In het ziekenhuis trachtte ik Octavio Paz te lezen.
Zijn dichtbundel Zonnesteen Piedra del
Sol(Meulenhoff 1974), een tweetalige dichtbundel die ik gemakkelijk in de
hand kon houden. Ik besloot eruit, met het Spaans dat ik kon, dat poëzie niet
te vertalen is, maar de Nederlandse goede vertaling van Laurens Vancrevel, hielp
me de schoonheid van Paz enorm rijke woordenschat te bewonderen. Heb er zelfs
een paar zinnen aan overgehouden die ik later kan gebruiken, bij mijn hopelijk,
volgend gedicht over de Leie.
Thuis heb ik Hertmans gelezen. Flarden van zijn boek
drijven in mij, Ik sta met hem aan de brug van Tervaete in de IJzervlakte. Hertmans
beschrijft dit meesterlijk, haarfijn zoals zijn grootvader schilderde.
Ik heb naast het bedevaartsoord Oostakker, een plaats
gemeen met hem. Ik ook liep rond in De Pluim op de Vrijdagsmarkt om er etsplaten,
inkt en andere zaken zoals ijzerperchloride te kopen. Ik stond regelmatig precies
daar waar hij moet gestaan hebben om zijn aankoop te betalen. Ik zie hem dan
zoals hij zich geschilderd heeft op pagina 331van Oorlog en Terpentijn. Een
statig man, zoals ik me zie in hem, maar ouder.
|