xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wie is het die schrijft en in welke mate is wat
hij schrijft realiteit of fictie? Weet ik het zelf wel, eens het geschreven
staat? Vroeg ik me gisteren af.
Ik weet enkel dat wat ik schrijf het product is
van mijn gesprek met mezelf, en ook dat de oude man, zoals ik me gisteren, meer
dan de andere dagen, voelde, zal blijven pogen creatief te zijn in woorden,
zoals hij bezig was in het voorbije, se
innanzi tempo, grazia a sé nol chiama.
Maar ik of hij, Ugo, bekennen ootmoedig dat er
op dagen, zoals dagen met sneeuw of dooi, grote verwarring bestaat en dat ze
beiden niet weten hoe de toekomst, vooral dan de nabije er zal uitzien.
En toch wordt er morgen een vervolg geschreven
dat voor het ogenblik nog woekert in hun hoofd.
Heel duidelijk en zeker toepasselijk is wat hij
leest in Le Monde:
toute littérature joue avec la notion
didentité: qui écrit? qui parle ? qui invente ? qui se souvient ?,
cest le je de la fiction et de la réalité,
Verwachtende, dat wat geschreven wordt wel degelijk
als literatuur mag gezien worden, want beiden kennen alleen de hoop dat het
antwoord positief is, niemand heeft het hen ooit gezegd.
Indien voor die tijd, de genade (la grazia di Dio)hem niet tot zich roept.
(Inferno
XXXI, 129).
|