xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik kreeg het bezoek van mijn
gebuur in de namiddag, altijd een aangenaam moment. Hij bracht me een
verrassing, een fotomontage gemaakt door zijn dochter, van het bezoek van Jan
Hoet en fotos van een andere gelegenheid. En, even duurbaar, een interview van
De Tijd met Jan Hoet verschenen in hun jaaroverzicht (12).
We dronken samen een klein
glaasje génépi. Klein omdat de namiddag nog lang was. Maar ook en vooral omdat
het voor ons beiden een drank was die met veel respect diende gedronken te
worden; een drank die ons herinnerde aan de vele wijnoogsten die we samen
beleefd hadden in de Valais, dans les
vignes de Gustave.
En om deze reden, hebben we er
een tweede gedronken, even klein maar nog meer geladen met herinneringen. Ik
vertelde hem over het plantje génépi,
te vinden hoog in de bergen, gezel van de edelweis. Ik vertelde hem hoe ik, in
een fles pomme een appeljenever enkele plantjes génépi had ingebracht, samen
met een soupçon de miel en dat, wat we dronken het product was van vorige zomer.
Hij wist dit wel, had het hem
al verteld bij vorige gelegenheden maar ik kende de vreugde het hem te herhalen
en hij de vreugde het product te smaken want het waren voor ons grote
herinneringen die we dronken.
Hij is ook een lezer van mijn
blogs. Hij sprak me over het verhaal dat ik beleefde met die dame aan het meer
van Genève (blog van 19 januari). Hij verraste me eens te meer toen hij me
erover sprak alsof het een gebeuren was dat ik zou beleefd hebben.
Heb ik hem ontgoocheld toen ik
hem zegde dat ik wel eens neer gezeten heb in het gras of op een bank aan het
meer van Genève, maar dat het overige louter beelden waren geïnspireerd door
het gedicht van Odysseus Elytis?
|