Gedicht gedacht,
niet als Octavio Paz
waar beelden de ideeën zijn,
metaforen overal.
Ik niet geschreven wat ik dacht,
uit schuchterheid
mijn poëzie bedekt.
Nood hebben te bestaan,
poëet te zijn
noch min noch meer,
angstvallig woorden
bij elkaar gebracht,
een leven lang,
om nergens uit te komen.
Gedicht gedacht,
het morgenlicht gestild,
je honger,
zinnen uit de doos gehaald,
her-opgetuigd
te onvoldoende echter
te mateloos.
Gedicht gedacht,
maar niet geschreven
omdat woorden te meertalig zijn
om te begrijpen en te omvatten,
dan maar neergelegd naast mij,
in het bed of op de tafel,
onverrichterzake.
Het had gekund dat je Octavio Paz
niet zou gelezen hebben,
achtergelaten in de achtertuin
maar nu begrepen,
hij niet na te volgen
omdat te overweldigend.
Er is zoveel om te verzwijgen,
dan maar gedicht gedacht,
niet uitgebracht.
Matigheid is soms de regel.
|