Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    04-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gustave Mahler

     

     

    Hoe Mahler ons beroert, hoe een snoer van klankkoralen

    door het venster weggedreven, de Leie over, de beemden

    en de landerijen, de torens over, de luchten in, het zog

    van d’aarde omheen de zon gewonnen en verder nog

     

    de klanken door verteld tot in het geruis van planeten,

    sterren en galaxiën, tot in het centrale, potentiële punt,

    Foucaults ene vaste punt dat van alle punten is

    van alle plaatsen en van alle ogenblikken, over alles heen,

     

    en in zijn grijploosheid God ook niet genoemd, al kon het wel

    al hoorden we van al degenen die de dingen aangeraakt

    er binnendrongen, en in klanken en in woorden weergegeven

    het ene punt bezaten en in de ban ervan gebleven.

     

    En God ook niet genoemd, al mocht het wel, al kon het wel

    met alle letters, alle vormen, alle elektronen van de kosmos

    wel.

     

     

    Aanvulling:

     

    Hubert Reeves[1] uit het rek halend lezen we:

     

    "Le pendule de Foucault, conscient de la hiérarchie des masses cosmiques, 'ignore' la présence de notre petite planète, pourtant à proximité, pour aligner son comportement sur la confrérie des galaxies qui renferment la majorité de la matière universelle."

     

    En Umberto Eco noemde dit het ‘ene vaste punt’ waaraan de slinger van Foucault is opgehangen.


    [1] Hubert Reeves: ‘Patience dans l’Azur’, Editions du Seuil, 1988

    04-02-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (13)

     

    Een meer intiem samenzijn ware er niet gekomen indien Anja niet had beslist in de berghut te overnachten en pas de volgende dag terug te gaan en ook indien ze die avond, na hun korte kennismaking niet samen hadden doorgebracht, kijkend naar het wondere effect van de ondergaande zon op de besneeuwde bergtoppen. Geen van beiden, hij zeker niet, besefte toen dat, naarmate de sterren een voor een, op het laken van de nacht tevoorschijn kwamen, de geul van hun gevoelens breder en breder werd.

    Maar al dit verklaarde slechts hun ontmoeting. Echter welke andere feiten gingen niet vooraf aan haar beslissing om op die dag, die uiteindelijk een belangrijke dag werd in zijn leven, de tocht naar die berghut van de Grand Mountet te doen?

    Dan ook was er nog zijn verhaal. Vooreerst, zijn aanwezigheid daar, nadat hij lang geaarzeld had, omwille van de kinderen en het mogelijke gevaar verbonden aan een beklimming, Robert en Gustave te vergezellen.

    En als het een ontmoeting in een bepaald punt en op een bepaald ogenblik betreft, kan tot in het oneindige worden teruggegaan, tot de dag van zijn geboorte, tot de dag dat zijn vader inging op zijn moeder en nog veel verder in de tijd, wat even betekenisvol zou zijn, allemaal gegevens die maakten dat hij was wie hij was en dat hij was waar hij was en dat ze er nu aanwezig waren, enkel en alleen opdat hij, zo zag hij het nu, Anja zou ontmoeten.

    We spreken dan van toeval maar met Borges wist hij dat toeval geen woord is om uit te spreken, dat het slechts een samenvloeien is van talloze, zo kleine als belangrijke feiten in het leven.

    Ze had hem verbaasd toen hij hoorde wie ze was. Ze verbleef met haar moeder in Saint-Luc, het dorp aan de overkant van Grimentz, met enkel de vallei tussen hen en vertelde dat ze de cabane al bezocht had, vroeger, jaren geleden toen haar vader nog leefde. Ze, hadden er toen overnacht en gezien er nu nog plaats was, ze van gedacht was veranderd en besloten had pas de volgende dag terug te gaan.

    Waarom was ze eigenlijk gebleven, misschien was ze te vermoeid na een klim van vier uren  van 1600 naar 2886 meter, misschien was het, hoopte hij, omwille van hem? 

    In de namiddag had hij zijn vrienden niet vergezeld naar een plaats die ze hun ‘jardin de génépi’ noemden en hij was in de zon gaan zitten om te lezen of te schrijven. Het was daar dat ze hem was komen opzoeken en dat de realiteit zich vormde tot verbeelden en de woorden die ze spraken, een kleur hadden, een warme ondergrond. Zo had hij aangevoeld toen, dat ze een open iemand was met een diepe zin voor literatuur en kunst en vooral een vrouw - hij dacht dicht bij de veertig - bewogen, gegrepen door de bergen en de levende natuur.

    Hij herinnerde zich nog min of meer waarover ze toen gesproken hadden, hij vond het trouwens in zijn dagboek. Het was lijk een aftasten van wie ze waren en wat ze wisten en hij herinnerde zich even goed nog de stemmen van de cordée van vier knapen, in de wand van de ‘mamouth’ die steeds maar hoger en hoger opschoof naar de top, hun stemmen duidelijk leesbaar in de ijle lucht.

    Later namen ze, samen met Robert en Gustave, het avondmaal en bleef hij alleen met haar, buiten in de de vrieslucht met een hemel die plots vol sterren stond.

    Nam zij al een deel in van de plaats die was vrijgekomen toen ze afscheid namen en zij haar slaapstede opzocht en hij die van hem naast deze van zijn vrienden in een ander slaapvertrek?

    Lang nog had hij wakker gelegen die nacht, denkend aan haar, hun gesprek voortzettend. Zij luisterend naar hem, zij opkijkend naar die rijpere man met heel wat ondervinding over het leven, met heel wat meer boeken gelezen dan zij en met een totaal andere kijk op God.

    Je bedelft me onder woorden had ze gezegd, en toen ze afscheid namen was haar gelaat heel dicht bij het zijne alsof ze hem kussen wilde.

    *

    Ze stonden met hun drieën, in de scherpte van de morgen aan de rand van een ijs- en sneeuwvlakte die ze kruisen moesten om de bergkam te bereiken vanwaar ze ‘en cordée’ naar de top van de Besso konden. Maar het gebeurde dat Robert, de gids, bij het betreden van het ijs, plots uitgleed en bij een misstap, zijn ligamenten scheurde zodat ze verplicht waren, hem zo goed mogelijk ondersteunend, terug te keren naar de cabane.

    Er werd een helikopter gevraagd en Robert samen met Gustave waren ingestapt. Was er nog een plaats voor hem, hij wist het niet meer, hij had waarschijnlijk gewild gewacht op Anja en in de namiddag waren ze samen afgedaald over de gletsjer naar Zinal. 

    Hij had dit in een ruk neergeschreven, alsof hij een lange brief aan het schrijven was, denkend aan de te vele ‘toevalligheden’ die er aan te pas kwamen; hij had zelfs gedacht in die dagen dat het misschien zijn overleden vrouw was geweest die zich manifesteerde in de persoon van zij, die zich Anja noemde, die zo maar was opgedoken uit het niets om even vlug als ze gekomen was, weg te rijden van hem in het even grote niets.

    Dit alles was van de maand augustus, van het jaar na haar overlijden. Tot en met zijn ontmoeting van Anja was het een maand van innerlijke stilte geweest, en la chambre des preux waar hij verbleef, een kamer van de geest die hem gekneld hield in een groot verlangen om te schrijven; een verlangen dat van dan af, een noodzaak werd en hem niet meer verlaten zou om hem te brengen op het punt in de tijd en de ruimte waar hij zich thans bevond.

    Anja echter zou hij niet meer terugzien, al wist ze heel goed  waar hij met de kinderen verbleef.

    Hij was een paar jaren later terug in dat dorp in de bergen. De oude chalet, nog donkerder getint door de tijd, was er nog. De bomen waren uitgegroeid. Het licht was erover, de wind, de regen, de jonge maan. In de late dagen van augustus zwermden de zaden van het wilgenroosje (épilobe) erover uit, kleine schermpjes, voorbeelden van het bruisende leven.

     

    Vandaag is  zijn hart ouder geworden, stiller, er zit een beven in zijn handen. En in zijn gedachten, de stemmen van spelende kinderen die verstoppertje spelen. En hij overweldigd door wat was, grijpend naar een zin van T.S.Eliot: 

    Go, said the bird, for the leaves were full of children,
    Hidden exitedly, containing laughter.[1]

     

    Hij heeft de nacht doorgebracht op de sofa en werd wakker, het ogenblik tussen nacht en dag, het punt dat door de Romeinen le silencium genoemd werd, cette heure trouble qui est celle des morts et des naissances.

    Dit is waar hij zich thans bevindt, precies tussen duisternis en licht, het silencium, het ogenblik dat noch nacht noch dag is. Hij heeft niet de kracht op te staan maar hij heeft een boek te schrijven al was het maar over de zin van dat alles, al was het maar over de zin van het leven. Alsof het nodig was dat hierover geschreven werd.


    [1] T.S.Eliot: Four Quartets: Burnt Norton, 40-41, Faber & Faber editions.



     

     

     

    03-02-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anthony Burgess

     

    Als ik een artikel in een oude El País mag geloven zou Anthony Burgess  het aangedurfd hebben te schrijven: ‘schrijvers zijn lieden zonder belang, ze hebben hun innerlijk leven omgezet in wat ze reeds publiceerden en hun uiterlijk leven beperkt tot het zich neerzetten om te schrijven. Veel aantrekkelijker is het leven van een taxibestuurder[1].

    Hij was een wijs man, een veelschrijver, er zal dus wel een deel van waarheid in zitten. Dag in dag uit, ben ik bezig met wat terecht komt in mijn blogs. Veel, om niet te zeggen alles, is er op afgestemd, ook de dingen die ik nog doe worden er door ontregeld en zeker  mijn belangstelling voor het dagelijkse, zelfs - zoals ik reeds zegde - voor het lezen.

    Burgess, die de dood van dichtbij heeft gezien – op 42 jarige leeftijd werd bij hem een hersentumor vastgesteld – zegde ook dat hij denkend aan de dood schreef over het leven.

    Ik herken me in beperkte mate in zijn woorden. Bij hem was het, zoals nu bij mij, een vlucht in woorden, maar hij was enorm productief – hij schreef vijf boeken in het jaar dat de dokters hem nog gegeven hadden – terwijl mijn productiviteit te laag ligt, ‘opdat ik er nog tijdig komen zou’, en al weet ik niet waar ik aankomen wil, ik blijf maar schrijven zodat het eindpunt zich maar blijft verwijderen in de tijd, zelfs al komt het dichter en dichter.


    [1]Pero los novelistas, son gente sin interés: han vertido su vida interior en lo ya publicado y su vida exterior se limita a sentarse a escribir. Mucho màs attractiva es la vida de un taxista. (El País van 27 oktober 2012))

    02-02-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezinning

     

    Hoe komt het dat velen onder ons zich tevreden stellen te eindigen in het Niets. Dat ze aanvaarden van stof te zijn en tot stof terug te keren. En hoe komt het dat ik er me met de moed der wanhoop tegen verzet, dat ik dit absoluut niet aanvaard; dat ik een totaal andere zekerheid uitdragen wil die me brengt op de rand van wat, als ik luister en lees, de maatschappij van vandaag erover denkt?

    Wat gebeurde er met mij, wie was ik als kind van mijn ouders - eenvoudige, werkende mensen - opgegroeid in een landelijke omgeving tussen weiden met bloemen en bossen zonder paden, en abelen in de beemden en weegbree en  smeerwortel en ereprijs en sint-janskruid en zovele andere bloemen en planten.

    Heb dit allemaal in mij opgeslagen: en vlinders en bijen, en eksters in de bomen en merels in de hagen en lijsters en meesjes, en eieren in de nesten, en kastanjes en hazelnoten en de geur van de meidoorn in de lente, en meikevers op de bladeren van de eik.

    Een wereld van wonderen. En ik zou moeten geloven dat er niets was, niets is. Dat dit alles er zo maar gekomen is, zo maar, zonder reden van bestaan, dat het geen dingen zijn om ons de ogen te openen?

    Zeker is dat ik meer een kind van de natuur was dan een kind van mijn ouders, dat het de natuur is waarin ik ben opgegroeid die mijn wereldbeeld heeft gevormd, ondersteund door bepaalde boeken die mijn wegen hebben gekruist, om uiteindelijk aan te komen waar ik me nu bevind en te verkondigen met fluiten en trommels – des fifres et tambours’ -  dat er Iets in meer moet zijn, Iets dat enorm is, onoverzichtelijk is, onverklaarbaar is. Maar dat IS.

    01-02-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    31-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goldberg Variaties

                                                                               
                                                        
                                                                Aan Anna Enquist



    Haar vingertoppen naar

    de toetsen toe getogen,

    in totale intimiteit

    met Johan Sebastian Bach.

     

    Van wie het componeren was,

    van wie het in elkaar verweven

    van spiralen, van voluten was.

     

    Van wie in kloostergangen

    overspoeld,

    naar boven, naar beneden, 

    witte parels,

    over donkere tegels

    uitgestrooid, gemeten
    tot lang erna.

     

    Hoorden toen

    het onvermogen

    op te stijgen, al wilde ze,

    al wilden allen die er waren,

    alsof mogelijk

    dichter nog te komen,

    hoger te geraken

    In geest op geest geënt,

    een overgang van eeuwen.

     

    Overrompeling
    van regenbogen,

    verwondering te leven

    en het leven uit te schrijven

    in runentekens. 

     

    En, gekluisterd

    in de balken,
    wat we zagen,

    vlinders uitgedroogd

    in spinnenwebben

     

    Ook wij die avond

    met Bach

    geconverseerd,

    wij allen die er waren.  

     

    Niet meer wetende

    hoe Bach de klanken was.


                                                                     

    31-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (12)


     

    En dan, wat hij niet zo dikwijls deed, bladerend in zijn dagboeken, valt hij op enkele regels uit een gedicht van Rilke die hij overgeschreven had en van uit het licht van de bergen, komen de herinneringen aan Anja terug:

    Einmal wenn ich dich verlier,

    wirst du schlafen können, ohne

    dasz ich wie eine Lindenkrone

    mich verflüstre über dir?

    Hij had dit geschreven toen Rilke een toevlucht was voor zijn gevoelens van een beginnend verliefd zijn. En hij de pijn die zwol in hem, onderdrukken wou omdat hij wist dat het verschil in ouderdom met haar, en de levensomstandigheden van hen beiden, te groot waren, te onoverkomelijk.

    En zijn dagboek open voor hem:

    Zal je wel slapen kunnen als ik je verlies en me niet meer lijk een krans van lindebloesems verfluister over jou?

    Kort was hun ontmoeting geweest, maar achteraf als hij naging hoeveel gebeurtenissen nodig waren geweest opdat hij haar ontmoeten zou, op weg naar een berghut, op meer dan 2.800 meter hoogte in de Alpen, dan zag hij er, maar al te graag, elementen in die vooraf - door het lot, dacht hij - vastgelegd waren opdat hij haar ontmoeten zou.

    Het was vroeg in de morgen dat hij met zijn twee vrienden Robert en Gustave, enkele dagen na hun bezoek aan het graf van Rilke, op weg waren om de beklimming van de Besso te doen en even gestopt waren in de Cabane du Petit Mountet, en ze haar ontmoetten waar ze neerzat, in de schemer en alleen, aan een tafeltje, met een tas thee voor zich.

    Dit was het begin geweest. Later, aan een moeilijke passage over een stroom die langs de bergwand naar beneden stortte, had ze schijnbaar gewacht op hen, ze zou hen vragen hoe het verder moest en Robert die haar uitnodigde hen gezelschap te houden, over de gletsjer tot in de Cabane du Grand Mountet[1].

    Het begon als een totaal onschuldige kennismaking, waarbij hij vernam dat haar naam Anja was en dat ze een landgenote was, een streekgenote bijna. Ze wou de cabane bezoeken waar ze jaren geleden geweest was met haar vader en was zinnens nog die zelfde namiddag terug te keren naar Zinal. Robert zegde haar dat ze  beter de nacht in de cabane doorbracht en pas morgen, in de namiddag, als ze terug waren van de Besso, met hen terug kon gaan, qu’en penses–tu, Ugo? had hij gevraagd.

    Hij wist, als hij verder bladerde dat zijn dagboek van die maand augustus de echo droeg van hun ontmoeting en vooral van zijn lange afdaling met haar over de gletsjer naar Zinal toe. Hij hoefde het niet te herlezen, niet over te nemen. Hij wist dat de woorden komen zouden zoals ze nog, na de vele jaren die erover waren, woonden in hem.

    Maar hij aarzelde. Hij aarzelde open te breken wat nog smeulde, omdat hij wist dat het een gebeuren was geweest met een te groot impact aan mogelijkheden, die hij toen, de dagen na hun afscheid van elkaar, had uitgeschreven om zijn gevoelens te onderdrukken.

    *

    Pas een paar dagen later zou hij het verhaal verder openen. Hij zou gaan neerzitten in de tuin, de laatste mooie dag van de herfst, aan de tafel onder de bomen, met het vallen van de bladeren over hem – zoals de vallende bladeren in het boek, en Zhivago toen een ogenblik dacht dat het de schaduw van vogels was – en het was in het gekir van de tortels en het ruisen van de wind in de bomen dat hij begon aan het verhaal waarin alle elementen aanwezig waren opdat in de bergen omheen de cabane du Grand Mountet, zijn leven voor een tijd stil zou staan en zij binnen komen zou in hem, om er tot deze dag in de herfst, en tot lang nog erna, te wonen, wat hij ook deed om haar te vergeten.

    *


    [1] Vandaag ligt deze weg, die jaar na jaar moeilijker te onderhouden werd, verlaten. De tocht naar de berghut loopt nu in de flank van de Besso, en niet meer over de Zinalgletsjer.
    Rainer Maria Rilke: ’Rilke neue Gedichte’,  Insel Verlag, 1971, pag. 151.

    30-01-2013, 00:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Identiteit

     

     

     

    Wie is het die schrijft en in welke mate is wat hij schrijft realiteit of fictie? Weet ik het zelf wel, eens het geschreven staat? Vroeg ik me gisteren af.

    Ik weet enkel dat wat ik schrijf het product is van mijn gesprek met mezelf, en ook dat de oude man, zoals ik me gisteren, meer dan de andere dagen, voelde, zal blijven pogen creatief te zijn in woorden, zoals hij bezig was in het voorbije, se innanzi tempo, grazia a sé nol chiama[1].

    Maar ik of hij, Ugo, bekennen ootmoedig dat er op dagen, zoals dagen met sneeuw of dooi, grote verwarring bestaat en dat ze beiden niet weten hoe de toekomst, vooral dan de nabije er zal uitzien.

    En toch wordt er morgen een vervolg geschreven dat voor het ogenblik nog woekert in hun hoofd. 

    Heel duidelijk en zeker toepasselijk is wat hij leest in Le Monde[2]:

    ‘toute littérature joue avec la notion d’identité: qui écrit? qui parle ? qui invente ? qui se souvient ?’, c’est le ‘je’ de la fiction et de la réalité’, 

    Verwachtende, dat wat geschreven wordt wel degelijk als literatuur mag gezien worden, want beiden kennen alleen de hoop dat het antwoord positief is, niemand heeft het hen ooit gezegd.


    [1] ‘Indien voor die tijd, de genade (la grazia di Dio)hem niet tot zich roept.

    (Inferno XXXI, 129). 

    [2] ‘Le Monde’ van 25 januari.

    29-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De andere oever (2)

     

     

    Je tijd is daar om in je ‘fameuze’ boek te zeggen, wat je te zeggen hebt. Herlees wat Bernardus[1] hierover vertelt, je hebt het wel ergens opgetekend in een van je dagboeken, toen Bernardus je aanzette tot schrijven, en je hem opzocht, niet in de kerk van Vézelay waar hij de kruistocht predikte, dat was een andere Bernardus, maar in de abdijkerk van Fontenaye waar je hem ontmoette in de schemerstilte, toen je de kapiteelversiering zag op de eerste kolommen, links bij het binnenkomen in die groot donkere ruimte met het lichtpunt in het oosten. Je hebt toen begrepen dat daar waar de versiering van de kapitelen ophield, met de tekening van de halve cirkel nog klaar gegrift om te worden uitgebeiteld, Bernardus is langs gekomen en gezegd moet hebben aan de beeldhouwer die het kapiteel een meer speelse vorm wou geven:

    ‘Stop ermee, geen versieringen die ons gebed kunnen storen, de ruimte hier is van Hij die is, van Hij die de totaliteit is van het Zijn, van Hij die ons levend houdt en het is in zijn geest dat we ons verliezen moeten’.

    Jij ook heb geen nood aan versieringen, geen nood aan boeiende gebeurtenissen, er zijn er trouwens geen geweest in je leven, die buiten het normale vielen - de dood eigen aan het leven zijnde - en je wenst er geen dramatische aan toe te voegen, zoals het meermaals gebeurt; teken op wat je te binnen valt of het nu echt is of fictief, van het ogenblik dat het geschreven staat zal het geweest zijn.

     


    [1] ‘A l’oeuvre donc, sache que le moment est venu pour toi de tailler dans le vif, étant admis que celui de la méditation l’ait précédé. Si jusqu’alors tu n’as remué que ton esprit, il faut maintenant que tu remues ta langue, il faut maintenant que tu remues ta main. Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de l’esprit qui est le verbe de Dieu.’

    Geciteerd door Fernand Pouillon, ‘Les Pierres sauvages’,Ed. Du Seuil, 1964. 

     

    28-01-2013, 07:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (11)

     

    Er was een boek dat ze elk jaar mee nam naar de Valais. En hij vond haar soms als hij terugkwam van een tocht met de vrienden, gezeten op de bank voor de chalet met het boek gesloten op haar schoot. Ze had hem eens verteld dat het volstond het boek te openen op om het even welke bladzijde, om verder te lezen, ze wist wat eraan voorafging zoals ze wist wat er komen zou. Herhaaldelijk had ze hem gevraagd het te lezen, maar hij was nooit begonnen aan ‘Dokter Zhivago’.

    Het leest zoals de bijbel had ze hem gezegd. Eens had ze hem verteld over de passage waar Zhivago opgebaard ligt tussen massa’s bloemen en Lara hem een laatste groet bracht. Ze vertelde het alsof het zijn lichaam was, bedolven onder de witte bloemen en zij, Lara zijnde, haar geliefde, haar Zhivago, een laatste groet kwam brengen. Zo beleefde hij het toch toen ze het hem vertelde.

    Was ze verliefd geworden op die Zhivago? Het kon. In elk geval was ze verliefd op het verhaal. Ze vond het, o zo machtig, dat de jonge Zhivago staande voor een boom, de bladeren verbood verder te trillen en de boom verplichtte roerloos te blijven, en de boom bleef roerloos, zegde ze.

    Het is Zhivago geweest die de laatste jaren van haar leven heeft gevuld als boek. Elk jaar, in het verlof, op die ene plaats die ze haar plaats noemde, in het dorp dat ze haar dorp noemde, en zegde ze, waar ze begraven wilde worden. Weinig scheelde het of haar wens was werkelijkheid geworden.

    Daarna heeft hij Zhivago gelezen en is het boek ook in hem gegroeid, zodat er na Zhivago nog weinig boeken van een dergelijk gehalte zijn opgedoken. Weinig of geen. Pasternak was voor hem ook Mahler, de twee waren onafscheidelijk verbonden, het waren kunstenaars die de kosmos inkeken, die kosmisch gebonden waren, die woorden schreven en noten plaatsten om de eeuwigheid in te gaan.

    Hij schrijft dit bij het wondere lied uit ‘Ariodante’ van Händel[1]. En maar al te dikwijls worden zijn ogen vochtig, de minste emotie is voldoende. Een slecht voorteken dacht hij.


                                   [1] ‘Scherzo Infida’ uit Ariodante van George Friedrich Händel, voor mezzosopraan

    27-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De andere oever (1)

     



    Je weet, dacht ik deze morgen, dat de andere oever niet ver meer af is, maak je klaar voor de overtocht. Weet dat je niets van al wat je vergaarde, van al waaraan je gehecht bent: je boeken, je tekeningen, de stenen en stukken wortels die je meebracht van je reizen, dat je niets van dat alles meenemen kunt, dat alles wordt achtergelaten, en verspreid zal worden in andere handen, in andere kamers.

    Weet dat na jou, de wereld even vol zal zijn, maar leeg van jou, van je schrijven, van je dromen, van je kijken naar de bomen, van je loeren naar de meesjes en vinken die met tientallen afkomen op de bollen zaad die je ophing in de magnolia voor het raam. Enkel je woorden, je tekeningen, je etsen zullen zwijgend vertellen over jou.

    Aldus, onthecht je van al wat je bezit en schrijf, schrijf; dit is het enige dat je bezitten kunt, totaal bezitten kunt, en waaruit je nu bestaat. Dit is van jou en van jou alleen. Al hebben vele anderen bijgedragen om te schrijven wat je schrijft de vormgeving, de wijze van denken en uitdrukken ben jij.

    Daarna, na het gelui van de kerkklok over de velden en de Leie zal er de stilte zijn, de grote bevreemdende stilte, de stilte in klanken van licht waarin je werd opgenomen. 

    Maar schrijf nooit dat de andere oever nog ver af is en dat je nog een groot pak dagen hebt. Schrijf dus en laat niets je ontmoedigen, laat niets je in verwarring brengen.

    26-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lees nog heel weinig.

     

     

    Ik lees nog heel weinig, het is alsof ik het lezen ontleerd ben. Ik die vroeger nooit zonder een of meer boeken was heb nu nog moeite om iets anders te gaan lezen dan wat ik zelf heb geschreven.

    Ik lees nog amper het dagblad en als ik het lees - doorblader is beter - dan is het in functie van een passend onderwerp voor mijn blog dat ik schrijven moet. En dan nog, de blogs zelf komen in de marge van het boek dat ik, met horten en stoten aan het schrijven ben.

    Wat dit boek in wording betreft, dacht ik vanmorgen aan Boris Pasternak, aan zijn ‘Dokter Zhivago’ en dan vooral aan de verhaallijn er in die ik vergeleek met de soberheid van het verhaal dat ik tracht te ontwikkelen.

    Hoe boeit men zijn lezer, is het met gebeurtenissen die in elkaar gehaakt, zich opvolgen om ergens te eindigen of nooit te eindigen – bij vele boeken is dit het geval - maar verder te leven in de lezer?

    En zo gebeurt het ook dat je bij het lezen van de laatste bladzijde spijt hebt dat het de laatste pagina is, en je je afvragen gaat hoe het nu verder moet, wat ik dan een goed boek noem.

    Wat ik schrijf ontstaat uit mijn herinneringen, op vele plaatsen aangevuld met, of gewijzigd tot, fictieve herinneringen, daarom ook is het autofictie die ik schrijf, want mijn leven is niet meer geweest dan het leven van een doorsnee burger. Ik heb wel geleefd, als knaap, in tijden van oorlog, maar buiten wat samengekoekt kruim van het brood dat uit moeders oven kwam – de aren van tarwe en rogge waren door de regen gezwollen toen er geoogst werd - heb ik er in het dorp waar ik woonde, niet veel van gemerkt, dan toch geen sensationele gebeurtenissen zoals er zoveel te boek staan. En om totaal nieuwe levens op te roepen heb ik geen zin, het leven zelf, zegde me een dame, vele decades geleden – ze had de ouderdom toen die ik nu heb – is al meer dan roman genoeg. En ik blijf er bij.

    Zo waarde lezer, dit alles om je te zeggen, dat ik de laatste twee jaren weinig gelezen heb, maar veel geschreven. Of het geschrevene en de inspanning die het vergde opweegt tegen het negatieve van het niet lezen van Tom Lanoye, of Erwin Mortier, of Luuk Gruwez, of Annemarie Ector, weet ik niet. Hoef ik ook niet te weten. Ik ben nog altijd wie ik was en ben, en blijf het beste geven van wat in mij is. Is het veel, is het weinig, het is over het leven dat ik gekend heb als over het leven dat ik had ‘kunnen’ geleefd hebben.

    25-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (10)

     

    Zondagavond, na het vertrek van de kinderen, de echo van hun stemmen die nog hangen blijft in de schemerruimte van zijn gedachten, woorden die hij gehoord had en begrepen of niet begrepen. Maar één zin die heel duidelijk was toen hij onverwacht in de keuken kwam waar de dochters aan de afwas bezig waren. 

    Liggend op de sofa, in een deken gewikkeld, draagt hij de moeheid van hun bezoek in zijn lichaam, tot in zijn geest. Hij heeft de bevestiging nu dat het steeds moeilijker wordt hen allen samen uit te nodigen, bij dergelijke gelegenheden ontbreekt hem houvast en ook hij weet het, hij moet de wijn laten, hoogstens een glas, en water drinken, maar die flessen Pinot ‘Sainte Anne’ had hij al zo lang in de kelder en de wijn was prachtig in het glas, lichtjes bruin naar de boorden toe. Begrijpelijk dat hij er een glas te veel van gedronken had.

    Hij had ook niet gereageerd toen de kleinkinderen naar boven in de kamer waren geweest en evenmin toen ze met kadertjes van haar naar beneden waren gekomen en gevraagd hadden of ze er enkele mochten behouden. Neem maar, had hij gezegd, kies maar uit. Nu weet hij niet hoeveel er weg zijn, maar dacht hij, zoals er lege plekken zijn in mijn herinneren, zullen er nu ook lege plekken zijn op de muren.
    Maar, waar hij lag, in zijn deken op de sofa voor de haard, voelde hij zich goed en voldaan omdat alles voorbij was. Hij dacht aan Tony, zijn kleinzoon, die trouwen ging in juni, hij dacht aan Carla, zijn meisje. Er was groot jolijt geweest toen Tony was binnengekomen met een fles champagne in de hand, die hij hem aanreikte. Hij begreep er eerst niets van, maar Tony zegde hem dat hij lezen moest wat op het etiket stond. Hij las de naam van de champagne en er onder de woorden, ‘Elle a dit oui’. En hij had begrepen. Zijn ogen waren – ze hadden zo weinig nodig - vochtig geworden, en heel de kamer was beginnen roepen en juichen. ‘Elle a dit oui, elle a dit oui.

    Zijn trouwen was een groot onderwerp geweest: toekomend jaar in juni. Toekomend jaar is nog ver af, dacht hij, zou hij er nog zijn? Hij had hen iets gezegd over de ernst van het huwelijk, en dat het ook betekende samen oud worden. En er was innigheid in deze kamer, innigheid in de vlammen van de haard en in de brandende kaarsen. Vergeet deze dag niet, had hij gezegd toen ze vertrokken.

    Hij lag roerloos, ontspannen nu, uitgestrekt op de sofa, de tijd stond stil in de kamer, het was het uur entre chien et loup. De tijd in de schemering is niets, dacht hij, alleen de smeulende haard is, alleen de zware Luikse kast is, de tafel en de stoelen, de rekken met de boeken zijn, en het vele gebeuren in het land en de wereld is.

    Maar hij lag hier heel goed. Hij dacht aan wat er gezegd was toen hij onverwacht in de keuken was gekomen: waarom papa alleen was gebleven.

    Hij had gedaan alsof hij niets had gehoord. Ofwel wisten ze dat er na de dood van hun moeder iemand geweest was, ofwel waren ze in de waan dat er na hun moeder, niemand meer was geweest bij hem. 

    De muziek in sourdine: Haydn dacht hij, of Händel, het lichte knetteren van de haard en zijn vochtige ogen. Herinneringen die kwamen en gingen. En hij in zijn deken gewikkeld, op de sofa, voor de uitdovende haard.

    24-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terug in Toscane

     

    Bladerend in wat ik in 2012 schreef, viel ik - zoals het ergens geschreven stond - terug op de dag van 9 mei, met mijn verhaal van toen dat ik reeds totaal vergeten was. Ik vond het een goed verhaal dat ik nu wijzigen mag en een nieuwe kans geven, want het gebeurde in Toscane, het land van Dante.

    Het  was toen van vele dingen, het uur van Venus want daar waar de zon was ondergegaan, schitterde nu de planeet, geankerd tussen de sterren en de sterren geankerd in het Universum in een onverstoorbare orde, niet te verschalken, niet te verbreken, niet om te keren of te verwisselen.
    En plots, waar ik stond, als uit de bomen neergedaald, een gestalte naast mij, in een lange mantel die tot op zijn voeten viel. En in het licht van Venus, een gelaat met scherpe neus dat ik kende.

     ‘E Amor que move el sol e le altre stelle’, zegde een stem naast mij, die geen stem was, geen articulatie van woorden was. Ik schrok niet want ik wist dat het Alighieri Dante was. Een stem die van dichtbij en van nergens kwam, geluidloos in de geluidloze takken van de bomen, gedragen door vreemde winden op vreemde golven tot mij gekomen, gedachten en begrippen, komende uit de massa geest, drijvend over het landschap, tussen de verre horizon en de sterrenhemel.

    'Sono Alighieri. sono scendito per ringrazarlei’ voor wat je schreef over mij , omdat je geraden hebt waarom ik mijn ‘Vita Nuova’ plots heb verlaten.

    En ik, zijn arm op mijn schouders: ‘Alighieri, vertel me over de wereld van nu’.

    ‘Er valt niet veel meer te vertellen over de wereld, hij is op een keerpunt gekomen, de geest is stervende, wordt verjaagd uit boek en beeld, het sacrale wordt bedolven onder het materiële, de hemel is dicht, wat kan er erger nog gebeuren?’

    ‘En toch Alighieri, blijf ik hopen in de mens.'

    ‘Doe maar, geloof maar. Ik ben eens hier en eens daar, ik zie wat ik zie en ik hoor wat ik hoor, en ik weet wat ik weten moet.’

    ‘Alighieri, ook over God?’

    ‘Over God is niets te weten, Hij IS. En over wat IS valt niets te zeggen, het IS, zoals het Universum is. En er is niets dat niet IS. Ook je vraag over God IS. En het volstaat dat de vraag er is, opdat Hij er zijn zou, anders zou niemand vragen naar Hem.’

    Het was middernacht, ik keek naar de sterren omheen Venus geschaard, de sterren en Venus waar ik deel van was. De arm nog steeds op mijn schouder. Ik waagde nog altijd te denken, dat het Dante was naast mij.

    ‘Je weet’, zegde de stem, de stem van Dante: ‘je bent reeds dichtbij waar je aankomen zult. En er is maar één plaats voor jou weggelegd, het Arcadia van de verloren schrijvers. Allen wachten er op jou, je bent al aangekondigd, alleen je naam is nog niet bijgezet, maar we weten dat je er aankomt, en voor ons, in dat Arcadia, de tijd is niet.’

    De bomen even roerloos, Venus even schitterend en Dante naast mij. Een stem in het licht van de open deur die vraagt met wie ik aan het spreken ben.

    En ik: ‘het is met Dante, liefste!’, wat ze vermoedde.

     

    23-01-2013, 07:18 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Génépi

     

    Ik kreeg het bezoek van mijn gebuur in de namiddag, altijd een aangenaam moment. Hij bracht me een verrassing, een fotomontage gemaakt door zijn dochter, van het bezoek van Jan Hoet en foto’s van een andere gelegenheid. En, even duurbaar, een interview van ‘De Tijd’ met Jan Hoet verschenen in hun jaaroverzicht (12).

    We dronken samen een klein glaasje génépi. Klein omdat de namiddag nog lang was. Maar ook en vooral omdat het voor ons beiden een drank was die met veel respect diende gedronken te worden; een drank die ons herinnerde aan de vele wijnoogsten die we samen beleefd hadden in de Valais, dans les vignes de ‘Gustave’.

    En om deze reden, hebben we er een tweede gedronken, even klein maar nog meer geladen met herinneringen. Ik vertelde hem over het plantje génépi[1], te vinden hoog in de bergen, gezel van de edelweis. Ik vertelde hem hoe ik, in een fles ‘pomme’ – een appeljenever – enkele plantjes génépi had ingebracht, samen met een soupçon de miel en dat, wat we dronken het product was van vorige zomer.

    Hij wist dit wel, had het hem al verteld bij vorige gelegenheden maar ik kende de vreugde het hem te herhalen en hij de vreugde het product te smaken want het waren voor ons grote herinneringen die we dronken.

    Hij is ook een lezer van mijn blogs. Hij sprak me over het verhaal dat ik beleefde met die dame aan het meer van Genève (blog van 19 januari). Hij verraste me eens te meer toen hij me erover sprak alsof het een gebeuren was dat ik zou beleefd hebben.

    Heb ik hem ontgoocheld toen ik hem zegde dat ik wel eens neer gezeten heb in het gras of op een bank aan het meer van Genève, maar dat het overige louter beelden waren geïnspireerd door het gedicht van Odysseus Elytis?


    [1] Génépi: plante aromatique des Alpes, appartenant aux genres Armoise et Achillée (Larousse universel 1922)

    22-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (9)

     

    Er was ook een tijd geweest dat ze met haar tekeningen, een poging deed – zo zegde ze hem - haar naam te verlengen in de tijd. Een periode waarin ze met sobere middelen getracht had, op grote witte bladen Schoeller-papier, het wondere leven van de natuur te benaderen met potloden van verschillende hardheid. Als hij haar naar de betekenis ervan vroeg antwoordde ze dat het haar betrachten was de groei van mossen op rotsen en stenen, de nervenstructuur van rottende bladeren, de stille kracht van het bevruchten, aanwezig in meeldraden en stampers, weer te geven en aldus het verborgene erin, tot in de fossielen ervan, te suggereren.

    En ze slaagde erin met de meest eenvoudige middelen, in een suggestieve, geheimzinnige opbouw, haar betrachting over te brengen in potloodlijnen en -vlakken en er in te slagen, te tekenen wat niet te tekenen was?

    Voor haar was, als oningewijde, enkel het tekenen van het onvatbare dat de moeite loonde en dit hield haar uren weg uit de wereld, met enkel de muziek, immer Bach, als zuurstof in de ruimte over haar.

    Ooit zegde ze hem voor ze insliep, dicht tegen hem aan, dat niemand vermoeden kon de innerlijke vreugde die ze kende, de impuls van haar hand te volgen en te zien hoe op het blad, geleidelijk aan, de sluimer van de levensenergie in lijnen en tekens werd opgebouwd, om dan op het einde vast te stellen, dat eens voltooid, eens haar naam eronder geplaatst, de tekening begon te leven en haar aanstaarde vanuit haar eigenheid.

    Jaren heeft dit geduurd, zonder dat ze hierbij haar plichten als moeder en huisvrouw ook maar in iets verwaarloosde. Maar dan met de groei van de ziekte in haar, vervaagden haar pogingen tot tekenen en hield ze zich nog enkel bezig met het drogen van bloemen en het inlijsten ervan in kleine kaders met een zekere diepte, bloemen die hun kleur verloren hebben nu, maar zaden, stukjes hout of wortel, schelpen, die de eeuwigheid zullen ingaan.

    Dit was het grote leven in haar, en terug in de keuken trachtte hij zich te herinneren op welke wijze zij haar ‘poulet à l’Espagnole’ klaar maakte. Hij had een groot glas witte wijn toe gevoegd, het was op het nippertje, en de rijst opgezet in een lichte bouillon. Ondertussen had hij een wortel, een aubergine en het wit van een prei versnipperd en helemaal op het einde, als de rijst bijna gaar was, eraan toegevoegd. Dit was haar manier van rijst koken geweest en hij hoopte dat hij er min of meer in geslaagd was haar te evenaren.

    Een auto stopte op de binnenkoer, kinderen kwamen buiten gerend, luidruchtig roepend naar elkaar. Waarom was het dat zijn hart bonsde tot in zijn keel het was toch niet de eerste maal dat hij kookte voor hen?

     

     

    21-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nominatie

     

     

    Ik heb het over de vijf door de vakjury genomineerde gedichten voor de Herman de Coninckprijs. Het is de poëzie van vandaag. De poëzie zit niet in wat gezegd wordt maar in wat niet gezegd maar begrepen wordt, precies omdat het niet verwoord werd. Het is niet de poëzie die ik schrijf, wel de poëzie die ik zou willen kunnen schrijven, maar nooit leren zal. Heb al dikwijls geschreven dat ik niet weet wat poëzie is. Ik heb er hier een staal van.

    Mijn poëzie zit dieper, is minder poëtisch misschien maar meer geladen, grijpt naar de diepte, naar wat achter de dingen is, neigt naar het kosmische. En zelfs al zou ik willen, het zal maar sporadisch zijn dat ik een gedicht zou of zal schrijven dat aanleunt bij de poëten van vandaag. Nu ik zal geen keuze doen, ik laat dit over aan zij die de nominatie hebben gedaan, zelfs al heb ik een voorkeur voor het gedicht van Annemarie Ector. 

    En dan, ten bewijze, het gedicht van lang geleden, toen ik nog dichten kon, met wat andere woorden hier hernomen: 

     

     

    Wat indien ik nimmer

    de Bijbel had gekend en God gezocht

    of wie Hij was of wezen kon.

     

    Wat indien ik nimmer Dante had gelezen,

    Cervantes noch Chateaubriand,

    een bloem gedroogd, een boom

    gehouden alsof het een broeder was,

    de zee niet had gekend, de bergen.

     

    Of diep bewogen, de tijdloosheid

    van sterrenconstellaties niet had begrepen

    en genoemd daar waar een naam gegeven.

    Wat indien geen Mozart, geen Beethoven,

    geen Mahler, geen Johan Sebastian.

     

    En dichterbij, geen Saverijs,

    Van de Woestijne niet,

    geen Hertmans of geen Gilliams.

     

    Wie ware ik geweest, hoe had ik hier

    gestaan, de armen leeg, de mond gesloten,

    de ogen dicht en niet gezien

    hoe groot het leven,

    hoe geordend quark en elektron.

     

    Al begrijpen we er weinig van

    de orde is en zal er blijven.

    En wij, dit weten we, erin gegrepen

    tot orde in ons genen.

     

    Wie ware ik geweest

    en hoe had ik het ooit begrepen

    wat George Steiner schrijft[1]:

     

    La mort je le sens,

    sera chose intéressante.

     

    En voor eens, er niets aan toegevoegd,

    maar dan toch gedacht,

    het kan, het zal, het staat geschreven.


    [1] George Steiner: Les Logocrates, Ed.L’Herne, 2003, p.182

    20-01-2013, 00:11 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verhaal voor later

     

    Een kort verhaal, om misschien later te gebruiken, een meer naar binnen gerichte gebeurtenis, toen ik in Genève was, en ik veel te vroeg, voor mijn vliegtuig naar Brussel, gewandeld was tot aan het meer.

    Het was zondag, mensen zaten in groepjes neer in het gras onder de bomen. Het water, een grote spiegel kringelend licht en aan de overkant in een lichte nevel, de bergen in de verte.

    Ik was neer gaan zitten met een dichtbundel van Odyseus Elitis[1] in de hand. En een ogenblik, verloren in gedachten, opende ik de bundel en las:

                                   Her soul took on a certain lightness

                                   From the mountains opposite

         Though the day had been cruel

         And tomorrow was unknown.

    Het was toen dat een jonge vrouw in een lang wit kleed naar mij toekwam en ging zitten op enkele meters afstand. Haar blik was over het meer, haar ogen gezwollen. Ze weende of ging wenen of had geweend, ze hield een wit zakdoekje in haar hand: Though the day had been cruel, and tomorrow was unknown.

    Ik wachtte, mijn vingers tussen de bladen van het boek. Voor zich uitstarend borg ze haar zakdoekje weg in haar tas en haar gelaat klaarde op: Her soul took on a certain lightness from the mountains opposite.

    Ik dacht nog aan haar toen ik in het vliegtuig zat. Had ik het gedroomd, toen ik het las en was er helemaal geen vrouw in een lang wit kleed geweest die geweend had, en had ik Elitis, half in slaap, omgezet in beelden?

    Maar ik wist met zekerheid dat ze naast mij was komen zitten. Misschien wachtte ze op een woord van troost van mij, een onbekende man die haar helpen kon met een simpel woord, een woord dat de greep om haar hart verlichten zou?

    Maar ik was zwijgend gebleven, starend naar de zeilboten op het water. Had ik haar moeten toespreken en was dit de weg die ik had kunnen nemen en de zoveelste die ik niet genomen heb, omdat het niet de weg was die opgetekend stond voor mij?

    Ik was blijven zitten in het gras met de treurende vrouw op enkele meters van mij, het boek in de hand en toen het tijd werd was ik opgestaan en toen, even maar, een ogenblik maar, hadden onze ogen elkaar geraakt, een fractie maar, en las ik haar bede. 

    Wat is er van een ontmoeting die kon maar niet was?

    Gebeurt het nog dat zij, zoals ik nu, terugdenkt aan die namiddag op het gras voor het meer toen ze weende en een man dicht bij haar zat met een boek in de hand: een ogenblik in het leven dat kwam en ging zoals zovele dingen die gebeuren of dingen die niet gebeuren.

    Zo gaat er zelfs niets verloren van wat had kunnen zijn. Misschien, maar dit is Bashevis Singer die zo iets zou schrijven, was er tezelfdertijd op een andere plaats, in een ander land, een zelfde gebeuren waar de man wel is opgestaan om naar de vrouw toe te gaan en naast haar is gaan neerzitten om haar nimmer nog te verlaten.

    Zou Jung dit voorval bestempelen als een voorbeeld van synchroniciteit?


    [1] ‘Selected Poems’, Ed.Anvil Press poetry ltd, 1981

    19-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (8)

     

    Een prachtige herfstdag, een zondag met veel zon en veel wind. Het bos was een symfonie van geluiden, van stemmen door elkaar. Een wilde wereld zoals hij het bos kende van vroeger als hij er in rond dwaalde om deel te zijn van de geuren van het bos, van het leven van het bos, het bos dat zijn jeugd was, zijn blijheid, zijn kracht, zijn toevlucht als het bloed riep in hem.

    Eens, wat hij zich nog altijd herinnerde, kwam hij alleen, te voet terug van een toneelvoorstelling in het nabijgelegen W. Het was nacht of toch heel laat in de avond. Hij moet toen zestien geweest zijn. Hij had de gewone baan verlaten en had de kortere weg door het bos genomen. Er stond een stormwind, heviger dan nu. En wellicht was het om deze reden dat hij de weg door het bos had genomen. Hij was verbaasd geweest door het geweld van takken lijk armen die hem grijpen wilden, geluiden die van alle kanten kwamen, een vreemde wereld van stemmen en geschreeuw die zich op hem stortte, en doorheen de slingering van takken, de vluchtende wolken die voor de maan schoven. Hij kon bij momenten amper vooruit. Maar hij voelde dat hij leefde, dat hij krachtig genoeg was om te overwinnen en roepend, tegen de wind in strompelde hij vooruit. Grote ogenblikken van het jonge leven in hem die hij  vast zal houden. Dit waren eens herinneringen die nimmer sterven zouden, die hij gehouden heeft: de stemmen, de zwiepende takken, zijn luide schreeuw.

    En vandaag bij een wind die zijn jonge jaren was geweest, had hij de kinderen uitgenodigd en was hij gisteren al met de voorbereiding van het maal begonnen.

    In de winkel van het dorp had hij twee kippen besteld, de bazin had hem gezegd van welke boer ze kwamen. Hij had die in stukken gesneden en bruin gebakken in de olijfolie. Had er daarna allerlei kruiden aan toegevoegd, thymus, rozemarijn, salie, laurier, jeneverbes geplet, sjalot, groene en zwarte olijven, met stukken tomaten en pepers, en had alles overgoten met een licht van ouderdom vergeelde wijn.

    En dit stond nu op een klein zacht vuur. De ganse keuken rook ernaar, het ganse huis. Hij had eerst gedacht de rijst toe te voegen aan het geheel maar dan vond hij het beter de rijst afzonderlijk te koken en op te dienen gemengd met kleine stukjes half rauwe groenten.

    Gisteren ook had hij de tafel afgeruimd die vol met boeken en papieren lag en een groot wit laken gelegd over de verlengde tafel. Met dertien, kinderen en kleinkinderen waren ze, maar allen zouden er de afwezige aan toevoegen. Hij had de mooiste borden en glazen genomen en het zilveren bestek en kaarsen in hun houders. En met de laatste flessen ‘Pinot noir’ die hij nog over had en wist hij dat het goed was, en zo voelde hij het aan als hij nog even neerlag op de sofa voor de vlammen van de haard waar de wind in joeg.

    Hij lag er naast de hoge, oude Luikse bollenkast, een levende aanwezigheid, een gezelin die hem zegde dat alles perfect was. Die hem zegde dat hij even de ogen sluiten mocht, dat hij nog een uur had voor ze kwamen.

    Het was toen dat ze binnenkwam dwars doorheen de muren van de kamer. Ze kwam binnen, hij was zelfs niet verwonderd, in een lang donker kleed met een witte doos in haar handen, de bodem ervan gevuld met bloemen en bladeren, de doos die ze neerzette op de tafel en ging neerzitten aan de tafel voor hem waar hij aan het schrijven was.

    Hij zag hoe ze een voor een de bloemen nam, het steeltje afsneed tot juist onder bloemkroon, zoals ze het altijd had gedaan en de bloem plat duwde alvorens deze zo voorzichtig het maar kon, op te sluiten tussen de vergeelde bladeren van het boek in haar hand. Hij zag de zorg die ze eraan besteedde, alsof het kleine schatten waren die ze wegborg, Hij zag hoe ze van sommige bloemen meeldraden en stamper verwijderde om die afzonderlijk te leggen op een andere plaats in het boek. Kleine gemeten bewegingen. Hoe stil ze was, hoe doorzichtig bijna.

    Zag hij de traagheid van haar handen in het licht, terwijl onder het donkere kleed, in de diepte van haar lichaam, de ziekte knaagde aan haar, woekerde in haar.

    ‘Er zijn geen bijen meer’ zegde ze, ‘vorig jaar gonsde het van bijen en waren er vlinders en libellen, nu zie ik er geen meer, hoogstens één enkele hommel in de ganse tuin’.

    Haar stem kwam van heel ver, het was alsof ze zong. Hij zag hoe vreemd ze het greintje leven hield dat ze nog haalde, een ietsje meer dan het leven in de geknipte bloemen die ze drogen wilde. Hij zag alles van haar, van wat hij nimmer had opgemerkt, alsof het pas nu opgemerkt kon worden al wat was van de wereld om haar en de wereld in haar.

    Hij vroeg of hij haar kon helpen.

    ‘Ja’, zegde ze, ‘ja, ik geraak er niet meer wijs uit. Wat doe ik eigenlijk? Leg de bloemen en de bladeren tussen de bladen van de boeken, zoals ik het heb gedaan, ik ga me wat neer leggen boven, ik kan het niet meer, trouwens’, en haar stem brak, ‘wat nut heeft het nog’.

    Het heeft nut, Bea, wou hij antwoorden, het helpt je te leven, maar hij was wakker geschoten, verdwaasd om zich heen kijkend met woorden op zijn lippen, woorden die zich bleven herhalen, het heeft nut, het heeft nut, maar de kamer was leeg van haar met de grote bollenkast die keek naar hem, vragend.

    ‘Ja’, zegde hij, luidop, ‘ik heb gedroomd en dan wat’? Maar, was het wel zo, was het een droom geweest, of was ze in de kamer? “Beatrice, ben jij het, ben jij het”?

    Hij wist de kamer boven met een muur vol met kadertjes die ze gemaakt had, en kadertjes ook verspreid over de woning. Gedroogde bloemen en stukjes plant eigenzinnig geschikt maar met veel structuur in de compositie, gekleefd op een wit blad, met in minuscuul geschrift haar naam eronder, Bea, meer niet.

     

    18-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boshut

     

     

     

    Beelden uit mijn kind zijn die ik houd, die ik meeneem waar ik ga of wat ik doe, tussendoor, een relikwie, een tederheid.

    Het is het bos dat me opneemt in zijn geurende schoot. We hadden een hut gebouwd, met takken en kleine boomstammen, in de bedding van een uitgedroogde vijver, die geurde naar wat resten van brak water en van rottende bladeren – wie kent nog die geuren? – met in de kanten de tekening van de vrijgekomen haarfijne wortels, gehaakt in de nog even vochtige aarde.

    Een fractie van een beeld, en een vleugje van de geuren die hij nog raden kan in een vleugje van een herinneren dat een ogenblik hangen blijft om dan weer te verdwijnen. Maar nu, omgezet in woorden terug tot leven komt als een onooglijk feit uit de zovele feiten uit die jeugd van hem.

    Laat me nog even, denkt hij, laat me nog even de geuren, laat me nog even het beeld van de tekening van de bloot gekomen haarfijne worteling van salomonszegel en dalkruid, van grassen en van allerlei planten, wortels door elkaar en over elkaar, het wondere leven dat zich vertakt tot diep in de donkere welige aarde, zoals de herinneringen zich vertakken in de diepte van mijn geest, in mij of omheen mij. Ik weet het niet.

     

    En komt ik terug in de hollende tijd, en denkt ik aan een versregel, gebeiteld in de wand van de fontein voor het Dragon hotel in Hangzhou (China): ’Southern hills appear in sight of a leisurely mind’.

    De anderen, de ogen gesloten  door internet, facebook, twitter, skype, zien de heuvels niet die opduiken in de mist boven de bomen.

    17-01-2013, 07:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het begin van een boek

     

     

    Toen werd het lichter in het oosten, een roze gloed tussen de bomen. Hij dacht, met de sneeuw wordt het beter, mijn gedachten zullen zich openen. En als hij buitenkomt om het zaadbakje voor de meesjes en de vinken aan te vullen hoort Ugo het vallen van de sneeuw in de rododendrons en is er de eerste regel van een gedicht dat hij nimmer schrijven zal.
    Is het aldus dat hij zijn boek had moeten beginnen?

    Hij herinnert zich het begin het evangelie van Johannes in L’Evangile[1] van l’abbé Bruckberger:

    Du premier mot l’Evangile de Jean crève le plafond du temps, il transcende les siècles et les générations qui se succèdent, il s’établit dans l’éternité. 

    Of, was dit een nog beter begin om te  komen tot een boek dat tijd en generaties doorkruist. Een tekst die zich vestigt voor de eeuwigheid of dan toch voor lang na hem, een echo dragend, zoals die eerste zin van Johannes?

    Maar hernemen dat in het begin het Woord was, kan niet meer, maar misschien kan wel nog een zin zoals Dantes eerste versregel van zijn Inferno:

    Nel mezzo del cammin di nostra vita

    Mi ritrovai per una selva oscura...

    Maar wishful thinking, want een boek met een dergelijk begin wordt niet meer geschreven en zelfs indien het nog zou geschreven worden, wordt het niet meer gelezen want te ingewikkeld,  te ver gezocht, te weinig verhalend,  te ongeschikt om te boeien.

    Wat wellicht ook gezegd of gedacht wordt van wat hij tracht te schrijven, en waarin hij de grens van de realiteit wil overschrijden, omdat hij binnen wil wandelen, en er vertoeven, in de wereld achter de wereld van elke dag, zijnde deze van het transcendente, het sacrale, het domein van Hij die een naam draagt van amper drie letters en heel wat kosmisch meer is dan die naam van amper drie letters.

    En de vraag die opdook vanmorgen met de sneeuw – en met de plotse opduikende droefheid in hem - wat is het nut van de boeken die hij las en nog leest?

    Was en is het, om meer kennis op te doen en aldus meer mens te worden en om via de kennis van anderen dichter te komen tot wat niet te noemen, niet te bereiken is?

    Boeken zijn soms niet gemakkelijk te begrijpen, maar het zijn uitdagingen. En deze uitdagingen duiken op alsof iets of iemand hem in de gaten houdt en er voor zorgt dat hij leest wat hij lezen moet.

    Zoals vandaag, in een e-mail dat binnenkwam - op een ogenblik dat hij dit het meest nodig had - over ondermeer een boek dat hij wil zien als een vingerwijzing.



    [1] R.L.Bruckberger : L’Evangile, Ed.Albin Michel, 1976

    16-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs