Welk bewijs, ander dan dit van het wonder dat het atoom is, dat het higgs deeltje is, dat het (nog twijfelachtig) Z’-deeltje is, om dan nog niet stil te staan bij wat we elk ogenblik van ons leven kunnen zien, het wonder dat de natuur is, om te weten dat er IETS is of IEMAND is, dat of die alles, maar dan ook alles niet alleen overstijgt, maar ook uit het potentiële Niets heeft zichtbaar gemaakt.
Ik weeg mijn woorden en weet dat deze maar een benadering zijn van wat er was en wat er is. Een stelling steekt er boven uit als een grote vraag : Wat kun je ‘in meer’ verlangen - wel wetende dat er geen stem zal komen, geen geschrift, geen e-mail – om een nog groter bewijs te hebben van het bestaan van dit Iets of dit Iemand.
Want, eens te meer zijn het de krachten die opwellen uit de aarde, uit de luchten, qui crèvent les yeux en is het oneerlijk als we deze niet zouden zien - omdat het schijnbaar de gewoonste zaak van de wereld is - als wonderlijk.
En het kan en het mag niet dat er niet over nagedacht wordt, dat dit niet doordringt tot diep in de geest van de levende mens en, dan spreek ik évidemment niet over de mens die dood geboren is en door het leven gaat als een robot, ‘want ze hebben ogen en ze zien niet, of wat erger is, ze willen niet zien wat er te zien en vast te stellen is’.
Het is pas als we allen gaan inzien wat dit wonder – ik heb er geen ander woord voor – inhoudt dat de wereld veranderen zal, dat we zullen weten wat er te weten is en de mens verrijzen zal uit zijn lethargische toestand waarin hij zich bevindt.
|