xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zondagavond, na het vertrek van de kinderen, de
echo van hun stemmen die nog hangen blijft in de schemerruimte van zijn gedachten,
woorden die hij gehoord had en begrepen of niet begrepen. Maar één zin die heel
duidelijk was toen hij onverwacht in de keuken kwam waar de dochters aan de
afwas bezig waren.
Liggend op de sofa, in een deken gewikkeld, draagt
hij de moeheid van hun bezoek in zijn lichaam, tot in zijn geest. Hij heeft de
bevestiging nu dat het steeds moeilijker wordt hen allen samen uit te nodigen,
bij dergelijke gelegenheden ontbreekt hem houvast en ook hij weet het, hij moet
de wijn laten, hoogstens een glas, en water drinken, maar die flessen Pinot
Sainte Anne had hij al zo lang in de kelder en de wijn was prachtig in het
glas, lichtjes bruin naar de boorden toe. Begrijpelijk dat hij er een glas te
veel van gedronken had.
Hij had ook niet gereageerd toen de kleinkinderen
naar boven in de kamer waren geweest en evenmin toen ze met kadertjes van haar
naar beneden waren gekomen en gevraagd hadden of ze er enkele mochten behouden.
Neem maar, had hij gezegd, kies maar uit. Nu weet hij niet hoeveel er weg zijn,
maar dacht hij, zoals er lege plekken zijn in mijn herinneren, zullen er nu ook
lege plekken zijn op de muren. Maar, waar hij lag, in zijn deken op de sofa voor
de haard, voelde hij zich goed en voldaan omdat alles voorbij was. Hij dacht
aan Tony, zijn kleinzoon, die trouwen ging in juni, hij dacht aan Carla, zijn
meisje. Er was groot jolijt geweest toen Tony was binnengekomen met een fles
champagne in de hand, die hij hem aanreikte. Hij begreep er eerst niets van,
maar Tony zegde hem dat hij lezen moest wat op het etiket stond. Hij las de
naam van de champagne en er onder de woorden, Elle a dit oui. En hij had begrepen. Zijn ogen waren ze hadden
zo weinig nodig - vochtig geworden, en heel de kamer was beginnen roepen en
juichen. Elle a dit oui,
elle a dit oui.
Zijn trouwen was een groot
onderwerp geweest: toekomend jaar in juni. Toekomend jaar is nog ver af, dacht
hij, zou hij er nog zijn? Hij
had hen iets gezegd over de ernst van het huwelijk, en dat het ook betekende
samen oud worden. En er was innigheid in deze kamer, innigheid in de vlammen
van de haard en in de brandende kaarsen. Vergeet deze dag niet, had hij gezegd
toen ze vertrokken.
Hij lag roerloos,
ontspannen nu, uitgestrekt op de sofa, de tijd stond stil in de kamer, het was het
uur entre chien et loup. De tijd in de schemering is
niets, dacht hij, alleen de smeulende haard is, alleen de zware Luikse kast is,
de tafel en de stoelen, de rekken met de boeken zijn, en het vele gebeuren in
het land en de wereld is.
Maar hij lag hier heel
goed. Hij dacht aan wat er gezegd was toen hij onverwacht in de keuken was
gekomen: waarom papa alleen was gebleven.
Hij had gedaan alsof hij
niets had gehoord. Ofwel wisten ze dat er na de dood van hun moeder iemand
geweest was, ofwel waren ze in de waan dat er na hun moeder, niemand meer was
geweest bij hem.
De muziek in sourdine:
Haydn dacht hij, of Händel, het lichte knetteren van de haard en zijn vochtige
ogen. Herinneringen die kwamen en gingen. En hij in zijn deken gewikkeld, op de
sofa, voor de uitdovende haard.
|