 |
|
 |
|
|
 |
08-05-2013 |
Christian de Duve |
Christian
de Duve stapte uit het leven, hij was 95. Hij was gevallen en kon alleen niet
opstaan. Hij vond dat hij genoeg geleefd had. In elk geval de beslissing,
onverwijld de dood in te gaan is niet aan iedereen gegeven. Er is voorzeker
heel wat moed en beslissingskracht toe nodig. Het te denken, tot daar nog,
allen denken we er wel eens aan, maar de dag uit te kiezen en de idee uit te
voeren en, gelukkig te zijn de wereld te verlaten, is alleen aan sterke
karakters gegeven.
Hij
zou gezegd hebben - aldus het artikel in
De Standaard dat hij niet geloofde dat
er na de dood nog iets volgt: Als ik verdwijn zal ik verdwenen zijn. Dan is er
niets meer.
Wat
dit betreft, je vergiste je, je vergiste je schromelijk. Het feit dat ik hier
een gesprek heb met je gedachten die je etaleerde aan de mensheid in je A lécoute du Vivant is er het bewijs
van.
Ik
heb je enkel gekend via je woorden, via je geest, en dit blijft zo. En zo lang
ik er zal zijn en je wijze woorden indachtig zal zijn, blijft je geest levend.
Je dood, Christian de Duve, is het begin van een nieuw leven, je zult nooit zo
levend zijn geweest als de komende dagen als velen teruggrijpen zullen naar wat
je schreef en (terug) ontdekken wie je waart.
Je
voorzag dat de Apocalyps op ons afkomt als het zo verder gaat met de wereld. Ik
weet niet of je toen gedacht hebt aan de dreiging van zij die hier rondlopen - en
dichter en talrijker op ons afkomen - die geloven dat er maar één God is en dat
hij 'akbar' is, dat hij de grootste is. Of course als er maar één is. Maar
jij, als mens van de wetenschap zult wel andere dingen op ons hebben zien afkomen
die de wortels van de Apocalyps in zich dragen.
Ik
herlas de door mij, tien jaar geleden, met potlood onderlijnde teksten, in je hoofdstuk: Et Dieu dans tout cela?, en als ik naga wat ik de laatste tijd
hierover in mijn blogs heb geschreven, dan lig ik op een zelfde lijn met jou. Niet
dat ik je overgenomen heb, maar ik ben uitgekomen waar jij bent uitgekomen. Maar ook een stap nog verder gegaan, ik heb Jean Guitton gevolgd die schrijft dat lesprit et la matière forment une seule et
même réalité (Dieu et la Science), maar dat zal ook wel een idee van jou geweest
zijn. En
ik herneem hier die schitterende laatste zin uit dat boek van jou:
Exceptionnellement, je me suis senti proche de quelque chose dineffable,
totalement mystérieux mais réel, du moins pour moi, une entité quà défaut dun
meilleur terme, jappelle lUltime Réalité.
LUltime Réalité,
deze van ons allen, waar jij nu bent heen gegaan, meer levend dan ooit.
08-05-2013, 04:39 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-05-2013 |
Blogs van 2012 en van vroeger |
Wat doe ik
met de blogs die ik schreef in 2012. Laat ik die zoals ze zijn, opgeslagen op
mijn laptop of PC, of doe ik de moeite deze te herlezen, op te kuisen en te
laten bundelen op een eenvoudige wijze; laat ik ze los en dwarrelen ze weg lijk
bladeren in de herfst of red ik ze van de ondergang?
Mijn woorden
werden in omloop gebracht, verdienen ze meer dan een vluchtige verschijning en
is het nodig/wenselijk ze een langer leven dan de bladeren in de herfst mee te
geven?
De wereld
zwijgt als ik de vraag stel. Ik zelf weet niet wat het me kosten zal aan tijd
en inspanning indien ik eraan beginnen zou mijn blogs van 2010 tot einde 2012
te herzien en te bundelen, al was het maar voor de kinderen en nu ook al, voor
de achterkleinkinderen.
Van hen alleen zou ik durven verwachten, dat ze later,
als de tijd er voor gekomen is, de essentie van wat ik schreef hernemen zouden
in hun geschriften, zoals ik verneem van een groot schrijver van bij ons dat
hij het dagboek van zijn grootvader, frontsoldaat in 1914-18, heeft te boek
gesteld onder een veelzeggende titel die verwijst naar wat achter blijft van
een passage in zijn grootvaders leven.
Of, want er is geen alternatief, laat ik de woorden
die geschreven staan aan hun lot over, of ze nu worden opgehemeld na mij of
vergaan in het stof, wat belang zal het hebben, ze zijn gedacht geworden en in
woorden omgezet, ze leven in mijn elektronen die andere elektronen zullen
ontmoeten en bevruchten, ze zijn onsterfelijk als elektronen van de band geest
die om de aarde zweeft, niets gaat verloren.
Misschien, zal gezegd worden dat ik te ver vooruit
liep op mijn tijd, misschien dat ik rondliep als een verlichte, maar duidelijk
in de duisternis bleef. Ikzelf zal het
nimmer weten.
Al weet je maar nooit waar gedachten, meegenomen door
de wind, terecht kunnen komen?
Ik las vandaag dat Nobelprijswinnaar (jonkheer) Christian de Duve
uit het leven is gestapt. Hij was 95 en op de sukkel, alhoewel zijn
autobiografie Sept vies dans une net
verschenen was bij de uitgeverij Odile Jacob.
Ik bezit van hem A
lécoute du vivant(Odile Jacob, 2002). Ik zie nu dat ik op het einde van
zijn boek - dat ik las in 2003 - in potlood heb toegevoegd: Document honnête dune grande valeur
scientifique et visionnaire. Je my retrouve à 100%, surtout lorsquil dit quil
faut dématérialiser la matière (p.356) et que les réligions doivent se
débarasser de leurs croyances mythiques, mais en conservant intact le sens du
sacré.
07-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-05-2013 |
bereshit bara elohim |
Het gebeurde
ooit, lang geleden, dat de schrijver van het Boek Genesis, duidelijk in een
goede dag zijnde, in onuitwisbare inkt
zijn drie eerste woorden neerzette: bereshit
bara elohim. Waarmee hij op een duidelijke wijze stelde dat het Elohim was
die alles geschapen had.
Hij
formuleerde dit in wondere conventionele tekens die door ingewijden konden
begrepen worden en in andere talen en tekens omgezet. Zo werd bereshit bara elohim omschreven als in den beginne schiep God. Wat Hij
schiep werd het Universum, het zichtbare, Hijzelf was en bleef onzichtbaar in
het zichtbare.
Een andere
schrijver, een oosterse filosoof, ging een stap verder en hij schreef: in den beginne was het Woord. Maar wat
of wie het Woord was werd niet gepreciseerd, wel wat het Woord werd.
De tijd, ce grand sculpteur
van dingen en van gedachten, schoof andere ideeën binnen, meer precieze
formuleringen, namelijk dat het beginnend Universum bestond uit minimale
deeltjes die de bouwstenen waren waaruit dit Universum is tot stand gekomen.
Maar de vraag of deze minimale deeltjes er waren in den beginne of er niet
waren in den beginne blijft nog steeds onbeantwoord.
Waren ze er
nog niet, dan werden ze geschapen en ontstonden ze uit het niet. Waren ze er
aanwezig in den beginne, dan waren ze er ofwel samen met het Woord, ofwel waren
ze de materiële vorm van het Woord.
Waren ze de
materiële vorm van het Woord, dan kon het dat er in den beginne een Universum in potentie was dat het Woord was. En wat meer is, dan waren deze
minimale, amper, of zelfs niet waarneembare deeltjes, deeltjes van het Woord.
Het is,
zoals een stelling in het gebied van de mathematica, deze echter kan bewezen
worden.
06-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-05-2013 |
Oud worden (2) |
Oud worden en jong blijven, er is geen andere uitweg,
iets voor een lijfspreuk, iets om bovenaan elk blad, of beter nog als filigraan
binnen het blad neer te zetten. Men zegge het voort, men proclamere het.
Er is een massa energie voor nodig, ook voor de twee
oude canadas in de tuin van mijn gebuur is die energie meer dan nodig om lijk
een jong veulen terug te botten, in blad te komen en te bloeien. En het zijn
dezelfde krachten die aan het werk zijn bij mij als bij de bomen, komende uit eenzelfde
wondere bron. En we zien het met gesloten ogen, het komt in de verste verte
niet op bij ons om het als wonderlijk te zien, durven er zelfs niet aan denken
en ik herhaal me en blijf me herhalen dat die bron goddelijk kan of zelfs moet
zijn.
En met goddelijk bedoel ik hoegenaamd niet, gebonden aan een God,
welke menselijke naam hij ook dragen moge, maar verstrengeld met Iets dat ons
overstijgt tot in het onbegrijpbare Punt van het Onbegrijpbare, het meer dan
kolossale dat aanwezig is volledig en voltooid in elke atoom.
Er komt een dag voor de mens dat hij er zal van
doordrongen zijn, dat de energie in hem, in de natuur, in het ganse Universum
en in alle Universa er naast - als die er zouden kunnen zijn ook aanwezig in
het door mij geliefde Higgs deeltje; dat die energie een en dezelfde is, leven gevend,
leven bezittend, er zijnde zonder er te zijn, controlerend zonder te
controleren.
Dat de mens bewust zal zijn, zo dat hij er zich zelfs
geen vragen meer zal over stellen omdat hij méér dan weten zal - zoals de
vogels in mijn tuin weten om hun gezang te beginnen, een fractie van tijd voor
de zon de horizont bereikt - dat deze
energiebron, zijn oorsprong is en zijn bestemming wordt.
Of het Omegapunt van Teilhard de Chardin, vergeten in
het gebazel van de nieuwe elite, de het-elitaire-in-de-mens schuwende massa.
Dit moest me van het hart, vooral mijn laatste zin
05-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-05-2013 |
Oud worden of oud zijn. |
Oud worden of oud zijn, het verschil is niet zo groot tussen het worden en het zijn, maar
het worden heeft nog perspectief, het zijn is een toestand die riskeert
faliekant uit te vallen.
In feite, voor iemand van jaren zoals ik, is het faliekante ervan even
groot maar de ingesteldheid is anders, in deze zin, dat ik, dankzij mijn blog,
elke dag wordende ben, dat mijn ingesteldheid elke dag zich wijzigt, of wat
romantischer is - dat ik elke dag heropsta uit mijn as om te worden wat mijn
blog wordt.
Natuurlijk zijn het maar wat woorden is het maar wat literatuur:
Maar mijn grote vriend, Dante Alighieri, wist dit maar al te goed als hij
luistert naar de stem van Vergilius die hem duidelijk maakt dat het niet tussen
de lakens is, of liggend op de sofa dat je eer en roem verwerft; en mijn even
grote vriend van (te) vele jaren terug, Louis Pauwels, wist dit ook als hij het
had over wat rater laube betekende.
En als ik beiden, mijn vrienden noem zelfs al was het niet wederkerig
- dan is het omdat ik lange tijd hen bij mij heb gehad, was het niet op mijn
bed of tussen de lakens, dan toch heel dicht bij mij, op mijn nachttafel of wat verder op mijn
schrijftafel.
Zo laat me verder oud worden zonder oud te zijn, ik voel me er goed bij
en wens het zo te houden.
04-05-2013, 06:53 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-05-2013 |
Vreemde Poëzie |
The hand that guides the brush has already caught and
executed what floated before the mind at the same moment as the mind began to
form it, and in the end the pupil no longer knows which of the two mind or
hand was responsable for the work.
Eugen Herrigel:
Zen
in the Art of Archery, p. 60.
Het
was een vreemde blog die ik gisteren schreef.
Bij
het herlezen ervan vroeg ik me af zoals Herrigel
- of ik wel wist wie de schrijver ervan was? Karel of Ugo of nog een derde, een
uitdager, een Auster, een Hertmans, die me beroeren met hun woorden zodat ook
ik, een poging doe, hun visie op poëzie die ik met hen delen wil, te volgen.
Want
de tijd dat een gedicht begon met het gezang van de vogels, de tijd van Poeskin
en zijn: Zing, zwaluw, zing, zing mijn
hart tot rust, waarvan ik de Russische tekst nog ken de enige die
overbleef is ver voorbij.
Ik
dacht eraan deze morgen toen ik, verloren in mijn dagboek van de Economist had twee dagen in te halen
plots na meer dan een uur intens schrijven, geconfronteerd werd met het
morgenlicht en met de zin van Louis Pauwels die ik hier herhaal omdat hij in
mij staat gebrand zoals een tatoeage qui
rate les aubes rate sa vie. (Bel
of mail me als je wenst te weten waar je die zin oprapen kunt. Tenminste zo je
hem waardig vindt in je spiritueel kraam).
Maar
ik had het over poëzie, die vandaag vele wegen uit kan als ik de recensie open van Luuk Gruwez het
is heel wat geleden dat ik hem nog eens vernoemde waar hij het heeft over een
jonge dichteres, Maria Barnas en haar bundel: Jaja de oerknal (Arbeiderspers, 48 blz.,18,95). Zoals altijd is
het heel degelijk wat Gruwez ons voorhoudt, en de versregels die hij aanhaalt halen
een schoonheid en wijzen in een richting die veel leesbaarder zijn dan die van
mij.
Maar
bij regels als het betreft de kinderen
en niet op het kleed poepen / en er met de trein doorrijden heb ik wel
enige bedenkingen, zoals Gruwez trouwens.
We
kunnen dus met poëzie in vele talen overweg. Ik wil er enkel de nadruk opleggen
dat er heel wat moed en heel wat inspanning vereist is om tussen je dagelijkse
bezigheden van moeder en huisvrouw nog aan poëzie te doen en erin te slagen een
dichtbundel uit te geven. Als er dan iets uitlekt over wat de kinderen durven
nalaten, dan is haar dat zeker vergeven.
En
er is toch iets belangrijks gezegd over haar werk, en dan nog door Luuk Gruwez
en in de Standaard van 26 april en dan nog op het kaft, met de vogels van HItchcock over een verbijsterend Heelal. Dit
zijn woorden van Gruwez.
03-05-2013, 00:19 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-05-2013 |
Evenmin |
(Geïnspireerd
op het gedicht Neither van Samuel Beckett):
We zullen
wel nooit
een neither-gedicht schrijven
zoals
Beckett het onverwoorde
te
verwoorden wist, niet te begrijpen
omwille van
zo alles zeggend
in niets betekenende
zinnen
alsof een
kosmische boodsvchap
erin
verscholen
en toch ook
niet, weergalmend,
wel de dood.
Nooit een abstract
in woorden schilderij
gaan schrijven waar kleur en vormen weggelaten
om even maar
wie we waren,
even, dit terzijde.
We zullen
wel nooit een neither-gedicht
schrijven,
al wilden we om het ontzaglijke
van dit
leven dat ons omkneld
hier houdt
en toch
bewegen laat
in een eigen eigenzinnigheid,
vertellen
we.
Geen
neither-gedicht om op te vallen
om er naar
uit te kijken, om er slapen
mee te gaan,
onverlet,
onverlaten,
on-overeenstemmend
en toch
zoekend
naar de zin
van zovele sterren
in oertijden
neergezet,
beangstigend.
En wij,
innerlijk enorm nochtans
omdat we
alles beluisteren, bekijken kunnen,
opentrekken,
verzegelen en dichter brengen
tot ons
binnen, en begrijpen,
of niet begrijpen
kunnen.
dan
o zo teder, zo losjes
het licht wegdeemsterend
op dat achteloos evenmin
niet uit te spreken
thuis
Maar een neither-gedicht zullen we wel
nooit schrijven,
al wilden we
opstijgen
kunnen om ons te verliezen
een nimmer
te vergeten
ogenblik,
toch
vergeten.
Gedicht
geïnspireerd op het gedicht Neither van Samuel Beckett. Je vindt het verhaal,
de oorspronkelijke Engelse tekst en de vertaling ervan in de schitterende
essaybundel van Stefan Hertmans: Het
putje van Milete, uitgegeven door
Meulenhoff Amsterdam, 2002.
Van
Hertmans nam ik alleen de titel over: Evenmin als vertaling van Neither
02-05-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-05-2013 |
Hoe de dingen? |
Cómo seràn las cosas
cuando no las estamos mirando?
Hoe
zullen de dingen zijn als we er niet naar kijken, is de vraag die José Saramago
zich stelt in zijn Cuaderno.
Hoe
is de bocht aan de Leie waar ik jarenlang elke zondag met de vrienden even ben
blijven stilstaan, of hoe is de bank in San Juan waar ik neerzat om te lezen of
te schrijven, of hoe is la plaine de la Lé in Zinal, als ik er aan denk
zonder er te zijn?
Ik
heb me dit, zoals Saramago, dikwijls afgevraagd, wel wetende dat die dingen zijn
zoals ze zijn of ik er nu ben of niet ben.
Maar
er is een andere vraag die ik me blijf stellen, welk is het belang van al die
dingen indien ik er niet zou zijn, of beter welk is het belang van het
Universum als er niemand, noch hier noch elders, zou zijn om er zich vragen
over te stellen?
En
dan kom ik tot een totaal ander antwoord. Namelijk dat de mens er is, precies
opdat er vragen zouden gesteld worden, precies opdat we ons zouden afvragen
welke de reden is van ons bestaan hier in de onmetelijkheid van de Kosmos.
Ik
lees dit ook bij Titus Burckhardt
in zijn vraag naar de mystiek van de astrologie. De mens, gezien door Ibn
Arabi, zegt hij, was niet alleen het centrum van de Kosmos toen de aarde nog
het centrum was maar is, toen geweten was dat de aarde omheen de zon draaide,
in die centrale positie gebleven.
Kunnen
we dan zeggen dat de dingen er zijn, enkel en alleen omdat de mens er is. Want
ware de toeziende en zich vragen stellende mens er niet, wat maakt het uit of
de dingen er zijn of er niet zijn.
Er
zijn ontelbaar vele zonnen met planeten omdat we nu weten dat ze er zijn. Ze
waren er ten tijde van Dante en toch waren ze er niet omdat niet geweten was
dat ze er waren.
Zo
denken we dat de denkende mens hier is opdat hij én getuige zou zijn van het
bestaan van het Universum én zich vragen zou stellen hoe het er is en hoe het
er kwam.
Als
men de fotos ziet genomen door de Hubble telescoop en het beeld genomen
380.000 jaar na de Big Bang, als men oog heeft voor de structuur van het atoom
en weten wat te weten is over het Higgs deeltje, is het dan zo verbazend dat
men zich vragen gaat stellen over Hij of Zij of Het die dit alles concipieerde.
De
vraag niet stellen en niet zoeken naar een antwoord is de geest van de mens
onwaardig. Even onwaardig is te zeggen dat er nada de nada is, zoals José Saramago, dit is maar al te
gemakkelijk.
The fact that the terrestial position of the human
being, serving as the fixed point to which will be related all the movements of
the stars, here symbolises the central role of man in the cosmic whole, of
which man is like the goal and the center of gravity.
01-05-2013, 06:33 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-04-2013 |
Je bent niet veel |
Je bent niet veel als je
verkouden,
de dag ziet opengaan
en weer zich sluiten,
alsof er geen tijd
was heengegaan,
geen ogenblik van uur
werd opgeschreven,
wel de koorts getekend
in je ogen:
maar, waar je ligt,
je wel kunt denken
aan de bergen,
en de vlakte na Zinal - la plaine de la Lé -
de stroom er door,
die van de gletsjer komt,
de zang van water
en van luchten,
en van het licht erover de verwondering.
je waart er in de winter,
in de lente en de zomer,
je waart er in de herfst,
Je bent er nu, terug
in opgenomen en meegevoerd
springlevend zoals vroeger
zelfs, al ben je maar,
zo staat het nu geschreven,
een hoopje mens.
30-04-2013, 04:26 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-04-2013 |
Elitair willen zijn |
De fout die ik bega met mijn teksten die als
blog verschijnen is aan literatuur te willen doen. Een hoogvlieger te zijn en
niet, wat interessanter zou zijn, de aarde te frequenteren. Maar literatuur
bedrijven is van bij de aanvang mijn hoofddoel geweest en dit is gebleven, wat
soms hopelijk niet altijd? mijn teksten ontoegankelijk maakt omdat ze, een
op het randje af, transcendente instelling vragen.
Nu, ik schrijf voor een zeer beperkte kring, die
ik veel ruimer wou en dacht mettertijd te zullen krijgen, maar ik moet het
stellen met de lezers die ik verdien. Het weinige succes dat ik heb is een
vingerwijzing voor de inhoud van wat ligt te wachten, verspreid over heel wat
plaatsen, fragmenten die nog in elkaar moeten geschoven worden.
Ik lag deze namiddag van 28 april in de zon,
denkend aan wat mijn leven is geweest en ook het gevoel hebbende dat ik nog
geen einde zag aan mijn dagen. Gebrek aan nederigheid natuurlijk. Maar de lente
omheen mij en de tuin die tot leven komt zijn er de oorzaak van.
Dus laat het altijd lente blijven, de lente van
Vivaldi
29-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-04-2013 |
Fragment uit mijn boek |
Het was op een morgen in de lente dat hij,
komende uit de bevangen geslotenheid van het Centraalstation van de
Noord-Zuidverbinding, de trap opliep - hij had Pasternak gelezen in de trein -
en toen hij buitenkwam in het grote licht, een gevoel van volheid en totale
onkwetsbaarheid hem overviel.
Een fractie slechts duurde dit, maar het kan ook
dat de tijd een fractie stilstond voor hem, dat de tijd hem doorlichtte zoals
het ook gebeuren zal het allerlaatste ogenblik van zijn bestaan, waarna hij openspatten
zal in miljoenen flitsende deeltjes die in cirkels en spiralen en gebogen stippellijnen
zich mengen zullen met de deeltjes van wat hij denkt de Grote Allesomvattende
Geest te zijn.
Dit plotse visioen van het opgezogen worden,
versplinterd en toch samenhangend, zijn geest gegrift op de bewegende geest van
het levend Universum, is gebleven en het is in dit geloof dat hij verder leven
wil.
Maar het heimwee naar een wereld waarin de
hemelen de glorie van God verkondigen kent hij niet meer, omdat die hemelen hem
niet meer voldoen.
Het is een ingesteld zijn op het onmetelijke en
onherkenbare Absolute van het leven dat ons, als mens, spiritueel in beweging
houdt, dat ons vormt en ons voortstuwt op de weg naar het Omega-punt. Het is
dit op-weg-zijn-naar dat zin geeft
aan ons bestaan. Hij, die hierover heeft nagedacht alvorens er aan te beginnen
en alles geregeld heeft opdat het verder in beweging blijven zou ook de
creatieve mens is hier in begrepen - is nu rustende. Onnodig Hem nog wakker te maken, wat Hij
begonnen is, is de perfectie zelf, gemaakt om autonoom verder te evolueren, en of
we ons naar het Oosten richten of niet ook elke kerk is gericht naar het
Oosten - heeft geen belang.
28-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-04-2013 |
Humility |
En dan het vers in het stripverhaal dat ik al zo
dikwijls heb herhaald gedurende de zovele jaren dat ik T.S.Eliot lees en
citeer:
The only wisdom we can hope to acquire is the wisdom of humility:
humility is endless.
T.S.Eliot, wie zorgde ervoor dat ik het
(onverzadigbaar) geluk heb gekend je te lezen? Want had ik je niet gekend, ik zou
niet geweest zijn wie ik ben, niet geschreven hebben wat ik schrijf en hoe ik schrijf.
Of, ben ik dan ook schaamteloos elitair?
En nu ik dit Nero-verhaal terugvond verbazend
dat Marc Sleen T.S.Eliot opnam in zijn verhaal - bestaat er ook een onzichtbare
band tussen al degenen die Eliot in hun hart en vooral in hun geest dragen en kan
het dan dat ik dit jaren geleden heb in gekleefd opdat ik het zou overnemen in mijn
blog van 20 april?
Is het in twijfel trekken van wat men toeval
noemt en het laten uitschijnen dat er een andere macht in het spel is, deze van
de omstandigheden en nog iets in meer, is dit wel een voorbeeld van
nederigheid?
Is het ook wel nederigheid te spreken over wat ik
las en heb opgeslagen; is het nodig dit alles te etaleren en te gaan vermengen
met wat er zich binnen in mij afspeelt of anders gezegd mijn (te weinige)
kennis te gaan versieren met flarden uit mijn jeugd, uit mijn liefdesleven?
Is het wel nodig zich te tonen zoals ik ben in mijn
Blog/Boek en dan uiteindelijk toch het meest intieme te verbergen, het
alledaagse dat van ons allemaal is, te verzwijgen; niet te schrijven dat ik opsta
en ontbijt en de rest, maar dat ik wegrijd met een laatste zin in mijn hoofd
die blijft terugkomen, zelfs al verdwijnt hij soms voor ogenblikken, maar me
toch bij blijft waar ik ook ga of wat ik ook doe?
Het is wel niet zoals bij Rubinstein die opstaat
met het pianoconcerto van Chopin in zijn hoofd, ontbijt, telefoons ontvangt en
onderwijl in zijn onderbewustzijn, het concerto verder speelt om, naar het
einde toe, het terug bewust op te nemen. Maar ik ook schrijf verder zonder pen
in de hand. Ik ook zie, al is het soms aarzelend, hoe ik verder kan. En als ik
dit hier opteken is dit dan wel een vorm van nederigheid?
Het kan goed zijn dat ik hierover reeds een blog
heb geschreven - het kan niet dat ik langer dan een jaar zou gewacht hebben om
te spreken over de nederigheid van Eliot - maar dan zal wellicht niet het Nero-stripverhaal
er de aanleiding toe geweest zijn.
27-04-2013, 00:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-04-2013 |
Katten en schrijven |
Jennifer Egan, schrijfster van de
alom geprezen roman Bezoek van de
knokploeg een van de boeken van 2011 bekroond met een Pulitzerprijs
dat ik volgens de Standaard zou moeten kennen en niet ken, tot mijn spijt,
leert me, dat, na het schrijven van de eerste schets, het lastige gedeelte er aan komt, proberen te begrijpen wat ze gecreëerd heeft
en het desnoods zeventig keer herschrijven tot ze tevreden is.
Ik hoef dus niet te wanhopen, ik ook zit met een
massa teksten, die ik tracht in een goede volgorde samen te brengen en er tot
vandaag nog niet in geslaagd ben een rustgevend resultaat te bereiken. Ik
heb wel de eeuwigheid voor mij, maar zeventig maal opnieuw herbeginnen schijnt
me lichtjes overdreven.
Dit is niet het enige dat ons scheidt, Mevrouw
Egan bezit drie katten die haar in een zekere mate helpen bij het schrijven, omdat
de katten haar verankeren op haar stoel, wat haar belet op te springen als ze
er soms de brui aan geeft om verder te schrijven.
Ik heb enkel de katten van de gebuur, deze komen echter niet dichter dan de tuin, maar van het ogenblik dat ze de deur horen open gaan zijn ze er om me te groeten. Maar ze aaien dulden ze niet, ze blijven trouw aan hun meester en een grote hulp bij het schrijven zijn ze evenmin.
Ook ben ik niet zinnens beroep te doen op welke katten ook.
26-04-2013, 00:20 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-04-2013 |
Tussendoor |
Tussendoor duikt in
mijn gedachten de allerlaatste regel op - voor mij de allerbelangrijkste - van
Dantes Paradiso: LAmor che move il sole e laltre stelle. En
blijf ik me de vraag stellen, hoe ik het woord Amor begrijpen moet. Is het de Liefde (van God) die het Heelal in
beweging houdt, of is het de innerlijke Kracht in het Universum aanwezig, die
alles levend en bewegend houdt?
Ik mengde deze idee
met de tekst die ik schrijven wil om gedrukt te worden op mijn doodsprentje dat
bij het buitengaan door vrienden en kennissen zal worden meegenomen en
misschien wel een tijdje bewaard. Een tekst waarin ik duidelijk mijn geloof in
het eeuwigheidsbeginsel van de geest neerschrijven wil:
Geboren uit de geest ben ik teruggeroepen naar de eeuwigheid van de
geest, ai-je rendu à son Propriétaire lesprit qui fut mis à ma disposition. Ik
voel me er goed bij. Ik ben nu los van alle pijnen, alle zorgen. Ik ben nu
terug in en vermengd met Hem, die de zon en de andere sterren in beweging houdt.
Maar wie die Hem is kan ik niet omschrijven, wel weet ik dat Hij IS dat Hij bewegend
is, dat Hij immer ende immer bewegend is naar binnen en naar buiten.
Ik schrijf dit neer,
gezeten onder de dennen, het is een schitterende morgen en het grote leven
overvalt me, houdt me in zijn greep. Zaadjes kringelen naar beneden, vallen
neer voor mijn voeten, vallen neer op de tafel, vallen neer op het gras, vallen
neer op de wereld. En, Saint-John Perse:
Les graines flottantes
sensevelissent au lieu de leur atterrissage, il en naîtra des arbres pour
lébénisterie.
In enkele woorden
neergeschreven als in een haiku, een simpel dagelijks gebeuren, de levenslijn
van een boom in een bijna kosmische visie eigen aan de poëzie en ik kijkend,
samen met de laatste zin van Dante in mij, naar het vallen van de zaden, het
handschrift van de natuur.
En in wat, is het
zaad verschillend van het-bewegen-naar. Het
is geest in beweging, het is beide samen, innig verstrengeld.
25-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-04-2013 |
Muze |
En kom ik in de valavond binnen in de woonkamer,
Dante die zich gaat neerzetten in de schemering van de haard. Hij is nog immer mijn
gezel, al versta ik zijn taal niet, al begrijp ik niet waar hij heen wil met
mij, wat hij verwacht van mij. En hij die vroeg:
O
Muze, o mijn grootste genie, help me, o geheugen dat schrijft wat ik zag, hier
zal je je grootheid kunnen tonen.
Ik ook moet zijn
Muze blijven aanroepen. Niet een maar zeven kaarsen laten branden op mijn
werktafel om me eraan te herinneren dat ik zonder deze Muze niets ben en niets
schrijven kan. Wie deze Muze ook moge zijn, mijn goed gesternte bijvoorbeeld,
mijn inspiratiebron, mijn ingesteld-zijn op de beelden die van buiten uit me
beroeren, als ik maar open sta, als ik maar ontvankelijk blijf, de geest open en bloot.
O Muse, o alto ingegno, or maiutate:/ O mente che scrivesti ciò chio vidi / qui se parrà la tua nobilitate. ( Inf.canto
II, 7-9)
24-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-04-2013 |
Het leven dat we leven |
Wat is er van de mens die onbewogen de dagen
binnenwandelt met nog een oneindigheid aan dagen in het vooruitzicht, zo denkt
hij toch. En wat is er van de mens die weet dat het ogenblik heel dichtbij is
gekomen, het ogenblik dat van alle ogenblikken, hét ogenblik is.
Het jaar is pas begonnen en nu toont de lente
zich die zomer zal worden en herfst terug en de aarde zal terugkeren op haar
punt waar ze nu staat, en hij zal aan de cijfers beseffen dat de aarde een
nieuwe, volledige baan om de zon heeft afgelegd.
En de cellen van zijn lichaam zullen zich blijven
vernieuwen, aan een trager tempo wellicht, en dit ook zal hij amper beseffen,
hier ook heeft hij te ondergaan en af te wachten in welke mate de krachten van
zijn lichaam zullen afnemen, hopende, hopende dat de krachten van de geest in
eenzelfde mate toenemen zullen. Al weet hij dat ook zijn geest de aarzeling
kent van het woord dat hij gebruiken wil of van de zin die klaarheid brengen
moet.
Dan ook, denkt hij, laat me toe te zeggen dat ik
geleefd heb onder de mensen, naar de geest in mij en over mij, al is dit maar een
korte tijd geweest en al is er heel wat tijd en dagen verspild geweest. Of is
het geen verspilling geweest, is het slechts een voorbereiding geweest, een
tijd om te groeien, om te rijpen en nu hiervan de vruchten te plukken in de
weinige bladzijden die ik los weg optekent.
Max Wildiers, zegt dat het een vreugde is te
vertoeven in het gezelschap van zovele boeken, van zovele gedachten die uitgesproken
worden, die geschreven worden, rondgedragen worden en ons bereiken op de een of
andere wijze.
Welnu, ook voor hem is het een grote vreugde
deel te hebben aan die wereld van de geest die overal aanwezig is en telkens en
telkens komt aankloppen. Een vreugde het levende leven te grijpen met beide
handen, het te omknellen en neer te zetten op het blad, opdat anderen na hem,
zo hoopt hij toch, zo verwacht hij toch, ook vreugde zouden beleven aan de
kleine gestalten van geest die zijn woorden willen zijn.
Hopende, denkt hij nog, dat het immer zo moge
blijven en dan ook nog, crescendo, stijgend naar een steeds vollere dimensie.
23-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-04-2013 |
Bezig zijn. |
Mijn blog is een veeleisend iets waar ik niet aan
voorbij kan. Ik schrijf de tekst op elk ogenblik van de dag of de nacht. Ik
schrijf hem juist voor het inloggen, of ik schrijf hem de dag ervoor, soms twee
dagen ervoor, om toch maar geen dag over te slaan.
Tussendoor denk ik aan dat vreemde boek van mij dat al
geschreven staat, maar me niet voldoet. Een zaak is zeker en wil ik vermijden.
Ik wil geen drama toevoegen aan de vele dramas die gebeuren in het leven van
elke dag, er zijn er al voldoende die opduiken in de dagbladen of in de TV
journaals, opdat ik er nog een zou aan toevoegen. Het zijn trouwens de woorden
van een oude dame ik ben nu ouder dan zij toen was die vond dat het leven
zelf al roman genoeg was, waarin ze gelijk had.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen die recht hebben
verteld te worden, maar er een gaan uitvinden is niet aan mij gelegen. En zo is
het dat ik nog altijd zoekende ben om de juiste toon, de juiste inhoud, de
juiste voorstelling te vinden.
Ik stapel passages op en vroeg of laat worden deze
samengebracht, maar een verhaallijn moet je er niet in zoeken, het wordt geen
roman, geen fictie dus. Laat me stellen
dat het een boek wordt over het leven van een man die ik had kunnen zijn maar
niet was die zich verloren heeft in boeken en nu op zoek gaat naar zich zelf,
om te zien hoe hij er uit gekomen is en tot hoe ver hij geraakt is.
Meer wordt het niet, meer is er ook, wat mij betreft,
niet nodig. Ik ben aangekomen waar ik zijn moest, heb duizend boeken te weinig
gelezen, heb duizend sonates, symfonieën te weinig beluisterd, of toch niet
zoals Thomas Vander Veken zie mijn Blog Scarlatti - ik ben blijven hangen bij
enkele schrijvers (en componisten) die me in een bepaalde richting hebben
geduwd en het is te laat om hen nu te gaan negeren. Ik ben door hen gevormd en
word door hen gevangen gehouden.
Dit is mijn, lot wat het schrijven betreft, en het is
niet noodzakelijk dat wat ik schrijf ooit tevoorschijn komt in een boekvorm. Ik
heb er geen nood aan, ik moet er niet van leven, zoals zovelen.
Iets moet ik er aan toevoegen. Ik hoorde van een groot
schrijver dat hij zich gelukkig voelde in een huis in de bergen, in een kamer
ervan, een soort cel ervan, met dikke muren waar hij werken kon.
Ik heb een dergelijke cel niet, ik heb de zorg om een
echtgenote die het niet zo gemakkelijk heeft en de zorg om dat lichaam van mij.
Het zijn dingen die mijn dag vullen. Mijn
inleven van wat ik wil schrijven wordt er door bepaald en enigszins - zo
niet heel wat door beperkt.
En tot slot wat nut kan het hebben een boek toe te
voegen aan de miljoenen boeken opgestapeld in de bibliotheken. Mij volstaat het
dat mijn familie en mijn vrienden weten dat ik soms aan het schrijven ben en
weten dat ik een gelukkig man ben: ik heb een blog bij te houden en wordt
gelezen.
22-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-04-2013 |
Scarlatti |
En dan is er Thomas Van der Veken die mijn
wereld binnenkomt. Hij schreef een kort, heel kort zelfs, maar prachtig verhaal
over zijn ontmoeting met over de sonata L33 in B mineur van Scarlatti gespeeld
door Vladimir Horowitz.
Heb zijn woorden in de Standaard van vorige
vrijdag, uitgeknipt en in gekleefd, in
mijn dagboek. Wellicht heb ik deze sonate voor piano al gehoord ik luister
altijd naar klassieke muziek als ik een ogenblik vrij ben en zelfs tussendoor
als ik werk of schrijf maar de schoonheid ervan is me niet opgevallen en
zeker niet zoals Van der Veken er over schrijft. Ik zocht de muziek op in de
Top Honderd van Klara, maar weinigen hebben deze in hun lijst opgenomen want
Scarlatti komt zelfs niet voor in de Top Honderd van 2012.
Ik ben dus op zoek ernaar, vooral de sonate
gespeeld door Horowitz.
Ik ken Van der Veken van TV. Ik weet dat hij een
groot muziekkenner is en ik lees met bewondering hoe hij zich over het stuk
uitdrukt. Ik ben er bijna zeker van dat hij ook piano speelt en het stuk al
moet gespeeld hebben anders zou hij er niet over schrijven zoals hij het doet:
De
compositie is intense troost, innige vreugde, het raakt mijn allerdiepste
vezels
Het bliksemt los wat vast zit in mijn hart
Er is niets overbodigs aan
dit stuk
Een hoge noot die hij nonchalant aanslaat maar net iets langer
inhoudt
En: Ik
jank me te pletter en ben tegelijk dolgelukkig.
Iemand die zo schrijft moet zelf een groot muziekliefhebber
zijn en misschien ook een groot pianist.
21-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-04-2013 |
T.S.Eliot |
De lange weg van zijn leven nu ver voorbij halverwege, niet zoals Dante, maar een lange weg die zo kort schijnt geweest te zijn, samengebald in één pagina, opgerold tot een bolletje papier dat hij in de hand houdt, even nog.
Maar ook, op dagen zoals deze, uren schrijvend, uren over zijn blad gebogen als hij, bij het laatste licht het bolletje nog even openrolt en het blad plat strijkt om te her-betasten wat er geschreven staat, en in een ver dagboek een dagbladknipsel uit het Nero-stripverhaal terugvindt en gaat lezen wat hij in die dagen had in gekleefd:
O, lees jij ook Eliot?
Hij is mijn livre de chevet, hij is onbeschaamd elitair; een mijlpaal in de wereldliteratuur is zijn Four Quartets.
En een Engelse boekenwinkel in de hoofdstad, en hij staande voor het rek Poetry en een dunne bundel die hij in de hand houdt, en op het ogenblik dat hij leest:
Time present and time past
Are both perhaps present in time future.
En - Eliot zich vasthakend in hem - een hand op zijn arm en ogen, glimlachend tot binnen in hem, glimlachend tot vandaag toe binnen in hem.
Ze dronken een thee toen in de tearoom op het verdiep. En later, jaren later, hij herhaaldelijk terugging naar datzelfde rek, naar diezelfde plaats in de tearoom, met dezelfde dichtbundel, waarvan de bladen losgekomen waren, en:
Time future contained in time past.
Of, hoe in schimmentaal verteld, T.S.Eliot in zijn leven kwam.
20-04-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-04-2013 |
Wat de Leie deze Middag |
Wat de Leie deze middag
te vertellen wist,
maakte ons stil, zelfs al luisterden we niet
we wisten het
in alle kleuren en alle tegemoetkomingen
omdat de
uitgestrekte beemden
helder, de verse wilgen, de canadas
het eerste groen doorzichtig
in de klanken van het open barsten.
Sonates waren het,
en dichterbij, het water glanzend
met kronkelingen licht:
rustig
de weiden, de winden, de wolken.
We waren er om te schilderen
in verborgen tekens,
pogingen om te benaderen hoe het leven
is gegrift, sprankelend
in gele ranonkels
in de oevers, daar de reiger wacht,
gisteren al
de kikkers en de meerkoeten,
slierten makend van verrukking,
tekeningen op oud papier
met planten in opgeslagen.
We zagen het en keurden het goed
te zijn waar we waren,
ons handen vrij,
onze gedachten weg geslopen,
wentelend omheen de eerste zin
die los gekomen, uitgegroeid,
vernieuwend wat van vroeger was
en van morgen
als we hier terug gaan komen,
al was het
maar, de Leie ter wille.
19-04-2013, 00:13 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |