xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hoe
Mahler ons beroert, hoe een snoer van klankkoralen
door
het venster weggedreven, de Leie over, de beemden
en
de landerijen, de torens over, de luchten in, het zog
van
daarde omheen de zon gewonnen en verder nog
de
klanken door verteld tot in het geruis van planeten,
sterren
en galaxiën, tot in het centrale, potentiële punt,
Foucaults
ene vaste punt dat van alle punten is
van
alle plaatsen en van alle ogenblikken, over alles heen,
en
in zijn grijploosheid God ook niet genoemd, al kon het wel
al
hoorden we van al degenen die de dingen aangeraakt
er
binnendrongen, en in klanken en in woorden weergegeven
het
ene punt bezaten en in de ban ervan gebleven.
En
God ook niet genoemd, al mocht het wel, al kon het wel
met
alle letters, alle vormen, alle elektronen van de kosmos
wel.
Aanvulling:
Hubert
Reeves
uit het rek halend lezen we:
"Le pendule de
Foucault, conscient de la hiérarchie des masses cosmiques, 'ignore' la présence
de notre petite planète, pourtant à proximité, pour aligner son comportement
sur la confrérie des galaxies qui renferment la majorité de la matière
universelle."
En
Umberto Eco noemde dit het ene vaste punt waaraan de slinger van Foucault is
opgehangen.
|