Wat ik jullie breng zijn geen uit-
maar eerder op-spattingen van de geest. Soms, ontstaan ze bijna spontaan: een
woord, een zin voert me binnen in een andere zin en voor ik het besef sta ik met
beide voeten in een landschap dat ik voorheen niet kende, zo gaat het nu
eenmaal. Het is, zoals bij een tekening die vertrekt uit een lijn, en in die
lijn liggen, in potentie, een gans blad lijnen verscholen die een voor te voorschijn
zullen komen. Het grote wonder, met de nadruk op wonder, van het creatieve dat
schuilt in de mens of de roep die uitgaat van de geest en bevrijding wordt.
Het
houdt niet op, het is veel meer dan een spelen met, het is een noodzaak. Mijn
vrienden: de schilders, beeldhouwers, poëten weten dit, ondergaan deze roep,
kunnen er onmogelijk aan weerstaan. Ik denk dan aan het gedicht, een wankelend,
woord-inventief, schilderend gedicht dat ik elke maand krijg toegestuurd,
letterlijk gezogen uit de foto op de achtergrond. Als poëet is hij een tikje
Teilhard de Chardin, hij tracht door zijn eigen woordkeuze en woordvorming, het
binnenste van wat hij ziet en voelt, bloot te leggen, tezelfdertijd is hij aldus ook een stukje Henri Michaux, waarvan
ik een paar dagen geleden geschreven heb qul
était le poète de lexpérience intérieure, maar hij dan van een andere
geaardheid, dichter bij de natuur die hij interpreteert als hij schrijft:
We zullen
verder wandelen in de bogen
van de trage
dagen, prevelend.
Of
hoe de kleine gemeenschap van vrienden die ik, om mij, heb opgebouwd, geleid en bezeten
wordt of, om het nog bloemrijker te zeggen, opgezweept wordt door het creatieve dat van hun leven is.
Ik
onderga hen en ik nestel me onder hen, er ontbreekt nog een componist om een
bloemlezing te vormen van alle kunstuitingen. Echter is de componist er niet,
de muziek is er: Klara is er die ons verblijdt, deze enorme rijkheid die ons
elk ogenblik van de dag als van de nacht ter beschikking staat. Wat een wereld
we betreden kunnen eens we ons ontdoen van de uiterlijke grenzen ervan en
binnentreden in de velden van Elysium.
Hoef ik er vandaag, nog iets aan toe te voegen, opdat je weten zou hoe
ik me voel en hoe ik in deze ogenblikken heb geleefd, in het licht van de
morgen en de wolk muziek uit het oratorium Davidde
penitente van ons aller vriend Wolfgang Amadeus.
Ik
zeg het maar om je eraan te herinneren over welke exclusieve rijkdom we
beschikken kunnen: woorden betasten gehuld in wat van Mozart is.
Een
vlok eeuwigheid.
|