 |
|
 |
|
|
 |
03-10-2013 |
Wat Borges te vertellen wist |
Onze nadas verschillen weinig, de
omstandigheid dat jij de lezer bent van deze oefeningen en ik de schrijver is
onbeduidend en onverwacht.
Aldus Jorge
Luis Borges.
Hij heeft het over zijn nadas. Nochtans,
als er iemand is geweest die zinnige dingen heeft geschreven dan was het
Borges?
Waarom
schrijf ik, is het omdat het nog het enige is dat ik bij machte ben te doen,
wat letters aan elkaar koppelen en samenbrengen in een blog; dag na dag, mijn
verste gedachten te gaan aftasten en te schrijven wat me te binnen valt tot mijn
onderwerp als er een is - uitgeschreven is, en dit, ongeacht of wat ik
schreef waard is gelezen te worden of niet?
En dan zegt
Borges: om het even wie, die in mijn omstandigheden zou geleefd hebben, had de
nadas kunnen schrijven die ik hier achterlaat?
En ik kan
hem geen ongelijk geven, wat ik schreef is van mijn ogenblik dat ook het
ogenblik van een ander schrijver kon geweest zijn, van iemand die ook aan het
denken was over wat hij schrijven zou en zijn heil had gezocht bij Borges.
Mijn fout
hierbij is dat ik me onvoldoende afvraag of de golflengte waarop ik ben afgestemd bij
het schrijven overeenstemt met de golflengte waarop mijn eventuele lezer is
afgestemd?
En als het
niet zo is moet ik dan verbaasd zijn dat de zin en de betekenis van mijn
woorden niet altijd correct ontcijferd worden?
Maar ik moet
dit al eens vermeld hebben.
03-10-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-10-2013 |
Gustav Mahler |
Vorige maandag op Ned 3, niet laat op de avond
maar om 19.30, in de Wereld draait door, een uitzending in het teken van het
125 jarige jubileum van het Koninklijk Concertgebouworkest, in een talkshow met
Matthijs van Nieuwkerk.
Prachtige, zeer hoogstaande, opmerkelijke
uitzending met sprekers die het Concertgebouworkest hoog in hun hart droegen,
met een opmerkelijke uitspraak over de muziek van Ma hler, over zijn adagietto uit de vijfde, een liefdesbrief aan
Alma, zijn echtgenote, en meer in het bijzonder over de Achtste van Mahler, de
symfonie der duizenden, die door een jeugdige man als het grootste dat hij ooit
hoorde werd betiteld en vond dat deze muziek kosmisch was.
Ik ook heb dit ooit geschreven in een blog van een
jaar of meer terug heb het niet
opgezocht maar ik weet dat ik ooit een gedicht heb geschreven over
Mahler. Dit ben ik wel terug gaan halen uit mijn archieven:
Hoe
Mahler ons beroert, hoe een snoer van klankkoralen
door het
venster weggedreven, de Leie over, de beemden
en de
landerijen, de torens over, de luchten in,
het zog van
de aarde omheen de zon gewonnen en verder nog
de klanken
doorgegeven in het geruis van de planeten
om aan te
komen in het punt waar het al begonnen is,
het
centrum-potentiële punt van waar toen alle elektronen
naar oost en
west, naar zuid en noord, naar zenit en nadir
gesprongen
zijn. Het ene vaste punt - de slinger van Foucault
werd er aan
opgehangen - dat is van alle punten,
van alle
plaatsen en van alle ogenblikken, gewenteld over alles.
En in zijn
grijploosheid God ook niet genoemd, al kon het wel
zo
dachten we door al degenen die er binnendrongen,
die
de dingen aangeraakt, in klanken en in woorden meegenomen,
dit ene punt
bezaten en in de ban ervan gebleven.
En
God ook niet genoemd, al mocht het wel, al kon het wel
maar
met alle letters, alle tekens, alle atomen van de kosmos dan.
02-10-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-10-2013 |
Het laatste van de zomer |
Aan Paul en Yo.
Eind september
in de namiddagzon,
het laatste van de zomer,
het laatste van wat we waren
gisteren nog
en morgen nu ver nog af.
We thee toen dronken,
zoals we luchten dronken, zoals we
licht en stilte dronken,
de tijd niet was,
de tijd ervoor er nimmer was geweest,
wij, opgestaan uit het niets,
naast elkaar gezeten, niet meer dan dat,
luisterend of niet luisterend,
geen woorden die we zochten
er hoefde niets, want wat we zegden
was vergeten
alvorens het gesproken was.
Alsof het van vele dagen
uitverkoren uren waren
en van vele uren
de meest kommerloze
die we ooit kenden,
met eksters
rakelings over het gras
en bladeren die vielen,
kringelend.
We dronken thee.
In de bomen rijpten de appels,
de mispels, de noten in hun bolster,
de druivelaar,
die nog wat dagen nodig had,
en aan Rilkegedacht
een ogenblik , maar niets gezegd,
vergeten wat van vroeger was,
tijdloos alles was.
En van zovele kleine dingen
alles zo geborgen gehouden
en niet nodig te weten
niet nodig wat nog na zal komen.
Eind september:
op het terras onder de notelaar,
wij samen, thee gedronken.
Befehl den letzten Früchte voll zu sein;
gib ihnen noch zwei südlichere Tage,
dränge sie zur Vollendung hin und jage
die letzte Süsze in den schweren Wein.
(Rainer Maria Rilke: Herbsttag uit Ausgewählten
Gedichte,
erster Teil, Insel-Bücherei)
01-10-2013, 08:30 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-09-2013 |
Dichtbundel |
Heb een bundel gedichten bijeen gebracht en laten
inbinden.
Het zijn gedichten die eerder abstract overkomen en
waarin te veel concrete realia ontbreken. Ze hebben weinig gemeen met de poëzie
van Paul Auster, noch met deze van Octavio Paz, waar ik het onlangs over had.
Ze zijn te zeer filosofisch met een te
sterke religieuze inslag, ze lezen moeilijk omdat er moet worden over nagedacht
( wat er teveel aan is).
Het zijn geen gedichten van deze tijd, eerder van
een tijd die reeds lang voorbij is. Maar het zijn gedichten die van mij zijn,
sterk persoonlijk al weet ik dat ze geen schijn van kans maken om een plaats te
verwerven in de wereld van de poëzie van vandaag.
Ik zou voorbeelden kunnen aanhalen hoe het zou moeten:
niets zeggend vooral, maar woorden naast elkaar en in elkaar, lijk beelden over
en omheen andere beelden geschoven die samengenomen, een gevoel oproepen dat poëzie
kan genoemd worden. Of zoals Octavio Paz:
tegenover
de middag van salpeter en steen
met
onzichtbare dolken bewapend
schrijf
je een rood en onleesbaar geschrift
in
mijn huid en deze wonden
bedekken
me met een vlammenspoor
Of hoe ik nimmer zal kunnen schrijven al wou ik
het wel, al doe ik wel pogingen in deze zin - zodat ik nimmer een dichter van
deze tijd zijn zal. Een dichter van de tijd die komt is het beste dat ik ooit zou
kunnen bereiken.
30-09-2013, 00:14 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-09-2013 |
Inferno, Canto XXVIII |
Dante en Mohammed.
Heb van 2006 tot 2009 gewerkt aan meer dan 300 paginas tekst over het
Inferno van Dante, een tekst die
sindsdien, onaangeroerd is gebleven. Waag ik het in de tijden van nu, het
verhaal over Mohammed een kans te geven?
Waag ik het te beweren dat Canto
XXVII, handelend over de tocht van Ulysses, gezien kan worden als een van de
mooiste en meest diepzinnige en daarentegen Canto
XXVIII, over Mohammed, als een van de meest gruwelijke?
Mijn eerste reactie was om over dit
Canto niet te spreken en dus niet over Mohammed die door Dante gebrandmerkt
wordt als een tweedrachtzaaier en in Canto
XXVIII aanwezig is samen met Alì, zijn schoonzoon, maar dan zou mijn
lezing van het Inferno een leemte
vertonen en zou, wat er over Mohammed gedacht werd in de XIIIe, XIVe eeuw,
bedekt blijven. Laat ons dan maar het risico nemen te verhalen wat Dante
hierover schrijft.
De Hel van Dante was een vreselijke plaats, maar toch meen ik dat Dante
niet alleen hier overdrijft, maar ook in tal van andere Canti. Ik zelf wens
geen oordeel uit te spreken over Mohammed en zijn volgelingen die tot vijfmaal
toe, elke dag van hun leven, hoe dit ook moge verlopen, een woord van dank
hebben voor de God die hen op aarde heeft gezet en niet ophouden te bidden: Allah akbar, Allah akbar, dat Hij voor hen de grootste is.
Ik wil respect hebben voor hen als ze op hun beurt begrip en respect
tonen voor anderen voor wie ook hun God eveneens de enige en de grootste is. En
ook in meer, als ze openlijk hun mening zouden laten kennen over zij die zich
in Mohammeds naam aan stukken laten rijten om dood en vernieling te zaaien.
Hoe moeilijk het wel was om over het geval van de tweedrachtzaaiersr te
schrijven zegt Dante ons zelf:
Wie zou ooit, zelfs met geselecteerde woorden voluit kunnen spreken
over het bloed en de wonden die ik nu zag, om er blijven over te
vertellen ?
Omwille van de taal en de onvolmaaktheid ervan en van onze geest, is elke
taal ontoereikend om te zeggen wat ik zeggen wil.
Wat hij
te zeggen heeft is inderdaad niet met woorden in detail te beschrijven. Hij
tracht een voorbeeld te vinden in het bloed dat in diverse oorlogen werd
vergoten, - en zijn opsomming toen was al aanzienlijk - maar dit beeld heeft
niets te betekenen in vergelijking met wat hij meemaakte in de negende Gracht
zoals hij daar zag van Mohammed, die:
opengereten van kin tot aars, zijn darmen tussen
de benen, hart, lever, milt en longen waren open en bloot evenals de smerige
zak die al het voedsel dat men tot zich neemt met drek opvult.
Ging je hier niet te ver, Dante, is het op deze wijze dat de zondaars
gestraft moeten worden, in tweeën gespleten omwille van de tweedracht die ze
zaaiden?
En zegt Dante:
Terwijl ik daar stond en hem aanstaarde, bekeek
hij me, en met zijn handen zijn borst openend zegde hij : Zie hoe ik mezelf
openscheur, zie eens hoe Mohammed verminkt is. Hij die daar al wenend voor mij
gaat is Alì ,
zijn gelaat is gekliefd van kin tot voorhoofd.
En
Mohammed specifieert nog dat alle anderen die er te zien waren, bij leven
tweedrachtzaaiers en schismatiekers waren en het is om deze feiten dat we hier
op deze wijze gespleten worden. Een duivel houdt zich verscholen en telkens we
onze ronde gedaan hebben en hier voor hem verschijnen zijn onze wonden gedicht
en treft hij ons opnieuw met het scherp van zijn zwaard.
Maar jij, zegt Mohammed nog, jij die daar op je
rots staat toe te zien, wellicht om de straf nog uit te stellen die werd
uitgesproken tegen jou, wie ben jij?
En het
is Vergilius die antwoordt:
de dood heeft hem nog niet gegrepen en
schuld om gefolterd te worden draagt hij niet, maar omdat hij er ten volle
kennis van zou hebben is het aan mij, die gestorven is, om hem hieronder in de
Hel, van kring tot kring rond te leiden. En dit is even waar als ik tot jou
spreek.
Toen ze
dit hoorden, zegt Dante, bleven er meer dan honderd staan in de gracht om naar
mij te kijken en verbaasd als ze waren vergaten ze hun smarten.
Ik denk aan paus Benedictus XVI
die de onvoorzichtigheid beging in zijn toespraak op de universiteit van
Regensburg een zin aan te halen uit een gesprek dat de Byzantijnse keizer,
Paleologos rond 1391 zou gevoerd hebben met een Perziër, over het thema van de
heilige oorlog waarbij de keizer zou gezegd hebben: Maak me dan eens duidelijk
wat voor nieuws Mohammed gebracht heeft? Je zult alleen kwade en onmenselijke
dingen vinden, zoals zijn bevel om met het zwaard het geloof te verspreiden dat
hij gepredikt heeft.
Gelukkig heeft de paus Dante niet geciteerd!
Anderzijds had hij ook kunnen beseffen dat vele
volgelingen van Mohammed, in hun geloof, aangekomen zijn waar de Kerk zich bevond
ten tijde van Dante. Met dit voor ogen had hij wellicht een andere opmerking
kunnen maken.
Chi porὶa mai, pur con parole
sciolte, / dicer del sangue e delle piaghe a pieno/ chi ora vidi, per narrar
più volte? / Ogni lingua per certo verrὶa meno,/ per lo nostro
sermone e per la mente / chhanno a tanto comprender poco seno. (XXVIII : 1-6)
29-09-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-09-2013 |
Dagboek 23 augustus |
Heb deze morgen voor het eerst sedert lang mijn
dagboek geopend. De laatste inbreng dateert van 23 en 25 augustus. Ik schreef
toen:
Diep in de morgen waag ik het nog niet mijn laptop
te openen en op te tekenen wat me te binnen valt op ogenblikken zoals deze als
ik, verdoofd door de pijn, de slaap niet meer vind.
Mijn hand is totaal onzeker, zoals mijn
vooruitzichten wat de komende dagen/weken betreft. Wat ik weet is dat de tijd
is voorbij gehold en dat ik tal van werken heb laten liggen die me nu
overwoekeren. Echter de pijn in mijn rechterhand verlamt al wat ik te zeggen
heb.
Ik denk dat mijn jaar ten einde is, mijn zoveelste
maand september komt er niet, evenmin als mijn zoveelste herfst. Het leven
overgroeit de tuin en ik lig er in weggedoken. Wat zin heeft het nog dit hier
neer te schrijven. Het neigt naar het einde, zo voel ik het toch.
Ik hoorde de cantate van Johan Sebastian Bach, Ich freue mich auf meinen Tod. Bach ook
zal op een gegeven ogenblik in zijn
leven gedacht hebben dat het genoeg was geweest.
En op 25 augustus, heel vroeg, 05.53, een paar lijnen nog, bijna niet te
ontcijferen: de pijn die gisteren even weg was is terug. Ik tracht mijn pagina
te schrijven. Mijn geschrift is beschamend. Een zaak houdt me bezig het is nutteloos
een boek te schrijven als je qua taal en inhoud het niveau van Franz Kafka niet
kunt bereiken. Het is een troost.
En later die morgen: de pijn is niet te houden. Er
is een zin die ik niet ontcijferen kan. En dan: ik denk dat ik de bladeren niet
meer zal zien vallen. Ik denk aan Bach, ik denk aan de verlossing. Ik schrijf
omdat ik schrijven moet.
Op 26 augustus werd ik opgenomen in het ziekenhuis.
Vandaag 28 september denk ik terug aan de dagen van
toen die, zo voel ik het toch, nog helder aanwezig zijn. De pijn in mijn rechterarm
is geen pijn meer, is draaglijk.
28-09-2013, 09:44 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-09-2013 |
Bedenkingen |
Old
men ought to be explorers
Here
and there does not matter
We
must be still and still moving
Into
another intensity
For a further union, a deeper communion
Hoe diep Eliot in mijn kleren zit, zich vermengd
heeft met al wat ik als literatuur in mij meedraag, weet ik niet, maar het is
heel wat. Het bundeltje de Four Quartets
dat ik, een halve eeuw geleden in een Engelse Bookshop op de Adolf Maxlaan in
Brussel uit zijn rek heb genomen op het ogenblik dat iemand zijn arm op mijn
arm heeft gelegd, is helemaal losgekomen, de bladen zijn vergeeld, maar de taal
is prachtig en de inhoud ervan doorstond ruim de tijd ( de eerste uitgave bij
Faber dateert van 1959). En Eliot blijft me boeien, zijn werk is meer dan mijn livre de chevet, het zit in mij gegroeid.
Een vriend stuurde me een mail, in verband met een van
mijn blogs: De kracht van de sterken is
dat ze nederig zijn in het denken. Ik had hem met Eliot kunnen antwoorden:
The
only wisdom we can hope to acquire is humility,
humility
is endless.
Iemand zoals ik, die een zoeker is, an explorer, weet dat wat hij vindt of
zou kunnen vinden, hoogstens een miniem deel is van de waarheid die ergens
bestaan moet en dat wat hij schrijft, de spiegel is van wat hij op het hic et
nunc ogenblik van het schrijven zelf, heeft gemeend te mogen vooropstellen. Het is een monoloog met zich zelf die hij in zijn
blogs in alle nederigheid wenst te delen met anderen, die zoals hij, zoekers
zijn en wiens bemerkingen of aanvullingen hij hoop te kunnen delen. Zijn
woorden zijn zoals een gebed, wachtende op de echo ervan.
And
what you own is what you do not own
And
what you do not know is the only thing you know
And
where you are is where you are not.
Eliot heeft zonder twijfel de Bhagavat Gita gelezen,
hij heeft er een deel van zijn wijsheid uit gepuurd. En hij weet dat:
For
us there is only the trying,
The
rest is not our business.
Ik volg hem op een zeer respectabele afstand en ik
ook, ingesloten tussen de bomen, de bomen van mijn hart, de luchten krachtig en
helder deze als bonus verworven morgen van mijn schrijven:
I said to my soul, be still, and wait without hope for hope would be hope for the wrong thing
27-09-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-09-2013 |
Soepelheid |
Mijn blogs komen moeilijker, ik leef nog steeds in de schaduw van het
ziekenhuis waar ik een te lange tijd verbleef. Mijn geest ontbreekt elke
soepelheid, heeft wel de grote zorg door te dringen tot onder de oppervlakte,
maar hij komt er niet toe. Vandaag ben ik gewandeld tot het museum Gevaert-Minne. Het is gelegen in
een grote open boomrijke ruimte. Ik had
geen zin om binnen te gaan en zit neer in de schaduw, op een bank tegen de
muur. Er is geen bewegen, alles is lucht en rust. Nu en dan glijdt een blad
naar beneden en valt het voor mijn voeten waar het liggen blijft. Ik denk aan
een versregel van Hugo Claus:
Voor
de herfst komt het blad van de kerselaar los
Een vriend, reeds overleden nu, liet deze zin aanbrengen op de grafzerk
van zijn zoon, een knaap nog, slachtoffer van het verkeer. Heb dit al
geschreven in een van mijn vroegere blogs
wellicht maar de zin, in bijna gotische letters aangebracht op het marmeren
blad van de grafzerk verlaat me nimmer meer.
Ik dacht aan Hugo Claus, eens stond ik naast hem aan de toog van de door
artiesten meest bezochte pubs van de stad. Ik hoorde hem zeggen dat, telkens
hij een mooi gedicht geschreven had, hij nood had aan een glas champagne, te
drinken op de boomgaard onder de bomen. En de aanvangsregel hier boven zal wel
wat champagne waard geweest zijn.
Dan was er ook Pasternak die, gezeten voor het raam in een of andere
kliniek, grote schaduwen zag naar beneden komen, hij dacht dat het vogels waren
maar het waren vallende bladeren.
En dan T.S.Eliot uit zijn Four Quartetsenkele
regels die ik zo citeren kon:
While the dead leaves still rattled on like tin
Over
the asphalt where no other sound was
Ik zat hier, At the still point
of the turning world, eenzaam in gedachten, midden de literatuur die kwam
en ging van mijn vroegere jaren. Geroerd door een afgevallen blad dat geroerd
door de licht suizende wind, lijk tin over de stenen schuurde, ritselend.
26-09-2013, 12:42 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-09-2013 |
Samuel Butler |
Hij dacht aan de schilderkunst van vandaag toen hij in een opzij gelegd
knipsel uit le Monde van vóór zijn ziekenhuisperiode las, over Erewhon ou de lautre côté des montagnesde
Samuel Butler:
Lessentiel dans les exercices,
les cours et les travaux de toutes disciplines, consiste à ne rien dire de
clair, dassuré ni de tranché
Léducation erewhonienne est donc la plus
parfaite organisation de linculture et de la sous-information quon puisse
rêver. Car il vaut mieux pour une nation
que ces centres déducation fassent plus pour combattre le développement
de la pensée que pour lencourager.
De auteur Roger-Pol Droit, van de recensie, voegt er aan toe dat hij de
indruk heeft dat het moeilijk is, na het lezen van Butler, niet de indruk te
hebben quil décrit effectivement nos
collèges et nos établissements denseignements actuels.
En ik denk in dit verband aan kunstenaars als Jeff Koons en Damien Hirst
Michel Houellebecq begint zijn La
carte et le territoire met een uiterlijke beschrijving van hen en vele
anderen, ook bij ons, die figureren als grote kunstenaars die niet (willen)
uitstijgen boven het oppervlakkige en zeker nimmer enige spiritualiteit in hun
werk beogen. Het is niet omdat een stierenkalf op sterk water wordt gezet of een
doodshoofd met diamanten wordt bekleefd, cfr Damien Hirst, dat dit als kunst
zou mogen bestempeld worden. Dit is in elk geval mijn mening hierover.
Vandaag dan toch.
25-09-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-09-2013 |
De Lijn van het leven |
Hoe dikwijls had hij niet gedacht dat de lijn van zijn leven bepaald was
voor hij eraan begonnen was. Dat de lijn dieper en dieper in zijn hand
getrokken werd, en hij verder, achteloos, onbewust over de weg die hij aflegde, in een bepaalde richting werd gestuwd
opdat hij uitkomen zou waar hij uitkomen moest en zich bevinden zou op het punt
waar hij zich thans spiritueel bevindt. Hij weet ook dat zijn spirituele ingesteldheid sterk bepalend is geweest voor de omstandigheden waarin zijn leven zich voltrokken heeft. Pas achteraf weten we wanneer we te onachtzaam zijn geweest voor wat er zich mogelijks kon afspelen. Enkel een boek schrijven is de rode draad in zijn leven geweest. En hij is er niet in geslaagd na tal van pogingen. Nu voelt hij zich haperend en matig machteloos. Al weet hij ook - maar het duurde lang voor hij het beseft heeft - dat één geschreven boek evenmin een oplossing biedt.
Waarom zou hij zich dan losgeslagen voelen
24-09-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-09-2013 |
En toch... |
En toch zullen we opstaan
en opengerukt de geest in ons
om creatief te zijn in woorden en
gedachten.
Dit wordt alsdan van de aarde het grote gebaar:
de meidoorn in één nacht wit geworden
als met late sneeuw bedekt, zoals
Eliot het wist.
En wij ondergedompeld erin om ook
meidoorn te zijn en open te barsten,
meeldraad en stamper met
stuifmeel bestoven
klimopranken omheen de nucleus.
Verbazing echter is geen deel van ons.
Ik kon evengoed dit gedicht niet
geschreven hebben. Het ontstond zo maar om later - maar wat of wanneer is later?
- te herwerken, zinnen te verwerpen en andere eraan toe te voegen of met de
woorden ervan, nieuwe ideeën te verkondigen, vergetend misschien, zoals het zo
dikwijls gebeurde dat het hier poëzie betreft en geen filosofische
ontboezeming. Maar wat geschreven is blijft geschreven, ik ben er nog immer
meester over, kan het weghalen met een ruk of opschroeven met weinig zeggende
woorden, maar voorlopig is het er en zal het voorlopig zo blijven.
23-09-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-09-2013 |
Dagboek 1983 |
Ik ontkom aan niets als ik in mijn dagboeken ga
bladeren.
Zo vind ik een ingekleefd artikel terug uit L Express
van 29 juli 1983, onder de titel, Univers
- Les nouvelles Frontières:
Jamais dans lhistoire de lhumanité, il ny a
eu autant de savants à lécoute de lunivers. Et leurs moissons célestes nous
confrontent à un cosmos vertigineux, qui aurait peut-être été programmé pour
finalement produire lhomme.
Ik schreef
dit reeds, ik vertelde reeds, in een van mijn voorgaande blogs alhoewel
misschien geschreven met een vraagteken - dat alles erop wees dat de mens het
einddoel was van de Kosmos maar dat we altijd nog een stap verder moeten want
het is nog niet de mens van nu, die het eindproduct is. De mens van nu is
slechts een schakel naar een homo
sapiens-sapiens-sapiens, meer en meer geest wordende dan materie.
Ik weet dat dit een gewaagde vooropstelling is,
maar het leven, zoals het zich ontrolt aan onze ogen, waarbij we dieper en
dieper doordringen tot de kern van wat amper nog materie kan genoemd worden,
wijst in deze richting.
En ik ga te rade bij Fritjof Capra in zijn Tao of
Physics- het wordt eern lange blog terug
In atomic physics we are in fact also
confronted with a problem for which no answer can be found because matter at
the subatomic level does not react as we are used to. In my very poor (sic)
opinion this is only because subatomic matter does not exist but should be called matter-spirit
naar aanleiding van het Higgs-deeltje heb ik ook zo iets reeds geschreven in
mijn voorgaande blogs - or the matter of
the spirit. I think that at the said level spirit becomes visible or
observable. And being spirit the particle decides itself (himself) if it will
be observable at all or in what form (in wave or particle). I dont know this
for sure and I surely cant prove it but I only can guess this phenomenon by
intuition.
Deze idee was dus van 1983
af in mij aan het broeden: the matter of the spirit, of de geest
die zichtbaar wordt als materie en daarenboven zelf beslist onder welke vorm
Hij of Het of Zij gezien wil worden. Ik kan dit absoluut niet, evenmin als
Capra bewijzen, maar het is een logisch gevolg.
Ik heb dit altijd aldus intuïtief aangevoeld als
een zekerheid is of ik het nu al neergeschreven heb of niet. Echter indien deze
guess van Capra juist zou zijn dan is
het ook zo dat dit particle geest, de kleinste bouwsteen is en dat
alles, ook het ontstaan van het Universum, gezien moet worden met als
vertrekpunt dit particle geest.
En kan ik besluiten dat, herleid tot zijn
minimaalste materieel aspect de materie geest is, en verder denkend dat er in
feite enkel geest is en nog verder, dat het ganse Universum één grote massa
Geest is.
Als ik dit schrijf op deze zondagmorgen - en het
straks inlog - ben ik er me van bewust dat ik geen dagbladartikel schrijf, geen
tekst om in om het even welke roman op te nemen. Trouwens niemand hoeft dit te
lezen, je mag het gewoonweg overslaan met zijn Franse en Engelse citaten. Maar
het is typerend voor de mens die ik was en gebleven ben.
Ik weet ook dat enkel wat ik schreef overblijven
zal als ik er niet meer ben.
22-09-2013, 11:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-09-2013 |
Messe sur le monde |
Als hij vroeger - nu al jaren terug - onder de bomen van wat een immens
bos moet geweest zijn, elke zondag, precies op hetzelfde uur, met een paar
vrienden eenzelfde weg al joggend aflegde, dan wist hij, denkend aan Teilhard de Chardin, dat dit
lopen sa messe sur le monde, was.
Vandaag wandelt hij onder dezelfde bomen, langs dezelfde wegen en weet
hij in het suizen van de wind, in het strakke licht van de voormiddag, in de
roerloosheid van de natuur dat hij hier omringd is door de meest prangende, de
meest essentiële krachten van de natuur, haar beweging naar buiten en haar
beweging naar binnen: de bladeren die vergelen en de sappen die terug glijden naar
de diepste wortels.
De spanning die er van uitgaat en zijn weerslag heeft op de mens die er,
bewust van zijn kosmische binding, doorheen wandelt, maakt deel uit van de
essentie van ons bestaan.
Hij waagt het te denken dat het dit fenomenale is dat te interpreteren
is, elk op zijn manier, elk met zijn ingesteldheid, zich plaatsend, zoals hij
onlangs ergens las, entre le ciel
et la terre dans une vision cosmique de la création.
Een visie die opgesomd ligt in onze eerste kathedralen, in hun structuur
en hun ruimtelijke ordening of het onzichtbare verwoord door het zichtbare, in
een verbondenheid met het kosmische dat onze herkomst en onze bestemming is en
blijft, of het eeuwige van de onsterfelijke geest waaruit we allen zijn
opgestaan, de ene meer bewust ervan dan de andere.
21-09-2013, 11:41 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-09-2013 |
Gedicht gedacht |
Gedicht gedacht,
niet als Octavio Paz
waar beelden de ideeën zijn,
metaforen overal.
Ik niet geschreven wat ik dacht,
uit schuchterheid
mijn poëzie bedekt.
Nood hebben te bestaan,
poëet te zijn
noch min noch meer,
angstvallig woorden
bij elkaar gebracht,
een leven lang,
om nergens uit te komen.
Gedicht gedacht,
het morgenlicht gestild,
je honger,
zinnen uit de doos gehaald,
her-opgetuigd
te onvoldoende echter
te mateloos.
Gedicht gedacht,
maar niet geschreven
omdat woorden te meertalig zijn
om te begrijpen en te omvatten,
dan maar neergelegd naast mij,
in het bed of op de tafel,
onverrichterzake.
Het had gekund dat je Octavio Paz
niet zou gelezen hebben,
achtergelaten in de achtertuin
maar nu begrepen,
hij niet na te volgen
omdat te overweldigend.
Er is zoveel om te verzwijgen,
dan maar gedicht gedacht,
niet uitgebracht.
Matigheid is soms de regel.
20-09-2013, 11:38 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-09-2013 |
Het ondecodeerbare |
Niets staat vast, alleen dat de structuur van atoom,
elektron, Higgs deeltje en alle andere deeltjes, en de onvoorstelbare
oneindigheid van de Kosmos, dat dit alles in zijn totaliteit van in elkaar verweven
zijn, onvatbaar is, niet in te denken is, niet te ontcijferen is, omdat er
altijd een alles overtreffend, alles omgrijpend Element on-decodeerbaar blijven
zal.
En dit alles is te vatten in één grote massale
beweging, de uiterlijke eigenschap ervan. Maar het kan niet, dat de totaliteit
van de totaliteit ervan, geen alles omvattende eenheid zou kennen het Element
dat leiding geeft, dat alles houdt in één hand, in één punt, één centraal alles
omgrijpend punt.
Wij zijn deel én van de zichtbare Kosmos én evenzeer
van de onzichtbare Kosmos, die het zijnde is en zoals dit zijnde IS, is ook het
minuscuul deeltje ervan dat we zijn. We zijn zoals de Kosmos is, bewegend naar
buiten en naar binnen.
Welke zekerheid hebben we dan, dat wat binnen in onze
geest gebeurt en bestaat, het deeltje
dat we bij de geboorte en erna ontleend hebben aan wat bestaat in de Geest, de
Spirit van dat nimmer te begrijpen gelukkig maar Element in de Kosmos,
afgebroken zal worden met de dood, van ons en verdwijnen zal in het Niets als
dit Niets het on-ontcijferbare IS.
Dit is wat ik te zeggen heb vandaag. Een vreemd
gedicht in proza opgetekend, komende uit onze immer zoekende geest die tracht
de buitenste randen van ons bestaan hier op aarde af te tasten. Meer is het niet, al hebben we de hoop dat, als ons leven hier wordt afgebroken, het innerlijke van ons, de geest van ons, niet
zal worden opgelost, maar terug zal worden opgenomen in het Ondecodeerbare.
19-09-2013, 12:18 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-09-2013 |
Amor |
En als hij buiten komt voor het eerst sinds lang,
het eekhoorntje dat wegspringt voor hem, als hij naar de brievenbus gaat,
hopende op een brief komende van om het even wie uit het gewelf van de dagen, duikt in zijn gedachten de allerlaatste regel op -
voor mij de allerbelangrijkste - van Dantes Paradiso: LAmor che move il
sole e laltre stelle. En blijf ik me de vraag stellen, hoe ik het woord Amor begrijpen moet. Is het de Liefde
(van God) die het Heelal in beweging houdt, of is het de innerlijke Kracht in
het Universum aanwezig die alles levend en bewegend houdt?
Binnen terug,
neergelegen, wil hij deze idee van Dante gebruiken voor de woorden die gedrukt
moeten worden op zijn afscheidsprentje dat bij het buitengaan door vrienden en
kennissen zal worden meegenomen en misschien wel een tijdje bewaard. Een tekst
waarin hij duidelijk zijn geloof in het eeuwigheidsbeginsel van de geest neerschrijven
wil. In de morgen van een nieuwe dag zal hij schrijven:
'Geboren
uit de geest ben ik teruggeroepen naar de eeuwigheid van de geest, ai-je rendu
à son Propriétaire lesprit qui fut mis à ma disposition. Ik voel me er goed
bij. Ik ben nu los van alle pijnen, alle zorgen. Ik ben nu terug in en vermengd
met Hem, die de zon en de andere sterren in beweging houdt. Maar wie die Hem
is kan ik niet omschrijven, wel weet ik dat Hij IS dat Hij bewegend is, dat Hij
immer ende immer bewegend is, zo naar binnen als naar buiten'.
Het is maar een vluchtige idee, hij zal die nog
wel wijzigen in de komende dagen, hij zal er nog wel aan denken en erin de
zinnen verwerken die hij was het in
juli of augustus ? in enkele van zijn blogs heeft neergeschreven.
18-09-2013, 07:37 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-09-2013 |
Wachtende |
Een
blog is van het ogenblik. Is het opvangen van tal van woorden die je begroeten
zodra je neerzit voor je klavier, zoals een pianist die de eerste noten gaat spelen waaruit zijn
sonate groeien zal.
Waarom
hij het doet, waarom hij verder reikt dan die eerste noten is van de geest in
hem, in ons, is van wat in onze genen aanwezig is van de kosmos: beweging die
evolutie is en evolutie maar steeds meer, steeds anders, steeds gewaagder en
steeds in de richting van de waarheid die we wellicht nimmer bereiken zullen:
Ever learning and never be able
to come to the knowledge of the truth,
lees
ik in de King JamesBible van 1611, (2 Timothy: 3, 7.)
-
En het is de King James Bible die naast mij ligt omdat Steinbeck in zijn East
of Eden me wees op het bestaan ervan. Ondertussen is Steinbeck al lang vergeten
maar niet de Bijbel, die zal nog wel een tijd meegaan. Maar dit terloops.
Wat
ik echter zeggen wilde is dat het uit de zucht der bomen is boven en omheen mij, uit de aarde, uit de wolken
erover en de wind die van de zee komt, uit alle, maar dan ook alle omstandigheden die van uiteenlopende aard kunnen
zijn en dan ook, en niet in het minst, uit de drang, de je bezittende,
blijvend aandringende drang in jou - zelfs met de pijn (nog steeds) in je rechterhand - te
schrijven wat je te schrijven hebt. Je acte
de présence in deze wereld, waar je eigenlijk niet veel meer met te maken
hebt, noch met deze van vandaag, noch met deze van morgen.
Wachtende
elke morgen en hopende elke morgen, elk ogenblik van de dag en de nacht, op het ontwaken van
je geest van voorheen.
17-09-2013, 09:46 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-09-2013 |
De Leie en Octavio Paz |
Ik heb mijn lichaam niet in de hand, het regeert over
mij en belet me te schrijven wat ik zou wensen te schrijven maar dat niet komt.
De woorden zitten verscholen achter een donkere muur. Ik kan ze niet bereiken.
Ik wacht op het weinige dat komt, voldoende om te zeggen dat ik er nog ben, dat
ik nog zeggingskracht heb.
De laatste dagen, en nog, overheerste me de inhoud van
een boek, ook Octavio Paz liet een dichtregel na, Deze komt vooraan in zijn
Piedra del sol en wordt achteraan herhaald. Hij doet me denken aan de Leie, die
me altijd respect inboezemde omwille van de vele schrijvers die er hadden
gestaan, omwille van de vele schilders. Ik zat er ooit met de zoon van Saverijs
die me het landschap beschreef zoals hij het schilderen wou, maar hij beperkte zich
tot de paarden, de jockeys en de hoeden van de dames op de Waregemse koersen. Ik
stond er praktisch elke zondagmorgen, op hetzelfde uur met een goede vriend,
aan een bocht van de Leie waar we langs jogden, we keken er naar de reiger die
bijna even trouw er op post was.
Maar ik moet je nog die zin van Paz die door Laurens
Vancrevel als volgt werd vertaald:
Een loop van een rivier die slingert,
voortschrijdt, terugwijkt, overstag gaat
en immer aankomt:
een rustig voortgaan
En Octavio Paz:
Un caminar de rio que se curva,
avanza, retrocede, da un rodeo,
y llega siempre :
un caminar tranquilo
Het
is maandag vandaag, ik weet niet wat de dag brengen zal. Ik zou een veertigtal
gedichten willen bundelen, maar slaag ik er in, vandaag of morgen?
16-09-2013, 06:27 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-09-2013 |
Aan Stefan Hertmans |
Ik schrijf je elke dag, in gedachten, zonder één woord
uit te brengen.
Je boek ligt naast mij in de duisternis van de nacht.
Ik betast het. Ik voel de koele gladheid van de kaft tegen mijn gloeiende
handpalm, het is een kloppend hart, een rode gloed van woorden die zich in mij
hebben vast gehecht en zich mengen met mijn bruisend bloed.
Het ligt in mijn nabijheid in de dag. Een levend iets,
een aanwezigheid, een gezel. Ik verlies
me erin. Ik volg hem waar hij gaat, waar hij staat, groot in al zijn doen en
laten. Hij is deel van mij geworden. een onbekende is gegroeid in mij, een
Hertmans die ook de grootvader is waar hij over schrijft, onverbloemd, maar zo
stevig, zo alles gevend, zo helder en zo teder.
Het is geen boek over een overledene, het is een boek over
een levende.
Ik lees niet wat anderen erover schrijven, heb er niet
de minste nood aan. Ik weet dat het een groot literair document is. Enig,
origineel en verbijsterend geschreven, zoals alleen Hertmans het kan: Oorlog
en Terpentijn (De Bezige Bij, Amsterdam, 2013) ik ,kreeg het als geschenk van
een vriend, een trouwe lezer van mijn blogs.
15-09-2013, 11:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-09-2013 |
Flarden |
In het ziekenhuis trachtte ik Octavio Paz te lezen.
Zijn dichtbundel Zonnesteen Piedra del
Sol(Meulenhoff 1974), een tweetalige dichtbundel die ik gemakkelijk in de
hand kon houden. Ik besloot eruit, met het Spaans dat ik kon, dat poëzie niet
te vertalen is, maar de Nederlandse goede vertaling van Laurens Vancrevel, hielp
me de schoonheid van Paz enorm rijke woordenschat te bewonderen. Heb er zelfs
een paar zinnen aan overgehouden die ik later kan gebruiken, bij mijn hopelijk,
volgend gedicht over de Leie.
Thuis heb ik Hertmans gelezen. Flarden van zijn boek
drijven in mij, Ik sta met hem aan de brug van Tervaete in de IJzervlakte. Hertmans
beschrijft dit meesterlijk, haarfijn zoals zijn grootvader schilderde.
Ik heb naast het bedevaartsoord Oostakker, een plaats
gemeen met hem. Ik ook liep rond in De Pluim op de Vrijdagsmarkt om er etsplaten,
inkt en andere zaken zoals ijzerperchloride te kopen. Ik stond regelmatig precies
daar waar hij moet gestaan hebben om zijn aankoop te betalen. Ik zie hem dan
zoals hij zich geschilderd heeft op pagina 331van Oorlog en Terpentijn. Een
statig man, zoals ik me zie in hem, maar ouder.
14-09-2013, 11:32 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |