 |
|
 |
|
|
 |
19-09-2023 |
De Vierde van Gustav Mahler. |
Je begint je dag, en met wat geluk eindigt je hem op de een of andere wijze voldaan of, zoals het gebeurt, maar zelden, onvoldaan.
Dit onvoldaan gevoel heb ik nu om wat ik gisteren achterliet over het ‘stilstaande-zon’ gebeuren dat bleef en blijft ‘wemelen’ in mijn hoofd. Al zou ik er nog heel wat kunnen aan toevoegen ik beloof jullie erover te zwijgen want voorbije zaken nemen geen keer, we leven vandaag en niet ten tijde van Joshua, de opvolger van Mozes.
Dit vergeet ik maar al te dikwijls wat onvergeeflijk is gesteld de dagen die ik nog te leven heb. Hoe komt het toch dat ik me niet voortdurend ervan bewust ben dat ik aan het gaan ben in de richting van mijn nabije eindpunt.
Ik schrijf het wel maar ik denk er niet aan in de dag. Ik doe wat ik doen moet zonder bijgedachte. Mijn laatste ogenblik zich situerend ergens in het tijdloze van de tijd is het, in mijn dagelijks doen en laten, onuitgesproken en onbestaande want ik heb nog plannen en vooruitzichten die ver reiken en me bezighouden meer dan wat ook, meer dan mijn lichaam dat een zorgkraam is, een pijn als ik opsta, als ik wandel, als ik me een ‘tellen-tot-2 x 60’ uitgerekt tegen de deur opstel, de knieën recht.
Maar als ik schrijf ben ik mezelf is al het materiële ondergeschikt en ondergewaardeerd en krijg ik vleugels waarmee ik me verplaatsen kan in de tijd én me metamorfoseren in het ’erzijn’.
Ik keek gisteren naar een uitvoering van de Vierde van Mahler, met als hoogtepunt het invallen van de sopraan met ‘Wir genieszen die himmlischen Freuden’, en telkens heb ik de tranen in de ogen.
Waarom, denk ik dan, wat is er in die ‘Mahler’ dat me zo aanspreekt?
Wellicht heel wat, melodie en orkestratie en de sprekende houding van de dirigent; wellicht heel wat, want ik heb te intens de muziek gevolgd én ik heb mezelf vergeten tot op het ogenblik dat de sopraan invalt en ik dit aanvoelde als een verlossende schreeuw.
Intenser vergroeid met al wat en wie ik was kon niet; diepzinniger ogenblikken van bestaan, dacht ik niet mogelijk.
Mahler, hij betovert me ‘niet’ altijd, maar als het ogenblik van de betovering er is ben ik verloren. En het is niet de eerste maal, velen weten het.
19-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
De geschriften van Jasher |
Wat bezielde me gisteren om me te gaan bemoeien met wat ‘mogelijks’ drieduizendvijfhonderd jaar geleden gebeurd is en dit zo maar binnen te brengen in het leven van vandaag alsof er gebrek zou zijn in wat vandaag aan de orde is.
Het is een zwakte van mij aandacht op te brengen voor een stuk geschiedenis dat plots opduikt tussen de gewone dingen van elke dag maar ik beken dat het zicht van Venus precies boven de tuin een verrassing was en een wereld van vroeger heeft zich plots geopend het ogenblik dat ik neerzat om te schrijven en dat was heel vroeg in de morgen zoals vandaag trouwens.
Zo vergeef het me, in feite onsamenhangende dingen te hebben binnengebracht in deze onschuldige blogs van mij en het sacrale van de Bijbel te hebben doorbroken met aan ‘the Lord’ dingen te ontnemen, te ontfutselen eigenlijk, die hij zou gedaan hebben, namelijk tussenkomen in dat onooglijk stipje van zijn immens Universum en de baan van de aarde om haar zon, even maar een middag lang of wat ook, te hebben onderbroken.
Moeilijk in te denken dat Hij zich met zo een kleinigheid zou bezig houden als hij een gans Universum aan het beheren is. En even moeilijk in te denken dat er een mens op aarde de lef zou hebben te schrijven in het boek van Jasher*, wie die ook moge zijn, dat de zon stil stond én de maan als hij er geen getuige van zou geweest zijn.
Dus, om eerlijk te zijn tegenover jullie, ik geloof in het gebeuren vermeld in Joshua 10: 11-13, al weet ik niet onder welke vorm het zich heeft voorgedaan. Dit is ook een van de redenen waarom ik de Bijbel, weliswaar het Oude Testament, ben gaan lezen.
Evenwel niet zoals mijn overleden vriend Robert De Telder, voor wie het Oude Testament geen geheimen meer had, het was zijn leven.
Voor hem was de Bijbel geschiedenis, de spil waar omheen de geschiedenis van het Midden-Oosten zich heeft afgespeeld. Hij schreef erover in zijn ‘Tijd en Tijden, de chronologische oudheidgeschiedenis van Israël, Egypte en Assyrië’. (Boekscout.nl).
Hem hier vermeldend gedenk ik hem en zijn Dame, Elza aan zijn zijde.
*Oude Joodse geschriften, niet opgenomen in het Oude Testament. Diverse vertalingen ervan zijn aanwezig op Google
18-09-2023, 04:25 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-09-2023 |
Venus in de morgen. |
Als ik buiten ging vanmorgen de roep van Venus, helder en als een zegen hoog in het volle zuiden, Venus de parel onder de planeten, Venus de morgenster, de geliefde, de oogappel, welke naam heb ik nog voor haar?
Il fut un temps, begin de jaren zestig dat ik verleid werd door de zeggingskracht van Velikovsky en meende haar de ‘Nieuwgekomene’ onder de planeten te mogen noemen. Met de jaren echter heb ik het onwaarschijnlijke ervan ingezien wat echter niet belet dat Velikovsky’s werken een grote invloed hebben gehad op mijn geestelijke ontwikkeling.
Als ik een soort Bijbelfanaat ben geworden dan is het uitsluitend aan hem te danken of, misschien te wijten want zijn impact was heel omvangrijk en droeg er toe bij dat ik geworden ben wie ik ben.
Ik beken, in een zekere zin ootmoedig, hem gevolgd te hebben gedurende een lange periode in mijn leven die nog altijd nagalmt in mijn dagen. en zal blijven nagalmen, met erin als hoogtepunt dat alles in de Bijbel, aan ‘feiten’, zich centreert op één passage: de stilstaande zon en maan .
En ik herneem hier deze passage uit het Boek ‘Joshua’ zoals ik ze lees in de o zo heerlijke taal van de King James’ Bijbel*:
10, 12: ‘Then spake Joshua to the Lord in the day when the Lord delivered up the Amorites before the children of Israel, and he said in the sight of Israel: sun stand thou still upon Gibeon and thou moon in the valley of Ajalon.'
10, 13: ‘And the sun stood still, and the moon stayed, until the people had avenged themselves upon their ennemies. Is this not written in the book of Jasher? So the sun stood still in the midst of heaven, and hasted not to go down about a whole day.’
Ik zou er wellicht, zoals zovelen, achteloos aan voorbij gegaan zijn ware er vóór 10: 12 en 13, niet 10: 11 geweest:
10, 11: ‘And it came to pass, as they fled before Israel and were in the going down to Beth-horon, that the Lord cast down great stones from heaven upon them unto Azekah, and tey died: they were more who died with hailstones than they whom the children of Israel slew with the sword’. (het waren ‘barad‘ die uit de hemel vielen, ‘brandende stenen’).
Ik ga de debatten hierover niet heropenen, er zijn boeken over geschreven. Maar de feiten wijzen onmiskenbaar op een soort kosmische omwenteling. Velikovsky meent dat de aarde gegrepen werd door een voorbij vliegende komeet en staaft dit met een massa bewijsstukken.
Zijn theorie werd de grond ingeboord door zijn tegenstanders waaronder Carl Sagan, de man van het ‘green house effect’ dat de hoge temperatuur op Venus, meer dan 500 graden, zou moeten verklaren. Velikovsky hield er een andere reden op na. Hij vond dat Venus een nieuw gekomen planeet was (!) en nog niet afgekoeld was.
Heel die historie heeft me jaren lectuur en discussie gekost en, zoals je ziet, het zindert nog steeds na en het zal trouwens nimmer ofte nimmer doven. Ik val er telkens opnieuw op terug omdat het een belangrijk gebeuren is, want de tussenkomst van ‘the Lord’ is hier meer dan twijfelachtig, en er zijn in de aangehaalde citaten uit de Bijbel redenen genoeg om te veronderstellen dat hier sprake is van een wereldcatastrofe, opgetekend in bedekte termen in het Boek Joshua.
Wat ook, voor mij is die passage in de Bijbel geen sprookje. En waarover zou ik geschreven hebben had ik vroeg in de morgen niet opgekeken naar de schittering van Venus, de morgenster?
*En als ik verwijs naar de King James’ Bible van 1611 dan is het omdat ik erover las in ‘East of Eden’ van John Steinbeck, in zijn verhaal over de betekenis van het woord ‘timshell’. Google weet er alles over.
17-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-09-2023 |
Ontboezemingen. |
Een nieuwe dag en nieuw begin, ik, herrezen uit de nacht voor een nieuw avontuur – elk dag is er een - in het betreden van nog ongekende paden naar een nog onbekend oord in de tijd. Want ik kan, denkend en schrijvend alle wegen op: een blauw eiland met wuivende palmbomen waar de golven breken of een wandeling door de velden, groen en bruin en oker en de wolken, de winden, de hoge luchten erover.
Je zegt het maar. Je hebt maar te kiezen, om er te zijn zonder er te zijn, grasduinend in wie je bent en wat je te bieden hebt: te zijn van het grote leven of te zijn van het stille, het ver afgelegene dat wachtende is, tot de bergen van de Valais toe en je hoop is dat de woorden zullen komen zoals voor Vivaldi de muzieknoten kwamen van zijn ‘Vier Jaargetijden’.
Maar ditmaal, ditmaal heb je je overschat, ze komen moeilijk, ze stokken. En je wacht, je moment is nog niet gekomen, je woorden zijn als loslopend wild waar je geen vorm, geen verhaal in vindt.
Er zijn dus van die zaken die gebeuren, een verwarring in het hoofd, is het mijn val van een paar dagen geleden die me parten speelt?
Laat me dan, in afwachting, schrijven over de kleine dingen van het leven die rust brengen. Bernanos schreef erover en Proust die er over uitweidde pagina’s lang en ik, ik die altijd de neiging heb aan het kleine, het eenvoudige voorbij te gaan.
Zo, toen ik buiten kwam in de tuin verrast door de morgenkilte en de eerste zon in de planten, met de merel die opvloog met een schreeuw, even verrast me te zien als ik hem en ik achter de hoog opgeschoten takken van een afgezaagde stam van een vroegere kerselaar zocht naar de struik rabarber
Wel, ik heb de laatste stengels rabarber uit hun struik gelicht, het blad verwijderd en ben nu, rechtstaande in de keuken aan het aanrecht de stengels in kleine stukken – zo fijn mogelijk omwille van de draden wist mijn dochter - aan het snijden terwijl ik luister naar de Eurydice van Christoph Willibald von Gluck, en de zuurte van de sappen die ik ruik die zich mengt met de ‘zoete’ klanken van Eurydice.
Ik voel het aan als de perfectie voor een morgen zoals deze. Meer hoeft er niet: Ik die rabarber aan het snijden ben in de ban van von Gluck die in de 18de eeuw zijn ‘Orpheus en Eurydice’ componeerde , het kleine dat zich mengde met het grote.
Merkwaardig hoe uit het ongerijmde van de dagen, momenten ontstaan die je, in totale overgave vermelden gaat, met naam en toenaam, tot in de details ervan.
Of zijn we ditmaal te ver gegaan in onze ontboezemingen?
16-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-09-2023 |
Overstelpt. |
Hoe ik de muziek ervaar - nacht nog in het bijna-oosten waar straks het eerste licht zal staan - kan ik niet beschrijven in woorden, totaal onmogelijk, maar voor mij is het een balsem of een geur, of een hand, of zelfs een zin woorden die me vertedert en me verruimt tot dingen die ik anders niet schrijven zou; die mijn morgen maakt tot een gebeuren, om te beginnen, een vergeten van wie ik ben of wie ik was, en wat ik doe, een opgaan in het nieuwe van de dag die zich opent op mij en op wat ik vandaag ontmoeten zal: het geheime nog van wat komen gaat of zich realiseren zal in de uren die verstrijken zullen , geweven lijk vlokken wol tot draden.
Je denkt aan hij of zij die de noten bedacht en uitzette op de notenbalk een schemermorgen of -avond bij kaarslicht of desnoods in volle licht gezeten, uitgebazuind wat broedde aan klanken in hem of haar, zelfs eeuwen erna overgenomen als inspiratie door musici, soms zoals het gebeurt, in salons en concertzalen, tot in het koor van kathedralen of in muziektempels zoals bij ‘Maere’ in Ruiselede, diep in Vlaanderen, waar je waart.
Overstelpt met muziek van alle slag, préludes en nocturnes, sonates en symfonieën waarin je gedompeld loopt in de tempel van je woning, uitgestrooid in wolken van klanken, de dag lang, jij niet altijd luisterend maar hoorbaar steeds om jou geweven zoals een net over een boom met fruit geladen.
Je zegt het maar zoals je het zegt, alsof het te zeggen is met woorden, hoe de klanken zijn en wat ze te vertellen hebben over vreugde en verdriet, over weemoed en uitgelatenheid, muziek uit alle streken en volkeren, bedekken ze je met een soort voile als je rondloopt in de kamer of neerligt op de sofa, uitgestrekt de handen gevouwen op je hart, alsof je wachtende waart op iets dat onvermijdelijk eens komen zal, zoals de val die je deed en een verwijzing naar de Spoedafdeling noodzakelijk maakte om een wonde – een ‘gabbe’ zegt de buur -in je hoofdharen dicht te naaien.
Jij verrast dat het gebeurd was zoals een dief komt in de nacht, een voorval dat zich herhalen zal, eens maar dan met andere gevolgen.
15-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-09-2023 |
Levend in de geest. |
Ik zit ver, heel ver voorbij de helft, verder dan Dante ‘nel mezzo di nostra* vita’ zat. Het luttele dat ik nog beteken tracht ik op te schroeven tot een bundel woorden die achter zullen blijven op de wijze waarop ze hier thans aanwezig zijn; grotendeels verscholen, gekend door enkele getrouwen of minder-getrouwen die occasioneel eens komen kijken hoe ik het stel en wat ik ditmaal heb uitgestald om hen te bekoren.
En wat meer is, ik zegde het al, het is zo ver gekomen dat het uitstallen van met mij is vergroeid, dat het mijn morgen- soms mijn avondgebed is, een voor mij noodzakelijk geworden iets.
Ik kan het niet genoeg herhalen hoe ik het aanvoel, hoe het me bezig houdt in mijn dagen die nu niet meer ongemerkt, zoals het was bij Chips, ‘like lazy cattle moving accross a landscape’, verlopen maar geladen, zo zwaar en tevens zo lichtend mogelijk, met dingen van de geest.
Niemand is me hiervoor enige dank verschuldigd, integendeel ik ben het die jullie dankbaar is me blijvend aan te zetten tot het vertoon elke dag van een blog en, ik dank ook de génie of génieën die deze mogelijkheid heeft of hebben bedacht en in gang gezet.
En ook mijn dank reikt veel verder, loopt over wie ik ben, over hoe ik denk, over hoe ik bij machte ben om te leven zoals ik wens te leven als een geestelijk rijk man, rijk in die zin dat ik woorden schrijven kan om mijn dag en mijn ‘erzijn’ op te luchten en op te smukken, gekleurd met een ‘dunne’ maar zekere levenswijsheid.
Ik weet dat het niet aan elk van ons gegeven is rond te lopen met creatieve gedachten en deze op een af andere wijze te veruiterlijken; dat je deze gedachten ook hebben kunt zonder de nood te voelen er iets mee te doen en die er dus genoeg aan hebben, maar ik ken er velen die nu eenmaal, zoals ik, anders ingesteld zijn en denk ik dan, uit zijn op eer en glorie.
Waar tot op vandaag niets verkeerd aan is. Of toch?
*Ik heb nooit begrepen waarom Dante het heeft over ‘nostra’ vita en niet over ‘mi’ vita, is het een kwestie van ritme of het aantal lettergrepen?
14-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-09-2023 |
Kleuren in de herfst. |
In de morgen ruik ik de herfst, of denk ik hem te ruiken omdat het september is, de maand van het wemelen van het licht boven de velden naar de avond toe – zoals ik het voelde toen ik aan de vijver was – de maand ook van hartstochten die doven al kenden we ze wel niet meer.
Maar heb ik, in de keren dat ik september heb beleefd in de jaren die voorafgaan, nog niet geschreven dat het de maand is van de betoverende kleuren?
Mijn vriend, de dichter uit de streek van Lierde maakte er een gedicht over: ‘de streelwind over het fladderblad…’, toegelicht met een foto.
Maar bij een andere die tekent KDP, een groot man van de natuur en kenner en belever van het leven van vroeger en van nu, vond ik een foto - een schot in de roos - uit zijn ruime collectie van foto’s en ik mocht hem hier gebruiken: het onweerlegbaar bewijs van de schat aan kleuren dat de herfst ons brengt.
Het beleven van de kleuren van het land waar ik ben opgegroeid, waarin ik in gedachten nog immer wandelen kan, de velden en de bossen ervan bezitten kan, liefhebben kan, zoals men een geliefde bij de hand houdt of tegen zich aandrukt, dit alles en nog veel meer maakt deel uit van de eigenheid die we kennen de dingen te zien in hun perspectief van het voorbije en er aldus het blijvend ermee verbonden zijn aan te voelen in de kleuren van de herfst is het niet bewust, de binding is onderhuids aanwezig.
Zo bestaan we en zo zullen we heengaan, eens, en toch achterblijven in de eeuwenoude kleuren van de herfst.
In de foto ervan.
13-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-09-2023 |
Ik, besproeid met nieuwe krachten. |
Hoe en wat moet ik om verder gelezen te worden, om niet achtergelaten te worden als een dode letter, een vergeten schrijver, een verlaten man?
Ik heb er geen oordeel over en geen stem die het me zegt of geen geschrift die het me leert.
Ik blijf aldus mijn eigen weg gaan, blindelings het woord aanvaardend dat zich aanbiedt, wat soms tot vreemde toestanden leidt die ik dan durf zien als gewild door het of de onbekende dat of die me bespeelt, wat dan ook van mij een vreemde instelling is die ik, om eerlijk te zijn, blijf volgen.
Weet dat soms de nood heel hoog is om te weten hoe ik beginnen ga, zoals deze morgen en dat deze eerste zin de zaadkorrel is van een plant die zichzelf nog moet uitvinden, een zaadkorrel die kiemt en niet weet hoe verder te groeien en eigenwijs toch groeien blijft tot iets dat er nog niet was en er wellicht nimmer zou geweest zijn ware ik niet gaan neerzitten voor mijn klavier om te zaaien wat ik te zaaien had: een eerste zin.
Zo is alles met alles verbonden, is er geen woord dat geen ander woord oproept, geen daad die niet de oorzaak is van een daarop volgende.
Een vriend, een esoterieker de ik in lang niet meer gezien had – hij leeft in Nice of, in Venetië - schreef gisteren krachtige dingen over mijn boek op facebook zo mooi dat ik ze hier niet durf overnemen.
Dankzij hem krijgt mijn boek, dat ik bijna zag als afgeschreven, ook bij mij nieuw leven. Besproeit het me met nieuwe krachten, die ik anders niet gekend zou hebben.
Zijn woorden en ik ken hem als een sober man wat zijn uitspraken betreft geven me de elan die ik broodnodig had.
Ik kan verder voor een tijd.
12-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-09-2023 |
De vijver die me verwelkomt |
De vijver die me al lang verwachtte verwelkomde me met grote woorden: hoe het kwam dat ik er niet eerder was, dat het van de lente van vorig jaar geleden was dat ik aan zijn oevers had gestaan en, dat hij me gemist had zoals een moeder haar zoon mist die ver is afgedreven?
Ik ben gaan zitten in de lommer waar het geurde naar de bladeren van de populier en naar deze van de hoog opgegroeide struiken waarvan ik de naam niet kende en niet te kennen had; waar het geurde naar de wilde geur van aarde die werd omgewoeld. En, ik voeg er aan toe, dat ik ontroerd was waar ik zat in die rust van die lang vergeten plaatsen, omringd door vrienden en vriendinnen in wat ik noemen wil de intieme sfeer van het zomernamiddagenlicht naar de herfst toe.
Je vertelt het aan de vrienden omheen jou - ze zijn je komen halen - je vertelt het in andere woorden, deze die je toen wist, maar je vermelde enkel de rust die je voelde, de geuren hield je voor jou. Je hield ook voor jou, de geur van water en de plof van vissen die opsprongen en 'fish are jumping' waar je aan dacht.
Maar je zat daar, bijna roerloos; Veel had je niet te zeggen maar je dacht aan de rij fruitbomen die er stonden, aan de vlinders en de bijen en vooral aan de grassen langs de oevers hoog opgeschoten. Je wist het spiegelbeeld in het water van de bomen er omheen en je zat daar, in de beweegloosheid van de dingen van vroeger, van wie er waren en zijn heengegaan. Een leemte latend al zijn ze er nog zoals de leegte gelaten door de verdorde populier in de lange rij van Italiaanse populieren die in hun gebladerte de herfst aankondigen de herfst die me duurbaar is, zoals allen die er waren me duurbaar zijn.
Ik hoop dat ze het weten dat de band die me bindt aan de vijver me ook bindt aan hen die er nog altijd zijn en aan hen die er niet meer zijn.
Zoals uitzonderlijk het me nu bindt aan de 'Forgotten Landscapes' van Dirk Brossé die ik beluisterde om 16.45 op zondag 10 september, toen ik dit hier, schreef.
Nota:
Dirk beloofde me ooit in het kasteel van Ooidonck zijn vioolconcerto maar hij zal het vergeten hebben, ik niet. Echter mooier dan zijn landschappen kan zijn concerto niet zijn
11-09-2023, 04:49 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-09-2023 |
Het huis |
Vandaag herneem ik voor de zoveelste maal het gedicht dat ik schreef over het huis van een vriend die is heengegaan. Het huis echter is gebleven. Ik sluit het nu op deze woorden.
Atomen van stenen, ionen van geest, de componenten waaruit het huis is opgestaan.
Opgestaan in een wondere harmonie met bomen eromheen gegroeid, wat is van elk heeft geen belang, beide zijn noodzakelijk, in hun samenhorigheid.
Beleef met ons, als je de drempel overschrijdt: verbazing van conceptie die je wacht.
je had het nooit gedacht hoe vormen kunnen leven en hoe kleuren inviterend kunnen zijn.
Zo zegen ons begrijpen want dit kan een tempel zijn, consolidatie van regels en maximes van Euclides en van anderen, bij oordeel en bij inspiratie getemperd door de stand van lentezon en in de winter door Sirius en Orion.
Herinner je hoe de merel opgestegen uit de vijver waar hij drinken kwam, hoe traag de avond viel de lucht vol sterren stond.
We waren er woorden zaaiend lijk mosterdzaden, we spraken er met tussenpozen, wijl Chopins Sonate een verbeelden was een groot beleven er te zijn uitverkoren.
Van oude wijn de smaak, en van een gedicht gerijpt op perkament, de warmte van het samenzijn.
Dit alles opgetekend, de inkt ons onvermogen meer te zeggen, en toen we gingen, wij bewogen.
Nu de tijd erin opgesloten.
10-09-2023, 04:43 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-09-2023 |
Het beeld in de spiegel. |
Het kan dat ik me te veel bezig houd met wat achter de dingen schuil gaat als ik schrijf of in discussie ga, maar over wat anders kan gesproken worden, kan er iets anders gezegd dat nog niet gezegd of geschreven werd, als het niet iets zou zijn dat zich bevindt in de schemerzone waar ik het over had in mijn vorige geschrift en waar ik telkens op terugval.
En vanmorgen, In de spiegel, even maar, het beeld van een oude man dat ik opvang, dat ik meeneem, dat hangen blijft, want hoe kun je dit beeld vergeten als je neerzit, om de schrijver te worden van woorden die er zijn maar die je nog niet kent.
Van het aantal dagen die ik nog te lezen/leven heb, het zoveelste blad ervan omgeslagen om nu verder te gaan, verder naar de herfst toe, of wie weet, verder nog het jaar, zelfs de jaren in.
Elke morgen is het zo dat je opstaat uit de as van de nacht, dat je even je beeld ziet in de spiegel en dat je een metamorfose ondergaat, er niet meer te zijn als lichaam, maar enkel nog als zijnde op weg naar een oord dat er nog niet is maar dat je aan het ontdekken bent.
In feite een moedig man te zijn: te gaan het hoofd in de wolken en er lang te verblijven in de schaduw van al wat was.
En zoals je er zit, ben je enkel nog het woord dat uit jou vloeit, als water uit een bron die maar al te lang al heeft gevloeid en nu de neiging heeft te vertragen en leeg te komen.
Dit is hoe je leeft in een trager wordend ritme, de armslag die beperkter wordt en dat je het aanvaarden moet, want er is nog heel weinig dat een opflakkering betekenen kan, een lichtpunt, een komeet de door de luchten scheert.
Je wacht erop, maar de kans dat hij er komen zal is een zandkorrel groot. Hopelijk, denkt je, hopelijk is dit maar een vreemdgaan, een morgen na een nacht die zonder droom gebleven is. Met nu een helling voor mij, die ik zoals Dante opgaan moet, zo dat de rechtervoet nooit de hoogste is, wat voor Dante zijn betekenis heeft.
Alsof er voor mij nog heuvels zouden zijn die ik beklimmen kan.
09-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-09-2023 |
Lectuur. |
Ik word lui wat het lezen betreft, het boek van Pfeijffer ligt nu al meer dan een week open op de conversatie tussen Alkibiades en Socrates, alsof het me geen moer schelen zou om verder te lezen.
Het is maar dat ik nog heel weinig ben gaan lezen. Wat ik schrijf en de inspanning dat het me regelmatig kost zuigt alle geneigdheid om ‘meer-te-weten’ uit me weg. Het is alsof de plicht die ik ken om iets te doen me de vrijheid laat om iets niet te doen.
Het is fout, ik weet het, maar ik las vroeger heel wat zodat ik een reserve aan boekenwijsheid heb opgebouwd, in een zekere mate verouderd weliswaar
Maar de veroudering past bij de oude man die ik ben, het is dus maar een beperkte zorg voor mij: oud zijn en schrijven over oude dingen, wat is er verkeerd aan.
Ik blader nog wel eens door ‘de Standaard der Letteren’. Soms vind ik me erin terug, denk ik dat het goed zou zijn dit of dat boek te lezen, maar meestal ga ik eraan voorbij omdat het neerkomt op het zoveelste levensverhaal of het nu fictief is of half realiteit – ikzelf heb er wellicht ook aan gezondigd - een verhaal zoals er elke dag beleefd worden, ik heb maar naar het nieuws te luisteren om te weten hoe uiteenlopend levensverhalen kunnen zijn. Maar ik heb er geen nood aan, inhoudelijk zijn ze identiek, leren ze me niets dat ik kneden kan met de geest in mij.
Geef me dan maar liever, als ik toch iets lezen moet enkele uren van mijn dag in te vullen met de gedichten van Paul Auster die me terugbrengen in de poëtische schemering van de twilight zone.
08-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-09-2023 |
Het teken dat ik er was. |
Ik weet nu met aangevoelde zekerheid dat ik geïnspireerd word van uit een ergens dat van overal kan zijn; dat ik elk ogenblik, wat mijn schrijven betreft - mijn doen en laten laat ik terzijde nog - onder curatele sta en dat ik schrijf wat ik te schrijven heb.
Er is hieraan niet te ontkomen, ik kan dit curatele wel negeren, doen alsof het niet zo is, maar eens ik me op het schrijven instel ben ik een gevangene ervan.
Dit moet ook gelden voor een schilder, een componist, een beeldhouwer, ook ene zoals www.willemwouters.be die ik voorbije zondag ontmoette.
Dit geldt voor elk van ons omdat er ‘kosmische krachten’ zijn die van binnen ons, maar ik denk eerder van buiten ons, op ons inwerken om iets te doen dat in het domein van het buitenissige ligt, het creatieve dat zijn oorsprong heeft in de sterren en de planeten.
We zijn geneigd te denken dat het geen zin heeft het zo ver van ons te gaan zoeken, maar we vergissen ons schromelijk, want we denken ook dat de afstandsbediening van de poort niet doorheen de muren van het huis effect heeft, zo ben ik ook verkeerd als ik denk dat ik, zeker bij mijn geestelijk ontstaan, niet bewogen ben geweest door de krachten van zon en planeten die hebben bijgedragen tot de, wellicht karakteriële vorming van de persoon die ik ben.
Er zijn hiervoor geen bewijzen voorhanden, toch niet bij mijn weten, maar we leven in een uiterst vreemde wereld die gestoeld is op verwondering en als esoterieker – zoals een vriend me ooit schreef - voel ik het bevreemdende aan van de wereld waarin we zijn opgenomen en waarmee we innig verbonden zijn.
Dit aan te nemen is weten dat je, je bevindt van dat ogenblik af, in een schemerzone, deze die ligt tussen wat is en wat wordt gedacht, tussen wat reëel is en wat droom is, tussen het erzijn en er niet zijn. Het is de twilight zone, waar je heengaat om kunst te bedrijven of, poëzie te schrijven.
Ik kom er elke dag, ik duik er binnen en ik sta er uit op, en wat er rest na mijn duik krijg je te lezen.
Dit is wat van het wondere leven is dat ons omhult. Ik krijg er niet genoeg van, hoe dwaas of hoe vreemd het ook moge zijn, het staat er en het blijft er als een baken in de nacht en in de dag: het teken dat ik er was.
07-09-2023, 04:45 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-09-2023 |
Ik adem terug. |
De schreeuw die ik toen, 6 september 2022, liet echode tot lang erna in de holte van mijn innerlijke omgeving. Hoe me te redden wist ik niet, maar de tijd die er, traag ditmaal, over schoof heelde, bracht verpozing en vulde stilaan, stilaan de leegte die was ontstaan.
Ik adem terug, vooral in mijn geschriften, mijn redding. Ernaast is er blijvend een afwezige aanwezigheid die me gezelschap houdt en mijn eenzaam-zijn breekt. Ik stel het dus goed, ik stel het rustig goed in het huis en in de tuin, mijn wereld nu, samen met de muziek van Klara in sourdine en mijn boeken, samen met mijn herinneringen. Er is een bijna-volheid, een verder gaan in alle innigheid, in alle vertrouwen.
Heel wat gebeurde ondertussen, vooral dan mijn lichaam dat me ontglipt, het ritme ervan wordt dit van een traag gedicht, traag in woord en traag in gezang, ik wil het lang houden zo, er niets meer aan wijzigen maar het verder schrijven in alle eenvoud en tevredenheid dat ik het nog kan. Dat ik nog weet wat er gisteren was en wat ik schreef over gisteren en de dagen ervoor.
Mijn honger naar wat van het leven is wordt erdoor gestild, mijn verlangens opgevuld, ik ga waar ik nog gaan kan en met zin de dag in en uit, en als ik naar bed ga is het met het gevoel eindelijk rust te kennen met de vele uren van de dag achter mij en in die rust de ogen te sluiten.
Toch is er nog van Edvard Munch ‘de Schreeuw’ waaraan ik soms nog denk.
06-09-2023, 04:09 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-09-2023 |
De naam die mijn leven bepaalde. |
De dag groeit uit het niets en vordert in gebeurtenissen, kleine, onopgemerkte, verwachte en onverwachte. vandaag weet ik van bij de aanvang dat het een ongewone, zelfs een moeilijke dag wordt. Het staat zo geschreven, ergens, in mijn gedachten.
Inbeelding natuurlijk: de dag van gisteren een dag van een verre verplaatsing zijnde, van een lange dag en vooral van de te vele ‘ontroeringen’ bij het terugzien van kleinkinderen en familieleden die ik in lang niet meer gezien had.
Dit alles samen laat vandaag zijn sporen na. Ik kan er niet aan voorbij zonder het te vermelden want mijn reacties op het terugzien kwamen, mijn leeftijd zijnde wat hij is, van heel diep en haalden me overhoop met hun weerslag op vandaag wat zich uit in het verbreken van het levensritme dat vaste voet had gekregen en dat me rustig hield omdat het mijn dag vulde op een aangename - zo dacht ik – perfecte wijze die zich culmineerde bij het slapen gaan als het einde van een goed gevulde dag.
Vandaag komen de vele herinneringen terug die werden opgehaald, herinneringen die ik vergeten was maar nog heel klaar en duidelijk aanwezig waren bij de anderen zodat ik ze wel geloven moest.
Eigenlijk ben ik verrast door het leven dat ik geleid heb en dan vooral, zoals nu blijkt, door de impact die ik heb gehad op het leven van de kinderen tot zelfs op deze van mijn boer Daniël als deze van mijn boer Georges en wat meer is die kinderen zijn nu allemaal minstens veertig jaar oud.
Zoals ik het nu zie en rekening gehouden met wat er in mijn aanwezigheid over verteld werd ben ik een soort spilfiguur geweest in hun leven die hen de liefde voor de bergen en de dorpen van de Valais, in het bijzonder deze van de Val d’Anniviers, heeft bijgebracht.
Was het om deze reden dat ik geluisterd heb en gereageerd, zeventig en meer jaar geleden op de naam ‘St-Luc’.
Wie was ik geweest had ik toen niet geluisterd naar de roep ervan?
05-09-2023, 04:43 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-09-2023 |
Gevonden woorden herschreven. |
Een tekst die ik terugvond ik weet niet van waar hij komt, weet niet of ik hem al gebruikt heb en als het zo is wanneer en waar. Ik wil hem niet ‘deleten’. Ik wil hem bewaren op een plaats, waar hij thuis hoort als mijn blog voor 4 september. Het is echter een oude tekst of een gewild fictieve die ik nu aanpassen zal aan de realiteit van de dag:
Al wat ik schrijf eist een maximum aan aandacht, zo voor de kleine als voor de grote dingen, zodat er geen grote en kleine dingen meer zijn, zodat alles evenwaardig is en met evenveel aandacht en toewijding wordt opgetekend. Ook en zeker dit schrijven van elke dag, de tekst ervan zo volmaakt mogelijk qua vorm en inhoud.
En als hij zijn blog begint hopende dat de woorden die komen zullen en die hij nog niet kent, doordrenkt zullen zijn, zoals in Schuberts sonate 959 waarin de geest beweegt en overheerst, zijnde de boodschap van het leven dat in zich het wezen van de dood verbergt en Schubert in zijn pianoklanken die weer tot leven komt, alsof de dood ook leven zou zijn.
Gebogen over het woord, de wereld beperkt tot zijn blad, glijdt hij binnen in het onbekende dat hij straks ontdekken zal in de woorden die hij schrijft en die hij een fractie ervoor nog niet kende. Nochtans moeten deze woorden buiten hem of binnen hem aanwezig zijn geweest.
Telkens is het een pogen alles te omvatten, alles te beleven, de geluiden van de wind in de bomen, van de geluiden van het verkeer in de straat, van de woorden in de vele boeken omheen hem, in de klanken die nog altijd Schubert is.
Het grote geluk, het gevoel – de instelling op het leven - te kennen dat hij kent en te zijn wie hij is.
Te schrijven, te dromen, te denken, te lezen en te leven, een wereld die niet stilvalt die niet ophoudt maar groeien blijft. Het zwellen van een gevoel dat vraagt om in woorden te worden omgezet, opgetekend in kleur, in vlakken en in lijnen, in licht en in donker, klanken neergezet in noten op een notenbalk.
Welke waren de gevoelens die leefden in Schubert toen hij zijn Andantino componeerde? Wat bezielde Memling toen hij Maria Moreel schilderde?
Zo is alles vraag en uitdaging. Pogen en herbeginnen tot bekomen wordt wat voorheen niet zichtbaar was, maar toch reeds aanwezig in potentie, in a somewhere, dat hem werd aangeboden zonder dat hij het had gevraagd.
04-09-2023, 05:03 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-09-2023 |
De draagwijdte van een boek. |
Ilya Pfeijffer terug.
Ik laat hem de twijfel over de vrijgeleide die hij voor zichzelf schreef en wel op een tablet in spijkerschrift, in een Perzische gevangenis terwijl, in zijn thuis, al volop geschreven wordt op rollen papyrus. Maar het is zo poëtisch de wijze waarop hij dit vertelt dat we het graag geloven, zoals we geloven de onnavolgbare veldslagen die hij levert met zijn vloot én, het diepzinnig gesprek dat hij heeft met zijn vriend Socrates.
Eigenlijk staat alles zo uitgebreid, zo vlot en zo taalkundig geschreven dat we het graag aanvaarden van hem. Hij is inderdaad een meester van het woord, onstuitbaar in de bouw van zijn zinnen die het aroma kennen van wat we filosofie noemen in het domein van de democratie; de democratie die zijn stokpaardje is alsof hij er de Westerse wil mee treffen of dan toch belichten.
Gezien we hem nog altijd aan het lezen zijn, gezien hij dus elke dag voor minstens een uur met ons aan het praten is – wij die hem lezen - kunnen we er niet onopgemerkt aan voorbij gaan.
In tegenstelling tot wat An, een thuisverpleegster die me in de morgen bezoekt en aan wie ik mijn boek geschonken heb, me zegt dat ze mijn stem hoort als ze me leest, hoor ‘ik’ bij Pfeijffer eerder het geschuur van de pen over het papier (en zie ik de zweetdroppels op zijn voorhoofd) dan het geluid van zijn stem, wat minder prozaïsch is.
Je moet maar het geluk kennen, nu en dan, vroeg in de morgen, bezoek te ontvangen van een jonge, mooie vrouw die je onomwonden zegt, als ze tegenover jou zit met het verhaal van je boek in het hoofd, wat ze er laatst in gelezen heeft én, dat het was alsof ze mijn stem hoorde!
Ik wist niet dat mijn boek, dat de woorden erin, zover droegen.
03-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-09-2023 |
Gewoon verder gaan. |
Soms schrijf je een gedicht omwille van een woord, omwille van een zin zo in jou binnen gekomen, omwille van iets dat je niet definiëren kunt maar ook niet weigeren kunt want schrijven is flinterdun, is afgaan op wat komt zelfs al weet je niet waar het je voeren zal en, of het je ontroeren zal of dan toch minstens je bevallen zal.
Al ben je niet kieskeurig als het het woord betreft je kijkt er toch naar uit het zindelijk te houden en waardevol qua inhoud. Dit is het probleem dat je niet ontloopt en dat geeft je de richting aan waar je heen moet al ben je al onbewust op weg ernaar.
Dit is het bevreemdende van het schrijven, ik word er telkens mee geconfronteerd als ik uitkom op een uitkomst die er bij de aanvang helemaal niet was – er wel was in potentie – maar je komt er willens nillens op uit als je maar volgen blijft wat je te binnen valt, alsof iemand je hand vasthield en de juiste letters op elkaar volgen liet. Dit is wat je er achteraf over te vertellen weet, meer is het schrijven niet, dan toch het schrijven van een blog eens er zoveel pogingen al geschreven staan en je er, ondanks al wat er al is, er nog een aan toevoegen wil.
En je denkt er wel niet aan dat het je laatste kan zijn.
En stel nu dat het je laatste is – die je ooit eens schrijven zult – heb je eraan gedacht, heb je erin de schijn verwerkt dat je wel wist dat het je laatste zijn kon, maar dat je het niet geloven kon en daarom verder hebt geschreven alsof er nimmer een einde komen zou?
In feite weet ik het omdat ik het geschreven heb, jullie weten dus dat ik me er bewust van ben, het heeft dus geen zin het telkens te laten blijken in mijn woorden.
Ik ga dus gewoon, heel gewoon verder, tot…
02-09-2023, 01:10 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-09-2023 |
Gedicht voor september. |
Een eenzaam, totaal achtergelaten gedicht dat hij herschikte omwille van september en alle maanden die nog komen zullen voor hem en, komen ze niet, in voorbereiding op de dagen leeg van hem.
Hij wilt het uitgesproken vederlicht zoals hij zal zijn als hij hier niet meer rondlopen zal, flinterdun, nog wat overgebleven herinnering:
Hij wou zijn gedicht zo licht als pluisjes in de wind gewaaid lijk vlinders zo teder, o zo vluchtig.
Hij, met lucht getekend in lijnen van licht, als vloeiend zilver en week om zijn hart.
Hij het niet wist hoe gelukkig te zijn, wijl hij het was van een geluk dat hij in lang niet had gekend.
Hij dacht dat het genoeg was geweest nu alles was gezegd wat kon gezegd, hij uitgekomen was, te arm aan woorden om nog verder te gaan in de wereld,
wel elders wat hij nog niet wist.
Hij zich lang heeft stil gehouden tot kwam wat komen moest, hij zo frêle, zo ingetogen licht, doorzichtig amber.
Gelukkig ademend nog, of zag je het niet.
01-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |