Ik voel me niet goed bij wat er
gisteren verschenen is: te ingewikkeld mijn inleiding, om dan uit te komen bij
een simpel (!) gegeven, namelijk dat er Iemand moet geweest zijn, of dan toch
Iets, om de Big Bang te provoceren. En, ik geloof in het bestaan van dit Iets
of die Iemand, een Veiligheidsklep voor het uur van mijn heengaan.
Echter, zonder mijn woorden te
herlezen is er de indruk dat ik, in plaats van duidelijk te zijn geweest,
verwarring heb gesticht; dat mijn introductie naar mijn hoofdgedachte toe, te
ingewikkeld is geweest. Ik heb zo lang mogelijk gewacht om de tekst in te
loggen, zodat ik het vergeten was en het pas in de morgen heb opgemerkt - ik
schrijf mijn blogs bijna altijd de dag ervoor - zo schreef ik deze van vandaag,
op 28 januari in de morgen.
Er zijn er nog die met dit, eerder
onaangenaam, gevoel zitten, die in hun ijver een woord gebruiken, zelfs een dat
Van Dale niet kent, dat verkeerd gekozen werd. Het gebeurt enkel en alleen bij hen
die zich de moeite getroosten te schrijven, niet bij hen die het woord onder
ogen krijgen. Dat dit dan, denk ik, een andere soort troost weze voor de
schrijver van het verkeerde.
Toujours
est-il dat ik elke morgen de handen en vooral
de geest vol heb met mijn blog, que cela
dépasse largement la prière matinale, want het is iets geworden dat me de
ganse dag bezig houdt.
Ik krijg weinig reacties op wat ik
achterlaat en als deze er zijn dan komen ze altijd uit zelfde hoeken. Ik had
reacties verwacht op mijn Vermeersch-blog, omdat ik hierbij een vergelijking
heb gemaakt naar een Teilhard de Chardin - iets wat te ver gegrepen was - maar
het werd gelezen en schijnbaar aanvaard. Ik durf niet veronderstellen dat er van
mijn generatie zouden zijn die Pierre Teilhard niet kennen of van hem hebben
gehoord, maar ik weet en ondervond dat hij voor de jeugd van heden een
illustere onbekende is, zelfs bij hen die universitaire studies hebben gedaan.
Hoe
moet ik hem aan hen voorstellen? Als het niet zou zijn als een verlichte, als
een metafysicus, als iemand die zich bewoog in de wereld van het binnenste die
hij projecteerde in de wereld van het buitenste en hieruit zijn conclusies trok,
conclusies die totaal nieuw waren en nog zijn voor de wereld van vandaag. Hij
was het die een psychische substantie toekende niet alleen aan al wat
leeft, maar ook - en hierin was hij de grote vernieuwer - aan de materie, aan
het atoom, aan de deeltjes hoe minimaal ook.
Keer ik terug naar mijn Big Bang van gisteren
dan is het onweerlegbaar, en Prigogine moet dit ook geweten hebben, dat de
overgang van deeltjes in potentie naar reële deeltjes die zich daarna gevormd
hebben tot atomen en moleculen en verder tot sterren, kennis bezaten, wisten
hoe dit gebeuren moest en, dat ze deze kennis nimmer verloren hebben, nog
bezitten dus. Een elektron op zijn baan rond de kern, weet wat hem te doen
staat als hij, om een of andere impuls
zijn baan verlaat.
We spreken dan over de basis van ons
bestaan, over wat gebeurt binnen de dingen die ons omringen en waar we ons niet
de minste rekenschap van geven. Het was deze wereld die Teilhard voor ons heeft
bloot gewoeld.
Mijn gedachten volgend, is mijn
morgengebed terug een opstijgen geweest in de vreemde wereld die van de geest
is.
Kun je het me vergeven?
|