeld dat me bijblijft.


          Na mijn kwelling van gisteren is dit een andere kwelling die oprijst, weliswaar van een totaal andere aard.

     


    03-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zelfbeeld bij het 'rijzen' van de sneeuw

        

       

          Halsstarrigheid is een vreemd woord, maar het is toepasselijk op mij. Ik jaag iets na wat niet te bereiken is en ik blijf maar pogen om het onbereikbare te bereiken. Wie doet zo iets, wie is zo crazy om hierin te volharden?


          Later - die later komt dichterbij - zal gezegd worden het was iemand die elke dag een blog schreef die niet door velen gelezen werd, maar wel door enkele getrouwen die hem volgden in zijn sterk persoonlijke bespiegelingen over wat was en niet was. Het ene was hem even belangrijk als het andere. Hij was diepgaand en hij was tezelfdertijd opstijgend, soms moeilijk te volgen, maar we lazen hem omdat hij verrassen kon, omdat hij schreef over dingen waar niemand anders over schreef en dan nog in een taal die hem eigen was, een taal die niemand nog gebruikte, die van een vorige generatie was. Zoals zijn onderwerpen waren, was zijn wijze van zien, zijn manier om de dingen te benaderen, even aan te raken en dan bloot te laten liggen, als aas, niet voor de gieren maar voor de mens van goede wil.


          Zal men zeggen we hebben hem lief gehad, of laat ons stellen, geapprecieerd om wat hij schreef?


          Hij trachtte altijd literatuur te bedrijven, hij was echter (te) weinig verhalend; hij was geen man van de breedte, hij was er een van de diepte en de hoogte, zoals Mahler; hij was niet van het aardse, hij was van het landschap van de geest, een eerder eenzaam oord om te frequenteren maar, beperkt in wat hij wist of kende, was het de plaats waar hij zich uitleven kon want, in het diepste van zijn gedachten was hij poëet. Echter de poëzie heeft hem niet ver gebracht, niets heeft hem ver gebracht en hij besefte het. Hierin toonde hij zijn halsstarrigheid, een woord dat voor hem werd samengebracht als een vorm van star kijken, zo in het verleden als in het nog komende, en blijven kijken alsof hij aldus de dingen beïnvloeden kon, raken kon tot in het merg ervan. Hij zich vergiste natuurlijk, schromelijk zelfs gezien de tijden waarin hij leefde.


          Van wat hij schreef zal weinig overblijven, wat brijzels hier of daar, vergeten. Niemand zal er naar uitkijken, te eenzijdig, te weinig vorm, te gelaagd in wat van de wereld is en dus te voorbij gestreefd, te veel T.S. Eliot en te weinig Paul Auster, niet meer passend om op te nemen in de massa Letteren die in de etalages liggen. Zo, de tijd zal er overgaan en alles zal stof worden, het lot dat elk van ons beschoren is en waaraan maar enkele ontsnappen: een Ovidius, een Dante, een Shakespeare, een Proust, namen, diep uit de tijd der tijden die ons blijven volgen.


          Hij dacht aan Jules Verne, zijn eerste liefde. Dankzij die ene man, de hoofdonderwijzer die voelde hoe hij was, die hem die lezen liet. Hij ze las tot in het ovenhuis, tot in het golvend koren; hij, met het stuifmeel van het woord bestoven van vroeg in zijn jaren. Zijn heimwee naar wat van het woord toen was, hem lang heeft nagevolgd.


           Te lang hij is blijven dromen.



    02-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gewoonte

     

          Het gebeurt zelden dat mijn morgen zonder schrijven voorbij gaat, gisteren was zo een van die dagen, een indigestie hield me lang  in bed. Het effect van de nieuwe sneeuw ontging me, ook als het licht van de helle winterzon erover gleed, was er geen reactie in mij, de gloed raakte me niet. Een gevaarlijk precedent als het lichaam de geest in bedwang houdt op een ogenblik dat je ziet als een nieuw beginnen. Want het schijnt me toe dat terug gaan van 31 naar 1 een afsluiten en een herbeginnen is. Hoewel het maar inbeelding is, het gevoel is er toch, het houdt me bezig omdat ik weet dat deze overgangen minder en minder zullen voorkomen. Dit is wel voor iedereen het geval maar als  de balans te ver overhelt naar wat het einde is, schept dit een licht ongemak dat wordt opgemerkt, vooral als je aan het schrijven bent. Het houdt je vast, meer dan wenselijk is.


          Dit is zo als je self-awareness aan het woord is: als je ziet hoe het met jou is gesteld en het met jezelf is dat je begaan bent, meer dan met wat je doet of wenst te doen; als je toekijkt op wat binnen in jou aan het gebeuren moet zijn, een soort van aftakeling waar je enkel naar het gissen hebt, maar dat onvermijdelijk plaats moet vinden, er zijn voortekenen genoeg voorhanden; eigenlijk de moeite niet ze op te sommen, beter is dat elkeen ze voor zijn eigen lichaam zoeken gaat.


          Laat ik zeggen dat het geen al te grote zorg is, zolang het geen beletsel is om te gaan halen wat ik brengen wil elke dag, als er geen muur wordt opgetrokken die me scheidt van het echte leven dit dat van de geest is. Hier sla ik elke beweging gade, verontrustend is als ik zoeken moet naar een naam die ik honderdmaal heb vernoemd en plots verdwenen schijnt, dit is dan een ander voorteken, een dat me wel zorgen baart.


          Ik ben nu, in mijn betoog van vandaag aangekomen waar ik hoegenaamd niet dacht aan te komen, in de verste verte niet, het was my self-awareness dat aan het schrijven was, aan het toezien was op hoe het gesteld is met de persoon, de schrijver die ik nog ben. Alles bij elkaar genomen schijnt er weinig gewijzigd, ik kom nog altijd terecht als ik maar een eerste zin heb om me aan vast te houden, om de zin toe te laten zich te ontwikkelen, zich uit te smeren over mijn blad. Het is dan de zin zelf die het werk doet, ik zelf hoef maar op te tekenen wat hij me zegt en, ik blijf me afvragen wie of wat het is die me de woorden dicteert, iets dat is van het bevreemdende dat van het leven is, en niet alleen van het leven, maar van het feit dat we er zijn om dit te zeggen. Ik denk dan ook aan de 'dove' Beethoven die zijn negende, noot na noot, ritme en volume, instrument na instrument optekent, enkel en alleen geleid door zijn levende geest.  


          Wat mijn schrijven  betreft, het is telkens zo - of het enkel en alleen die van mij is, en die van Beethoven, weet ik niet - maar ik word het gewoon.


    01-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De maand die zich sluit


     


          Ik sluit de maand zoals ik ze begonnen ben, niet wijzer, maar ook niet armer, niet uitgelatener, maar ook niet gelatener. De dagen zijn over mij heengegaan - in een boog, zoals Gaby Desmyter het zegt - lijk de wolken over de velden en de huizen, ze hebben me amper geraakt, me niet leeg gehaald, me niet verrijkt. Ik ben gebleven wie ik was, en hoop het nog een tijd te blijven: een man van jaren.


          Uitzonderlijk is dat ik een dagboek bijhoud, maar dan een dat ik waag rond te strooien lijk bladeren in de herfst. Er zijn er die terecht komen in de leestuin van hen die vrienden geworden zijn, andere blijven vallen tot in het oneindige, het oneindige van het van het ‘niet-meer-zijn’.


          Ik wil evenwel geen rekening houden met waar mijn woorden terecht komen of waar niet, het relaas ervan, als ik bezig ben, zou me te ver leiden tot voorbij de grenzen van het  aangename. Ik houd het  zoals het is, gebaseerd op een zwijgende overeenkomst: hun getrouwheid om even met mij te vertoeven in de warmte van mijn woning of in de wandelgangen van wat van de wereld is. Met dit voor ogen sta ik sterk.


          Wel vraag ik me af wat ik, in het tiende jaar dat ik bezig ben nog weet te schrijven wat ik nog niet zou gezegd hebben. Maar ik ken ook schilders die al een gans leven aan het schilderen zijn en toch regelmatig, nu en dan, met een nieuw doek te voorschijn komen die relieken dragen die wijzen naar hun vorige werken. Van mij kun je dan ook niet blijvend het tegengestelde verwachten, ik ook heb er nood aan terug te blikken op wat van vroegere dagen was, in het bijzonder van de vroegere werken die ik las.


          Het gebeurde immers  dat ik steeds minder en minder ben gaan lezen, dat ik de nieuwe, opkomende literatuur, op zij heb gehouden omdat ik toegespitst was op w       at ik te schrijven had en dat elke nieuwe lectuur tijdverlies betekende voor mij. Ik meende dat ik voldoende gelezen had


          Ik communiceer dus met een bagage aan werken van schrijvers die ver in de tijd liggen. Mijn houvast is wel noch Jules Verne, noch Ernest  Claes of Walschap, ik heb een tijd lang de volgende generatie gevolgd, ik citeer nog altijd T.S. Eliot, Maurice Gilliams, Saint John Perse, maar ik waag me niet aan de schrijvers van nu, uitgezonderd Stefan Hertmans misschien, Houellebecq misschien.  Maar dit is nu ook al een tijd geleden, de tijd gaat heel vlug voorbij in dit land.


          Ik vergeet er natuurlijk, zo erg is het nu ook niet gesteld met mij, maar ik herhaal, veel lees ik niet meer, ik schrijf en ik lees mezelf achteraf, niet eenmaal maar ettelijke malen, soms tot vervelens toe. Echter, eens dat stadium voorbij, me herlezen doe ik enkel uit noodzaak bij gebrek aan beters.  Zo ligt er nog altijd het manuscript zoals ik het verlaten heb. Het dringt nochtans dat ik het herneem en kuis van al het overtollige.


          Het is op deze beschouwing dat ik mijn zoveelste maand januari afsluit, men zegge het voort.      


    31-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vlok eeuwigheid


     

    Wat ik jullie breng zijn geen uit- maar eerder op-spattingen van de geest. Soms, ontstaan ze bijna spontaan: een woord, een zin voert me binnen in een andere zin en voor ik het besef sta ik met beide voeten in een landschap dat ik voorheen niet kende, zo gaat het nu eenmaal. Het is, zoals bij een tekening die vertrekt uit een lijn, en in die lijn liggen, in potentie, een gans blad lijnen verscholen die een voor te voorschijn zullen komen. Het grote wonder, met de nadruk op wonder, van het creatieve dat schuilt in de mens of de roep die uitgaat van de geest en bevrijding wordt.


          Het houdt niet op, het is veel meer dan een spelen met, het is een noodzaak. Mijn vrienden: de schilders, beeldhouwers, poëten weten dit, ondergaan deze roep, kunnen er onmogelijk aan weerstaan. Ik denk dan aan het gedicht, een wankelend, woord-inventief, schilderend gedicht dat ik elke maand krijg toegestuurd, letterlijk gezogen uit de foto op de achtergrond. Als poëet is hij een tikje Teilhard de Chardin, hij tracht door zijn eigen woordkeuze en woordvorming, het binnenste van wat hij ziet en voelt, bloot te leggen, tezelfdertijd is hij aldus ook een stukje Henri Michaux, waarvan ik een paar dagen geleden geschreven heb ‘qu’l était le poète de l’expérience intérieure’, maar hij dan van een andere geaardheid, dichter bij de natuur die hij interpreteert als hij schrijft:


    We zullen verder wandelen in de bogen

    van de trage dagen, prevelend.


          Of hoe de kleine gemeenschap van vrienden die ik, om mij, heb opgebouwd, geleid en bezeten wordt of, om het nog bloemrijker te zeggen, opgezweept  wordt door het creatieve dat van hun leven is.


          Ik onderga hen en ik nestel me onder hen, er ontbreekt nog een componist om een bloemlezing te vormen van alle kunstuitingen. Echter is de componist er niet, de muziek is er: ‘Klara’ is er die ons verblijdt, deze enorme rijkheid die ons elk ogenblik van de dag als van de nacht ter beschikking staat. Wat een wereld we betreden kunnen eens we ons ontdoen van de uiterlijke grenzen ervan en binnentreden in de velden van Elysium.


         Hoef ik er vandaag, nog iets aan toe te voegen, opdat je weten zou hoe ik me voel en hoe ik in deze ogenblikken heb geleefd, in het licht van de morgen en de wolk muziek uit het oratorium ‘Davidde penitente’ van ons aller vriend Wolfgang Amadeus.


          Ik zeg het maar om je eraan te herinneren over welke exclusieve rijkdom we beschikken kunnen: woorden betasten gehuld in wat van Mozart is.


          Een vlok eeuwigheid. 

     


    30-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wereld van de geest



    Ik voel me niet goed bij wat er gisteren verschenen is: te ingewikkeld mijn inleiding, om dan uit te komen bij een simpel (!) gegeven, namelijk dat er Iemand moet geweest zijn, of dan toch Iets, om de Big Bang te ‘provoceren’. En, ik geloof in het bestaan van dit Iets of die Iemand, een Veiligheidsklep voor het uur van mijn heengaan.


    Echter, zonder mijn woorden te herlezen is er de indruk dat ik, in plaats van duidelijk te zijn geweest, verwarring heb gesticht; dat mijn introductie naar mijn hoofdgedachte toe, te ingewikkeld is geweest. Ik heb zo lang mogelijk gewacht om de tekst in te loggen, zodat ik het vergeten was en het pas in de morgen heb opgemerkt - ik schrijf mijn blogs bijna altijd de dag ervoor - zo schreef ik deze van vandaag, op 28 januari in de morgen.


    Er zijn er nog die met dit, eerder onaangenaam, gevoel zitten, die in hun ijver een woord gebruiken, zelfs een dat Van Dale niet kent, dat verkeerd gekozen werd. Het gebeurt enkel en alleen bij hen die zich de moeite getroosten te schrijven, niet bij hen die het woord onder ogen krijgen. Dat dit dan, denk ik, een andere soort troost weze voor de schrijver van het ‘verkeerde’.


    Toujours est-il dat ik elke morgen de handen en vooral de geest vol heb met mijn blog, que cela dépasse largement la prière matinale, want het is iets geworden dat me de ganse dag bezig houdt.


    Ik krijg weinig reacties op wat ik achterlaat en als deze er zijn dan komen ze altijd uit zelfde hoeken. Ik had reacties verwacht op mijn Vermeersch-blog, omdat ik hierbij een vergelijking heb gemaakt naar een Teilhard de Chardin - iets wat te ver gegrepen was - maar het werd gelezen en schijnbaar aanvaard. Ik durf niet veronderstellen dat er van mijn generatie zouden zijn die Pierre Teilhard niet kennen of van hem hebben gehoord, maar ik weet en ondervond dat hij voor de jeugd van heden een illustere onbekende is, zelfs bij hen die universitaire studies hebben gedaan. 


    Hoe moet ik hem aan hen voorstellen? Als het niet zou zijn als een verlichte, als een metafysicus, als iemand die zich bewoog in de wereld van  het binnenste die hij projecteerde in de wereld van het buitenste en hieruit zijn conclusies trok, conclusies die totaal nieuw waren en nog zijn voor de wereld van vandaag. Hij was het die een psychische substantie toekende niet alleen aan al wat leeft, maar ook - en hierin was hij de grote vernieuwer - aan de materie, aan het atoom, aan de deeltjes hoe minimaal ook.


    Keer ik terug naar mijn Big Bang van gisteren dan is het onweerlegbaar, en Prigogine moet dit ook geweten hebben, dat de overgang van deeltjes in potentie naar reële deeltjes die zich daarna gevormd hebben tot atomen en moleculen en verder tot sterren, kennis bezaten, wisten hoe dit gebeuren moest en, dat ze deze kennis nimmer verloren hebben, nog bezitten dus. Een elektron op zijn baan rond de kern, weet wat hem te doen staat als hij, om  een of andere impuls zijn baan verlaat.


    We spreken dan over de basis van ons bestaan, over wat gebeurt binnen de dingen die ons omringen en waar we ons niet de minste rekenschap van geven. Het was deze wereld die Teilhard voor ons heeft bloot gewoeld.


    Mijn gedachten volgend, is mijn morgengebed terug een opstijgen geweest in de vreemde wereld die van de geest is.


    Kun je het me vergeven?


    29-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Big Bang en wat ik er over denk



    Ik begeef me eens te meer op glad ijs, op een glijbaan die uitloopt tot in het oneindige met de vraag die iedereen zich ooit eens zou moeten stellen, is er in de dingen die zijn, is er in de Kosmos, een geborgen ‘aanwezigheid’ of zijn de dingen in de Kosmos en de Kosmos zelf, de mens inbegrepen, zijn die er juist maar om er te zijn zonder meer?


    Waarom haalde ik gisteren Elya Prigogine binnen, wie denkt er nog aan die man of wie heeft er ooit aan gedacht? Het is niet van een Nobelprijswinnaar dat je verwachten moogt dat hij duidelijk, wat die voor mij ‘eeuwig hangende’ vraag betreft, een standpunt zou innemen want, wat de metafysica betreft, en hier gaat het om, zijn er geen duidelijke standpunten in te nemen, een Nobelprijs waardig. We  bevinden er ons niet in  het domein van het zichtbare, het waarneembare, neen, we overstijgen hier de wereld van Michel Onfray, die het metafysische verwerpt, verbiedt zelfs.


    Prigogine is een man die vertrekt van  een potentieel Universum - un pré-univers dat hij ‘le vide quantique’ noemt - waaruit, probablement, zegt hij, hij is voorzichtig wat ik niet ben, ons Universum is ontstaan[1].


    Nu, hij legt dit uit als deeltjes die er waren in potentie, die overgegaan zijn naar reële deeltjes. Wat hij niet zegt is dat de overgang gebeurde op het moment van de Big Bang, deze inherent zijnde aan al wat in potentie aanwezig was, maar ik veronderstel dat de overgang enkel op dat moment kan gebeurd zijn.


    Men zou dan kunnen denken aan een Aanwezigheid die de overgang van het ene naar het andere in de hand heeft gehouden, heeft bewerkstelligd. In elk geval echter, blijkt uit de visie  van Prigogine dat er een begin was vóór het begin, a kind of blueprint van een Universum, vóór de Big Bang, wat Fabre d’Olivet meent te kunnen lezen in het boek Genesis.


    Prigogine spreekt natuurlijk niet over wat de Big Bang veroorzaakt heeft, hij zegt wel ‘que c’est probablement ce vide quantique qui par ses fluctuations, a créé l’univers dans lequel nous nous trouvons.


    Het is ons duidelijk dat ook deze fluctuaties, deze schommelingen deel uitmaken van die potentialiteit die er was. We kunnen zelfs een naam geven aan deze potentiële aanwezigheid, en ik denk dat er heel wat zijn die er een naam voor hebben, maar met een naam begint het opsommen van de hoedanigheden ervan en begint ook het gevaar er aan verbonden. Voor mij, om het simpel te houden, blijft het ditgene dat schuil gaat achter de singulariteit, Big Bang.


    Vergeef me als ik op een maandag met dergelijk gewichtige dingen te voorschijn kom. Weet echter dat ik deze schreef de zondagmorgen er voor, vóór het licht opkwam, in het noman’s gebied tussen licht en donker en dat mijn woorden het eigene aan dit gebied in zich dragen.


    Zeggen we dat het in feite, een spel is, woorden in te zamelen die op elkaar zijn afgestemd en een vaag beeld brengen dat overeenstemt met het beeld van die ‘aanwezigheid’ die op geen enkele zuiver afgelijnde wijze kan voorop gesteld worden.


    Ik ben vertrokken met de glijbaan uit mijn jeugd, de ‘sleerbaan’ waar een vriend me aan herinnerde. Een woord dat is blijven hangen, Vermeersch heeft er zich op geënt, Onfray en Prigogine, drie speerpunten. Ik heb getracht er een geheel van te maken omdat ik een blog had te schrijven en omdat ik niet weet hoe mijn dag er verder zal uitzien en welke andere mogelijkheden ik hebben zal.


    Ik denk echter dat ik op iets totaal nieuw ben uitgekomen, namelijk - en je zult het me moeten vergeven - op de Aanwezige Aanwezigheid achter de Big Bang.


    Om eerlijk te zijn, ik had er voorheen nog niet aan gedacht.




    [1] ‘Et, pour moi, la transition entre le pré-univers et l’univers est avant tout un problème de passage du vide qui contient des partcules en puissance à des particules réelles. Ilya Prigogine: ‘De l’être au devenir', Edition Alice, Liège, 2000, p. 43


    28-01-2019, 06:47 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vertrekkende van Prigogine.


     

    Ilya Prigogine, Nobelprijs Scheikunde, waagde het, in zijn tijd te schrijven[1]:

     

    ‘La période de temps qui nous sépare du big bang est d’une brièveté surprenante. L’exprimer en années signifie que nous prenons pour horloge la rotation de la terre autour du soleil. Tourner quinze milliards de fois est assez peu de chose si l’on se souvient que dans l’atome d’hydrogène, l’électron tourne pour ainsi dire à peu près dix mille milliards de fois par seconde’. 


    De exactheid van de getallen heeft hier weinig belang maar, waar ik toe komen wil: Etienne Vermeersch moet dit ook gelezen hebben en heeft hij het niet gelezen hij moet toch geweten hebben dat de elektron in een atoom waterstof zich met een enorme snelheid slingert omheen de kern en ook, alle proporties in acht genomen, op grote afstand ervan, maar heeft hij er ooit over nagedacht, hij, zoals hij zelf beweerde, als atheïst, dat hier iets aan het gebeuren was dat we ons onmogelijk konden voorstellen, dat dit, zoals de titel van het boek van Prigogine, het einde betekende van alle zekerheden; dat we ons aldus evenmin met zekerheid konden uitspreken over het al dan niet bestaan van God, laat staan, van Iets dat boven alles uitsteeg.


    Ik denk dat hij niet bezig is geweest met elektron, proton, neutron, de wereld van de New Physics. Hij heeft, zoals zovelen, deze wereld geïgnoreerd en zich meer dan blind gestaard op de God  van de Kerk, de God van de Bijbel en al wat ermee verband houdt, wat een uiterst gemakkelijke bedoening was en is: zeggen dat die God niet bestaat en dus dat je atheïst bent, wat betekent een aanhanger van het absolute Niets.


    Michel Onfray schreef er een boek over. Ik kocht het in Spanje, het is dus, vertaald in het Spaans dat ik het (getracht) heb te lezen: ‘Tratado de ateología’[2]. Hij noemt zijn boek wel ‘Física de la Metafísica’, maar hij heeft zich in zijn traktaat nooit ingelaten noch met Prigogine, noch met de ‘New Physics. In zijn werk komen deze begrippen niet voor. Ik denk dat hij hierin zelfs de New Physics niet heeft vernoemd. Hij is, zoals Vermeersch, blijven hangen rond al wat de God van de Kerk en Bijbel betrof maar hij heeft niet verder gekeken en op die basis was het gemakkelijk, vastgeketend aan een humane God, om te zeggen dat die niet bestond en te schrijven over het atheïsme.


    Het is nochtans pas met de big bang en de meer dan ingewikkelde, onnavolgbare structuur van het atoom, in het achterhoofd, dat over het bestaan van een God - een Iets dat alles overtreft - gesproken kan worden.


    Het is het bestaan van deze twee elementen, maar er zijn er oneindig meer, dat ons toelaat te dromen over het bestaan van een soort Ego van het Universum, waarbij Spinoza ons voor is gegaan. Spreken over het atheïst zijn is hierbij een hol woord. En het is precies dit ‘droomgebied’ dat Onfray ons wil ontnemen als hij schrijft : ‘la inteligencia, atea a priori, impide (verbiedt) el pensamiento màgico.’


    Dit vind ik een verschrikkelijk standpunt. Je m’y oppose de toutes mes forces.



    [1] Ilya Prigogine: ‘La fin des certitudes’, Editions Odile Jacob, 1996, p.202

    [2] Michel Onfray: ‘Tratado de ateologia’, Anagrama, Barcelona, 2006


    27-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De strijder, Etienne Vermeersch




    Het is je een kwelling als je slapen gaat en je niet weet waarover je bij het opstaan schrijven zal, en het gebeurt nu regelmatig meer dan vroeger. Hoe verdedig ik me, hoe haal ik uit het niets van de morgenstond wat ik nodig heb. Ik sta wel niet aan de klaagmuur, ik denk dat dit eigen is aan allen die het wagen op een of andere wijze creatief te zijn. Dus, zoek het maar uit als je jezelf niet ontgoochelen wilt, want niet slagen komt neer op een zekere vorm van teleurstelling die je ten allen prijze vermijden wilt.


    Om er iets aan te doen neemt je, als je naar bed gaat, altijd een boek bij jou. Gisteren had je een biografie over Henri Michaux,[1] poète de l’expérience intérieure’, las je, ‘Nul, mieux que lui, par l’écriture ou par la peinture n’a su explorer ces ‘espaces du dedans’.


    Het inspireerde je gisteren - de dag ervoor was het een vriend - om je blog te schrijven, in feite heb je niet veel nodig, want jij ook volgt, zeer gematigd evenwel, de voetsporen van Henri Michaux; jij ook bent geneigd meer aandacht te schenken aan wat binnenin de dingen te ontwaren is dan wat er, van buiten uit, te zien is. Je bent aldus, niet alleen een beetje Michaux maar ook een beetje Etienne Vermeersch die in alle stilte op 18 januari van ons is heengegaan.


    Zeggen we over Vermeersch dat het een enorm verlies is voor het landschap van de filosofie in dit land. Zo voel ik het toch aan. Ook ‘De Morgen’ die wijdt er vier volle pagina’s aan. Onlangs had ik het over het afsterven van de arabist Urbain Vermeulen, een man die de uitersten van de Islam kende en het agressieve en westers-vreemd erin openlijk veroordeelde. Vermeersch was even baanbrekend en toonaangevend als het ging over het leven en het einde ervan. Ik heb hem echter gekend, meer als een afvallige christen en            al wat hier mee verband hield, dan als een bouwer van nieuwe theorieën over God en eeuwigheid. Ik heb hem gekend als iemand die elk dogma verwierp en er op hameren bleef, dan als iemand die, zoals Teilhard de Chardin de dogma’s zag als een archeologisch aspect van een bericht zijn naar God die voor hem ook het beeld van Spinoza’s God moet geweest zijn, maar wat hij niet openlijk heeft willen zeggen omwille, misschien wel,  van zijn verknochtheid aan de figuur van Jezus.


    Teilhard kwam, vertrekkende van het negeren van het dogmatische tot totaal nieuwe begrippen die zich situeerden in het domein van de metafysica; Vermeersch beet zich stuk op wat al lang geweten en voorbij gestreefd was. Er zijn er nog heel wat die dit niet laten kunnen, het thema wordt keer op keer hernomen. Ergens heb ik ooit geschreven dat Hugo Claus een totaal andere schrijver zou geweest zijn indien hij niet halsstarrig de Kerk had gezien als de ‘mis’-leidende macht. Hij ook is blijven hangen in het voorbije in plaats van het voorbije te laten voor wat het was en vooruit te kijken naar wat er anders nog mogelijk was.


    Ik ontneem Vermeersch helemaal niets, integendeel ik heb altijd met aandacht en met bewondering gekeken en geluisterd naar zijn optredens die uiteindelijk heel wat hebben teweeggebracht op het belangrijk gebied van euthanasie. Hij was een filosoof maar geen vooruit-denker, in elk geval ik ken hem niet als dusdanig.


    Hij was een strijder, een man van de westerse beschaving, die met een zorgzaam oog keek naar de infiltratie van de Islam in West-Europa; een infiltratie, die, in hun verzet tegen rechts, door de linkse groeperingen oogluikend geduld werd en wordt. Het is vooral als voorvechter voor wat er rest van de westerse beschaving dat we hem missen zullen, zoals we trouwens ook Urbain Vermeulen missen.




    [1] René Bertelé: ‘Henri Michaux’, Poètes d’aujourd’hui. Seghers, 1973.


    26-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat voorbij is.


     


    Waarover schrijf je als het land onder de sneeuw ligt en de morgen, om een of andere reden, je welgevallig is, voorspoedig schijnt voor wat van je dag zal zijn: een vriend die je halen komt met zijn ‘vier maal vier’, je tocht door de besneeuwde velden onder hoge luchten, hij je brengen zal tot de vijver en je zien zult - al weet je verbeelden het al - hoe hij er bij zal liggen, beschermd en van een roerloosheid die verbaast, de roerloosheid gestold op een doek van Bruegel, of op een schilderij dat je in je gedachten hebt van een vriend.


    In feite, hoef je er niet heen te rijden, je weet het, je ziet het met de ogen van je verbeelden; van uit de ruimte binnen in jou beloert je de sneeuw, smaakt je ze, voelt je ze. Het is meer dan als je er al zou zijn, want je bent er nu al, in de verwachting er te zijn, er te wandelen, het geluid van je stappen in de sneeuw, de lucht te voelen en te ademen.


    Zo ben je ook ineens op vele andere plaatsen, ben je boven op de Bieshorn, in de sneeuw op een hoogte van meer dan vierduizend meter, rillend, bevroren bijna, terwijl je hier losjes  over de sneeuw kunt wandelen, meer dan ontspannen, met een straal van geluk als het grijze oosten een zilveren helderheid wordt.


    Straks zal je er staan,  zal de zon er zijn, zal je neerzitten op het terras, goed ingeduffeld, is er in je gelaat en leden de deugddoende warmte van de zonnestralen, zoals het vorige week was toen je er zat; zal je vergeten wie je bent, met een boek voor jou op de tafel, na de sneeuw te hebben weg gekeerd, maar lezen zal je niet, het boek voor jou is je voldoende. Wel kijken hoe effen wit nu het water van de vijver is bedekt,  jij erop lopen kunt, misschien; peinzend hoe het vroeger kon en hoe het nimmer meer zijn zal.


    Want dit weet je met zekerheid, de enige zekerheid die je nog houdt: wat voorbij is, is voorbij en voorbij is een vreselijk woord, soms, een woord dat niets ontziet, een woord dat van het nog komende is, dat ook voorbij zal gaan.


    Dit alles is van het momentum vóór het moment dat van de vijver is als je er aankomt, als je uitstapt, en je de helderheid van de luchten smaakt op je droge lippen. Je wandelt dan samen omheen de vijver. Op het verste punt ligt een reiger, de hals, de lange, schichtige poten uitgestrekt, de ogen open. We halen hem van het ijs, het is te koud om daar te blijven liggen. Op de plaats waar hij lag is een deel van de sneeuw weg gesmolten, lang kan hij er niet gelegen hebben. Wat is er met hem gebeurd, wat doen we met het dode lichaam?


    De dood heeft ons een ogenblik betoverd. We zijn binnengegaan in de 'kabuze' - zo noemt de eigenaar, Johan, de oude keet die er staat - en hebben de kachel aangestoken. Ineens was er zon en zat je buiten op het terras, echter niet lang genoeg om een boek te openen. Je had nochtans ‘Michael Strogoff’ meegenomen, vraag  niet waarom, maar het had ook iets te maken met de dingen die voorbij zijn: de tijd van jou en Jules Verne.


    25-01-2019, 07:35 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De sneeuw en de 'sleerbaan'.



    Beelden uit het diepste van mijn jeugd die een vriend oproept in de mail die hij me stuurt: kijken hoe de sneeuw zich kleeft aan de takken van de bomen in de tuin, hoe ze zich uitstrekt over de velden en de bossen, de straten en de huizen, een wit laken van tederheid erover gelegd en wij de sneeuw en de witheid ademend, even rustig als het land als we zijn.


    We hebben echter geen sneeuwman meer gemaakt. We hebben de sneeuw niet gevoeld in onze vingertoppen, bijtend in onze neus en oren. We hebben geen aanloop meer genomen om ons af te zetten op de glijbaan - gaan ‘sleren’ op de ‘sleerbaan’ - om het verst uit te komen. We hebben er wel aan gedacht, ons wel herinnerd hoe het was, op lange namiddagen na de school, ongevoelig voor de koude, tot blauw de avond viel, de stemmen o zo helder en klaar in de vrieslucht. Ik de stemmen  nog hoor, nu.


    Of ook nog wat we ons herinneren: we waren in het bos, in de grote  geheimenis van de bomen en het sneeuwde, en we het vallen hoorden van de vlokken, rijzend uit het niets van de hemel boven de kruinen, en als we ons stil hielden er niets anders was dan het zacht ‘gereuzel’ van de vlokken tussen de takken, alsof ze fezelden met wat van het zwijgend leven van de bomen was en van de wind die er niet was, alsof ook wij er niet waren, maar hen hoorden omdat we ook boom maar waren.


    Of ook nog wat we ons herinneren, en dan niet de geluiden van de stemmen in de valavond, en dan niet het ‘gereuzel’ van de sneeuw tussen de takken, wel, tintelend van de kou, de klompen afgezet op de mat aan de deur en op kousenvoeten, het binnenkomen in de huiskamer, de warmte die ons bedwelmde en te gaan neerzitten bij de Leuvense stoof, onder het lamplicht. Soms, of bijna altijd, met een boek op de schoot: ‘Jeugd’ van Ernest Claes, of zijn ‘Wannes Raps’, of ‘Eeuwig zingende Bossen’ van Gullbranssen, of: och er waren er heel wat in die dagen.  


    Je  verliest dit niet, je vergeet dit niet, het zit je in het bloed, komende uit de kilte van de sneeuwavonden en het binnenkomen in de huiskamer, je zit er met je kousenvoeten op de rand van de Leuvense stoof, bij moeder, bij vader, bij je broers en je leest of tracht te lezen, of een andere bezigheid: je vertelt wat je zag of wat je hoorde, over het gefezel van de bomen, over wat je las van ‘Wannes Raps’.


    De avonden, destijds, waren lang in de winter.


    Hoe ver dit alles niet ligt in de tijd, die toen nog tijd was en, ons bezig zijn met wat de tijd was, of het verlopen van de uren na het avondmaal; het slapen gaan in de onverwarmde kamer onder de pannen, tussen de wit als sneeuw kille lakens van het bed. De nacht een gewemel van sterren en als je buiten keek tussen de ijsbloemen op het raam, altijd uitzonderlijk, de witte doffe glans van de sneeuw, die alles had toegedekt, tot de hooimijten,  de graanmijten toe, de mussen, de vinken, de merels.


    De sneeuw en de nacht, de roerloosheid van de dingen rondom jou. De knaap die je was weet het nog allemaal.

     


    24-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koe voor de Hindoe


     

    Mijn goede vriend,


    Je stuurde me, vanuit het verre India een kaart met je warmste groeten, het bewijs dat je daar in die Hindoetempel aan mij hebt gedacht. Je had gewild dat ik daar bij jou ware geweest om die tempel - hoe was de naam ook weer? - te betreden en met jou India te doorkruisen, het land waar, verantwoordde je, de koe - de afbeelding op je kaart - als heilig wordt aanzien en als dusdanig wordt vereerd: een vreemde gedachte, komende uit een nog vreemdere traditie.


    Ik was, mijn vriend,  in betere tijden, voor mij  als voor de stad zelve, in Amman. Ik bezocht er toen, het was op het einde van de XXste eeuw, het archeologisch museum. Ik stond er lang voor een gouden beeldje van Astarte, Venus, met twee horens op haar hoofd. En onvermijdelijk stelde ik me de vraag waarom die horens voor een godin. En verder, tijdens diezelfde reis, in een klein dorpje, een kerk voor christenen, met op een balk boven het altaar een eeuwenoude rundskop met horens. Ik moet erover geschreven hebben in mijn dagboek maar de herinnering eraan is heel duidelijk gebleven. Ik vroeg aan de pater/priester die Frans sprak, de reden waarom die kop er hing, maar hij wist het niet, die kop was er altijd geweest zegde hij. Het was immers een heel oude kerk.


    En de vraag die ik me gesteld had verscherpte zich, want hij had nochtans een twijfelpunt, hij had in het Exodusboek van de Bijbel, het verhaal over het gouden kalf - het stierenkalf - dat gemaakt werd door Aäron, de broer van Mozes, en aanbeden werd door de Israëlieten. Ook hier geldt mijn vraag. En ik neem de tekst van Exodus er bij over wat er zich afspeelde onder de Israëlieten, terwijl Mozes aan het onderhandelen was met God op de Sinaïberg. Ik citeer, de essentie, uit hoofdstuk 32: 1 tot 4, uit de Willibrordus van1975: 


    1.Toen Mozes maar wegbleef en niet naar beneden kwam verdrong      het volk zich om Aäron en eiste: ‘Kom maak ons een god die voor ons uit kan gaan, want we weten niet wat er met hem, die ons uit Egypte heeft weggeleid aan de hand is.

    2.Aäron antwoordde hen: Laat uw vrouwen, uw zonen en uw dochters, de gouden ringen afdoen die ze in de oren dragen en breng die hier.

    3.Toen deden allen hun gouden oorringen af en brachten die bij Aäron.

    4.Deze nam die in ontvangst en maakte er een stierenbeeld van. En toen riepen ze uit: ‘Israël, dit is de god die u uit Egypte heeft geleid.’ 


    Hoe lezen we dit, hoe begrijpen we dit? Was er ergens ten tijde van hun tocht uit Egypte, ten tijde van de enorme catastrofe die Egypte trof - de tien plagen van Egypte - een beeld, een kop met horens te zien, wellicht in de hemelen, een beeld dat ook gezien werd in India en op vele plaatsen in het oosten?


    Ik zou je geen enkele andere reden kunnen opgeven, noch voor het gieten van een gouden stierenkalf, noch voor het aanbidden van de koe, noch voor een Venus met horens op haar hoofd. 


    Ik stuur je dit, mijn vriend, niet per e-mail, maar per brief, geprint op zacht papier en, onder een bijzondere omslag die ik enkel gebruik bij grote gebeurtenissen; daarenboven voorzien van de nodige postzegels in Belgische Franken uit de vorige eeuw. Ik wil hiermede bekrachtigen dat, wat ik geschreven heb, het gewone  ver overtreft en verdient in overweging genomen te worden.


    Wat ook, mijn vriend, dank dat je aan mij hebt gedacht in die Hindoe tempel. Ik, zoals je bemerken zult, heb er (goed?) gebruik van gemaakt.


    Ik groet je met warmte. Mijn hartelijkste gevoelens voor jou vergezellen mijn woorden.


    23-01-2019, 00:11 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Civilisation as a fool star



    Ik vrees dat ik in de weekend geen lectuur ben, geen spek voor lezers bek. Nochtans, week of weekend, het kost me dezelfde moeite, dezelfde inzet, wat betekent dat ik sedert 2010 geen ‘vrije’ weekends meer heb gekend. Vandaag pas geef ik me er rekenschap van. Zijn er columnisten die zeven dagen op zeven een column te schrijven hebben?


    Evenwel, denk ik er wel aan dat ik ook jullie vrijheid beknot, dat ik er op uit ben om jullie zeven dagen op zeven te strikken voor mijn blog, ook iets waar ik nog niet heb aan gedacht, er is jullie ook geen vrijheid gelaten.


    Je kunt wel wachten tot de maandag, want mijn columns (?) zijn niet aaneengesloten, er is telkens een tijdspanne tussen van 24 uur en mijn onderwerpen liggen meestal uiteen, het is dus wenselijk ze te nemen, dag na dag, in plaats van op te sparen.


    Al heb ik jullie geen raad te geven in niets, ik kan enkel zeggen wat ik er van denk of niet denk - het komt op hetzelfde neer - al schijnt het anders.


    Het voorval met de maan hield me gisteren bezig voor een tijd, galmt nog na vandaag, omdat het een gebeuren was dat van de hemel is en niet van de mens. Voor eenmaal is hij er niet bij betrokken, hij kan enkel toezien en verrast zijn dat het gebeuren kan dat zon, aarde en maan, drie hemellichamen, op een zelfde rechte lijn aan de hemel staan, of zou die lijn  helemaal niet recht zijn, maar gebogen zoals Einstein wist van andere lijnen.


    Waar we wel inslagen is, met ons allen, het Eco-evenwicht van de aarde te storen. Vandaag, liggen deze - behalve bij de jeugd - schijnbaar nog ver van ons bed, maar niet van de mens op Groenland, zoals de ‘onverzorgd gebaarde’ Tom Waas ons aantoonde met zijn beelden (VRT op zondagavond). Een spektakel, vreemd voor onze ogen dat hij ons bracht, maar o zo sprekend voor de Inuit mens, die er, en meer nog zijn kinderen, met beide voeten in staan. Kan het dat deze storing in de natuur, verder reiken zou, en ooit gevolgen zou hebben voor het op een lijn liggen van zon, aarde en maan? Pas als het helemaal te laat zal zijn, dan misschien zou er met alle middelen ingegrepen worden.


    Ondertussen schrijf ik over de beweging in de geest van de mens en wat hij aanziet als kunst. Hier ook schijnt het Eco systeem  in de war, maar beschaving, ‘civilisation is a fooler  star than love or life’. We weten maar hoe het ermee gesteld is als de kerken, de kathedralen leeg lopen en de moskeeën zich blijven vullen.


     


    22-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afgesloten van de reële wereld.


     

    Wat weet ik over de diverse kunsten-stromingen in dit land, in de wereld? Wat over de kunst die de Hallepoort-tunnel in Brussel ‘opfleurt’: abstracte beelden in zwart-wit op de wanden aangebracht ‘die met behulp van lichtscenografie gekleurd worden’. Wat over Nick Ervinck, de beeldende kunstenaar, die met een tekening de drie buitenruimtes in het kunstencentrum, Nona, Mechelen, met elkaar verbindt. Het deel dat thans aan Nona werd toegevoegd is gevestigd in een voormalige drukkerij en in bepaalde ruimtes ervan wordt ernaar gerefereerd, wat een ‘authentieke feel’ geeft. Aldus Filip Tielens in de Standaard van 18 januari.


    Ik lees erover, maar wat weet ik meer als ik dit niet met mijn eigen ogen aanschouwen kan. Ik verplaats me niet meer, de reële wereld blijft gesloten.


    En wat weet ik over J.R., de jonge Franse artist van 35, de ogen van de wereld noemt men hem, met zijn ’geëngageerde foto- en filmprojecten’ en zijn fameus werk in de Parijse rand: het  fotografische fresco ‘Les chroniques de Clichy-Montfermeil, een grote collage - een andere dan deze van eergisteren - die 750 inwoners toont uit de banlieues. Ik lees hierover, ik zie een foto ervan. J.R. specialiseert zich in het maken van fotocollages en het kleven ervan op de muren van Parijs. Het fresco is een van de strafste werken op de expo in Parijs: ‘Momentum; la mécanique de l’épreuve’. Annelies De Waele weet er heel wat over eveneens in zelfde Standaard:


    ‘In zijn fotoprojecten wil J.R. kijken, doordringen en vooral laten kijken en reflecteren. Hij begeeft zich op plaatsen waar armoede wint of het conflict smeult, haalt ‘vergeten’ mensen voor de camera en projecteert hun blik levensgroot. Die laat hij letterlijk de wereld afreizen.’

    Wat kan ik meer doen dan lezen wat er zo mooi en duidelijk geschreven staat, en de collage, met de ineen verstrengelde foto’s van personen, zien als een uiting van de hedendaagse stromingen in wat kunst wordt genoemd en hoog geprezen wordt. In elk geval zoals erover geschreven staat en zoals het wordt opgevoerd, valt er niet aan te twijfelen.


    Ik weet dus, en ik zou het al lang moeten geweten hebben als een te aanvaarden stellingname, dat de wereld van de kunst, zich in een richting beweegt, die een ingreep betekent op wat vroeger was, die niet meer hoeft door te dringen tot in de diepste wortels van wat voorheen als kunst bestond: de mens in zijn zoektocht naar het schone, het verhevene.

    Nu zijn de oude gewaden afgelegd, de mens als ‘kunstenaar’, kijkt naar zijn omgeving, naar zijn woekerende wereld, en haalt hieruit zijn inspiratie, wat ook die inspiratie moge zijn. Hij heeft het fijn besnaarde van de natuur, de frappante schoonheid en orde erin, de sprekende energie erin, vergeten of, opzij geschoven, wat minder erg is, ware het niet dat het vakmanschap van de kunstenaar niet meer aan bod komt, in feite blijkbaar overbodig is.

     

    Ik kijk toe van op afstand. Het zijn maar de uiterste grenzen ervan die ik betasten kan, die ik aanvaarden kan. Ik weet het, de fout ligt bij mij, ik heb niet meer de kracht mijn visie over kunst aan te passen en te vernieuwen; ik blijf achterwege bij het oude, het voorbijgestreefde, ik ben niet van de tijd van nu en zal het niet meer worden.


    Collages van uitgekozen, zelf geknipte kleurvlakken kan ik aanvaarden, met collages van foto’s heb ik moeite. Echter, wie denk ik wel te zijn, geborgen als ik ben in mijn schelp.



    *



    Uitzonderlijke toemaat: 

    Deze morgen, volop in de realiteit: de maan, diep in het westen, wijnrood in de schaduw van de aarde. We waren er getuige van.




    21-01-2019, 06:24 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Life is a fool star'


     


    Ik zit in mijn boeken, ik zit in mijn  geschriften, ik leef in een onwezenlijke wereld. Ik heb weinig te doen met wat er gebeurt rondom mij. De luchten blijven gesloten, het licht is van een toonloosheid, ik adem wel maar daar blijft het bij. Zelden ben ik zo neerslachtig geweest als vandaag. Hoe het komt weet ik niet - of weet ik wel - het is een gevoel dat zich al een tijd aan het vormen is en dat me nu overvalt en de bovenhand krijgt.


    Er zijn nog van die dagen geweest, ik vind die terug als ik ga wandelen in wat ik vroeger schreef. Vandaag ligt het allemaal dieper, schijnt er iet geblokkeerd..


    Wat ik achterlaat is een beeld van een gevecht met mezelf, een soort aderlating van wat er omgaat in mij en terug te brengen is tot niets, tot een leegte, een grote armoede: où sont les neiges d’antan? Waar mijn vreugdes, waar mijn openbloeien, waar mijn dagen in de bergen, waar mijn dagen aan zee, waar is dit alles gebleven?


    En dan waarover schrijf ik nog, welke ‘collage’ is er nog die me wakker houden kan nu ik aan het inslapen ben, nu ik aarzel om verder te gaan, te spreken, te schrijven, te bewegen?


    Ik ben zoals elke morgen vroeg opgestaan, vandaag te vroeg. Ik voel dat ik beter had gewacht tot het oosten - het zuidoosten - kleurde. Ik voelde dat er enkel die dofheid was waaruit niets te halen was, maar alles te verliezen. Ook mezelf te verliezen, het ergste wat er zijn kan.


    Er is een licht gefluit in mijn oor, moeder zegde me dat het iemand was die aan jou dacht. Het kan dat er zijn die wakker worden/liggen en denken aan wat ik zou kunnen geschreven hebben op een plaats in de ether, een toch wel wondere plaats die je zo maar kunt gaan halen, of laten waar ze is. Er zijn zovele plaatsen waar je de dag van vandaag heen kunt gaan als je maar zoekt. Rijkere, weelderige dan die van mij, een plaats die je zo maar, zonder meer, kunt laten, zo veelzeggend is ze niet en of ze nog veelzeggend worden zal weet ik niet als ik voel hoe het thans met mij is gesteld.


    Lees me en vergeet me: ‘life is a fool star, een variatie op wat een Amerikaans dichter schreef. Hij zal het ook geweten hebben, hij zal zich gevoeld hebben zoals ik me voel. Ik heb er niets meer aan toe te voegen.


    Het is Carl Sandberg die dit schreef maar wellicht in een andere context:

    …

    You and a ring of stars

    May mention my name

    And then forget me,

    Love is a fool star.


    20-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Collage 2019


     

    Ik schuif binnen in de tijd, in de maand, in het jaar, en de tijd schuift binnen in mij. In alle delen van mijn lichaam is hij op een of andere wijze aanwezig. Hij is zelfs begonnen binnen te dringen in mijn geest, wat erger is en moeilijker te bestrijden als ik tevergeefs ga zoeken naar een naam, zoals deze van gisteren, Michel Onfray.


    Om verrassingen te voorkomen, stop ik niet als mijn blog geschreven staat, weet ik dat dit maar een tijdelijke verlossing is en dat ik beter doorschrijf als de flow er is van de woorden die aanrollen zoals de golven op het strand.


    Hemmingway, wachtte ermee tot de volgende dag, zo wist hij hoe te beginnen. Ik riskeer het niet, ik ga onmiddellijk verder, zelfs al wordt het bloggen-schrijven op deze wijze, een werk ohne Ende.


    Ik moet ook, en dit weet ik al heel lang, elk voorval gebruiken om te komen tot mijn, bij benadering, 500 words a day. Zo vond ik in mijn bus een kaart, zoals er zovele worden geschreven en verstuurd rond de jaarwisseling, een eenvoudige collage, à la Anne Bonnet, niet meer dan enkele vlakken kleur, en dan nog kleuren, heel sober gehouden, en dan nog vlakken eerder onhandig gesneden dan met overleg rechtlijnig geknipt. Een werk dat, zo gewild, even goed van een volwassene kon geweest zijn, maar bleek te zijn van een kind nog, George Geers, maar dan, zeer kunstzinnig, en daar gaat het om, ingekleed door de moeder en ingeleid met de woorden:

     

    Always believe in your soul

    You’ve got the power to know

    You’re indestructible

    Always believe in, that you are

    Gold (gold)

     

    Of wat een moeder zegt tot haar zoon die Gouden is - die meer is dan goud is. Wat heeft een mens, kunstenaar in de ziel,  die weet als dusdanig onverwoestbaar te zijn, meer nodig, om op te stijgen uit de massa en met het uitbrengen van een o zo simpele collage, haar liefde voor haar zoon - inbegrepen voor haar twee andere kinderen - uit te tekenen, uit te beelden, uit te roepen, te verwoorden met letters die gouden zijn.


    Het is maar een witte kaart met een simpele kindercollage, maar het is een immens iets dat me overvalt.


    De kaart, nu naast mij spreekt. Zegt me ‘que les petites choses n’ont l’air de rien mais elles donnent la paix[1]. Ze zal er nog een tijdje blijven liggen als kunstwerk dat normaliter zou moeten ingekaderd worden en opgehangen in de beste plaats om ons te herinneren dat kunst een werk is van de ziel en dat de ziel van een kind ons meer kan vertellen dan wat is van de kunst van een volwassene.


    De moeder, Leen Persoons beklemtoonde dit op een sprekende wijze, een vingerwijzing, zeker voor mij.


     


    [1] Le curé de Crécy in ‘Le Journal d’un Curé de Campagne’ van George Bernanos


    19-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs