 |
|
 |
|
|
 |
04-05-2013 |
Oud worden of oud zijn. |
Oud worden of oud zijn, het verschil is niet zo groot tussen het worden en het zijn, maar
het worden heeft nog perspectief, het zijn is een toestand die riskeert
faliekant uit te vallen.
In feite, voor iemand van jaren zoals ik, is het faliekante ervan even
groot maar de ingesteldheid is anders, in deze zin, dat ik, dankzij mijn blog,
elke dag wordende ben, dat mijn ingesteldheid elke dag zich wijzigt, of wat
romantischer is - dat ik elke dag heropsta uit mijn as om te worden wat mijn
blog wordt.
Natuurlijk zijn het maar wat woorden is het maar wat literatuur:
Maar mijn grote vriend, Dante Alighieri, wist dit maar al te goed als hij
luistert naar de stem van Vergilius die hem duidelijk maakt dat het niet tussen
de lakens is, of liggend op de sofa dat je eer en roem verwerft; en mijn even
grote vriend van (te) vele jaren terug, Louis Pauwels, wist dit ook als hij het
had over wat rater laube betekende.
En als ik beiden, mijn vrienden noem zelfs al was het niet wederkerig
- dan is het omdat ik lange tijd hen bij mij heb gehad, was het niet op mijn
bed of tussen de lakens, dan toch heel dicht bij mij, op mijn nachttafel of wat verder op mijn
schrijftafel.
Zo laat me verder oud worden zonder oud te zijn, ik voel me er goed bij
en wens het zo te houden.
04-05-2013, 06:53 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-05-2013 |
Vreemde Poëzie |
The hand that guides the brush has already caught and
executed what floated before the mind at the same moment as the mind began to
form it, and in the end the pupil no longer knows which of the two mind or
hand was responsable for the work.
Eugen Herrigel:
Zen
in the Art of Archery, p. 60.
Het
was een vreemde blog die ik gisteren schreef.
Bij
het herlezen ervan vroeg ik me af zoals Herrigel
- of ik wel wist wie de schrijver ervan was? Karel of Ugo of nog een derde, een
uitdager, een Auster, een Hertmans, die me beroeren met hun woorden zodat ook
ik, een poging doe, hun visie op poëzie die ik met hen delen wil, te volgen.
Want
de tijd dat een gedicht begon met het gezang van de vogels, de tijd van Poeskin
en zijn: Zing, zwaluw, zing, zing mijn
hart tot rust, waarvan ik de Russische tekst nog ken de enige die
overbleef is ver voorbij.
Ik
dacht eraan deze morgen toen ik, verloren in mijn dagboek van de Economist had twee dagen in te halen
plots na meer dan een uur intens schrijven, geconfronteerd werd met het
morgenlicht en met de zin van Louis Pauwels die ik hier herhaal omdat hij in
mij staat gebrand zoals een tatoeage qui
rate les aubes rate sa vie. (Bel
of mail me als je wenst te weten waar je die zin oprapen kunt. Tenminste zo je
hem waardig vindt in je spiritueel kraam).
Maar
ik had het over poëzie, die vandaag vele wegen uit kan als ik de recensie open van Luuk Gruwez het
is heel wat geleden dat ik hem nog eens vernoemde waar hij het heeft over een
jonge dichteres, Maria Barnas en haar bundel: Jaja de oerknal (Arbeiderspers, 48 blz.,18,95). Zoals altijd is
het heel degelijk wat Gruwez ons voorhoudt, en de versregels die hij aanhaalt halen
een schoonheid en wijzen in een richting die veel leesbaarder zijn dan die van
mij.
Maar
bij regels als het betreft de kinderen
en niet op het kleed poepen / en er met de trein doorrijden heb ik wel
enige bedenkingen, zoals Gruwez trouwens.
We
kunnen dus met poëzie in vele talen overweg. Ik wil er enkel de nadruk opleggen
dat er heel wat moed en heel wat inspanning vereist is om tussen je dagelijkse
bezigheden van moeder en huisvrouw nog aan poëzie te doen en erin te slagen een
dichtbundel uit te geven. Als er dan iets uitlekt over wat de kinderen durven
nalaten, dan is haar dat zeker vergeven.
En
er is toch iets belangrijks gezegd over haar werk, en dan nog door Luuk Gruwez
en in de Standaard van 26 april en dan nog op het kaft, met de vogels van HItchcock over een verbijsterend Heelal. Dit
zijn woorden van Gruwez.
03-05-2013, 00:19 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-05-2013 |
Evenmin |
(Geïnspireerd
op het gedicht Neither van Samuel Beckett):
We zullen
wel nooit
een neither-gedicht schrijven
zoals
Beckett het onverwoorde
te
verwoorden wist, niet te begrijpen
omwille van
zo alles zeggend
in niets betekenende
zinnen
alsof een
kosmische boodsvchap
erin
verscholen
en toch ook
niet, weergalmend,
wel de dood.
Nooit een abstract
in woorden schilderij
gaan schrijven waar kleur en vormen weggelaten
om even maar
wie we waren,
even, dit terzijde.
We zullen
wel nooit een neither-gedicht
schrijven,
al wilden we om het ontzaglijke
van dit
leven dat ons omkneld
hier houdt
en toch
bewegen laat
in een eigen eigenzinnigheid,
vertellen
we.
Geen
neither-gedicht om op te vallen
om er naar
uit te kijken, om er slapen
mee te gaan,
onverlet,
onverlaten,
on-overeenstemmend
en toch
zoekend
naar de zin
van zovele sterren
in oertijden
neergezet,
beangstigend.
En wij,
innerlijk enorm nochtans
omdat we
alles beluisteren, bekijken kunnen,
opentrekken,
verzegelen en dichter brengen
tot ons
binnen, en begrijpen,
of niet begrijpen
kunnen.
dan
o zo teder, zo losjes
het licht wegdeemsterend
op dat achteloos evenmin
niet uit te spreken
thuis
Maar een neither-gedicht zullen we wel
nooit schrijven,
al wilden we
opstijgen
kunnen om ons te verliezen
een nimmer
te vergeten
ogenblik,
toch
vergeten.
Gedicht
geïnspireerd op het gedicht Neither van Samuel Beckett. Je vindt het verhaal,
de oorspronkelijke Engelse tekst en de vertaling ervan in de schitterende
essaybundel van Stefan Hertmans: Het
putje van Milete, uitgegeven door
Meulenhoff Amsterdam, 2002.
Van
Hertmans nam ik alleen de titel over: Evenmin als vertaling van Neither
02-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-05-2013 |
Hoe de dingen? |
Cómo seràn las cosas
cuando no las estamos mirando?
Hoe
zullen de dingen zijn als we er niet naar kijken, is de vraag die José Saramago
zich stelt in zijn Cuaderno.
Hoe
is de bocht aan de Leie waar ik jarenlang elke zondag met de vrienden even ben
blijven stilstaan, of hoe is de bank in San Juan waar ik neerzat om te lezen of
te schrijven, of hoe is la plaine de la Lé in Zinal, als ik er aan denk
zonder er te zijn?
Ik
heb me dit, zoals Saramago, dikwijls afgevraagd, wel wetende dat die dingen zijn
zoals ze zijn of ik er nu ben of niet ben.
Maar
er is een andere vraag die ik me blijf stellen, welk is het belang van al die
dingen indien ik er niet zou zijn, of beter welk is het belang van het
Universum als er niemand, noch hier noch elders, zou zijn om er zich vragen
over te stellen?
En
dan kom ik tot een totaal ander antwoord. Namelijk dat de mens er is, precies
opdat er vragen zouden gesteld worden, precies opdat we ons zouden afvragen
welke de reden is van ons bestaan hier in de onmetelijkheid van de Kosmos.
Ik
lees dit ook bij Titus Burckhardt
in zijn vraag naar de mystiek van de astrologie. De mens, gezien door Ibn
Arabi, zegt hij, was niet alleen het centrum van de Kosmos toen de aarde nog
het centrum was maar is, toen geweten was dat de aarde omheen de zon draaide,
in die centrale positie gebleven.
Kunnen
we dan zeggen dat de dingen er zijn, enkel en alleen omdat de mens er is. Want
ware de toeziende en zich vragen stellende mens er niet, wat maakt het uit of
de dingen er zijn of er niet zijn.
Er
zijn ontelbaar vele zonnen met planeten omdat we nu weten dat ze er zijn. Ze
waren er ten tijde van Dante en toch waren ze er niet omdat niet geweten was
dat ze er waren.
Zo
denken we dat de denkende mens hier is opdat hij én getuige zou zijn van het
bestaan van het Universum én zich vragen zou stellen hoe het er is en hoe het
er kwam.
Als
men de fotos ziet genomen door de Hubble telescoop en het beeld genomen
380.000 jaar na de Big Bang, als men oog heeft voor de structuur van het atoom
en weten wat te weten is over het Higgs deeltje, is het dan zo verbazend dat
men zich vragen gaat stellen over Hij of Zij of Het die dit alles concipieerde.
De
vraag niet stellen en niet zoeken naar een antwoord is de geest van de mens
onwaardig. Even onwaardig is te zeggen dat er nada de nada is, zoals José Saramago, dit is maar al te
gemakkelijk.
The fact that the terrestial position of the human
being, serving as the fixed point to which will be related all the movements of
the stars, here symbolises the central role of man in the cosmic whole, of
which man is like the goal and the center of gravity.
01-05-2013, 06:33 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-04-2013 |
Je bent niet veel |
Je bent niet veel als je
verkouden,
de dag ziet opengaan
en weer zich sluiten,
alsof er geen tijd
was heengegaan,
geen ogenblik van uur
werd opgeschreven,
wel de koorts getekend
in je ogen:
maar, waar je ligt,
je wel kunt denken
aan de bergen,
en de vlakte na Zinal - la plaine de la Lé -
de stroom er door,
die van de gletsjer komt,
de zang van water
en van luchten,
en van het licht erover de verwondering.
je waart er in de winter,
in de lente en de zomer,
je waart er in de herfst,
Je bent er nu, terug
in opgenomen en meegevoerd
springlevend zoals vroeger
zelfs, al ben je maar,
zo staat het nu geschreven,
een hoopje mens.
30-04-2013, 04:26 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-04-2013 |
Elitair willen zijn |
De fout die ik bega met mijn teksten die als
blog verschijnen is aan literatuur te willen doen. Een hoogvlieger te zijn en
niet, wat interessanter zou zijn, de aarde te frequenteren. Maar literatuur
bedrijven is van bij de aanvang mijn hoofddoel geweest en dit is gebleven, wat
soms hopelijk niet altijd? mijn teksten ontoegankelijk maakt omdat ze, een
op het randje af, transcendente instelling vragen.
Nu, ik schrijf voor een zeer beperkte kring, die
ik veel ruimer wou en dacht mettertijd te zullen krijgen, maar ik moet het
stellen met de lezers die ik verdien. Het weinige succes dat ik heb is een
vingerwijzing voor de inhoud van wat ligt te wachten, verspreid over heel wat
plaatsen, fragmenten die nog in elkaar moeten geschoven worden.
Ik lag deze namiddag van 28 april in de zon,
denkend aan wat mijn leven is geweest en ook het gevoel hebbende dat ik nog
geen einde zag aan mijn dagen. Gebrek aan nederigheid natuurlijk. Maar de lente
omheen mij en de tuin die tot leven komt zijn er de oorzaak van.
Dus laat het altijd lente blijven, de lente van
Vivaldi
29-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-04-2013 |
Fragment uit mijn boek |
Het was op een morgen in de lente dat hij,
komende uit de bevangen geslotenheid van het Centraalstation van de
Noord-Zuidverbinding, de trap opliep - hij had Pasternak gelezen in de trein -
en toen hij buitenkwam in het grote licht, een gevoel van volheid en totale
onkwetsbaarheid hem overviel.
Een fractie slechts duurde dit, maar het kan ook
dat de tijd een fractie stilstond voor hem, dat de tijd hem doorlichtte zoals
het ook gebeuren zal het allerlaatste ogenblik van zijn bestaan, waarna hij openspatten
zal in miljoenen flitsende deeltjes die in cirkels en spiralen en gebogen stippellijnen
zich mengen zullen met de deeltjes van wat hij denkt de Grote Allesomvattende
Geest te zijn.
Dit plotse visioen van het opgezogen worden,
versplinterd en toch samenhangend, zijn geest gegrift op de bewegende geest van
het levend Universum, is gebleven en het is in dit geloof dat hij verder leven
wil.
Maar het heimwee naar een wereld waarin de
hemelen de glorie van God verkondigen kent hij niet meer, omdat die hemelen hem
niet meer voldoen.
Het is een ingesteld zijn op het onmetelijke en
onherkenbare Absolute van het leven dat ons, als mens, spiritueel in beweging
houdt, dat ons vormt en ons voortstuwt op de weg naar het Omega-punt. Het is
dit op-weg-zijn-naar dat zin geeft
aan ons bestaan. Hij, die hierover heeft nagedacht alvorens er aan te beginnen
en alles geregeld heeft opdat het verder in beweging blijven zou ook de
creatieve mens is hier in begrepen - is nu rustende. Onnodig Hem nog wakker te maken, wat Hij
begonnen is, is de perfectie zelf, gemaakt om autonoom verder te evolueren, en of
we ons naar het Oosten richten of niet ook elke kerk is gericht naar het
Oosten - heeft geen belang.
28-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-04-2013 |
Humility |
En dan het vers in het stripverhaal dat ik al zo
dikwijls heb herhaald gedurende de zovele jaren dat ik T.S.Eliot lees en
citeer:
The only wisdom we can hope to acquire is the wisdom of humility:
humility is endless.
T.S.Eliot, wie zorgde ervoor dat ik het
(onverzadigbaar) geluk heb gekend je te lezen? Want had ik je niet gekend, ik zou
niet geweest zijn wie ik ben, niet geschreven hebben wat ik schrijf en hoe ik schrijf.
Of, ben ik dan ook schaamteloos elitair?
En nu ik dit Nero-verhaal terugvond verbazend
dat Marc Sleen T.S.Eliot opnam in zijn verhaal - bestaat er ook een onzichtbare
band tussen al degenen die Eliot in hun hart en vooral in hun geest dragen en kan
het dan dat ik dit jaren geleden heb in gekleefd opdat ik het zou overnemen in mijn
blog van 20 april?
Is het in twijfel trekken van wat men toeval
noemt en het laten uitschijnen dat er een andere macht in het spel is, deze van
de omstandigheden en nog iets in meer, is dit wel een voorbeeld van
nederigheid?
Is het ook wel nederigheid te spreken over wat ik
las en heb opgeslagen; is het nodig dit alles te etaleren en te gaan vermengen
met wat er zich binnen in mij afspeelt of anders gezegd mijn (te weinige)
kennis te gaan versieren met flarden uit mijn jeugd, uit mijn liefdesleven?
Is het wel nodig zich te tonen zoals ik ben in mijn
Blog/Boek en dan uiteindelijk toch het meest intieme te verbergen, het
alledaagse dat van ons allemaal is, te verzwijgen; niet te schrijven dat ik opsta
en ontbijt en de rest, maar dat ik wegrijd met een laatste zin in mijn hoofd
die blijft terugkomen, zelfs al verdwijnt hij soms voor ogenblikken, maar me
toch bij blijft waar ik ook ga of wat ik ook doe?
Het is wel niet zoals bij Rubinstein die opstaat
met het pianoconcerto van Chopin in zijn hoofd, ontbijt, telefoons ontvangt en
onderwijl in zijn onderbewustzijn, het concerto verder speelt om, naar het
einde toe, het terug bewust op te nemen. Maar ik ook schrijf verder zonder pen
in de hand. Ik ook zie, al is het soms aarzelend, hoe ik verder kan. En als ik
dit hier opteken is dit dan wel een vorm van nederigheid?
Het kan goed zijn dat ik hierover reeds een blog
heb geschreven - het kan niet dat ik langer dan een jaar zou gewacht hebben om
te spreken over de nederigheid van Eliot - maar dan zal wellicht niet het Nero-stripverhaal
er de aanleiding toe geweest zijn.
27-04-2013, 00:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-04-2013 |
Katten en schrijven |
Jennifer Egan, schrijfster van de
alom geprezen roman Bezoek van de
knokploeg een van de boeken van 2011 bekroond met een Pulitzerprijs
dat ik volgens de Standaard zou moeten kennen en niet ken, tot mijn spijt,
leert me, dat, na het schrijven van de eerste schets, het lastige gedeelte er aan komt, proberen te begrijpen wat ze gecreëerd heeft
en het desnoods zeventig keer herschrijven tot ze tevreden is.
Ik hoef dus niet te wanhopen, ik ook zit met een
massa teksten, die ik tracht in een goede volgorde samen te brengen en er tot
vandaag nog niet in geslaagd ben een rustgevend resultaat te bereiken. Ik
heb wel de eeuwigheid voor mij, maar zeventig maal opnieuw herbeginnen schijnt
me lichtjes overdreven.
Dit is niet het enige dat ons scheidt, Mevrouw
Egan bezit drie katten die haar in een zekere mate helpen bij het schrijven, omdat
de katten haar verankeren op haar stoel, wat haar belet op te springen als ze
er soms de brui aan geeft om verder te schrijven.
Ik heb enkel de katten van de gebuur, deze komen echter niet dichter dan de tuin, maar van het ogenblik dat ze de deur horen open gaan zijn ze er om me te groeten. Maar ze aaien dulden ze niet, ze blijven trouw aan hun meester en een grote hulp bij het schrijven zijn ze evenmin.
Ook ben ik niet zinnens beroep te doen op welke katten ook.
26-04-2013, 00:20 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-04-2013 |
Tussendoor |
Tussendoor duikt in
mijn gedachten de allerlaatste regel op - voor mij de allerbelangrijkste - van
Dantes Paradiso: LAmor che move il sole e laltre stelle. En
blijf ik me de vraag stellen, hoe ik het woord Amor begrijpen moet. Is het de Liefde (van God) die het Heelal in
beweging houdt, of is het de innerlijke Kracht in het Universum aanwezig, die
alles levend en bewegend houdt?
Ik mengde deze idee
met de tekst die ik schrijven wil om gedrukt te worden op mijn doodsprentje dat
bij het buitengaan door vrienden en kennissen zal worden meegenomen en
misschien wel een tijdje bewaard. Een tekst waarin ik duidelijk mijn geloof in
het eeuwigheidsbeginsel van de geest neerschrijven wil:
Geboren uit de geest ben ik teruggeroepen naar de eeuwigheid van de
geest, ai-je rendu à son Propriétaire lesprit qui fut mis à ma disposition. Ik
voel me er goed bij. Ik ben nu los van alle pijnen, alle zorgen. Ik ben nu
terug in en vermengd met Hem, die de zon en de andere sterren in beweging houdt.
Maar wie die Hem is kan ik niet omschrijven, wel weet ik dat Hij IS dat Hij bewegend
is, dat Hij immer ende immer bewegend is naar binnen en naar buiten.
Ik schrijf dit neer,
gezeten onder de dennen, het is een schitterende morgen en het grote leven
overvalt me, houdt me in zijn greep. Zaadjes kringelen naar beneden, vallen
neer voor mijn voeten, vallen neer op de tafel, vallen neer op het gras, vallen
neer op de wereld. En, Saint-John Perse:
Les graines flottantes
sensevelissent au lieu de leur atterrissage, il en naîtra des arbres pour
lébénisterie.
In enkele woorden
neergeschreven als in een haiku, een simpel dagelijks gebeuren, de levenslijn
van een boom in een bijna kosmische visie eigen aan de poëzie en ik kijkend,
samen met de laatste zin van Dante in mij, naar het vallen van de zaden, het
handschrift van de natuur.
En in wat, is het
zaad verschillend van het-bewegen-naar. Het
is geest in beweging, het is beide samen, innig verstrengeld.
25-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-04-2013 |
Muze |
En kom ik in de valavond binnen in de woonkamer,
Dante die zich gaat neerzetten in de schemering van de haard. Hij is nog immer mijn
gezel, al versta ik zijn taal niet, al begrijp ik niet waar hij heen wil met
mij, wat hij verwacht van mij. En hij die vroeg:
O
Muze, o mijn grootste genie, help me, o geheugen dat schrijft wat ik zag, hier
zal je je grootheid kunnen tonen.
Ik ook moet zijn
Muze blijven aanroepen. Niet een maar zeven kaarsen laten branden op mijn
werktafel om me eraan te herinneren dat ik zonder deze Muze niets ben en niets
schrijven kan. Wie deze Muze ook moge zijn, mijn goed gesternte bijvoorbeeld,
mijn inspiratiebron, mijn ingesteld-zijn op de beelden die van buiten uit me
beroeren, als ik maar open sta, als ik maar ontvankelijk blijf, de geest open en bloot.
O Muse, o alto ingegno, or maiutate:/ O mente che scrivesti ciò chio vidi / qui se parrà la tua nobilitate. ( Inf.canto
II, 7-9)
24-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-04-2013 |
Het leven dat we leven |
Wat is er van de mens die onbewogen de dagen
binnenwandelt met nog een oneindigheid aan dagen in het vooruitzicht, zo denkt
hij toch. En wat is er van de mens die weet dat het ogenblik heel dichtbij is
gekomen, het ogenblik dat van alle ogenblikken, hét ogenblik is.
Het jaar is pas begonnen en nu toont de lente
zich die zomer zal worden en herfst terug en de aarde zal terugkeren op haar
punt waar ze nu staat, en hij zal aan de cijfers beseffen dat de aarde een
nieuwe, volledige baan om de zon heeft afgelegd.
En de cellen van zijn lichaam zullen zich blijven
vernieuwen, aan een trager tempo wellicht, en dit ook zal hij amper beseffen,
hier ook heeft hij te ondergaan en af te wachten in welke mate de krachten van
zijn lichaam zullen afnemen, hopende, hopende dat de krachten van de geest in
eenzelfde mate toenemen zullen. Al weet hij dat ook zijn geest de aarzeling
kent van het woord dat hij gebruiken wil of van de zin die klaarheid brengen
moet.
Dan ook, denkt hij, laat me toe te zeggen dat ik
geleefd heb onder de mensen, naar de geest in mij en over mij, al is dit maar een
korte tijd geweest en al is er heel wat tijd en dagen verspild geweest. Of is
het geen verspilling geweest, is het slechts een voorbereiding geweest, een
tijd om te groeien, om te rijpen en nu hiervan de vruchten te plukken in de
weinige bladzijden die ik los weg optekent.
Max Wildiers, zegt dat het een vreugde is te
vertoeven in het gezelschap van zovele boeken, van zovele gedachten die uitgesproken
worden, die geschreven worden, rondgedragen worden en ons bereiken op de een of
andere wijze.
Welnu, ook voor hem is het een grote vreugde
deel te hebben aan die wereld van de geest die overal aanwezig is en telkens en
telkens komt aankloppen. Een vreugde het levende leven te grijpen met beide
handen, het te omknellen en neer te zetten op het blad, opdat anderen na hem,
zo hoopt hij toch, zo verwacht hij toch, ook vreugde zouden beleven aan de
kleine gestalten van geest die zijn woorden willen zijn.
Hopende, denkt hij nog, dat het immer zo moge
blijven en dan ook nog, crescendo, stijgend naar een steeds vollere dimensie.
23-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-04-2013 |
Bezig zijn. |
Mijn blog is een veeleisend iets waar ik niet aan
voorbij kan. Ik schrijf de tekst op elk ogenblik van de dag of de nacht. Ik
schrijf hem juist voor het inloggen, of ik schrijf hem de dag ervoor, soms twee
dagen ervoor, om toch maar geen dag over te slaan.
Tussendoor denk ik aan dat vreemde boek van mij dat al
geschreven staat, maar me niet voldoet. Een zaak is zeker en wil ik vermijden.
Ik wil geen drama toevoegen aan de vele dramas die gebeuren in het leven van
elke dag, er zijn er al voldoende die opduiken in de dagbladen of in de TV
journaals, opdat ik er nog een zou aan toevoegen. Het zijn trouwens de woorden
van een oude dame ik ben nu ouder dan zij toen was die vond dat het leven
zelf al roman genoeg was, waarin ze gelijk had.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen die recht hebben
verteld te worden, maar er een gaan uitvinden is niet aan mij gelegen. En zo is
het dat ik nog altijd zoekende ben om de juiste toon, de juiste inhoud, de
juiste voorstelling te vinden.
Ik stapel passages op en vroeg of laat worden deze
samengebracht, maar een verhaallijn moet je er niet in zoeken, het wordt geen
roman, geen fictie dus. Laat me stellen
dat het een boek wordt over het leven van een man die ik had kunnen zijn maar
niet was die zich verloren heeft in boeken en nu op zoek gaat naar zich zelf,
om te zien hoe hij er uit gekomen is en tot hoe ver hij geraakt is.
Meer wordt het niet, meer is er ook, wat mij betreft,
niet nodig. Ik ben aangekomen waar ik zijn moest, heb duizend boeken te weinig
gelezen, heb duizend sonates, symfonieën te weinig beluisterd, of toch niet
zoals Thomas Vander Veken zie mijn Blog Scarlatti - ik ben blijven hangen bij
enkele schrijvers (en componisten) die me in een bepaalde richting hebben
geduwd en het is te laat om hen nu te gaan negeren. Ik ben door hen gevormd en
word door hen gevangen gehouden.
Dit is mijn, lot wat het schrijven betreft, en het is
niet noodzakelijk dat wat ik schrijf ooit tevoorschijn komt in een boekvorm. Ik
heb er geen nood aan, ik moet er niet van leven, zoals zovelen.
Iets moet ik er aan toevoegen. Ik hoorde van een groot
schrijver dat hij zich gelukkig voelde in een huis in de bergen, in een kamer
ervan, een soort cel ervan, met dikke muren waar hij werken kon.
Ik heb een dergelijke cel niet, ik heb de zorg om een
echtgenote die het niet zo gemakkelijk heeft en de zorg om dat lichaam van mij.
Het zijn dingen die mijn dag vullen. Mijn
inleven van wat ik wil schrijven wordt er door bepaald en enigszins - zo
niet heel wat door beperkt.
En tot slot wat nut kan het hebben een boek toe te
voegen aan de miljoenen boeken opgestapeld in de bibliotheken. Mij volstaat het
dat mijn familie en mijn vrienden weten dat ik soms aan het schrijven ben en
weten dat ik een gelukkig man ben: ik heb een blog bij te houden en wordt
gelezen.
22-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-04-2013 |
Scarlatti |
En dan is er Thomas Van der Veken die mijn
wereld binnenkomt. Hij schreef een kort, heel kort zelfs, maar prachtig verhaal
over zijn ontmoeting met over de sonata L33 in B mineur van Scarlatti gespeeld
door Vladimir Horowitz.
Heb zijn woorden in de Standaard van vorige
vrijdag, uitgeknipt en in gekleefd, in
mijn dagboek. Wellicht heb ik deze sonate voor piano al gehoord ik luister
altijd naar klassieke muziek als ik een ogenblik vrij ben en zelfs tussendoor
als ik werk of schrijf maar de schoonheid ervan is me niet opgevallen en
zeker niet zoals Van der Veken er over schrijft. Ik zocht de muziek op in de
Top Honderd van Klara, maar weinigen hebben deze in hun lijst opgenomen want
Scarlatti komt zelfs niet voor in de Top Honderd van 2012.
Ik ben dus op zoek ernaar, vooral de sonate
gespeeld door Horowitz.
Ik ken Van der Veken van TV. Ik weet dat hij een
groot muziekkenner is en ik lees met bewondering hoe hij zich over het stuk
uitdrukt. Ik ben er bijna zeker van dat hij ook piano speelt en het stuk al
moet gespeeld hebben anders zou hij er niet over schrijven zoals hij het doet:
De
compositie is intense troost, innige vreugde, het raakt mijn allerdiepste
vezels
Het bliksemt los wat vast zit in mijn hart
Er is niets overbodigs aan
dit stuk
Een hoge noot die hij nonchalant aanslaat maar net iets langer
inhoudt
En: Ik
jank me te pletter en ben tegelijk dolgelukkig.
Iemand die zo schrijft moet zelf een groot muziekliefhebber
zijn en misschien ook een groot pianist.
21-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-04-2013 |
T.S.Eliot |
De lange weg van zijn leven nu ver voorbij halverwege, niet zoals Dante, maar een lange weg die zo kort schijnt geweest te zijn, samengebald in één pagina, opgerold tot een bolletje papier dat hij in de hand houdt, even nog.
Maar ook, op dagen zoals deze, uren schrijvend, uren over zijn blad gebogen als hij, bij het laatste licht het bolletje nog even openrolt en het blad plat strijkt om te her-betasten wat er geschreven staat, en in een ver dagboek een dagbladknipsel uit het Nero-stripverhaal terugvindt en gaat lezen wat hij in die dagen had in gekleefd:
O, lees jij ook Eliot?
Hij is mijn livre de chevet, hij is onbeschaamd elitair; een mijlpaal in de wereldliteratuur is zijn Four Quartets.
En een Engelse boekenwinkel in de hoofdstad, en hij staande voor het rek Poetry en een dunne bundel die hij in de hand houdt, en op het ogenblik dat hij leest:
Time present and time past
Are both perhaps present in time future.
En - Eliot zich vasthakend in hem - een hand op zijn arm en ogen, glimlachend tot binnen in hem, glimlachend tot vandaag toe binnen in hem.
Ze dronken een thee toen in de tearoom op het verdiep. En later, jaren later, hij herhaaldelijk terugging naar datzelfde rek, naar diezelfde plaats in de tearoom, met dezelfde dichtbundel, waarvan de bladen losgekomen waren, en:
Time future contained in time past.
Of, hoe in schimmentaal verteld, T.S.Eliot in zijn leven kwam.
20-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-04-2013 |
Wat de Leie deze Middag |
Wat de Leie deze middag
te vertellen wist,
maakte ons stil, zelfs al luisterden we niet
we wisten het
in alle kleuren en alle tegemoetkomingen
omdat de
uitgestrekte beemden
helder, de verse wilgen, de canadas
het eerste groen doorzichtig
in de klanken van het open barsten.
Sonates waren het,
en dichterbij, het water glanzend
met kronkelingen licht:
rustig
de weiden, de winden, de wolken.
We waren er om te schilderen
in verborgen tekens,
pogingen om te benaderen hoe het leven
is gegrift, sprankelend
in gele ranonkels
in de oevers, daar de reiger wacht,
gisteren al
de kikkers en de meerkoeten,
slierten makend van verrukking,
tekeningen op oud papier
met planten in opgeslagen.
We zagen het en keurden het goed
te zijn waar we waren,
ons handen vrij,
onze gedachten weg geslopen,
wentelend omheen de eerste zin
die los gekomen, uitgegroeid,
vernieuwend wat van vroeger was
en van morgen
als we hier terug gaan komen,
al was het
maar, de Leie ter wille.
19-04-2013, 00:13 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-04-2013 |
Slaap |
Wat kan hij anders dan schrijven wat hij
schrijven moet als hij wakker komt in het midden van de nacht en overrompeld
wordt door allerlei gedachten van dingen die geregeld moeten tot financiële
toe.
Gedachten die hem, zoals hij goed genoeg weet,
wakker zullen houden tot de dageraad, wanneer hij de kans maakt in te slapen
terug en weg te schuiven in een vreemde droom.
Zoals het gisteren was toen hij droomde dat de
aarde zich los had gemaakt van haar baan om de zon en hij duidelijk het gevoel
had dat de aarde aan het vallen was en hij het uitriep: voel je het, voel je
het, de aarde valt. Of iets in die aard.
In de morgen vroeg hij zich af of het iets te
maken had met zijn hart, en het zal wel, in plaats van een val zal het een
stilstaan geweest zijn, een verwittiging. En in de namiddag vond hij in zijn
bus een bericht over een vroegere gebuur die, rustig ingeslapen was.
Hij schrijft dit neer en logt het in.
18-04-2013, 04:20 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-04-2013 |
Ontdubbeling |
Zoals de dagen, volgen mijn
blogs elkaar op, en zoals de dagen zijn ze sterk uiteenlopend. Alles hangt af
van de gedachten die ik heb op het ogenblik dat ik eraan begin. Zo waren er
vandaag de twee eerste versregels van de Divina
Commedia waarin twee woorden me altijd hebben bezig gehouden en die ik deze
avond definitief wil uitklaren om er later niet meer op terug te komen of eraan
te denken.
Dante heeft zijn tocht door
Hel, Vagevuur en Paradijs volbracht en gaat nu zijn verhaal hierover gaan
neerschrijven. Vertellen wat het hem gekost heeft aan moeite en wat hij
allemaal heeft gezien en meegemaakt. Hoe hij er toe gekomen is om zijn eerste
woorden neer te zetten kunnen we enkel gissen. Het kan ook dat deze al lang in
hem leefden en dat zijn ganse Commedia er door in gang werd gezet. Een Commedia
die hij zag als het hoogste dat ooit over een vrouw Beatrice - geschreven
werd.
Het is het sacrale ogenblik van
zijn immens werk dat achttien jaar van zijn leven vergen zal. Hij schrijft:
Nel mezzo del cammin di
nostra vita
mi ritrovai per una
selva oscura,
De twee eerste
versregels van de Divina Commedia. We
lezen dit en herlezen dit. De verzen trillen na in ons, om ze niet meer te
vergeten. We hoeven ze niet te vertalen, het Italiaans is onze taal geworden, ze
kunnen trouwens niet vertaald worden zonder de schoonheid en klankenrijkdom ervan
te verbreken. En dan gebeurt het dat we op een dag verrast worden en dat we ontdekken
dat er staat: di nostra vita en niet di mia vita en mi
ritrovai en niet mi trovai.
Dante kan zich niet
vergist hebben, elk woord bij hem is gewikt en gewogen en heel duidelijk: - nu
ik alles verhalen ga wat ik beleefd heb bevond ik me terug in het donkere
woud in het midden van ons leven.
Ik tracht me Dante voor te stellen en de plaats
waar hij deze eerste verzen, misschien bij kaarslicht, misschien in de zon
gezeten, na rijp beraad, in een grote opwelling van gevoelens neer geschreven
heeft. Wellicht niet in een ruk, maar geschreven en herschreven, twijfelend,
aftastend hoe hij de stap zou zetten naar de wereld die hij, zo gezegd, nu, al
schrijvend een tweede maal bezoeken gaat. En hij schrijft dat hij zich terug
bevindt in een donker woud mi ritrovai per
una selva oscura - in het midden di
nostra vita, van het leven van ons beiden, zijnde het leven van hij die de
tocht heeft gemaakt en van hij die de tocht nu beschrijven gaat.
De vraag blijft evenwel hangen bij mij en ik heb
grote Dante kenners nodig om me bij te staan is dit de betekenis die Dante
heeft willen geven aan di nostra vita? Heeft hij er de
nadruk willen op leggen dat hier twee personen aan het werk zijn geweest,
Dante, de pelgrim, en de Dante, verbannen uit Firenze, die nu het verhaal dat
leeft in zijn verbeelding - gaat vertellen. Als het zo is, als
dit de betekenis die we moeten lezen in di
nostra vita, dan is dit een ander bewijs van de genie die hij was.
Heb ik u als lezer,
verveeld met mijn blog, heeft het niet de minste waarde meer nu in Boston die
aanslagen gebeurd zijn of, zijn het
precies deze uiterst kleine elementen die significatief zijn voor de Westerse
beschaving, die ons nu stilaan aan het ontglippen is?
17-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-04-2013 |
Toeval |
Ik geloof niet in toeval. Ik geloof wel in een
samenloop van omstandigheden waarvan het product opvallend is, maar ik noem dit
geen toeval want anders hangen we aaneen met toevalligheden.
Ik hou van psalm 139,16 waarin gezegd wordt dat
alles, zelfs dat wat nog komen moet geschreven staat in het Boek van de Heer.
Dit betekent niet veel meer dan dat we het leven
beleven dat we hebben en dat er geen ander voor ons te beleven viel. Dit betekent ook dat ons leven bepaald wordt, niet
zo zeer door ons zelf, maar door onze reactie op wat er gebeurt omheen ons en
zijn effect heeft, hetzij op onze gedachten, hetzij op onze gevoelens, hetzij op
ons doen en laten.
Dit betekent ook dat onze vrije wil in grote mate
door de omstandigheden wordt geconditioneerd.
En deze omstandigheden gaan terug tot onze verste
voorouders, zijn gekleurd door de opvoeding en de levensomstandigheden die zij
hebben gekend en doorgegeven, en sterk bepalend zijn geweest waarin wij zijn
opgegroeid en wellicht ook maar weinigen zullen me hier in bijtreden, maar
dat is dan hun zaak - door de stand van sterren en planeten bij onze conceptie
of bij onze geboorte.
Er moeten hier tal van boeken over geschreven zijn.
Ik ben ze niet uit hun rek gaan halen. Ik weet alleen dat de
beslissingen die ik genomen heb in mijn leven, of het nu uiteindelijk goede of
slechte zijn geweest, het doet er niet toe, dat het beslissingen waren die ik, ingebed
in de omstandigheden waarin ik verkeerde, genomen heb. En komt er een ogenblik
dat ik deze beslissingen wijzigen wil dan zal het ook zijn onder de druk van de
levensomstandigheden, welke die ook moge zijn.
Maar toevallig is die inwerking nooit, ze is wat ze
is met alle gevolgen er aan verbonden en erin verweven. En met alle gevolgen
voor de mensen mijn kinderen om te beginnen - in mijn nabije omgeving en de
weerslag ervan hoe minimaal ook op de mensen uit de omgeving van de mensen die
ik beïnvloed.
Alles hangt aan elkaar, er is geen ontkomen aan,
zoals atomen en elektronen en protonen en tal van andere deeltjes in en met
elkaar verbonden zijn, zo zijn wij allen als mens in mindere of meerdere
mate met elkaar verbonden, al weten we
het niet, al zien we het niet, de binding is er.
Wat blijft er dan nog over dat we toeval zouden
kunnen noemen?
Enkel het bevreemdende dat plots opduikt uit de
samenloop van de omstandigheden: een ontmoeting bv. zo met een persoon, als met
een boek, als met een gedachte, maar toeval is dit niet, het is een rendez-vous met het resultaat van een
verweving.
16-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-04-2013 |
Dank |
Mijn dank is oneindig:
ik sta op uit mijn boeken en
geschriften en zie het licht, zie de schittering van het licht in de tuin, op
de kleine dingen in de tuin, de madeliefjes, de bosanemonen, de meesjes
ondersteboven tegen de zaadbol en ik leef, ik beweeg, ik word overrompeld door
het leven, de zindering van de plotse lente, de zindering van het ogenblik, hoe
groot mijn dank.
Een vreugdedans van woorden zou
ik brengen willen, met handgeklap en getokkel van gitaren in een gestamp van
hielen op de grond, een ode aan het licht en aan de aarde, de grote
openbloeiende aarde die me aanvaardt nog voor een tijd.
Een waterval van woorden wil ik
brengen om te verklaren, het geluk dat ik ken hier te zijn en met gesloten ogen
de schreeuw van de lente te ontvangen in mijn bloed en uitgestrekt me op te
richten, mijn dank uitschreeuwend over de straten en de huizen, over de bossen
en de velden, echoënd tot in het stille punt waar alles begon en alles eindigen
zal.
Wie aanroep ik om mijn dank te
betuigen, om te knielen en al knielend me te verheffen tot de hoogste betuiging
van erkentelijkheid, de handen aangereikt, bevend.
Alleluia, alleluia, al zijn het
maar wat woorden, Jij die mijn vreugdeschreeuw horen moet, die mijn vreugde lezen
zal: mijn dank niet te stelpen is.
Ik ben, ik zoek, ik schrijf, ik
ben oneindig.
Geschreven op 14 april in de
namiddag in een fractie van tijd om niet meer te herlezen.
15-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |