The hand that guides the brush has already caught and
executed what floated before the mind at the same moment as the mind began to
form it, and in the end the pupil no longer knows which of the two mind or
hand was responsable for the work.
Eugen Herrigel:
Zen
in the Art of Archery, p. 60.
Het
was een vreemde blog die ik gisteren schreef.
Bij
het herlezen ervan vroeg ik me af zoals Herrigel
- of ik wel wist wie de schrijver ervan was? Karel of Ugo of nog een derde, een
uitdager, een Auster, een Hertmans, die me beroeren met hun woorden zodat ook
ik, een poging doe, hun visie op poëzie die ik met hen delen wil, te volgen.
Want
de tijd dat een gedicht begon met het gezang van de vogels, de tijd van Poeskin
en zijn: Zing, zwaluw, zing, zing mijn
hart tot rust, waarvan ik de Russische tekst nog ken de enige die
overbleef is ver voorbij.
Ik
dacht eraan deze morgen toen ik, verloren in mijn dagboek van de Economist had twee dagen in te halen
plots na meer dan een uur intens schrijven, geconfronteerd werd met het
morgenlicht en met de zin van Louis Pauwels die ik hier herhaal omdat hij in
mij staat gebrand zoals een tatoeage qui
rate les aubes rate sa vie. (Bel
of mail me als je wenst te weten waar je die zin oprapen kunt. Tenminste zo je
hem waardig vindt in je spiritueel kraam).
Maar
ik had het over poëzie, die vandaag vele wegen uit kan als ik de recensie open van Luuk Gruwez het
is heel wat geleden dat ik hem nog eens vernoemde waar hij het heeft over een
jonge dichteres, Maria Barnas en haar bundel: Jaja de oerknal (Arbeiderspers, 48 blz.,18,95). Zoals altijd is
het heel degelijk wat Gruwez ons voorhoudt, en de versregels die hij aanhaalt halen
een schoonheid en wijzen in een richting die veel leesbaarder zijn dan die van
mij.
Maar
bij regels als het betreft de kinderen
en niet op het kleed poepen / en er met de trein doorrijden heb ik wel
enige bedenkingen, zoals Gruwez trouwens.
We
kunnen dus met poëzie in vele talen overweg. Ik wil er enkel de nadruk opleggen
dat er heel wat moed en heel wat inspanning vereist is om tussen je dagelijkse
bezigheden van moeder en huisvrouw nog aan poëzie te doen en erin te slagen een
dichtbundel uit te geven. Als er dan iets uitlekt over wat de kinderen durven
nalaten, dan is haar dat zeker vergeven.
En
er is toch iets belangrijks gezegd over haar werk, en dan nog door Luuk Gruwez
en in de Standaard van 26 april en dan nog op het kaft, met de vogels van HItchcock over een verbijsterend Heelal. Dit
zijn woorden van Gruwez.
|