xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Bladerend in wat ik in 2012 schreef,
viel ik - zoals het ergens geschreven stond - terug op de dag van 9 mei, met
mijn verhaal van toen dat ik reeds totaal vergeten was. Ik vond het een goed verhaal
dat ik nu wijzigen mag en een nieuwe kans geven, want het gebeurde in Toscane,
het land van Dante.
Het was toen van vele dingen, het uur van Venus want daar
waar de zon was ondergegaan, schitterde nu de planeet, geankerd tussen de
sterren en de sterren geankerd in het Universum in een onverstoorbare orde,
niet te verschalken, niet te verbreken, niet om te keren of te verwisselen. En plots, waar ik
stond, als uit de bomen neergedaald, een gestalte naast mij, in een lange
mantel die tot op zijn voeten viel. En in het licht van Venus, een gelaat met scherpe
neus dat ik kende.
E Amor
que move el sol e le altre stelle, zegde een stem naast mij, die geen stem
was, geen articulatie van woorden was. Ik schrok niet want ik wist dat het
Alighieri Dante was. Een stem die van dichtbij
en van nergens kwam, geluidloos in de geluidloze takken van de bomen, gedragen
door vreemde winden op vreemde golven tot mij gekomen, gedachten en begrippen, komende
uit de massa geest, drijvend over het landschap, tussen de verre horizon en de
sterrenhemel.
'Sono Alighieri. sono scendito per ringrazarlei
voor wat je schreef over mij , omdat je geraden hebt waarom ik mijn Vita Nuova plots heb verlaten.
En ik, zijn arm op mijn
schouders: Alighieri, vertel me over de wereld van nu.
Er valt niet veel
meer te vertellen over de wereld, hij is op een keerpunt gekomen, de geest is
stervende, wordt verjaagd uit boek en beeld, het sacrale wordt bedolven onder
het materiële, de hemel is dicht, wat kan er erger nog gebeuren?
En toch Alighieri,
blijf ik hopen in de mens.'
Doe maar, geloof
maar. Ik ben eens hier en eens daar, ik zie wat ik zie en ik hoor wat ik hoor,
en ik weet wat ik weten moet.
Alighieri, ook
over God?
Over God is niets
te weten, Hij IS. En over wat IS valt niets te zeggen, het IS, zoals het
Universum is. En er is niets dat niet IS. Ook je vraag over God IS. En het
volstaat dat de vraag er is, opdat Hij er zijn zou, anders zou niemand vragen
naar Hem.
Het was
middernacht, ik keek naar de sterren omheen Venus geschaard, de sterren en
Venus waar ik deel van was. De arm nog steeds op mijn schouder. Ik waagde nog
altijd te denken, dat het Dante was naast mij.
Je weet, zegde de
stem, de stem van Dante: je bent reeds dichtbij waar je aankomen zult. En er
is maar één plaats voor jou weggelegd, het Arcadia van de verloren schrijvers.
Allen wachten er op jou, je bent al aangekondigd, alleen je naam is nog niet
bijgezet, maar we weten dat je er aankomt, en voor ons, in dat Arcadia, de tijd
is niet.
De bomen even
roerloos, Venus even schitterend en Dante naast mij. Een stem in het licht van de
open deur die vraagt met wie ik aan het spreken ben.
En ik: het is
met Dante, liefste!, wat ze vermoedde.
|