 |
|
 |
|
|
 |
18-06-2014 |
Ionesco over Leibnitz |
Een tekst die hij terugvond, jaren geleden geschreven, toen hij nog met het hoofd in de wolken liep en schreef zoals hij ademde. Een tekst uit Fragments of a Journal van Eugene Ionesco[1]: Waarin hij zich de vraag stelt of het Universum een bewustzijn kan hebben, een slapend bewustzijn zelfs in steen, zoals Leibnitz dacht? Noch Planck, noch Heisenberg, noch Einstein, noch de Broglie verwerpen de idee van een universeel kosmisch bewustzijn en sluiten niet uit dat dit bewustzijn God zou zijn.
Een visie die me bezig hield deze morgen, en dacht ik, wat indien het Universum het levend lichaam van God zou zijn, zou er iemand opstaan om me zeggen dat dit niet kan, dat het Universum niets te maken heeft met God, dat als er een God is, dat er dan ook een Universum is, de twee gescheiden van elkaar en dat we maar absoluut zeker zijn dat het Universum is en levend is.
Maar deze gedachte laat me niet los: het Universum IS en het is levend, het beweegt, dus moet het een bewustzijn hebben en dan is de mens als deeltje van het Universum, een deeltje van dat bewustzijn, het maaksel van dat bewustzijn. En wie bewustzijn zegt, zegt geest, de geest die God kan zijn en is de cirkel gesloten. Dus ook de mens deel van die geest, en zoals ook de steen van Leibnitz deel is van dat bewustzijn, deel van die geest, of zoals al wat is of was of nog niet is, één groot, massaal groot, onbegrijpelijk groot, kloppend, levend lichaam is, het Al in elkaar verweven, in elkaar vergroeid. Dit Al dat we God noemen.
Deze-morgen-conclusie die van ergens komt, die in de luchten hing om genomen te worden, die anderen voor mij moeten geformuleerd hebben, nu ze hier geschreven staat, ben ik dan aan het denken geweest zoals Leibnitz zou gedacht hebben?
[1] Eugene Ionesco: Fragments of a Journal, translated from the French by Jean Stewart, Ed. Paragon House, New York, 1990.
18-06-2014, 06:12 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-06-2014 |
De Vriend en Erasmus |
Wat ik gisteren schreef zal ik vandaag niet herhalen, zelfs al vond ik het vatbaar voor verbetering en zeker voor aanvulling, maar vandaag schreef een vriend me iets over zijn schrijver, de priester, filosoof, en theoloog, Desiderius Erasmus (1466/67 1536). Terwijl ik jarenlang Dante heb opgezocht, omwille van zijn poëtische kracht, heeft hij Erasmus onder de arm genomen en gezocht in welke mate hij Erasmus kon zien als vrijdenker, om te besluiten dat hij wellicht een vrijdenker was maar nooit onomwonden ervoor is uitgekomen. Het doet me dubbel deugd, één omdat het van hem komt, het bewijs dat ik leef in hem en twee omdat hij me aanzet om, zodra ik de Lof der Zotheid - nu ergens weggeborgen - terug in handen krijg, het herlezen zal om uit te maken welke wijsheid in dat fameuze boek kan schuil gaan.
Zo heeft elk van ons wel een schrijver die we beter wensen te leren kennen en wiens werk we gaan uitpluizen tot op de graat. Het vergt telkens veel tijd en volharding maar of het ons iets bijbrengt naast enkele details uit zijn werken, over hoe hij leefde en met wie, en hoe hij zijn dagen vulde is ons wellicht niet gelukt. Ik weet hoe ik werk en welke moeite het me kost, hoeveel uren slaap ik er voor laten moet en hoe zeer ik er mee begaan ben. Maar heb het nooit iets gelezen over de schrijvende-Dante zodat het beeld dat ik er over heb, afgestemd is op mijn beeld, maar dan ook met niets in meer. Hoe mijn vriend Erasmus heeft gelezen weet ik niet, maar hij is een zorgzaam man en zal zeker niet te rade zijn gegaan bij Wikipedia om zijn idee op te bouwen. Hij stuurde me een uittreksel uit een brief van Erasmus geschreven van uit London, op 14 maart 1514, aan Antonius van Bergen, abt van Saint-Bertin bij Saint-Omer:
Het stomme vee voert geen oorlog, alleen maar wilde beesten doen het en deze vechten nog niet onder elkaar, maar met dieren van een ander soort. Deze bestrijden zij met hun eigen natuurlijke wapenen, niet als wij met behulp van door duivelse list uitgedachte werktuigen en verder ook niet om willekeurige redenen maar ofwel voor hun jongen ofwel voor hun voedsel. Onze oorlogen komen meestal voort uit eerzucht, twistziekte, wellust of een andere kranke gemoedstoestand. Kan voor ons, die roemen in de naam van Christus, die ons niets dan zachtmoedigheid heeft geleerd en getoond, iets zo belangrijk zijn dat het tot oorlog uitlokken zou? Een oorlog is iets zo verderfelijks, zo monsterachtigs, dat geen deugdzaam mens hem, moge hij nog zo rechtvaardig zijn, kan billijken.
Het zijn maar enkele gedachten die zeker gelden voor de fundamentalisten van de Islam, maar ik had liever gehoord wat Erasmus dacht over de Schepping of over de Bijbel of over de dood en de eeuwigheid. Hij zal er zeker over geschreven hebben en heeft hij er niets over gezegd hij zal er des te meer hebben over nagedacht, en deze gedachten bereiken ons vroeg of laat, alleen zullen we niet weten of ze van Erasmus komen of van iemand anders.
17-06-2014, 00:05 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-06-2014 |
Over alle grenzen heen |
Wat zette me er toe aan een blog in het Frans te schrijven? Kon het omdat ik diverse elementen gevonden had bij André Pézard in zijn werk over Dante en ik die gebruiken wou om iets vreemds te schrijven, namelijk dat mijn blog ergens al geschreven was en dat ik deze enkel nog om te zetten had in woorden, zoals Dante het bedoelde, terwijl Raymond Abellio, die ik in de morgen in zijn boek ontmoette, de gedachten die er te rapen vallen situeert in het Universum, in de band geest die de aarde omhult. We zullen het nimmer met zekerheid weten. We kunnen zelfs bedenken dat de zinnen die we schrijven, zich een tijd geleden in ons onderbewustzijn hebben gevormd en klaar waren om geplukt te worden. Wat dan ook niet de volledige waarheid kan zijn.
Wat ook, elke dag stort ik me in een nieuw avontuur om, vertrekkende van uit het onbekende aan te komen in het even onbekende. Een eerder gevaarlijk spel van woorden, naast en in elkaar geschoven.Waar de bron ervan gelegen is kan ik slechts gissen en hopen tezelfdertijd dat ze niet uitdroogt, dat ze vloeien blijft, ruim en onstuitbaar.
Het zijn de vogels die me wekken in de morgen en het zijn de bomen die me inspireren, laat het ons daar bij houden, de rest is bijzaak, mij blijft en zal altijd blijven de moed opbrengen een bladzijde te schrijven, over wat heeft minder belang, als ik de duik maar doe en me laat drijven, als een meerkoet op het water van de Leie die ook aan het schrijven is over het wonder dat het leven is, al interpreteren we dit niet als dusdanig, de meerkoet is een beeld van wat om ons heen gebeurt en waar we nauwelijks nog oog voor hebben in de dagen van nu en deze van morgen. Ik heb het hoofd koel gehouden, heb me niet laten verleiden zoals bij vorige gelegenheden om diep te gaan. Vandaag houd ik alles omsluierd met wat de dag me brengen zal, de massa gedachten die onuitgesproken blijven en zeker niet op papier worden gezet, omdat, onduidelijk, onrijp en meer nog onzegbaar.
Dit is dan waar ik elke dag voor sta, uit het onzegbare te halen wat wel kan en mag gezegd worden, het grote spel van de geest die ons wakker houdt al hangt de slaap nog in de ogen, al weten we wat dan weinig bemoedigend is - dat weinigen dit lezen zullen.
Toch dragen we het uit als een gebed, de muezzin over huizen en straten, over dorpen en steden, de wijde wereld in. Het is een deel van de mens die ik ben, de mens, het grote wonder in wat het Universum is, beginnende bij het minimale, het Higgs deeltje en uitdeinend tot in het ongrijpbare van de geest die ons levend houdt, over alle grenzen heen.
16-06-2014, 07:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-06-2014 |
Au sujet de la première phrase |
Attendre et espérer que vienne la première phrase de mon texte à insérer, cest se trouver dans le no mans land de lesprit ce qui signifie, se trouver dans létat dans lequel se trouvait le pré-univers ou le vide quantique de Prigogine, un vide potentiel, ne contenant que des particules en puissance qui, soudainement se sont converties en particules réelles, un événement connu comme le Big Bang, qui est à lorigine de cet univers en mouvement tel que nous croyons le connaître à nos jours.
Jai osé me servir de cette métaphore pour illustrer le stade de cette potentialité de pensées et didées dans lequel je me trouve chaque fois que je me suis engagé dans un travail dont je ne connais pas avec précision ni le sujet ni la teneur. Je sais toutefois une chose, et cest lexpérience qui me la apprise, que ce que jai à accomplir, que ce que jai à écrire, existe déjà potentiellement, et que mon seul mérite est de cueillir ces propos et den transformer les signes potentiels en signes réels.
Cette idée se rapproche de lidée formulée par Dante Alighieri lorsquil commence le premier chapitre de son petit livre, son libello comme il dit, quest La Vita Nuova [1], et je le cite :
En cette partie du livre de ma mémoire, avant laquelle on ne pourrait lire que peu de choses, se trouve une rubrique laquelle dit Incipit Vita Nova. Et sous cette rubrique je trouve écrites les paroles que jai lintention de transcrire dans ce libello, ce petit livre et sinon toutes, du moins leur sens.
Mais il y a une distinction à faire, cest que je ne crois pas que ce que jai à vous dire, se trouve déjà inscrit tel quel dans ma mémoire. Jai plutôt tendance à suivre Raymond Abellio qui dit que:
Le moindre sentiment, la moindre émotion et la moindre pensée sinscrivent dans la trame indéfinie de lunivers.
Davantage même, non seulement ils sy inscrivent, mais ajoute Abellio:
Jai tort de dire que cest moi qui émet ces sentiments, ces émotions ou ces pensées, car en réalité ils y sont inscrits depuis toujours: cest lunivers entier qui les induits en moi et cest ce quon appelle en ésotérisme léternel présent [2].
Inutile de dire que ce principe met en cause la liberté de lhomme - ou, pour employer les paroles dAndré Gide, que ma soi-disant liberté est restée parfaitement illusoire- mais la position des étoiles et des planètes au moment de ma naissance, la présence dans ma jeunesse des champs et des forêts, les circonstances de la vie, limpact de mon environnement, ont fait de moi ce que je suis, et cest mon univers à moi, cet amalgame de faits et de rencontres, qui sexprime ici et qui non seulement a déterminé la présence de mes blogs mais aussi de mon sujet daujourdhui, réduisant ainsi ma liberté de choisir à très peu de choses pour ne pas dire à zéro.
[1] André Pézard : Dante, Oeuvres complètes, Bibliothèque de la Pléiade, Gallimard 1965.[2] Raymond Abellio : idem
15-06-2014, 05:48 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-06-2014 |
De Binding |
Ik weet dat ik weinig gelezen heb van de boeken die de laatste jaren zijn verschenen; dat ik geteerd heb en nog steeds teer op de boeken die ik twintig, dertig jaar geleden las. In feite heb ik enkel maar geschreven, want ik was en blijf de mening toegedaan dat mijn rol op aarde is volbracht en dat ik, zoals Cervantes alleen nog maar woorden samenbrengen moet om met verhaaltjes over alles en nog wat de melancholie van het ouder worden en het oud zijn te bekampen. Mijn verhaaltjes zijn echter geen novellen zoals bij Cervantes, ze handelen slechts, samengebracht op een vreemde maar effectieve wijze, de wereld van de geest gespreid als de geest is voorbij de horizon, tot in het oneindige. En het is ook niet het melancholische in mij, dat ik er mee verbergen of verdoezelen wil, neen het is simpelweg een noodzaak, mijn leven wordt herleid tot zero als ik ophoudt met schrijven.
Dus blijf ik verkondigen dat ik van de bergen ben en van de zeeën maar, en dit is belangrijk, dat ik in de eerste plaats ben van de plaats waar ik geboren ben en waar mijn jeugd zich heeft afgespeeld, dat ik ben van de bossen en de velden aldaar, van de weiden en de wegen, van de waters, de wolken en de luchten. De impressie ervan zit in mijn bloed en vloeit door mijn aders, het is mijn hartslag en mijn adem. En vandaag, uitzonderlijk voeg ik er aan toe, ik dacht van het sterven te zijn maar ik ben van het grote leven en schrijf ik eeuwigheid, omdat ik de eeuwigheid heb aangeraakt met de vingertoppen, het grote moment dat van de geest is. Het zijn de ogenblikken dat ik teruggrijp naar T.S. Eliot en zijn Four Quartets, die beginnen met een waarheid die veelzeggend is en heel diep graaft in het voorbij als in het nog komende:
Time present and time past are both perhaps present in time future, and time future contained in time past.
Deze woorden van Eliot leven in mij. Deze blijven aldus, zoals de muziek van Bach of Beethoven of Mahler, aanwezig in de band geest die omheen de aarde drijft en me verbindt met hen, over tijd en ruimte heen.
14-06-2014, 01:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-06-2014 |
Het WK |
Mijn blogs vloeien in en door elkaar. Wat ik gisteren schreef mengde zich met wat de voorgaande dagen ontstond, zodat het voorbije een grote massa gedachten werd en ik telkens moet gaan kijken wat van de vorige dag was. Komt er nu bij wat van het WK is en dat me gisteren laat bezig hield, te laat want ik viel er bij in slaap want enkel de flitsen in het spel van Kroatië konden me bekoren, Brazilië meer geel dan voetbal zijnde. Maar het gebeurt dat je, sedert maanden bewerkt door de media, verleid wordt, zelfs op hoge leeftijd, om dan uit te komen dat het allemaal niet heel veel zaaks was en dat je beter verwacht voor de komende dagen.
Dit alles zindert nog na, nu ik neerzit en wat orde zoek in mijn gedachten en ik weet dat ik de laatste tijd veel te weinig heb gelezen, dat ik ben uitgezworven in filosofische beschouwingen over het leven en over wat achter de dingen is, en dat ik zo graag God noem, zodat het duidelijk is dat ik van een andere generatie ben en ik in feite aan het schrijven ben vanuit een vorige ingesteldheid naar deze van nu en meer nog, naar deze die komt. Wat zeker geen winstpunt is om gelezen te worden. Maar hij waagt het toch de taal te gebruiken die hij gewoon is te gebruiken en zelfs toe te geven dat hij de literatuur van de generatie na hem, op enkele uitzonderingen na, wel van ver heeft gevolgd, maar weinige boeken eruit gelezen heeft. En ook, wat hem is bijgebleven uit de boeken van vroeger zijn enkele passages die nog steeds opduiken op de meest onverwachte ogenblikken, zo denk ik nu, al schrijvend, aan Faulkners Sanctuary waarvan me weinig is bijgebleven buiten de titel, terwijl een ander boek opduikt, Gods little Acre van Erskin Caldwell dat ik eens heb uitgeleend en nimmer terugkwam.
Om welke reden Gods little Acre terug is opgedoken weet ik niet, maar de passage er uit - of slaat mijn verbeelding, na het voetbal van gisteren op hol komt nu duidelijk terug, en dan deze waarin een van de personages van het boek, opgehitst door het provocerend sensuele lichaam van zijn schoonzus, haar plots het kleed van het lichaam rukt en het in stukjes scheurt. Hoe vreemd het ook moge zijn, deze morgen heel vroeg, terwijl de merel uit mijn buurt, reeds is uitgezongen maar dit is het beeld dat nu in mij wordt opgeroepen, en wellicht ook van een Caldwell, terug tot leven gekomen die, zelf opgehitst door wat hij schreef, in gedachten de klederen van het lichaam rukte want, hoe groot is soms niet de kracht van de verbeelding?
Zo van mezelf, of hoe oud was ik toen ik met Julie of was haar naam Maria - op de hooischelf was en ik, over haar gebogen, mijn hand had gelegd op haar kleine harde borsten, en toen ik in de glans van haar ogen keek en zag wat er gebeuren kon, mijn hand opschoof naar die geheime, ongekende, onvermoede plaats, verhit, bedwelmd en als verdwaald. Wat indien Julies moeder, die instinctmatig het gebeuren moet hebben aangevoeld, niet met aandrang geroepen had over de meidoornhaag die hun beide boomgaarden scheidde en Julie zich had losgerukt van onder hem en lenig als een kat de ladder was afgesprongen om in een aureool van licht in de poortopening te staan en te verdwijnen, me achterlatend in de bonzende stilte van de zondagnamiddag met de dwarreling van stofdeeltjes in bundels licht tussen de losliggende pannen.
13-06-2014, 06:05 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-06-2014 |
Wat is er van de Waarheid? |
Wat is er van de Waarheid? Een vraag die zo dikwijls wordt gesteld, door zovelen en op zovele plaatsen. De inhoud van de enige encycliek tussen zijn boeken, de Veritatis Splendor- encycliek was er tekenend voor. Hij kon er niet overheen dat een paus wie hij ook was - hierin verkondigde, dat de teksten van Bijbel, Evangeliën en Paulus, genomen moesten worden als een schittering van waarheid, waaraan geen jota te wijzigen viel. Hij kon dit onmogelijk aanvaarden en hierin stond Gérard Bodifée hem ter zijde, die in een dun boekje,: In Beginsel het perfect antwoord hierop wist:
Dragen niet alle overtuigingen die opkwamen in de geest van geïnspireerde mensen iets waars in zich, en zijn ze niet alle leugenachtig wanneer ze pretenderen een absolute waarheid te bevatten?
Ettelijke malen ook had hij zich de vraag gesteld hoe de Evangeliën eigenlijk wel waren ontstaan. Ze waren geschreven in het Grieks, dus niet in het Aramees noch vertalingen hieruit, wellicht door grote schrijvers of dan toch schrijvers die wel kennis hadden van de overleveringen uit het leven van Jezus maar daarenboven vertrouwd waren en dan zeker de auteur van het evangelie van Johannes - met de literatuur van hun tijd, en zeker deze van Sophocles, Plato, Aristoteles en anderen. En het kan onmogelijk anders dan dat ze hun beschouwingen over Jezus met de achtergrond in zich, geschreven hebben, verheerlijkend en dramatiserend. Het enige waarin ze afgeweken zijn is dat ze eindigden op een uiterst positief vlak, de verrijzenis. Maar of die biografie die ze schreven letterlijk de woorden en de daden van Jezus weergaven valt te betwijfelen. Zij waren maar de auteurs, zoals er zovele ronddwalen die begaan zijn met de biografie van een of andere beroemd persoon. In dit verband zijn deze blogs van hem, autobiografisch, ze handelen over de (weinig beroemde) persoon die hij is en was, maar ook over de persoon die hij had kunnen/willen zijn.
Ze zijn de verhalen en de versieringen van planten, zoals deze voorkomen op oud-romaanse kapitelen, van zijn leven, van zijn doen en laten, van zijn gelukkige momenten als van zijn waarheden die dan toch nog steeds met twijfels zijn omhangen. Hij, zoals zovelen, tast nog immer in het duister, hij bevindt zich nog steeds achter de glazen wand die hem scheidt van de waarheid, de wand, zoals hij eens hoorde van een goede vriend, die bedampt is langs de overkant.
12-06-2014, 05:07 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-06-2014 |
Toeval |
Wat is er van wat we toeval noemen : zijn er voorvallen die niet toevallig zijn maar die niet anders konden dan gebeuren?
In zijn Act of Creation vergast Arthur Koestler zijn lezers op wat hij noemt a famous brain-teaser, een hersenpijniger. Bij het krieken van de dag begeeft een monnik zich op weg, langs een pad dat amper twee voet breed is, naar een boeddhisten-klooster, gelegen op de top van een berg. Onderweg stopt hij om iets te eten en te drinken en komt s avonds aan in het klooster. Na een paar dagen gevast en gemediteerd te hebben vat hij bij het ochtendgloren de terugweg aan. Ook nu stopt hij even om wat te eten en te drinken. Natuurlijk verloopt de afdaling vlugger dan de beklimming. Bewijs, zegt Koestler, dat er een plaats is op het pad waar de monnik zich precies bevond, op hetzelfde ogenblik van de dag, als een paar dagen ervoor toen hij de beklimming deed.
Koestlers oplossing is visueel te vinden: we ontdubbelen de monnik in een die de berg beklimt en een andere die tezelfdertijd de berg afkomt. Het is duidelijk dat ze elkaar zullen ontmoeten op een punt op het pad daar waar het verleden van de monnik precies zal samenvallen met zijn heden.
Deze aanwezigheid, precies op de juiste plaats en op hetzelfde ogenblik in de tijd, is geen toevalligheid, maar een gebeurtenis die we nemen als toevallig, terwijl we deze helemaal niet konden ontlopen. In dit verband kan hij niet nalaten zich de vraag te stellen over welke vrijheid van handelen we eigenlijk wel beschikken of menen te beschikken en niet, de gebeurtenis ondergaan. En, of Rupert Sheldrake wel volledig in het ongewisse is als hij waagt voorop te stellen dat het misschien de toekomst is die het heden bepaalt en dat het aldus het komende is dat onze daden of beslissingen van het heden in handen heeft.
En, denkt hij, als we evolueren naar het Omega-punt, zoals hij leerde van Teilhard de Chardin, wat hij gelooft - anders ziet hij niet in waarheen de evolutie ons zou kunnen brengen - dan is die gewaagde, maar niet bewezen stellingname van Sheldrake niet zomaar een doos lucht. Al hoorde hij wel iemand op de BBC verklaren dat Sheldrakes boeken zouden moeten verbrand worden, maar dit zou hij over een boek wel nimmer durven of willen verklaren..
11-06-2014, 04:33 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-06-2014 |
Over het lot ons beschoren |
Wat vang ik aan met al deze blogs die ik al geschreven heb, die zich opstapelen, aanvullen, hernemen onder een andere vorm, maar veelal van eenzelfde geaardheid zijn, het merendeel zich situerend in eenzelfde landschap omdat het, het enige landschap is waar ik me goed voel. In al die tijd dat mijn blog verschijnt haal ik gemiddeld niet meer dan twaalf à vijftien lezers. Ik kan dus niet spreken van een groot succes voor wat ik schrijf, integendeel. Maar dit beperkt aantal is me trouw gebleven zodat ik tevreden ben met wat ik tot hiertoe heb bereikt. Trouwens, ik schrijf ook voor mezelf, soms verwonder ik me omwille van de vlotheid waarmee mijn woorden komen al gebeurt het ook dat ik lang zoekende ben en wachten moet tot de laatste ogenblikken om in of is het aan - te loggen en dit zeker zijn invloed heeft op de waarde van het geproduceerde.
Hiermede heb ik nog steeds niet geantwoord op de vraag die ik me stelde, maar Ik zou me ook kunnen afvragen wat ik ga doen met de meer dan dertig dagboeken die ik vulde? Ik zal de tijd niet meer overhouden ik zie hoe vrienden, kennissen sneuvelen omheen mij om al wat ik ooit schreef, eens, te overlopen en er uit te halen wat bewaard moet worden. Het zal dus, én aan de tijd zijn én aan de omstandigheden - amper is er nu het doorkruisen van de luchten door mijn blogs - die beslissen zullen. Ik kan er me enkel bij neerleggen. Iets zal er dan toch, al was het maar een echo, overblijven van wie of wat ik was in de wereld.
Zeggen dat ik in mijn beginfase geïnspireerd ben geweest door de grote José Saramago. Hij hield het een jaar vol tot de dood hem kwam halen. Alhoewel ik nu, vier jaar erna nog altijd zijn naam vernoem en zijn boeken nog altijd te vinden zijn in winkels en bibliotheken, vrees ik dat mijn naam niet eenzelfde lot zal beschoren zijn. Ik moet dus leren mee te leven, om desondanks, mijn arme pogingen verder te zetten, zelfs al zijn er maar twaalf à vijftien lezers die mijn blogs zouden kunnen missen.
10-06-2014, 07:31 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-06-2014 |
De mens-in-wording |
Umberto Eco heeft het bij het rechte eind als hij schrijft: genius is twenty percent inspiration and eighty percent perspiration, en dan nog moet er genius aanwezig zijn. Maar van zelfde Eco hoort hij ook graag dat een roman in eerste instantie niets te maken heeft met woorden, een roman schrijven is een kosmische aangelegenheid zoals het kosmisch gebeuren waarover wordt verteld in Genesis.
Mag hij het woord roman vervangen door blog en zeggen dat een opeenvolging van blogs schrijven, een kosmische aangelegenheid is. En dat hij iets meer mens is dan mens onder de mensen als hij schrijft, een boom in een bos bomen, die wat meer licht ontvangt, wat meer regen, wat meer wind, misschien geworteld is in een andere grondlaag en ingevolge al dit, verschillend is wat zijn groei betreft.
Maar de groei van de mens is de groei van de geest die ingebrand, de opdracht heeft meegekregen creatief te zijn. En dit creatief-zijn is het kosmisch element dat hem bezielt, dat woekert in hem als hij of wie ook in hem in een staat van schrijven is. Dit is de reden waarom hij nu zijn dagen vult en vullen blijft met dit tasten naar woorden. Woorden die de resultante zijn van alle daden, alle bevindingen, alle ontmoetingen die hebben ingewerkt op hem en hem gevormd hebben. En, zoals Eliot het dichtte, a lifetime burning in every moment.
Deze ganse massa aan bestaan, heeft als diepere ondergrond al wat was van de geslachten voor hem en deze gaan terug tot voorbij Altamira, tot voorbij Lascaux. Er is een verwevenheid, een interconnectedness die verbaast. De kosmos is een onoverzichtelijk web van gebeurtenissen. Hij kan deze zien in hun globaliteit en zeggen dat alles in alles is. Hij kan deze zien gecentreerd op de mens en zeggen dat hij geprangd zit in de mazen van dit web van gebeurtenissen en dat de draden ervan, gesponnen zijn dwars doorheen elke atoom van zijn lichaam, doorheen elke splinter van zijn geest, geladen met een wondere energie, een krachtenbron die niet alleen samenbundelt maar ook voedt en inspireert. We zijn hier op aarde om hierover te getuigen als geïntegreerde deelnemer en dus ook als verantwoordelijke.
Hij kan of wil niet meer ontkennen dat hij hierbij intens betrokken is. De bewustwording van zijn materiële betrokkenheid is een feit, de bewustwording van zijn spirituele betrokkenheid is het nieuwe paradigma dat zich aftekent aan de horizon. Het is tezelfdertijd een uitpuren van het geweten, de enige getuige van onze intiemste gedachten. Ook dit uitpuren is aan gang, traag weliswaar, te traag opdat het zou opvallen, maar gestadig. Dit ook is deel van ons in-wording-zijn.
09-06-2014, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-06-2014 |
Homilie op Pinksteren |
Hij heeft elke dag een gevecht te leveren tegen die andere persoon in hem die hem ontmoedigen wil, die schuilt achter de hoek, die hem tracht te overtuigen dat wat hij doet, waardeloos is aandringt, zijn pen laat liggen.
Maar de Ugo in hem houdt vol. Onderaan de titel van het tijdschrift Le troisième Millénaire heeft hij gelezen, gedrukt in kleine letters: de lhomme en devenir, van de mens in wording. En zo is het ook, de schepping is amper begonnen, ze loopt dwars door de mens heen. Hij wordt verder geschapen, wat hem immer verder moet voeren op de weg naar het meer zijn, de enige weg die er is. En dan komt de vraag: is dit ingeschakeld zijn in de evolutie van het Universum een deel van de waarheid? Is dit doordringen tot een verinnerlijking van het zijn, de weg die voor de mens is weggelegd en dit na het overschrijden van de drempel, duizenden eeuwen terug, tot een zelfbewustzijn en wacht ons een verder doordringen, ditmaal tot voorbij dit zelfbewustzijn, tot het punt waar dit van de mens samenvalt met het zelfbewustzijn van het Universum? Kan dit geen nieuwe dimensie betekenen voor de mens-in-wording, namelijk in de voetsporen van een Universum in evolutie, dichter komen, tot wat, weten we nog niet, maar begrijpen dat we ingeschakeld zijn in het evolutief karakter van dit Universum, het zichtbare imago van de God die we zoeken? Is dit de opdracht die ingebakken is in onze genen?
En Leo Apostel, waarvan hij onlangs nog zijn 'Gebroken Orde' doorbladerde na een gesprek met een vriend, beweerde dat de mens dit Andere, dit au-delà nimmer bereiken zal en misschien had Apostel ook Eliot gelezen - dat hij zich tevreden moest stellen met het streven naar dit onbereikbare Andere. Zo, streef mens, en heb er geen zorg mee waar je uitkomen zult. Op een dag zal je, zonder het te beseffen een nieuwe drempel overschrijden, zal je, zoals Dante, de zevende hemel, deze van Saturnus en de contemplatieven binnentreden en het Licht aanschouwen, om te bereiken wat vandaag nog een wereld verwijderd ligt. En hij wil ook die prachtige zin citeren of heeft hij ooit deze zin al eens binnengebracht? - van de vrijdenker-vrijmetselaar die Apostel was:
Indien ik slechts zinloosheid aantref dan nog zal ik pogen woestijnen tot vruchtbaar land te maken ... ook al is er geen objectief vaststelbaar doel dan toch werk ik van uit de objectieve gegevenheid van zin.
Een objectief vaststelbaar doel is er niet, of is nog niet zichtbaar. Maar het is niet het zichtbare dat het leven is, het is de diepte van het onzichtbare dat zin en inhoud heeft en Apostel vermoedde dit duidelijk.
08-06-2014, 07:51 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-06-2014 |
De eerste zin. |
Je vraagt je wellicht elke dag af wat je te lezen zult krijgen als je binnenkomt bij mij. Vreemd is dit niet, ik ook vraag me elke dag af waarover ik schrijven zal, dikwijls weet ik het vroeg in de morgen, maar het gebeurt ook dat ik het, na een drukke, gevulde dag, pas weet laat in de nacht. En als ik die nodige eerste zin heb gevonden moet ik nog altijd afwachten of het een (literair) hoogtepunt wordt of een beperking wordt tot wat ontboezemingen, liefst niet al te laag bij de grond. Ik zelf betracht telkens het hoogtepunt, maar ik weet ook dat mijn resultaat afhankelijk is van heel wat omstandigheden en dat ik geen enkele zekerheid heb te slagen, eens alles is ingelogd.
En dan heb ik het nog niet alleen over de presentatie. Ik schrijf in Century Gothic-karakters, maar de Blogcomputer gebruikt een ander lettertype, zodat ik nooit gelukkig ben met wat er als druk tevoorschijn komt. Evenmin slaagde ik er tot nog toe niet in, er een foto of tekening aan toe te voegen. Ik beschik nochtans, dankzij mijn dochter Patricia, over een respectabele collectie fotos van alpenbloemen die ik maar al te graag zou willen inbrengen. Dus lezer, blijf in blijde verwachting, op een bepaalde dag krijg je er een foto bij, die mijn tekst die over het algemeen te droog en te spiritueel is, om niet te zeggen moeilijk te begrijpen valt - zal opvrolijken. Ik leef er naar toe, zoals ik me ook telkens en telkens inspan om er origineel en leesbaar uit te komen.
Ik heb dan ook veel respect en bewondering voor de journalist die elke dag zijn artikel te schrijven heeft en er in slaagt geciteerd te worden in het persoverzicht van de dag. Er zijn, wat mij betreft, amper een paar lezers die me nu en dan een woordje laten geworden. Maar dat ligt niet aan hen, maar aan de kwaliteit van wat ze voorgeschoteld krijgen. Dit is tekenend voor wat mijn blog van vandaag betreft. Het blijft bij een paar bedenkingen, een soort conversatie die ik heb willen houden met de persoon aan de overkant, die jij bent, waarde lezer of lezeres.
07-06-2014, 06:31 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-06-2014 |
Moeder |
Trouwens indien hij Monod aankleven zou, indien hij geloven zou, dat de mens alleen staat in de oneindige onverschilligheid van het Universum waaruit hij toevallig is ontstaan, zoals Monod dat ergens met zijn woorden schrijft, dan is zijn rol die hij hier op aarde meent te vervullen te hebben, namelijk, te leven naar de geest in dit Universum aanwezig, uitgespeeld.
Op trage ogenblikken, als de tijd zich stolt omheen de dingen, voelt hij de oneindigheid die zich opent, Is het alsof hij plots op het punt staat het beeld te grijpen dat alles oplossen zou, datgene wat niet te verwoorden is en toch lijk het geruis van de wind in de bomen aanwezig is, ons begin en ons einde verstrengeld.
Hij leeft in de onbegrensde ruimte van de geest waar alles mogelijk is, droom die realiteit is en realiteit die droom kan zijn. Waarin hij zijn herinneren vervormen kan en aanvullen tot een nieuw herinneren, waar hij weg duiken kan in het landschap van schijnbaar onbelangrijke gebeurtenissen, details ervan aan elkaar rijgen om er het eeuwige in te betasten.
Zoals onze primitieve(!) schilders, op de achtergrond van hun doeken, droom-landschappen wisten te schilderen om meer intensiteit te geven aan hun onderwerp en om aan te tonen dat in hun verbeelden er ook een totaal andere wereld aanwezig was, zo ook wenst hij de aanwezigheid van het niet te verwoorden Andere, te beleven in elke blog die hij schrijft.
Vandaag is op de achtergrond van zijn woorden, zijn moeder aanwezig, ze was geboren op 06.06.06.
Dit zeer conformistisch, kleinburgerlijk leven dat hij gekend heeft en in al zijn dagelijkse gebeuren nog kent, draagt vandaag haar aanwezigheid en wil hij, met haar, wandelen doorheen de zinnen die hij schrijft, omdat hij heel goed weet dat in zijn lichaam de krachten aan het minderen zijn, en dat deze afname zoals hij reeds verwoordde - enkel gecompenseerd kan worden door een grotere inbreng van geest en van herinneren.
06-06-2014, 07:27 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-06-2014 |
Denkend aan de Leie |
Hij dacht , hoe, meanderend door de beemden, een dartel lint de Leie was, hoe hij onversaagd, de wereld zag onder hem, een park van donker groen met slierten nevels nog, met straten en met huizen, onder hem - het was vroeg in de morgen - de regen op het water, tekeningen van onschuld zoals het immer was en immer blijven zal.
Overschouwen wat de stilte is, het raakvlak van het leven uitgestreken zo ver het oog hier reiken kan, de geest hier heersen kan. Overtuigd hij is dat niets of niemand hem nu helpen kan, los hij is en ook gevangen, een dromer die alle evangelies las tot in het grote boek van Job.
Hij, die morgen, als Icaros opgestegen, voor een restje tijd dan toch, gelovend in het eeuwig leven en deel uitmakend van al wat is. Radicaal aan de overkant van Jacques Monod en van zovelen die niet willen zien wat er is te zien, al was het maar de meerkoeten duikend en het standbeeld van de reiger, herinneringen in de draai, ter hoogte van de vlier, vandaag nog blank, als met late sneeuw bedekt, hij, met een vraagteken gekroond van waar hij kwam en waarheen hij vliegen zal, later op de dag.
Te bekennen, maar niet te noemen, niet neer te zetten in sprokkelwoorden:
dat hij dit land verlaten zou, het lag hem zwaar.
05-06-2014, 06:56 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-06-2014 |
Bloggers |
Ik heb lange tijd regelmatig de ontboezemingen gevolgd van een collega-blogger tot ineens, die ontboezemingen zijn weggebleven, opgelost verdwenen uit de ether. Dit zal ooit gebeuren met die van mij. Ik ook zal ooit eens stil vallen, misschien heb ik de gelegenheid dit wegblijven aan te kondigen, maar het kan ook dat het abrupt gebeurt en dat mijn pagina ongeschreven blijft. Verrassingen zijn niet uitgesloten in het leven, wat gisteren nog gold, geldt niet noodzakelijk de dag erna, maar wees gerust als ik kan verwittig ik je tijdig. Wat mijn vriend, die ten hemel steeg en zijn lichaam slapend achterliet tussen de lakens, niet kon, maar hij had meer dan verzachtende omstandigheden.
Maar om terug te komen op die bewuste collega-blogger die ineens verdween uit de bloggers wereld, stel ik me tal van vragen die echter nimmer zullen beantwoord worden. Hopelijk is er niets erg mee gemoeid, is het slechts, wat elk van ons kan overkomen, een zekere moeheid in het dag aan dag presteren van een tekst met of zonder foto, of is het een opkomende onverschilligheid wat het karakter van het fenomeen blogs betreft, of een of ander voorval dat gewezen heeft op het minimale nut van de blog die de wereld van de vrienden wordt ingestuurd.
Nogmaals, het kan elk van ons overkomen, ook mij kan het overkomen, want ik weet de tijd die het me vraagt en ook dat het me belet te denken en te werken, zoals het horen zou, aan andere geschriften die ik in orde zou willen brengen vooraleer de grote stap te zetten. Voor het ogenblik is elk ander werk uitgesloten. Wat ik dagelijks te schrijven heb is een plichtpleging die me voortdurend bezig houdt. Ik zegde het reeds, me bezig houdt van vroeg in de morgen, in de loop van de dag, als midden in de nacht. En het is ook zo dat, zodra ik tot een besluit gekomen ben en heb afgewerkt wat moest worden afgewerkt, ik niet meer de kracht heb om te denken aan een boek of aan mijn Dante-tekst. Mijn lichaam en meer nog mijn geest zegt me dat mijn blog me een voldoening geeft die elk ander geschrift overbodig maakt.
Voorlopig dan toch.
04-06-2014, 06:30 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-06-2014 |
Het transcendente |
Je bent geen wetenschapper denkt hij, je waagt je keer op keer op een terrein dat je niet betreden mag, maar je doet het en zult het blijven doen. Je luistert niet naar de Ecclesiasticus: Hou je niet onledig met wat je niet begrijpen kunt. Maar je hebt altijd geloofd dat de waarheid moet geborgen liggen in het aftasten van de levende realiteit, van wat je intuïtief vermoedt aanwezig te zijn en dat in dit aftasten, het doel van je bestaan moet omschreven liggen.
En dit intuïtieve is enkel binnen in jezelf te vinden. Of die ene zin uit het evangelie van Lucas die hij zich telkens met vreugde herinnert, zijnde het antwoord van de zuiver oosterse Jezus, op de vraag waar het Koninkrijk Gods te zoeken is: de komst van het Rijk Gods kun je niet waarnemen, men kan niet zeggen: kijk hier is het of daar is het, want het Rijk Gods is binnen in u. De vertalingen van de Willibrordus-Bijbel en ook deze van la Bible Osty spreken van midden onder u. Terwijl Bruckberger in zijn lEvangile, categoriek kiest voor het au-dedans de vous, (het within you van de King James versie). De Osty-Bijbel die aanvoelt dat dit een belangrijke passage is voegt er in een voetnoot aan toe: La traduction au-dedans de vous, qui exprime une idée juste, semble déconseillée par le contexte. Wat vreemd overkomt want de idee van het Rijk van het transcendente kan enkel binnen in jou ontmoet worden en nergens er buiten.
Jacques Monod mag dan schrijven dat de mens een product is van het toeval: un numéro sorti au jeu de Monte Carlo, om zich aldus te ontdoen van elk transcendent gevoelen.Wat betekent: geen dromen meer, geen speculaties, geen transcendente gedachten en zeker geen zoeken naar wat achter de dingen schuil zou kunnen gaan. Hij, Ugo, daarentegen, zal alles blijven zetten op die factor in meer, die over alles en in alles tegenwoordig is en ons immer voortstuwt vanuit de potentialiteit van het Woord, in de voor ons onbekende richting, die de enige bestaande richting zijn kan, deze naar ons Omega-punt.
03-06-2014, 08:03 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-06-2014 |
De Zee van Solomon |
Hij ziet in zijn ver herinneren de spiegelvijver in het bos met lisdodden en waterlelies - en met Van Eeden heeft hij de waterlelie lief - met vlekken eendenkroos en libellen boven de biezen. In de tijd van toen was de vijver heel ruim met de bomen die toekeken in het water, alsof ze wachtend waren op de plons van zijn naakt lichaam dat de spiegel brak in duizend kringen en hij lijk een grote witte vis onder het watervlak dreef, tussen de watertorren die naar de diepte doken, tussen de stekelbaarsjes en de salamanders, drijvend onder het eendenkroos door, langs de roodgroene stengels van de waterlelie, en daarna als hij zich aankleedde, het water effen terug en de wind treuzelend in de bomen.
Het was hier dat hij eens gestaan had met vader op een koude novembernacht en hij een deel van de sterrenhemel weerspiegeld had gezien, een voldoende ogenblik lang, om er later aan terug te denken, toen hij las in de Bijbel, dat koning Solomon een soort zee[1] had laten plaatsen naast zijn Tempel, wellicht met het doel in de weerspiegeling van het water, de beweging van sterren en planeten op te volgen.
Hij wist nu dat, net als hij, de vijver oud geworden was. De put, want meer was het nu niet meer, die s winters en in de lente vol liep en in de zomer uitdroogde, was bijna volgroeid met struiken en biezen, met het wrak van een auto, met matrassen, met repen behangpapier en nog wat brak water dat rook naar roest en rottende bladeren. De prijs van een op hol geslagen beschaving die voor haar afval geen sluitende oplossing heeft en dit stukje ongerepte natuur had ingepalmd om er een kunstwerk van te maken in deze voor velen schijnbaar, als hij hun kunst voor ogen krijgt, zo troosteloze wereld.
Hij hoopte dat hiermee het punt was bereikt waarop de mens, dankzij de kracht van de geest, de weg terug zou vinden opdat de komende geslachten, zijn kleinkinderen en hun kinderen en kleinkinderen, bootjes zouden kunnen maken al was het met de bladen gescheurd uit zijn dagboeken, om deze uit te zetten zoals hij zo dikwijls had gedaan, in de sloot die uitmondde in de zomervijver. Hij zag in zijn verbeelden de vergeelde papieren bootjes wegdrijven over het water, de inkt van het geschrevene zich vermengend met water, de betekenis ervan uitwissend om aldus de tijd die alles in de vergeethoek duwt, voor te zijn.
Als hij dan herneemt uit zijn blogs van vroeger, dat precies vóór de Big Bang, de ganse evolutie van kosmos tot aarde, tot mens, tot homo sapiens, in potentie reeds aanwezig was, dan was ook het negatieve van nu, de vervuiling die we kennen, hierin opgenomen en dus ook de oplossing die eraan zal gegeven worden. Of misschien komt er geen oplossing en dan zal de Heer van het Heelal, zoals Hij het misschien al voorzien had maar hopen we dat dit niet het geval is herbeginnen met een nieuw spiegelbeeld-mens te plaatsen op een van de vele planeten dat het Universum rijk is. De aarde en haar bewoners wegduwend in de vergetelheid.
[1] 1 Koningen, 7: 23: Verder goot hij de Zee, tien el in doorsnee, helemaal rond, en vijf el hoog, men kon haar met een koord van dertig el omspannen. 24 Onder de rand waren kolokwinten, tien op een el, ze omkransten de Zee in twee rijen en waren tegelijk met haar gegoten. 25 De Zee stond op twaalf bronzen runderen, waarvan er drie gekeerd stonden naar het noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden en drie naar het oosten. Hun achtersten waren naar de binnenkant gekeerd. 26 De wand van de Zee was een handbreed dik, de rand was als die van een beker en had de vorm van een leliekelk, de inhoud van de Zee bedroeg tweeduizend bat.
02-06-2014, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-06-2014 |
Contract met zich zelve |
Hij schrijft zich de tijd in. Alsof dit een voorbereiding was naar het ogenblik dat hij er niet meer zal zijn, en deze geschriften een opvulling zou zijn voor de leegte die hij een korte tijd zou nalaten. Uiteindelijk komt het daar op neer, er te zijn zoals Hemingway er nog is, Pasternak, Dante, T.S.Eliot, Beethoven, Bach, noem ze maar, allen die ons begeesterd hebben en blijven begeesteren met wat ze achterlieten, onder een of andere vorm, hier op deze aarde. Hij heeft er vrede mee al weet hij dat wat hij achterwege laten zal, geen al te grote draagwijdte kennen zal, beperkt zal zijn in waarde en in levensduur, maar dan toch een duidelijk spoor naar wie hij geweest was.
Vandaag echter is dit niet meer de hoofdreden van zijn schrijven, zoals hij hoorde van Margot, zijn kleindochter, dat ze koppig op haar kamer bleef omdat ze noch vis, noch vlees wou eten, zo hangt in hem eenzelfde koppigheid om vol te houden en het contract dat hij afgesloten had met zich zelve, om elke dag present te zijn in woord en daad, te honoreren. Wat het hem ook moge kosten aan slaap en inspanning volhouden is de boodschap, niet plooien, voor het gemak dat hij kennen zou als hij er zou mee stoppen.
Want het hoeft gezegd, hij kent er nu ook de vreugde van een blog te schrijven die hij op zijn uithangbord kleven kan om aan te tonen dat hij nog (spring)-levend is en helder van geest. Zelfs al kan bij momenten aan de mate van helderheid getwijfeld worden, zijn bedoelingen zijn telkens heel zuiver en welgemeend. Ook al zijn het maar wat losse gedachten, verzameld op momenten van een zekere gelukzaligheid als hij zich weerspiegeld ziet in de woorden die hij schreef toen hij helemaal niets te vertellen had, zoals een boom die niets te bewijzen heeft dan er te zijn en te leven tot er iemand opkijkt naar hem, en nota neemt van zijn bestaan, in bewondering.
01-06-2014, 08:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-05-2014 |
Een moment aan de Leie |
Hij weet dat hij niet voortdurend bewust is van het deeltje van het gans Andere in hem; dat hij niet voortdurend ingesteld is om erin binnen te dringen; dat dit ingesteld zijn, een proces is waarbij heel wat zaken overboord moeten gegooid worden en vooral, en dit leerde hij bij Ouspensky, dat hij blijvend moet trachten zichzelf bewust te betrekken bij al wat hij doet of zegt; dat hij zichzelf observeren moet opdat hij weten zou dat hij niet een machine is, maar dat hij het is die spreekt, die handelt en daarenboven dat hij voelen moet dat die hij die hij is, geïntegreerd is in het omringende.
En als hij schrijft over wat hij schrijft dan is het omdat het vooral de momenten van verbondenheid zijn die hem doen schrijven. Andere momenten die talrijker voorkomen, laat hij voor wat ze zijn. In de woonruimte waarin het gebeurt, is hij meer omringd met boeken dan met meubels: boeken tegen de wand, boeken op zetels, boeken op de radio, op de vensterbanken. Hij heeft nood aan boeken, heeft nood aan hun veelzeggende stilte die is van het leven van het woord in ze.
Vanmorgen is hij met de wagen gereden langs de plaats aan de Leie waar hij met vrienden, en dan vooral met Paul die plaats hun verbindingsteken - praktisch elke zondag tijdens het joggen even zijn blijven stil staan. De zon was een lichtende schijf doorheen het grijze van de luchten en hij was verbaasd over de plotse grote rust in hem, alsof licht en water, de beemden en de weiden, de bomen aan de einders en de kerktoren er boven uit, de totaliteit uitmaakte van wie hij was, ook omwille van Paulus die hij voor het opstaan had gelezen en dit alles samen, zijn wezenlijke, spirituele omgeving was waarin, wat niet bij naam te noemen is, geborgen is maar des te intenser aanwezig.
Veel is het niet, gedachten die opduiken eens terug in zijn gewone omgeving waar hij neer gaat zitten om ze herop te roepen en vast te leggen in de vorm van een zoveelste blog die weinigen zullen lezen.
31-05-2014, 04:51 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-05-2014 |
Het verbeelden |
Hij grijpt dikwijls terug naar vroeger om de Ugo te zijn die zich neerzet om te schrijven. Maar dit vroegere verschijnt dan in een andere dimensie, met een andere geladenheid, een andere ondergrond, die niet altijd duidelijk is, maar die toch aanwezig is in wat er uit zijn pen te voorschijn komt. Hij is er zich trouwens van bewust dat zijn laatste blogs met opzet het werk hebben overgelaten aan de lezer, dat hij, Ugo, slechts enkele elementen heeft geschetst, een kader heeft opgesteld en dat hij aan de lezer heeft overgelaten om dit kader op te vullen met hun eigen verbeelding. Zo hoopte hij dat de lezer zelf, zich zou hebben ingebeeld wat er nu precies was gebeurd in die ruïnes van een oude abdij, ergens, bv.in Italië, bv. In Toscane, midden de wijngaarden, of ergens verloren in de bergen.
Of hij erin geslaagd is dit verbeelden op te wekken of niet, zal afhangen én van de keuze en de kracht van zijn woorden én van de intensiteit waarmede ze gelezen worden en een tijdje zijn blijven leven in de geest van de lezer. Hij hoeft niet alles te vertellen, hij moet ook wat overlaten aan de verbeelding. Dit is trouwens waar het om draait en keert in de poëzie, want het poëtische zit hem meestal in het verborgene dat wordt opgeroepen door wat afwezig is, door wat niet wordt gezegd. Verbeelding is altijd noodzakelijk. Lezen zonder verbeelding, zonder inbeelding van hoe het is of was, is een tekst die dode letter blijft.
De Heer van de schrijvers behoede hem van het schrijven zonder inwerking op de verbeelding van de lezer.
30-05-2014, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |