Ik schrijf je elke dag, in gedachten, zonder één woord
uit te brengen.
Je boek ligt naast mij in de duisternis van de nacht.
Ik betast het. Ik voel de koele gladheid van de kaft tegen mijn gloeiende
handpalm, het is een kloppend hart, een rode gloed van woorden die zich in mij
hebben vast gehecht en zich mengen met mijn bruisend bloed.
Het ligt in mijn nabijheid in de dag. Een levend iets,
een aanwezigheid, een gezel. Ik verlies
me erin. Ik volg hem waar hij gaat, waar hij staat, groot in al zijn doen en
laten. Hij is deel van mij geworden. een onbekende is gegroeid in mij, een
Hertmans die ook de grootvader is waar hij over schrijft, onverbloemd, maar zo
stevig, zo alles gevend, zo helder en zo teder.
Het is geen boek over een overledene, het is een boek over
een levende.
Ik lees niet wat anderen erover schrijven, heb er niet
de minste nood aan. Ik weet dat het een groot literair document is. Enig,
origineel en verbijsterend geschreven, zoals alleen Hertmans het kan: Oorlog
en Terpentijn (De Bezige Bij, Amsterdam, 2013) ik ,kreeg het als geschenk van
een vriend, een trouwe lezer van mijn blogs.
|