Niets staat vast, alleen dat de structuur van atoom,
elektron, Higgs deeltje en alle andere deeltjes, en de onvoorstelbare
oneindigheid van de Kosmos, dat dit alles in zijn totaliteit van in elkaar verweven
zijn, onvatbaar is, niet in te denken is, niet te ontcijferen is, omdat er
altijd een alles overtreffend, alles omgrijpend Element on-decodeerbaar blijven
zal.
En dit alles is te vatten in één grote massale
beweging, de uiterlijke eigenschap ervan. Maar het kan niet, dat de totaliteit
van de totaliteit ervan, geen alles omvattende eenheid zou kennen het Element
dat leiding geeft, dat alles houdt in één hand, in één punt, één centraal alles
omgrijpend punt.
Wij zijn deel én van de zichtbare Kosmos én evenzeer
van de onzichtbare Kosmos, die het zijnde is en zoals dit zijnde IS, is ook het
minuscuul deeltje ervan dat we zijn. We zijn zoals de Kosmos is, bewegend naar
buiten en naar binnen.
Welke zekerheid hebben we dan, dat wat binnen in onze
geest gebeurt en bestaat, het deeltje
dat we bij de geboorte en erna ontleend hebben aan wat bestaat in de Geest, de
Spirit van dat nimmer te begrijpen gelukkig maar Element in de Kosmos,
afgebroken zal worden met de dood, van ons en verdwijnen zal in het Niets als
dit Niets het on-ontcijferbare IS.
Dit is wat ik te zeggen heb vandaag. Een vreemd
gedicht in proza opgetekend, komende uit onze immer zoekende geest die tracht
de buitenste randen van ons bestaan hier op aarde af te tasten. Meer is het niet, al hebben we de hoop dat, als ons leven hier wordt afgebroken, het innerlijke van ons, de geest van ons, niet
zal worden opgelost, maar terug zal worden opgenomen in het Ondecodeerbare.
|