xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er was een boek dat ze elk jaar mee
nam naar de Valais. En hij vond haar soms als hij terugkwam van een tocht met
de vrienden, gezeten op de bank voor de chalet met het boek gesloten op haar
schoot. Ze had hem eens verteld dat het volstond het boek te openen op om het
even welke bladzijde, om verder te lezen, ze wist wat eraan voorafging zoals ze
wist wat er komen zou. Herhaaldelijk had ze hem gevraagd het te lezen, maar hij
was nooit begonnen aan Dokter Zhivago.
Het leest zoals de bijbel had ze hem
gezegd. Eens had ze hem verteld over de passage waar Zhivago opgebaard ligt
tussen massas bloemen en Lara hem een laatste groet bracht. Ze vertelde het
alsof het zijn lichaam was, bedolven onder de witte bloemen en zij, Lara
zijnde, haar geliefde, haar Zhivago, een laatste groet kwam brengen. Zo
beleefde hij het toch toen ze het hem vertelde.
Was ze verliefd geworden op die
Zhivago? Het kon. In elk geval was ze verliefd op het verhaal. Ze vond het, o
zo machtig, dat de jonge Zhivago staande voor een boom, de bladeren verbood
verder te trillen en de boom verplichtte roerloos te blijven, en de boom bleef
roerloos, zegde ze.
Het is Zhivago geweest die de
laatste jaren van haar leven heeft gevuld als boek. Elk jaar, in het verlof, op
die ene plaats die ze haar plaats noemde, in het dorp dat ze haar dorp noemde,
en zegde ze, waar ze begraven wilde worden. Weinig scheelde het of haar wens
was werkelijkheid geworden.
Daarna heeft hij Zhivago gelezen en is
het boek ook in hem gegroeid, zodat er na Zhivago nog weinig boeken van een
dergelijk gehalte zijn opgedoken. Weinig of geen. Pasternak was voor hem ook
Mahler, de twee waren onafscheidelijk verbonden, het waren kunstenaars die de
kosmos inkeken, die kosmisch gebonden waren, die woorden schreven en noten
plaatsten om de eeuwigheid in te gaan.
Hij schrijft dit bij het wondere
lied uit Ariodante van Händel.
En maar al te dikwijls worden zijn ogen vochtig, de minste emotie is voldoende.
Een slecht voorteken dacht hij.
|