 |
|
 |
|
|
 |
14-05-2013 |
Il fut un temps |
Er was een tijd dat ik mijn dag vulde met Dante en zijn Divina
Commedia, en de tijd dat ik hem een brief schreef:
Carissimo Dante,
De wijde, open haard
is de ziel van de kamer waar ik je Inferno lees. Ik ben er omgeven met de
Luikse bollenkast, de oude sofa en de zetels, de zware eiken tafel vol met
boeken over je werken, aan de muren hangen wat oude schilderijen en zijn er de
rekken boeken. en ook, en het verbaast je misschien, op de vensterbank liggen
de wondere stenen die ik raapte in de bergen.
Dit alles, en de
eenzame ligging van de woning in de nabijheid van een uitgestrekt bos la tua selva - vormt en voedt mijn
geestelijk landschap waar jij in optreedt en waar aan je woorden een volume
wordt gegeven waarin mijn adem zich mengt met die van jou.
Zo maakt de
woonkamer deel uit van wat ik ben en word en is ze bepalend voor hoe ik je terzinen
lees en wat ik er over schrijf en vooral bepalend voor het gevoel dat het me
geeft, samen met jou, jij toekijkend in de donkere hoek van de kamer, te
herlezen hoe je in verzen, je gedurfde pelgrimstocht door de Hel beschrijft.
Ik schrijf je deze
brief opdat je weten zou in welk oord en in welke omstandigheden je Commedia is
terecht gekomen, je oorspronkelijke Italiaanse versie en ernaast, want je
Italiaans evolueerde ondertussen, een drietal vertalingen die me helpen moeten de
zin van je woorden beter te begrijpen.
En geloof me ik heb
deze kamer broodnodig, om te volbrengen wat ik me voorgenomen heb, ze werkt
aanmoedigend en inspirerend. Ze heeft de inhoud, de soberheid en het antieke,
elementen die ik vermoed aanwezig te zijn geweest als jij aan het schrijven
waart.
Al wat ik zeg of
schrijf is aldus doordrongen van deze kamer en ik denk wel dat, vooraleer ik de
laatste van je honderd canti van je
Inferno zal verwerkt hebben, ik deze kamer in deze woning en het donkere woud
ernaast, meermaals zal opgeroepen hebben.
Er is ook op de
tafel mijn pc je kent dit wel ondertussen - waarop ik het grootste deel van mijn
woorden - sommige eerst in klad neergeschreven, het klad herdenkend en
herwerkend, andere rechtstreeks - overneem.
IK zeg je ook nog
dat je mijn leven grondig gewijzigd hebt, dat ik nu twee levens heb, een
alledaags leven vol materiele gedragingen en mijn leven met jou, hier in de
intimiteit en het eeuwenoude van deze kamer. Je woorden, hoe vreselijk ook,
herleven in mijn woorden zo helpe me de Muze die jou gezelschap heeft gehouden.
Sta me bij haar te roepen als het te moeilijk wordt voor mij.
Het werd na drie, vier pogingen een bundel van driehonderd paginas, die als ik het waag hem te heropenen dringend zou moeten herwerkt worden, herleid
tot honderdvijftig en eraan toegevoegd zijn Purgatorio en zijn Paradiso. Pas
dan zou ik mogen tevreden zijn over het gepresteerde. Pas dan zou Dante me niet
meer komen opzoeken in mijn slaap of op zijn plaats naast de haard. Niet
eerder.
14-05-2013, 00:12 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-05-2013 |
Ze speelde Bach die avond |
Ze
speelde die avond, achteloos,
haar
vingers aan de toets verloren,
wisten van
wie het componeren was,
van
wie het in elkaar verweven van ranken
en
voluten was, het onomwonden teken
van
haar innige intimiteit met Bach.
De
oude kloosterruimte overspoeld
met
bloesems, naar boven, naar beneden.
En
hoe witte parels over donkere tegels
opgesprongen,
uitgebold,
of
geest op geest geënt, een overgang
van
eeuwen meegeluisterd,
en
gekluisterd in de balken, vlinders
uitgedroogd
in spinnenwebben.
Wie
hoorde hoe de klanken spraken,
het
onvermogen te stijgen nog, al wilden we,
al
wilden allen die er waren. Om mogelijk
dichter
nog te komen, al waren we al dicht.
Die
avond heeft ze Bach gespeeld,
overrompeling
van regenbogen,
verwondering
te leven en het leven
uit
te schrijven in runentekens,
niet
meer wetende hoe Bach de klanken was.
13-05-2013, 05:12 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-05-2013 |
De gedachten werden droom |
Hij
ontmoette haar in de dreef naar het landgoed, een plaats waar hij haar nooit
had verwacht. Ze kwam naar hem toe gereden, zo maar alsof ze in een droom naar
hem toekwam, een nog jonge vrouw, haar witte sjaal als een vaandel achter haar
en hij herkende haar van ver. En toen ze dichtbij was haar gelaat, haar
verwondering, haar glimlach. En stond ze voor hem, met haar fiets aan de hand,
zo plots dat hij haar raken kon.
Geuren
als van lindebloesems over haar en een zin uit een of ander gedicht viel hem te binnen: de linde droop in
haar haar.
Een
paar dagen terug stond hij ook voor haar in haar boekhandel en kon hij haar
raken ook toen ze Le Passage dun Homme
in een papier wikkelde en hij zag hoe haar smalle vingers de verpakking dicht
maakte met een klever met een pluim er op en een naam in gouden letters.
Je
hier te ontmoeten en niet tussen boeken
zegde hij en hij keek haar aan zoals hij haar hebben wou, met enkele
ragfijne haren die losgekomen waren, draden van goud in het licht, bewegend.
Verbazend,
zegde ze, of stond het geschreven in het boek van de Heer waar je het over had
en wist je het dat we elkaar hier zouden ontmoeten?.
Ik
ontmoet je ook graag tussen je boeken hij kende niet haar voornaam maar het
zal wel Beatrice geweest zijn - maar hier is het duidelijk anders, hier zijn er
de geuren van de linden in bloesem, zijn er de vlinders en de eksters, hier is
er het wijde land, de velden van mijn jeugd en hier bloei ik open, ben ik een
ander mens, gevaarlijker dan tussen de boeken van jou.
Gevaarlijker?
Enkel
wat de liefde betreft, zegde hij.
Heb
het altijd gedacht dat je een dromer waart, zegde ze. als je binnen kwam
dacht ik de dromer is daar, hij zal me vragen of de sonate van Scarlatti
is, en ook zag ik het op de wijze waarop je de boeken nam en bekeek, het was
alsof je ze streelde.
Misschien
als ik bij jou in de winkel sta, maar hier is het anders, hier is er de openheid,
hier is veel mogelijk.
Hoe?
zegde ze, wat bedoel je?
Dat
ik liever hier sta met jou, hier onder de bomen, dan tussen je boeken.
Ze
keek hem aan, een blik waarin hij diep kijken kon.
Hier
te staan met jou, jij met je fiets, ik met mijn eenzaamheid, geeft me een
heerlijk gevoel. Hier ben je niet de vrouw die me Doubrovsky aanbeval, dit is
hier het eiland van de irrealiteit in het midden van de realiteit.
Hij
stond nu heel dicht bij haar, een vinger af van haar: geest hakend in haar
geest.
Het
is een vreemd land, zegde hij, een vreemd gebeuren.
Hoe
vreemd?, vroeg ze.
Ik
denk aan Kafka, zegde hij.
Aan
Kafka?
Hij
schrijft het in zijn dagboek. Hij was verliefd op een meisje en zij was
verliefd op hem, maar hij dacht dat hij niet in staat was lief te hebben en
toen zag hij haar met een andere die gebruik maakte van haar en haar kuste .
En?,
vroeg ze.
En
Kafka schreef dat het was alsof hij de lucht was langs waar hun lippen zich
ontmoetten.
Dit
is duidelijk Kafka, het ontroert me.
De
zin heeft me altijd ontroerd, zegde hij.
En
jij, zegde ze hebt me altijd geraakt als je binnenkwam.
Omdat
ik je kuste zegde hij, omdat ik de lucht kuste die tussen ons was en jij,
langs de lucht tussen ons, de kus op je lippen voelde.
Ze
wou antwoorden, maar hij schudde het hoofd.
Laat
het zegde hij.
Maar
het boek van Doubrovsky al is het goed geschreven, is niet veel zaaks.
Breng
het terug, zegde ze, dan voel ik je kus zoals niemand me ooit kuste.
Ik
breng het terug, heb er niets in onderlijnd.
En
leg iets klaar voor mij van Stefan Hertmans, gedichten van hem, zijn essays
bezit ik, en hij raakte even haar hand, even maar, even maar haar hand.
Van
Stefan Hertmans?, vroeg ze.
Ja,
ik heb hem beloofd dat ik hem zou lezen. Maar gedichten van Paul Auster zijn
ook goed.
Wanneer
wou ze vragen maar ze brak haar zin af.
Het
is een grote eigenschap van het toeval je hier te ontmoeten, zegde ze.
Toeval
was het niet, het was een afspraak die voor ons gemaakt was. Deze was nodig.
Onder
geliefden, dacht hij nog toen ze wegreed van hem, die we zouden kunnen zijn, maar
toch niet zullen zijn.
E l pensamento in sogno
trasmutai
Dante
Alighieri: Purgatorio, canto XVIII,145 : E l pensamento in sogno trasmutai
. En de gedachten wijzigden
zich in droom
12-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-05-2013 |
Bevinding |
Er
is niet één dag dat je vrij bent, niet één dag die je kunt laten voorbijgaan
zonder te schrijven, niet één adempauze, want daarna komt er een tweede pauze en
een derde en je bent hopeloos uit je ritme. Ik heb het dikwijls meegemaakt met
mijn dagboek. Maar met mijn blog waag ik het niet eraan te denken een dag over
te slaan. Dit
is het eerste waaraan ik dacht toen ik aan mijn blog begon. Maar nu is er ook
het gevoel iets gemist te hebben; voor het eerst niet aanwezig geweest te zijn
waar je had willen/moeten zijn en het knaagt aan jou. Je enig excuus was je
verkoudheid, je hoestbuien en de vermoeidheid die telkens opkomt in de namiddag,
maar was dit voldoende om niet te gaan?
Gisteren
waart je met de familie samen en iedereen was begaan met jou. Enkele jaren
geleden waart jij het die alles regelde en begaan waart met hen. En het
overkomt je nu en het was ook de eerste maal dat je er aan dacht dat je
daar zit als een soort peetvader. Iedereen is druk doende om je heen en jij zit
daar in de beste zetel en op de beste plaats. Je laat alles begaan, je hebt
geen enkel initiatief nog te nemen en je weet dat je raad, als je die zou
willen mede delen overbodig is. Je leven is geleefd. Je bent de zorg geworden
waar je te gast bent, en als het in de familie, bij de kinderen, oud en groot
en jong en klein is, heb je alleen nog vragen en zit je daar, luisterend en wegdromend,
als in de veilige warmte van een cocon. Je waart je er nog niet van bewust, tot
het gisteren, bij het huiswaarts keren, in de wagen doordrong tot jou: jij als
peetvader.
11-05-2013, 01:06 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-05-2013 |
Respighi |
Te ontwaken
met Klara en binnen te stappen, in i
pini di Roma, de pijnbomen van Respighi, de ruisende, zingende pijnbomen
van Rome. Ik weet weinig over Respighi, maar hij zat, zoals ik, voor zijn
klavier, luisterend naar het geruis van de wind, de inspirerende wind, in de
bomen, niet om het even welke wind maar een wind die Respighi inspireerde.
De bomen
voor mijn raam zijn als boom te hoog opgegroeid, te dicht in elkaar gegroeid,
ze vormen een haag van bijna twintig meter hoog. Wat erger is ze blokkeren des
nachts, mijn zicht op het schuiven van de sterren en de planeten, wat voor mij nog
erger is dan het opvangen van het licht van de morgenzon.
Gelukkig
leef ik ruim, nu ik terug op aarde ben, en dit na mijn opstijgen van de vorige
dagen: er is de wereld van de muziek, en de wereld van het woord en het is in deze
laatste waar ik me elke dag het langst ophoud.
Vandaag ook
was de morgen vol beloften, al is er nog steeds, ondanks de Avelox -
een antibiotica - die ik slik, die vervelende verkoudheid die niet wijken wil. Ik dacht
iets te schrijven over een boek van Hemingway dat nooit uit mijn
gedachten is geweest omwille van een gedicht van John Donne dat Hemingway erin
opnam. Maar in de loop van de dag heb ik ook nog getracht van enkele fotos te maken
die me in de war hebben gebracht en For
whom the bell tolls is blijven liggen voor een andere dag. Hopelijk is hij
er morgen nog, of komt hij terug op een ander ogenblik als ik ga neerzitten
voor het klavier, zoals Respighi in zijn grote dagen.
Maar
spelen doen we beiden, soms heel ernstig, hij met klanken, ik met woorden. Het
verschil tussen muziek en woord is heel klein, wat overeind blijft op het einde van de dag, komt uit de ongrijpbare,
onverklaarbare geest die in de bomen drijft, over de velden, de stromen en de
zeeën, over de bergen, over de steden, de dorpen. Geest is alom aanwezig, zoals
het ruisen van de wind in de bomen waar ik woon.
10-05-2013, 00:13 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-05-2013 |
Christian de Duve (2) |
Want
de religieuze mens is hij die achter deze zintuiglijke waarneembare wereld, een
hogere geestelijke realiteit, een werkzame aanwezigheid vermoedt, die hij zal
trachten te begrijpen, ook al weet hij dat hij haar nooit volkomen zal
omvatten, en met wie hij zich vereenzelvigen wil, al blijft hij zich bewust van
zijn onmacht en begrenzing. Dit zijn de woorden
die Gérard Bodifée
ging halen bij Max Wildiers, en ook:
Dat
de natuurwetenschappen bezig zijn heel ons wereldbeeld te veranderen en dat de
stille revolutie die thans gaande is, juist in de natuurwetenschappen haar
vertrekpunt heeft.
Christian de Duve
was ook die mening toegedaan. Als ik zijn boek lees en dan vooral waar hij het
heeft over God ik denk dat hij dacht aan een figuur als God als hij sprak
over lUltime réalité dan was hij
een religieus mens.
De Duve zegt ook - of is het Wildiers die het zegt? nous commençons à avoir une idée de ce qui se cache derrière des
entités telles que le cosmos, la matière, la vie et la pensée
Même si cette
explication est loin dêtre terminée, rares sont ceux qui doutent quelle soit
en train de nous rapprocher de la réalité derrière les apparences. En verder: het religieus gevoel beantwoordt een
authentieke nood in de mens. Het is de uitdrukking van onze verwondering, onze
verlangens en onze verwachtingen. We moeten de klederen waarmee we dit religieus
gevoel omhangen wijzigen. Maar we moeten deze gevoelens niet schrappen of niet
verstikken. De toute façon, nous en sommes probablement incapables.
Ik overloop hier
niet het volledige boek van Christian de Duve. Ik wil er nog slechts een zin
uit halen die ik enorm belangrijk vind:
LUnivers a donné la vie et la pensée. Par conséquent, il a dû les
avoir potentiellement depuis le Big Bang.
Ik, die me iets
meer mag permitteren dan de Duve, wens er zelfs aan toe te voegen dat het Universum
er is omwille van de gedachte, omwille van de geest in de mens. Had de geest
van de mens er niet geweest er ware ook geen Universum geweest of in elk geval
niemand zou het geweten hebben.
En voor mij is dit
een belangrijke vaststelling, de belangrijkste van al wat ik ooit geschreven
heb of nog schrijven zal.
Gérard
Bodifée: Zo vrij is de mens : Max Wildiers, Kerngedachten uit
zijn werk Uitgeverij Pelckmans, 1996
09-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-05-2013 |
Christian de Duve |
Christian
de Duve stapte uit het leven, hij was 95. Hij was gevallen en kon alleen niet
opstaan. Hij vond dat hij genoeg geleefd had. In elk geval de beslissing,
onverwijld de dood in te gaan is niet aan iedereen gegeven. Er is voorzeker
heel wat moed en beslissingskracht toe nodig. Het te denken, tot daar nog,
allen denken we er wel eens aan, maar de dag uit te kiezen en de idee uit te
voeren en, gelukkig te zijn de wereld te verlaten, is alleen aan sterke
karakters gegeven.
Hij
zou gezegd hebben - aldus het artikel in
De Standaard dat hij niet geloofde dat
er na de dood nog iets volgt: Als ik verdwijn zal ik verdwenen zijn. Dan is er
niets meer.
Wat
dit betreft, je vergiste je, je vergiste je schromelijk. Het feit dat ik hier
een gesprek heb met je gedachten die je etaleerde aan de mensheid in je A lécoute du Vivant is er het bewijs
van.
Ik
heb je enkel gekend via je woorden, via je geest, en dit blijft zo. En zo lang
ik er zal zijn en je wijze woorden indachtig zal zijn, blijft je geest levend.
Je dood, Christian de Duve, is het begin van een nieuw leven, je zult nooit zo
levend zijn geweest als de komende dagen als velen teruggrijpen zullen naar wat
je schreef en (terug) ontdekken wie je waart.
Je
voorzag dat de Apocalyps op ons afkomt als het zo verder gaat met de wereld. Ik
weet niet of je toen gedacht hebt aan de dreiging van zij die hier rondlopen - en
dichter en talrijker op ons afkomen - die geloven dat er maar één God is en dat
hij 'akbar' is, dat hij de grootste is. Of course als er maar één is. Maar
jij, als mens van de wetenschap zult wel andere dingen op ons hebben zien afkomen
die de wortels van de Apocalyps in zich dragen.
Ik
herlas de door mij, tien jaar geleden, met potlood onderlijnde teksten, in je hoofdstuk: Et Dieu dans tout cela?, en als ik naga wat ik de laatste tijd
hierover in mijn blogs heb geschreven, dan lig ik op een zelfde lijn met jou. Niet
dat ik je overgenomen heb, maar ik ben uitgekomen waar jij bent uitgekomen. Maar ook een stap nog verder gegaan, ik heb Jean Guitton gevolgd die schrijft dat lesprit et la matière forment une seule et
même réalité (Dieu et la Science), maar dat zal ook wel een idee van jou geweest
zijn. En
ik herneem hier die schitterende laatste zin uit dat boek van jou:
Exceptionnellement, je me suis senti proche de quelque chose dineffable,
totalement mystérieux mais réel, du moins pour moi, une entité quà défaut dun
meilleur terme, jappelle lUltime Réalité.
LUltime Réalité,
deze van ons allen, waar jij nu bent heen gegaan, meer levend dan ooit.
08-05-2013, 04:39 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-05-2013 |
Blogs van 2012 en van vroeger |
Wat doe ik
met de blogs die ik schreef in 2012. Laat ik die zoals ze zijn, opgeslagen op
mijn laptop of PC, of doe ik de moeite deze te herlezen, op te kuisen en te
laten bundelen op een eenvoudige wijze; laat ik ze los en dwarrelen ze weg lijk
bladeren in de herfst of red ik ze van de ondergang?
Mijn woorden
werden in omloop gebracht, verdienen ze meer dan een vluchtige verschijning en
is het nodig/wenselijk ze een langer leven dan de bladeren in de herfst mee te
geven?
De wereld
zwijgt als ik de vraag stel. Ik zelf weet niet wat het me kosten zal aan tijd
en inspanning indien ik eraan beginnen zou mijn blogs van 2010 tot einde 2012
te herzien en te bundelen, al was het maar voor de kinderen en nu ook al, voor
de achterkleinkinderen.
Van hen alleen zou ik durven verwachten, dat ze later,
als de tijd er voor gekomen is, de essentie van wat ik schreef hernemen zouden
in hun geschriften, zoals ik verneem van een groot schrijver van bij ons dat
hij het dagboek van zijn grootvader, frontsoldaat in 1914-18, heeft te boek
gesteld onder een veelzeggende titel die verwijst naar wat achter blijft van
een passage in zijn grootvaders leven.
Of, want er is geen alternatief, laat ik de woorden
die geschreven staan aan hun lot over, of ze nu worden opgehemeld na mij of
vergaan in het stof, wat belang zal het hebben, ze zijn gedacht geworden en in
woorden omgezet, ze leven in mijn elektronen die andere elektronen zullen
ontmoeten en bevruchten, ze zijn onsterfelijk als elektronen van de band geest
die om de aarde zweeft, niets gaat verloren.
Misschien, zal gezegd worden dat ik te ver vooruit
liep op mijn tijd, misschien dat ik rondliep als een verlichte, maar duidelijk
in de duisternis bleef. Ikzelf zal het
nimmer weten.
Al weet je maar nooit waar gedachten, meegenomen door
de wind, terecht kunnen komen?
Ik las vandaag dat Nobelprijswinnaar (jonkheer) Christian de Duve
uit het leven is gestapt. Hij was 95 en op de sukkel, alhoewel zijn
autobiografie Sept vies dans une net
verschenen was bij de uitgeverij Odile Jacob.
Ik bezit van hem A
lécoute du vivant(Odile Jacob, 2002). Ik zie nu dat ik op het einde van
zijn boek - dat ik las in 2003 - in potlood heb toegevoegd: Document honnête dune grande valeur
scientifique et visionnaire. Je my retrouve à 100%, surtout lorsquil dit quil
faut dématérialiser la matière (p.356) et que les réligions doivent se
débarasser de leurs croyances mythiques, mais en conservant intact le sens du
sacré.
07-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-05-2013 |
bereshit bara elohim |
Het gebeurde
ooit, lang geleden, dat de schrijver van het Boek Genesis, duidelijk in een
goede dag zijnde, in onuitwisbare inkt
zijn drie eerste woorden neerzette: bereshit
bara elohim. Waarmee hij op een duidelijke wijze stelde dat het Elohim was
die alles geschapen had.
Hij
formuleerde dit in wondere conventionele tekens die door ingewijden konden
begrepen worden en in andere talen en tekens omgezet. Zo werd bereshit bara elohim omschreven als in den beginne schiep God. Wat Hij
schiep werd het Universum, het zichtbare, Hijzelf was en bleef onzichtbaar in
het zichtbare.
Een andere
schrijver, een oosterse filosoof, ging een stap verder en hij schreef: in den beginne was het Woord. Maar wat
of wie het Woord was werd niet gepreciseerd, wel wat het Woord werd.
De tijd, ce grand sculpteur
van dingen en van gedachten, schoof andere ideeën binnen, meer precieze
formuleringen, namelijk dat het beginnend Universum bestond uit minimale
deeltjes die de bouwstenen waren waaruit dit Universum is tot stand gekomen.
Maar de vraag of deze minimale deeltjes er waren in den beginne of er niet
waren in den beginne blijft nog steeds onbeantwoord.
Waren ze er
nog niet, dan werden ze geschapen en ontstonden ze uit het niet. Waren ze er
aanwezig in den beginne, dan waren ze er ofwel samen met het Woord, ofwel waren
ze de materiële vorm van het Woord.
Waren ze de
materiële vorm van het Woord, dan kon het dat er in den beginne een Universum in potentie was dat het Woord was. En wat meer is, dan waren deze
minimale, amper, of zelfs niet waarneembare deeltjes, deeltjes van het Woord.
Het is,
zoals een stelling in het gebied van de mathematica, deze echter kan bewezen
worden.
06-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-05-2013 |
Oud worden (2) |
Oud worden en jong blijven, er is geen andere uitweg,
iets voor een lijfspreuk, iets om bovenaan elk blad, of beter nog als filigraan
binnen het blad neer te zetten. Men zegge het voort, men proclamere het.
Er is een massa energie voor nodig, ook voor de twee
oude canadas in de tuin van mijn gebuur is die energie meer dan nodig om lijk
een jong veulen terug te botten, in blad te komen en te bloeien. En het zijn
dezelfde krachten die aan het werk zijn bij mij als bij de bomen, komende uit eenzelfde
wondere bron. En we zien het met gesloten ogen, het komt in de verste verte
niet op bij ons om het als wonderlijk te zien, durven er zelfs niet aan denken
en ik herhaal me en blijf me herhalen dat die bron goddelijk kan of zelfs moet
zijn.
En met goddelijk bedoel ik hoegenaamd niet, gebonden aan een God,
welke menselijke naam hij ook dragen moge, maar verstrengeld met Iets dat ons
overstijgt tot in het onbegrijpbare Punt van het Onbegrijpbare, het meer dan
kolossale dat aanwezig is volledig en voltooid in elke atoom.
Er komt een dag voor de mens dat hij er zal van
doordrongen zijn, dat de energie in hem, in de natuur, in het ganse Universum
en in alle Universa er naast - als die er zouden kunnen zijn ook aanwezig in
het door mij geliefde Higgs deeltje; dat die energie een en dezelfde is, leven gevend,
leven bezittend, er zijnde zonder er te zijn, controlerend zonder te
controleren.
Dat de mens bewust zal zijn, zo dat hij er zich zelfs
geen vragen meer zal over stellen omdat hij méér dan weten zal - zoals de
vogels in mijn tuin weten om hun gezang te beginnen, een fractie van tijd voor
de zon de horizont bereikt - dat deze
energiebron, zijn oorsprong is en zijn bestemming wordt.
Of het Omegapunt van Teilhard de Chardin, vergeten in
het gebazel van de nieuwe elite, de het-elitaire-in-de-mens schuwende massa.
Dit moest me van het hart, vooral mijn laatste zin
05-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-05-2013 |
Oud worden of oud zijn. |
Oud worden of oud zijn, het verschil is niet zo groot tussen het worden en het zijn, maar
het worden heeft nog perspectief, het zijn is een toestand die riskeert
faliekant uit te vallen.
In feite, voor iemand van jaren zoals ik, is het faliekante ervan even
groot maar de ingesteldheid is anders, in deze zin, dat ik, dankzij mijn blog,
elke dag wordende ben, dat mijn ingesteldheid elke dag zich wijzigt, of wat
romantischer is - dat ik elke dag heropsta uit mijn as om te worden wat mijn
blog wordt.
Natuurlijk zijn het maar wat woorden is het maar wat literatuur:
Maar mijn grote vriend, Dante Alighieri, wist dit maar al te goed als hij
luistert naar de stem van Vergilius die hem duidelijk maakt dat het niet tussen
de lakens is, of liggend op de sofa dat je eer en roem verwerft; en mijn even
grote vriend van (te) vele jaren terug, Louis Pauwels, wist dit ook als hij het
had over wat rater laube betekende.
En als ik beiden, mijn vrienden noem zelfs al was het niet wederkerig
- dan is het omdat ik lange tijd hen bij mij heb gehad, was het niet op mijn
bed of tussen de lakens, dan toch heel dicht bij mij, op mijn nachttafel of wat verder op mijn
schrijftafel.
Zo laat me verder oud worden zonder oud te zijn, ik voel me er goed bij
en wens het zo te houden.
04-05-2013, 06:53 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-05-2013 |
Vreemde Poëzie |
The hand that guides the brush has already caught and
executed what floated before the mind at the same moment as the mind began to
form it, and in the end the pupil no longer knows which of the two mind or
hand was responsable for the work.
Eugen Herrigel:
Zen
in the Art of Archery, p. 60.
Het
was een vreemde blog die ik gisteren schreef.
Bij
het herlezen ervan vroeg ik me af zoals Herrigel
- of ik wel wist wie de schrijver ervan was? Karel of Ugo of nog een derde, een
uitdager, een Auster, een Hertmans, die me beroeren met hun woorden zodat ook
ik, een poging doe, hun visie op poëzie die ik met hen delen wil, te volgen.
Want
de tijd dat een gedicht begon met het gezang van de vogels, de tijd van Poeskin
en zijn: Zing, zwaluw, zing, zing mijn
hart tot rust, waarvan ik de Russische tekst nog ken de enige die
overbleef is ver voorbij.
Ik
dacht eraan deze morgen toen ik, verloren in mijn dagboek van de Economist had twee dagen in te halen
plots na meer dan een uur intens schrijven, geconfronteerd werd met het
morgenlicht en met de zin van Louis Pauwels die ik hier herhaal omdat hij in
mij staat gebrand zoals een tatoeage qui
rate les aubes rate sa vie. (Bel
of mail me als je wenst te weten waar je die zin oprapen kunt. Tenminste zo je
hem waardig vindt in je spiritueel kraam).
Maar
ik had het over poëzie, die vandaag vele wegen uit kan als ik de recensie open van Luuk Gruwez het
is heel wat geleden dat ik hem nog eens vernoemde waar hij het heeft over een
jonge dichteres, Maria Barnas en haar bundel: Jaja de oerknal (Arbeiderspers, 48 blz.,18,95). Zoals altijd is
het heel degelijk wat Gruwez ons voorhoudt, en de versregels die hij aanhaalt halen
een schoonheid en wijzen in een richting die veel leesbaarder zijn dan die van
mij.
Maar
bij regels als het betreft de kinderen
en niet op het kleed poepen / en er met de trein doorrijden heb ik wel
enige bedenkingen, zoals Gruwez trouwens.
We
kunnen dus met poëzie in vele talen overweg. Ik wil er enkel de nadruk opleggen
dat er heel wat moed en heel wat inspanning vereist is om tussen je dagelijkse
bezigheden van moeder en huisvrouw nog aan poëzie te doen en erin te slagen een
dichtbundel uit te geven. Als er dan iets uitlekt over wat de kinderen durven
nalaten, dan is haar dat zeker vergeven.
En
er is toch iets belangrijks gezegd over haar werk, en dan nog door Luuk Gruwez
en in de Standaard van 26 april en dan nog op het kaft, met de vogels van HItchcock over een verbijsterend Heelal. Dit
zijn woorden van Gruwez.
03-05-2013, 00:19 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-05-2013 |
Evenmin |
(Geïnspireerd
op het gedicht Neither van Samuel Beckett):
We zullen
wel nooit
een neither-gedicht schrijven
zoals
Beckett het onverwoorde
te
verwoorden wist, niet te begrijpen
omwille van
zo alles zeggend
in niets betekenende
zinnen
alsof een
kosmische boodsvchap
erin
verscholen
en toch ook
niet, weergalmend,
wel de dood.
Nooit een abstract
in woorden schilderij
gaan schrijven waar kleur en vormen weggelaten
om even maar
wie we waren,
even, dit terzijde.
We zullen
wel nooit een neither-gedicht
schrijven,
al wilden we om het ontzaglijke
van dit
leven dat ons omkneld
hier houdt
en toch
bewegen laat
in een eigen eigenzinnigheid,
vertellen
we.
Geen
neither-gedicht om op te vallen
om er naar
uit te kijken, om er slapen
mee te gaan,
onverlet,
onverlaten,
on-overeenstemmend
en toch
zoekend
naar de zin
van zovele sterren
in oertijden
neergezet,
beangstigend.
En wij,
innerlijk enorm nochtans
omdat we
alles beluisteren, bekijken kunnen,
opentrekken,
verzegelen en dichter brengen
tot ons
binnen, en begrijpen,
of niet begrijpen
kunnen.
dan
o zo teder, zo losjes
het licht wegdeemsterend
op dat achteloos evenmin
niet uit te spreken
thuis
Maar een neither-gedicht zullen we wel
nooit schrijven,
al wilden we
opstijgen
kunnen om ons te verliezen
een nimmer
te vergeten
ogenblik,
toch
vergeten.
Gedicht
geïnspireerd op het gedicht Neither van Samuel Beckett. Je vindt het verhaal,
de oorspronkelijke Engelse tekst en de vertaling ervan in de schitterende
essaybundel van Stefan Hertmans: Het
putje van Milete, uitgegeven door
Meulenhoff Amsterdam, 2002.
Van
Hertmans nam ik alleen de titel over: Evenmin als vertaling van Neither
02-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-05-2013 |
Hoe de dingen? |
Cómo seràn las cosas
cuando no las estamos mirando?
Hoe
zullen de dingen zijn als we er niet naar kijken, is de vraag die José Saramago
zich stelt in zijn Cuaderno.
Hoe
is de bocht aan de Leie waar ik jarenlang elke zondag met de vrienden even ben
blijven stilstaan, of hoe is de bank in San Juan waar ik neerzat om te lezen of
te schrijven, of hoe is la plaine de la Lé in Zinal, als ik er aan denk
zonder er te zijn?
Ik
heb me dit, zoals Saramago, dikwijls afgevraagd, wel wetende dat die dingen zijn
zoals ze zijn of ik er nu ben of niet ben.
Maar
er is een andere vraag die ik me blijf stellen, welk is het belang van al die
dingen indien ik er niet zou zijn, of beter welk is het belang van het
Universum als er niemand, noch hier noch elders, zou zijn om er zich vragen
over te stellen?
En
dan kom ik tot een totaal ander antwoord. Namelijk dat de mens er is, precies
opdat er vragen zouden gesteld worden, precies opdat we ons zouden afvragen
welke de reden is van ons bestaan hier in de onmetelijkheid van de Kosmos.
Ik
lees dit ook bij Titus Burckhardt
in zijn vraag naar de mystiek van de astrologie. De mens, gezien door Ibn
Arabi, zegt hij, was niet alleen het centrum van de Kosmos toen de aarde nog
het centrum was maar is, toen geweten was dat de aarde omheen de zon draaide,
in die centrale positie gebleven.
Kunnen
we dan zeggen dat de dingen er zijn, enkel en alleen omdat de mens er is. Want
ware de toeziende en zich vragen stellende mens er niet, wat maakt het uit of
de dingen er zijn of er niet zijn.
Er
zijn ontelbaar vele zonnen met planeten omdat we nu weten dat ze er zijn. Ze
waren er ten tijde van Dante en toch waren ze er niet omdat niet geweten was
dat ze er waren.
Zo
denken we dat de denkende mens hier is opdat hij én getuige zou zijn van het
bestaan van het Universum én zich vragen zou stellen hoe het er is en hoe het
er kwam.
Als
men de fotos ziet genomen door de Hubble telescoop en het beeld genomen
380.000 jaar na de Big Bang, als men oog heeft voor de structuur van het atoom
en weten wat te weten is over het Higgs deeltje, is het dan zo verbazend dat
men zich vragen gaat stellen over Hij of Zij of Het die dit alles concipieerde.
De
vraag niet stellen en niet zoeken naar een antwoord is de geest van de mens
onwaardig. Even onwaardig is te zeggen dat er nada de nada is, zoals José Saramago, dit is maar al te
gemakkelijk.
The fact that the terrestial position of the human
being, serving as the fixed point to which will be related all the movements of
the stars, here symbolises the central role of man in the cosmic whole, of
which man is like the goal and the center of gravity.
01-05-2013, 06:33 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-04-2013 |
Je bent niet veel |
Je bent niet veel als je
verkouden,
de dag ziet opengaan
en weer zich sluiten,
alsof er geen tijd
was heengegaan,
geen ogenblik van uur
werd opgeschreven,
wel de koorts getekend
in je ogen:
maar, waar je ligt,
je wel kunt denken
aan de bergen,
en de vlakte na Zinal - la plaine de la Lé -
de stroom er door,
die van de gletsjer komt,
de zang van water
en van luchten,
en van het licht erover de verwondering.
je waart er in de winter,
in de lente en de zomer,
je waart er in de herfst,
Je bent er nu, terug
in opgenomen en meegevoerd
springlevend zoals vroeger
zelfs, al ben je maar,
zo staat het nu geschreven,
een hoopje mens.
30-04-2013, 04:26 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-04-2013 |
Elitair willen zijn |
De fout die ik bega met mijn teksten die als
blog verschijnen is aan literatuur te willen doen. Een hoogvlieger te zijn en
niet, wat interessanter zou zijn, de aarde te frequenteren. Maar literatuur
bedrijven is van bij de aanvang mijn hoofddoel geweest en dit is gebleven, wat
soms hopelijk niet altijd? mijn teksten ontoegankelijk maakt omdat ze, een
op het randje af, transcendente instelling vragen.
Nu, ik schrijf voor een zeer beperkte kring, die
ik veel ruimer wou en dacht mettertijd te zullen krijgen, maar ik moet het
stellen met de lezers die ik verdien. Het weinige succes dat ik heb is een
vingerwijzing voor de inhoud van wat ligt te wachten, verspreid over heel wat
plaatsen, fragmenten die nog in elkaar moeten geschoven worden.
Ik lag deze namiddag van 28 april in de zon,
denkend aan wat mijn leven is geweest en ook het gevoel hebbende dat ik nog
geen einde zag aan mijn dagen. Gebrek aan nederigheid natuurlijk. Maar de lente
omheen mij en de tuin die tot leven komt zijn er de oorzaak van.
Dus laat het altijd lente blijven, de lente van
Vivaldi
29-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-04-2013 |
Fragment uit mijn boek |
Het was op een morgen in de lente dat hij,
komende uit de bevangen geslotenheid van het Centraalstation van de
Noord-Zuidverbinding, de trap opliep - hij had Pasternak gelezen in de trein -
en toen hij buitenkwam in het grote licht, een gevoel van volheid en totale
onkwetsbaarheid hem overviel.
Een fractie slechts duurde dit, maar het kan ook
dat de tijd een fractie stilstond voor hem, dat de tijd hem doorlichtte zoals
het ook gebeuren zal het allerlaatste ogenblik van zijn bestaan, waarna hij openspatten
zal in miljoenen flitsende deeltjes die in cirkels en spiralen en gebogen stippellijnen
zich mengen zullen met de deeltjes van wat hij denkt de Grote Allesomvattende
Geest te zijn.
Dit plotse visioen van het opgezogen worden,
versplinterd en toch samenhangend, zijn geest gegrift op de bewegende geest van
het levend Universum, is gebleven en het is in dit geloof dat hij verder leven
wil.
Maar het heimwee naar een wereld waarin de
hemelen de glorie van God verkondigen kent hij niet meer, omdat die hemelen hem
niet meer voldoen.
Het is een ingesteld zijn op het onmetelijke en
onherkenbare Absolute van het leven dat ons, als mens, spiritueel in beweging
houdt, dat ons vormt en ons voortstuwt op de weg naar het Omega-punt. Het is
dit op-weg-zijn-naar dat zin geeft
aan ons bestaan. Hij, die hierover heeft nagedacht alvorens er aan te beginnen
en alles geregeld heeft opdat het verder in beweging blijven zou ook de
creatieve mens is hier in begrepen - is nu rustende. Onnodig Hem nog wakker te maken, wat Hij
begonnen is, is de perfectie zelf, gemaakt om autonoom verder te evolueren, en of
we ons naar het Oosten richten of niet ook elke kerk is gericht naar het
Oosten - heeft geen belang.
28-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-04-2013 |
Humility |
En dan het vers in het stripverhaal dat ik al zo
dikwijls heb herhaald gedurende de zovele jaren dat ik T.S.Eliot lees en
citeer:
The only wisdom we can hope to acquire is the wisdom of humility:
humility is endless.
T.S.Eliot, wie zorgde ervoor dat ik het
(onverzadigbaar) geluk heb gekend je te lezen? Want had ik je niet gekend, ik zou
niet geweest zijn wie ik ben, niet geschreven hebben wat ik schrijf en hoe ik schrijf.
Of, ben ik dan ook schaamteloos elitair?
En nu ik dit Nero-verhaal terugvond verbazend
dat Marc Sleen T.S.Eliot opnam in zijn verhaal - bestaat er ook een onzichtbare
band tussen al degenen die Eliot in hun hart en vooral in hun geest dragen en kan
het dan dat ik dit jaren geleden heb in gekleefd opdat ik het zou overnemen in mijn
blog van 20 april?
Is het in twijfel trekken van wat men toeval
noemt en het laten uitschijnen dat er een andere macht in het spel is, deze van
de omstandigheden en nog iets in meer, is dit wel een voorbeeld van
nederigheid?
Is het ook wel nederigheid te spreken over wat ik
las en heb opgeslagen; is het nodig dit alles te etaleren en te gaan vermengen
met wat er zich binnen in mij afspeelt of anders gezegd mijn (te weinige)
kennis te gaan versieren met flarden uit mijn jeugd, uit mijn liefdesleven?
Is het wel nodig zich te tonen zoals ik ben in mijn
Blog/Boek en dan uiteindelijk toch het meest intieme te verbergen, het
alledaagse dat van ons allemaal is, te verzwijgen; niet te schrijven dat ik opsta
en ontbijt en de rest, maar dat ik wegrijd met een laatste zin in mijn hoofd
die blijft terugkomen, zelfs al verdwijnt hij soms voor ogenblikken, maar me
toch bij blijft waar ik ook ga of wat ik ook doe?
Het is wel niet zoals bij Rubinstein die opstaat
met het pianoconcerto van Chopin in zijn hoofd, ontbijt, telefoons ontvangt en
onderwijl in zijn onderbewustzijn, het concerto verder speelt om, naar het
einde toe, het terug bewust op te nemen. Maar ik ook schrijf verder zonder pen
in de hand. Ik ook zie, al is het soms aarzelend, hoe ik verder kan. En als ik
dit hier opteken is dit dan wel een vorm van nederigheid?
Het kan goed zijn dat ik hierover reeds een blog
heb geschreven - het kan niet dat ik langer dan een jaar zou gewacht hebben om
te spreken over de nederigheid van Eliot - maar dan zal wellicht niet het Nero-stripverhaal
er de aanleiding toe geweest zijn.
27-04-2013, 00:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-04-2013 |
Katten en schrijven |
Jennifer Egan, schrijfster van de
alom geprezen roman Bezoek van de
knokploeg een van de boeken van 2011 bekroond met een Pulitzerprijs
dat ik volgens de Standaard zou moeten kennen en niet ken, tot mijn spijt,
leert me, dat, na het schrijven van de eerste schets, het lastige gedeelte er aan komt, proberen te begrijpen wat ze gecreëerd heeft
en het desnoods zeventig keer herschrijven tot ze tevreden is.
Ik hoef dus niet te wanhopen, ik ook zit met een
massa teksten, die ik tracht in een goede volgorde samen te brengen en er tot
vandaag nog niet in geslaagd ben een rustgevend resultaat te bereiken. Ik
heb wel de eeuwigheid voor mij, maar zeventig maal opnieuw herbeginnen schijnt
me lichtjes overdreven.
Dit is niet het enige dat ons scheidt, Mevrouw
Egan bezit drie katten die haar in een zekere mate helpen bij het schrijven, omdat
de katten haar verankeren op haar stoel, wat haar belet op te springen als ze
er soms de brui aan geeft om verder te schrijven.
Ik heb enkel de katten van de gebuur, deze komen echter niet dichter dan de tuin, maar van het ogenblik dat ze de deur horen open gaan zijn ze er om me te groeten. Maar ze aaien dulden ze niet, ze blijven trouw aan hun meester en een grote hulp bij het schrijven zijn ze evenmin.
Ook ben ik niet zinnens beroep te doen op welke katten ook.
26-04-2013, 00:20 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-04-2013 |
Tussendoor |
Tussendoor duikt in
mijn gedachten de allerlaatste regel op - voor mij de allerbelangrijkste - van
Dantes Paradiso: LAmor che move il sole e laltre stelle. En
blijf ik me de vraag stellen, hoe ik het woord Amor begrijpen moet. Is het de Liefde (van God) die het Heelal in
beweging houdt, of is het de innerlijke Kracht in het Universum aanwezig, die
alles levend en bewegend houdt?
Ik mengde deze idee
met de tekst die ik schrijven wil om gedrukt te worden op mijn doodsprentje dat
bij het buitengaan door vrienden en kennissen zal worden meegenomen en
misschien wel een tijdje bewaard. Een tekst waarin ik duidelijk mijn geloof in
het eeuwigheidsbeginsel van de geest neerschrijven wil:
Geboren uit de geest ben ik teruggeroepen naar de eeuwigheid van de
geest, ai-je rendu à son Propriétaire lesprit qui fut mis à ma disposition. Ik
voel me er goed bij. Ik ben nu los van alle pijnen, alle zorgen. Ik ben nu
terug in en vermengd met Hem, die de zon en de andere sterren in beweging houdt.
Maar wie die Hem is kan ik niet omschrijven, wel weet ik dat Hij IS dat Hij bewegend
is, dat Hij immer ende immer bewegend is naar binnen en naar buiten.
Ik schrijf dit neer,
gezeten onder de dennen, het is een schitterende morgen en het grote leven
overvalt me, houdt me in zijn greep. Zaadjes kringelen naar beneden, vallen
neer voor mijn voeten, vallen neer op de tafel, vallen neer op het gras, vallen
neer op de wereld. En, Saint-John Perse:
Les graines flottantes
sensevelissent au lieu de leur atterrissage, il en naîtra des arbres pour
lébénisterie.
In enkele woorden
neergeschreven als in een haiku, een simpel dagelijks gebeuren, de levenslijn
van een boom in een bijna kosmische visie eigen aan de poëzie en ik kijkend,
samen met de laatste zin van Dante in mij, naar het vallen van de zaden, het
handschrift van de natuur.
En in wat, is het
zaad verschillend van het-bewegen-naar. Het
is geest in beweging, het is beide samen, innig verstrengeld.
25-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |