Genomen uit een manuscript in progress.
In een boekje van Mircea Eliade dat hij deze morgen achteloos uit zijn rek had genomen om te lezen op de trein die hem naar de hoofdstad bracht, een kaart gevonden met het beeld van Akhnaton en op de keerzijde ervan, overgeschreven in haar zo vloeiend, inviterend handschrift, enkele regels uit een gedicht van Carl Sandburg, uit zijn bundel ‘Honey and Salt’:
You and a ring of stars / may mention my name / and then forget me./ Love is a fool star.
Terwijl de trein door het ontwakende landschap schuift, komen met de kaart voor zich, een na een de herinneringen terug, wetende dat ze hem met die kaart wist te treffen omdat hij haar, een avond in de bergen, gesproken had over de binding die er was tussen Akhnaton en Oedipus en las hij, wat hij vroeger niet had opgemerkt, half verscholen onder de postzegel schuin in de hoek van de kaart : ‘Life could be a dream’.
Ze verliet hem niet de ganse dag tijdens de uren vergadering, die hij had. Ze was nog aanwezig toen hij die avond laat was thuisgekomen, toen hij uitkeek over het grasperk en de witte schemer van een boom in volle bloei hem verwarde, één ogenblik, één flits maar dat hij droomde dat ze hem tegemoet kwam, een wit kleed als een fluisterwolk om haar lichaam, zwevend.
En uitgebalanceerd op het laken van de nacht, de roep er was van de maansikkel en op korte afstand ervan de schittering van Venus. Hij dacht : noch afstand noch tijd kunnen hier iets aan wijzigen, herinneringen blijven lijk bloesems in de wind dwarrelen over mij, over mijn handen, over mijn bezig-zijn en nu onverwacht en onverhoopt, haar levend teken terug en sterren in mijn ogen, zo spreek nog eenmaal mijn naam, en vergeet me dan, vergeet me, for love is a fool star.
|