De nacht ingegaan zonder iets te hebben geschreven omdat, zoals het nu en dan gebeurt, ik gekluisterd bleef aan een programma op TV. Maar vóór de komst van het licht klaart mijn horizont en wandel ik met helder hoofd, tussen geschriften en gedachten in de onbeperkte ruimte van de geest. Wandel ik de wereld in, de herinnering binnen die geschiedenis is en wordt het relaas ervan neergezet in woorden, een fractie tijd van de dag, als ik ga schrijven.
Ik was in Maarib (mrb in het Arabisch), een totaal verlaten dorp in Noord-Yemen, of wat nog restte van de huizen in leem opgetrokken huizen, de gevels nog versierd met strakke vormen in witte lijnen. We waren er de laatste dagen van een van de vele gezegende jaren dat je in Noord-Yemen nog vrij, in dorp en natuur, kon rondlopen.
We trokken er rond met een gids, kamperend of in het beste geval, de nacht slapend in de slaapzak in een gemeenschappelijke kamer of zaal, en heel die tijd had ik het wondere gevoel me te bevinden in een omgeving die ik kende, een plaats, waar ten tijde van Mozes en zijn zwerftocht door de woestijn, het water te bitter was om te drinken, zoals ik dacht dat het geschreven stond in het Boek Exodus. Het was een vreemd gevoel dat me volgde. Achteraf heb ik me afgevraagd of dat gevoel daar was ontstaan of heeft het zich later geopenbaard toen ik kort daarop Kamal Salibi ben gaan lezen. Ik vergiste me echter, in die bewuste Bijbelpassage was er sprake van Marah en niet Maarib, maar ik ontdekte ook – en dit was zeer bevreemdend – dat Salibi, in zijn, ‘The Secrets of the Bible People’[1], over het Marah van Mozes en de Bijbel, het volgende vertelde:
When they reached Marah (mrh), today Murrah (mrh) in Whadi Khubb, they found its waters too bitter to drink. The name of this place, in its Biblical as in its present Arabic form, actually means bitter[2]
Maar Salibi schrijft ook[3] dat Mozes in Maarib, zou langs gekomen zijn. Wat erop neerkwam, dat ik wel degelijk, naar Salibi’s maatstaven, in de sporen van Mozes had gelopen en dat ik het, als regelmatige lezer van de Bijbel, had aangevoeld, alhoewel in de Bijbel-geschriften nergens vermeld staat dat de tocht van Mozes en de Israëlieten zou plaats gevonden hebben in het Noorden van Yemen.
Zo, wat indien Kamal Salibi de plaatsnamen Marah en Maarib uit de Bijbel juist zou gesitueerd hebben, wat trouwens dichter bij de waarheid aanleunt gezien de Bijbelkenners er nimmer in geslaagd zijn deze twee namen te situeren op de Exodus-route van Mozes doorheen de woestijn.
Echter, voor zij die er zouden aan denken, Kamal Salibi en zijn in vele gevallen, enorm interessante boeken te lezen, weze gezegd dat er zijn die een jaar lang Arabisch hebben gestudeerd om de tekst gemakkelijker te kunnen opvolgen.
[1] Kamal Salibi: ‘Secrets of the Bible People’. Saqi Books, 1988, London, p.192./ [2] Exodus, 15, 23. ‘Zij kwamen in Marah, maar het water van Marah was niet te drinken omdat het bitter was. Daarom heet die plaats dan ook Marah’.(Willibrord vertaling 1975). / [3] Pagina 193
|