Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    26-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Consciousness

           

    Ik zocht, gisterenavond in ‘Fragments of a Journal’ van Eugene Ionesco[1], een passage op die ik er aanwezig wist, Ionesco plaatste deze tekst tussen haakjes. Een tekst die ergens voorkomt in of omheen zijn toneelstuk ‘Le Roi se meurt’, maar die hij niet weerhouden had:

     

    (Is there a universal consciousness? Is consciousness all pervading? Is there a dormant consciousness in stone, as I believe Leibnitz thought? Neither Planck, nor Heisenberg, nor Einstein, nor de Broglie wholly rejects the idea of a universal, cosmic consciousness. There may be some plan, some intention. If there is an intention, there is consciousness. These thinkers do not exclude the idea of a God who would be that consciousness)’.

     

    Een ‘kosmisch bewustzijn’ aanwezig in de steen van Leibnitz, of wat ik deze morgen, toen ik wakker werd, dacht – ik ben er voor op gestaan - en wat indien het Universum het levend lichaam van God zou zijn, zou er iemand me zeggen dat dit niet kan, of iemand zeggen dat er én het Universum is, én God?

     

    Mon Dieu, ik ga deze gedachte: ‘het Universum zijnde het lichaam van God’, laten rusten voor betere dagen, want wie of wat is de mens dan, een soort atoom, deel van het Universum, deel van het lichaam van God? En wie lichaam zegt, zegt geest, dus ook de mens deel van de geest van God, zoals de steen van Leibnitz deel is van God of, al wat is of was of komen zal, atomen van God. Alles wat is en niet is, één groot, massaal groot, onbegrijpelijk groot, kloppend, levend lichaam, het Al in elkaar verweven en gegroeid.

     

    En de geest van de mens vandaag, atomen die te slim geworden zijn, die Hem imiteren willen, verdringen willen. Had Hij dit voorzien, zal Hij dit blijven aanvaarden?

     

    Deze-morgen-conclusie die van ergens komt, die in de luchten hangt om genomen te worden, die anderen voor mij moeten geformuleerd hebben, nu ze geschreven staat please, , man, laat ze rusten nu.

     

    Waag ik het deze woorden, die neigen in de richting van Mevrouw Catherine Pozzi - van een paar dagen terug - te laten binnendringen in mijn blogs?

     

    Karel



    [1] Eugene Ionesco: ‘Fragments of a Journal’, translated from the French by Jean Stewart, Ed. Paragon House, New York, 1990.

    26-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.N'être bon qu'à écrire

     

    25 januari

    N’être bon qu’à écrire.

     

    Je dacht dat het geen zin had, tweehonderdvijftig pagina’s en meer te schrijven om die daarna, gebundeld, in je schuif te laten verdwijnen, maar de Ugo in jou vond het een uitdaging, hij wou een boek, terwijl jij voldoende had aan het optekenen van het gesprek dat je hield met jezelf dat nu ook je blog geworden is,.

    Dit was, wat jou betreft, de toestand vroeger, en na dertig jaar is er in feite, wat er ook gedacht of gezegd wordt over je teksten, geen enkele geldige reden om te stoppen. Toch nu nog niet.

    Zo, als je even terugblikt, ben je altijd blijven nadenken over wat er gebeurde in de wereld, heb je altijd boeken gelezen, verrassende die je gelukkige momenten bezorgden, andere waar je bij in slaap viel.

    Je vond openingen die, zo meende je toch, dicht de waarheid benaderden, al wist je niet wat die waarheid wel was of zijn kon.

    Je las in de Bijbel over gebeurtenissen die van de hand Gods waren, maar je twijfelde omdat deze niet strookten met het beeld dat je had van God. En toch waren er die de Apocalyps lazen en ontcijferden en eruit puurden dat in het jaar van nu – het jaar van de Draak volgens de Chinezen - de wereld zal vergaan. Jij las de brieven van Paulus en vernam aldus tot je verwondering dat hij, na getroffen te zijn door de bliksem(!), naar Arabië was vertrokken om pas na drie jaren Petrus en Jacobus op te zoeken in Jeruzalem. En je bleef je vragen stellen hierover, tot je het meest vreemde boek las, wellicht ooit geschreven, over het leven van Jezus en je dacht dat het een mogelijke opening kon zijn naar de reden van Paul’s verblijf in Arabië.

    Je las Boris Pasternak en Freeman Dyson, Fritjof Capra en Richard Feynman, je las George Steiner en vele, vele anderen. En alles wat je dacht werd geschreven in je hoofd en de woorden waren als gistende deeg in de trog en lieten je niet los. Sommige van die ideeën werden opgetekend andere bleven ongeschreven en je weet voldoende wat Pessoa zegt over wat in gedachten geschreven wordt.

    En je las Borges en wat hij wist over toeval en je las T.S.Eliot van wie schilfers terug te vinden zijn in de weinige gedichten die je waagde te schrijven.

    Je las over de New Physics en je ontdekte hierin een nieuwe Bijbel, ditmaal niet geschreven in woorden maar in beelden die in te beelden waren.

    En door de dwingende osmose van de dingen aanwezig in je vingers, bleef je schrijven al wist je wel dat je nergens uitkomen zou – eigenlijk geldt dit meer voor Ugo - je had de verwittiging nog maar pas deze morgen teruggevonden in een hoop knipsels, zo uit Le Monde[1], het knipsel dat de reden is voor je blog van vandaag:

     

    Pourquoi écrit-on? Pourquoi des milliers de Français noircissent-ils du papier à longueur d’année, sans la moindre garantie d’être publiés?

     

    Het is een eenennegentigjarige schrijver, Roger Grenier, waarvan je nog nooit hoorde, die deze gedachte opwerpt en wat hem zelf betreft, openlijk bekent:

     

    Ecrire a tourné à l’habitude, pour ne pas dire à la manie. Une manie dans laquelle je m’enfonce chaque jour davantage, de sorte qu’à présent, je suis incapable de goûter aucune autre activité, aucune autre distraction.

     

    Roger Grenier haalt er de woorden van Beckett bij : Schrijven omdat ‘on n’est bon qu’à ça!’.

    Ik weet dus aan welke ziekte ik lijd want ik ook, je ne suis bon qu’à ça.

     

                                                                       Karel

     



    [1] Le Monde van 14.01.2011: Robert Solé, ‘La vraie vie privée, c’est l’écriture’.

    25-01-2012, 00:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terugblik

     

     

    Onder elke blog verschijnt de melding ‘Geschreven door Ugo d’Oorde’, het is de fout van de beginner die ik was en die ik meedraag sinds 18 juli van vorig jaar, de dag dat ik met een blog begonnen ben. Maar er zijn tot hier toe meer teksten geschreven door Karel Mortier dan door Ugo d’Oorde, om deze reden ga ik voortaan mijn blogs tekenen met Karel of met Ugo. Hoewel de lijn tussen beide soms moeilijk te trekken valt want soms vloeien ze in elkaar.

    Zo is Ugo nu begaan met een tekst over het laatste schilderij van Vincent Van Gogh, een schilderij waarin hij Van Gogh’s afscheid van het leven meent te lezen. Een van de komende dagen geef ik hem het woord en kan hij zich uitleven. Ondertussen echter maak ik me zorgen over wat ‘ik’ begonnen ben, een blog bijhouden waar José Saramago aan de basis van ligt. En wel met één zin die ik las in Le Monde, in verband met zijn ‘Cahier’ of ‘Cuaderno’, waarin hij op de dag van zijn 86ste verjaardag schreef “Ik omhels de woorden die ik schreef, ik wens ze een groot leven toe en herbegin mijn schrijven daar waar ik het gelaten heb”. Deze woorden werden verspreid onder de vorm van blog.

    Ik was toen, de dag van 18 mei 2010, zo dwaas te schrijven:

     

    ‘Ik ook omhels vandaag de woorden die ik schreef, wens ze een lang en groot leven toe en ik begin nu, omdat ik niet kan stoppen met schrijven, mijn schrift, mijn cuaderno, dat doorlopen zal tot de dag van mijn 83ste verjaardag. Zo hoop ik toch omdat ik hoop que Dieu me prètera vie jusque-là.

     

    Maar op die verjaardag ben ik niet gestopt, mijn wandeltocht in en met het woord liep gewoon dag aan dag verder om van half juli van vorig jaar, in navolging van José Saramago, dag aan dag, als blog te worden verspreid. Als een blok aan mijn been schreef ik al eens.

    Maar is het wel zo? Is het niet, omdat ik me wou laten opmerken en wel als schrijver, als iemand die iets te zeggen had wat nog niet gezegd was, op een wijze die nog niet gebruikt was, een Einzelgänger in de literatuur, zoals elke schrijver er een denkt te zijn?

     

    Ik mis mijn broer Daniël die veel te vroeg is weggegaan. Hij was mijn mentor, hij zou me al lang gewezen hebben op mijn fouten, al lang gezegd hebben, dan vooral wat ‘De Adem van de Dagen’ betreft:

    ‘Man, stop ermee, je schrijft ouderwets over ouderwetse zaken op een wijze die niemand nog interesseert. Je schrijft zoals een zondagsschilder aan de Leie die zijn doek vult met fotografische koeien en bomen, met een kerktoren middenin, zonder voldoende background, misschien met een vleugje Gilliams, een vleugje T.S.Eliot, misschien, maar meer niet. De rest komt uit je kleinburgerlijk zelf, en het ergste is, wat je schrijft is niet te begrijpen voor de mens van vandaag, zoals het evenmin te begrijpen was voor de mens van gisteren. Destijds, in je zelfgeborgenheid schreef je zonder argwaan, schreef je omdat je hand stond naar het schrijven. Vandaag met dat fameuze blog van jou, zijn er die je lezen, maar je schrijft vanuit je wereld naar je eigen wereld. Je schrijft als vastgeketend op de contouren van een cirkel, langs je lezers heen, je raakt hun klederen, maar je dringt niet binnen langs de poriën van hun geest en evenmin van hun hart.

     

    Zou hij dit zeggen tegen mij indien hij er nog was, en die andere broer, Georges, die zwijgt, wat zou die kunnen zeggen: ‘Man stop ermee maak dat ik in jou nog mijn broer herken?

     

                                                                       Karel

     

     

    24-01-2012, 00:38 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    23-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beckett over het Italiaans van Dante

     

    Mag ik vandaag nog even terugkomen én op Dante én op Samuel Beckett, de man van dat prachtige ‘Neither’-gedicht, van een paar dagen terug, om over te nemen wat hij in zijn Disjecta[1] schrijft over het Italiaans van Dante:

     

    “Dante schreef in een volkstaal die door een denkbeeldige Italiaan, die alles wat goed was aan dialecten van zijn land in zich had opgenomen, gesproken had kunnen worden, maar die feitelijk zeer zeker niet gesproken werd of ooit gesproken was”.

     

    En verder waar hij de vergelijking trekt tussen de taal van Dante en deze van James Joyce:

     

    “Dante schreef wat in zijn eigen stad op straat werd gesproken terwijl geen sterveling op aarde of in de hemel ooit de taal van ‘Work in Progress’ (Finnigans Wake) sprak. We zullen moeten erkennen, dat een internationale verschijning in staat zou kunnen zijn haar te spreken, net zoals in 1300 een interregionale verschijning – en niemand anders - de taal van de Divina Commedia had kunnen spreken.

    We zijn geneigd te vergeten dat Dantes literaire publiek Latijns was, dat de vorm van zijn gedicht beoordeeld zou worden door Latijnse ogen en oren, door een Latijnse esthetica die vernieuwing niet duldde en die wel ontstemd moest raken toen de zoetgevooisde elegantie van ‘Ultima regna canam, fluido contermina mundo,’ (ik zal van volmaakte landen zingen die grenzen aan deze vluchtige wereld) werd vervangen door de barbaarse directheid van ‘ Nel mezzo del cammin di nostra vita’. Net zoals Engelse ogen en oren de voorkeur geven aan ‘Smoking his favourite pipe in the sacred presence of ladies’, boven ‘ Raucking his favourite turkvu in the smukking precincts of lydias’.”

     

    Je moet natuurlijk Beckett zijn, om sprekend over de kracht van de taal, het Italiaans van Dante te gaan vergelijken met het Engels(!) van Joyce. Echter, als ik het aantal taal-voetnoten zie bij mijn Italiaanse tekst van de Divina Commedia dan is het me duidelijk dat het Italiaans van Dante problemen stellen moet aan de doorsnee Italiaan van vandaag. Zelfs al beweert Jacqueline Risset[2] dat ‘un Italien contemporain peut encore, sans difficulté excessive, lire la langue médiévale de la Comédie’.

    Wij ook zijn nog in staat ons middeleeuws Nederlands te lezen maar of we het begrijpen zoals het hoort begrepen te worden is een andere zaak.



    [1] Samuel Beckett: Disjecta, Beschouwelijk Werk, 1999, Historische Uitgeverij, Groningen. Nederlndse vertaling uit het Engels: Vertalerscollectief & Ronald Kuil, pag. 63.
    [2] Jacqueline Risset: ‘Dante écrivain ou l’intelletto d’amore’, Ed.Le Seuil ,1982.

     

     

    23-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spätstil

     

     

    Niets is moeilijker voor mij dan een andere te zijn, een soort Ugo d’Oorde – eigenlijk, waar haalde ik die naam? – die in mijn Blog een boek aan het schrijven is: ‘De Adem van de Dagen’.

    “Het is eigenlijk de adem van de geest in mijn dagen, maar ik verander die titel nog”, heeft hij me eens gezegd.

    Maar tot hier toe werd er niets gewijzigd, hij denkt eraan, maar ondertussen behoudt hij hem, zo is hij nu eenmaal.

    Hij zit naast mij en hij zit niet naast mij. Hij beantwoordt aan wat ik deze morgen las bij Stefan Hertmans over Catherine Pozzi[1], die acht jaar lang de maîtresse was van Paul Valéry:

    ‘Ze wil de studie van Latijn, kwantumfysica, biologie, filosofie en wat dies meer zij, zo met elkaar in verbinding brengen dat daaruit een beeld van de ‘materialiteit’ van de menselijke ziel tevoorschijn komt.’

    Ugo heeft alleen niet het Latijn met haar gemeen, hij heeft het Spaans van Borges, maar hij ook wil filosofie bedrijven en hij ook zweert bij de kwantummechanica en hij ook aanziet de idee ‘een theologie te construeren die vertrekt vanuit de moderne fysica[2] als een bestemming’, maar dan niet zijn bestemming.

    Hij beweert zelfs dat ‘de moderne fysica de nieuwe Bijbel is die geschreven wordt’. Hij heeft ook een eigenzinnig beeld over de schepping. Hij waagt het zelfs te zeggen dat er nimmer een schepping is geweest, dat er ‘slechts’ een overgang is geweest van een potentieel, naar een reëel Universum – hij schrijft ook Universum met hoofdletter - en dat dit Universum in potentie, er altijd is geweest.

    Ik vraag hem dan of dit belangrijk is om weten, en hij antwoordt me: “De mens is er om alles te weten, zelfs wat hij nimmer kan te weten komen zoekt hij te weten, het-zoeken-naar is een begin van de religie waar Catherine Pozzi haar bestemming in zag.

    C’est un drôle de bonhomme, mon Ugo.

    Soms dringt hij aan om mijn plaats in te nemen in mijn blogs, de laatste tijd echter is hij heel rustig, wat zijn schrijven betreft, het is alsof hij zijn winterslaap doet. En hem op dat punt wakker maken doe ik niet.

     

    Een andere zaak die mij bezig houdt is het feit dat deze van 1927 omheen mij, sterven als vliegen, dit is cru gezegd, maar het is zo, zelfs deze van 28, 29 en 30 vallen er bij.

    Ik sprak er eens over met Ugo. “Man”, antwoordde hij, “wat denk je wel, dat je zult schrijven tot je negentigste?”

     

    Ik dacht er op een avond over na en wel, ik zou die zekerheid wel durven in bouwen. Maar dan, eens dat punt bereikt, zal ik dan niet gaan dromen mijn punt te mogen verschuiven, nog verder de tijd, ce grand sculpteur van Yourcenar, binnen?

    Als ik, zoals vorige donderdag, aan de Leie zit, vrienden omheen mij, velen van mijn ouderdom, kijk ik over het water met de trouwe meerkoeten en de wijde open grasvlakte met grote waterplassen en ver afgedreven meeuwen, is het dan niet zo dat we ons allen onsterfelijk voelen op die ogenblikken, en waarom zou dit niet, wat belet ons dit gevoel te hebben, te koesteren en zoals ik nu, te voeden?

    Stefan Hertmans, ik ook lijd aan Spätstil.



    [1] Stefan Hertmans,’Het Putje van Milete’, pag. 296

    [2] Id. pag. 302

    22-01-2012, 00:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samuel Beckett: Neither

     

     

    Neither

     

    to and fro in shadow from inner to

    outer shadow

     

    from impenetrable self to imprene-

    trable unself by way of neither

    as between two lit refuges whose

    doors once neared gently close, once

    turned

    away from gently part again

    beckoned back and forth and turned

    away

     

    heedless of the way, intent on

    the one

    gleam or the other

     

    unheard footfalls only sounds

     

    till at last held for good, absent for

    good from self and other

     

    then no sound

     

    then gently light unfading on that

    unheeded neither

     

    unspeakable home

     

     

     

    Het gedicht Neither van Samuel Beckett, werd door mij geknipt uit de Standaard der Letteren van 13 april 2001 en gekleefd in mijn dagboek. Ik heb het nu teruggevonden, samen met de vertaling van Stefan Hertmans die ik echter niet zal overnemen.

     

    Die vertaling kun je vinden in dat warm en soepel in de hand liggend, schitterend geconcipieerd en geschreven boek van Hertmans, ‘Het putje van Milete’. Een bundel essays uitgegeven door  Meulenhoff, Amsterdam, 2002, waaronder een essay over dat wondere gedicht van Samuel Beckett.

    Het essay van Hertmans over het ontstaan van het gedicht van Beckett, de moeilijkheid bij het vertalen – hoe vertalen we neither en dan liefst in één woord? – en hoe hij Beckett’s woorden en de opgeroepen beelden interpreteert, is gewoon  een poëma op zijn eigen. Voor mij is het een boek dat ik enorm waardeer, des te meer er ook een essay in voorkomt over Maurice Gilliams – die ook mijn leven, Stefan, ‘vergiftigde’ – over de ‘gentians’ van D.H.Lawrence en over Jorge Luis Borges, die me ook veroverde met zijn ‘Nueve Ensayos dantescos’. Schrijvers die ik zo maar voor het grijpen had bij een eerste kennismaking.

     

    Mijn dank is groot, Stefan Hertmans, ik zal je boek koesteren.

     

    *

     

    Het kostte me heel wat tijd en je weet hoe een gedicht blijft bewegen in je geest, vooral als je het herlezen gaat, om mijn versie van Beckett’s gedicht te schrijven.

    Ik moet hierbij bekennen dat ik het gedicht lange tijd gezien heb als een abstract schilderij in woorden, met oninterpreteerbare vormen en kleuren. En het is gedragen door deze idee dat mijn ‘neither’-gedicht is ontstaan.

    Evenwel kan ik me permitteren, Hertmans niet, een andere titel te verkiezen:

     

    Noch               

                              

    We zullen wel nooit

    een neither-gedicht schrijven

    zoals Beckett het onverwoorde

    te verwoorden wist, niet te begrijpen

    omwille van zo alles zeggend

    in niets-betekenende zinnen

    alsof het Universum erin verscholen

    en toch ook niet weergalmend

    de dood

     

    een abstract in woorden schilderij

    waar  kleur en vormen weggelaten

    om even maar wie we waren

     

    We zullen wel nooit een neither-gedicht

    schrijven, al wilden we om het ontzaglijke

    van dit leven dat ons omkneld hier houdt

    en toch bewegen

    laat in een eigen eigenzinnigheid,

    zo denken we

     

    geen neither-gedicht om op te vallen

    om er naar uit te kijken,

    om er slapen mee te gaan,

    onverlet, onverlaten, on-overeenstemmend

    en toch zoekend

    naar de zin van sterren en galaxieën,

    beangstigend oneindig alles is,

     

    en wij, innerlijk enorm nochtans

    omdat we alles beluisteren, bekijken kunnen,

    opentrekken, verzegelen en dichter brengen

    tot ons binnen, en begrijpen, niet

    te begrijpen kunnen, al wilden we.

     

    'dan

    o zo teder, zo losjes

    het licht wegdeemsterend

    dat achteloos evenmin

     

    niet uit te spreken

    thuis'

               

    Maar een neither-gedicht zullen we wel

    nooit schrijven, al wilden we

    opstijgen kunnen om ons te verliezen

    een nimmer te vergeten ogenblik.

     

     

    21-01-2012, 04:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Les cafés de l'Europe

     

    En toch getrouw, mijn Blog!

     

    Mijn hoofd steekt vol met stukjes tekst die geschreven staan en deze die nog ongeschreven ronddolen in mijn hoofd. Mijn probleem is exact te weten welke ik al schreef en welke hangen bleven als gedachten. Na twee jaar wordt het stilaan een warboel, gezien er geen lijn ligt in de verhalen die ik opdis, alles vloeit voort uit een woord, een zin, en krijgt telkens en telkens een nieuw onderwerp. Zo was het gisteren, zo zal het morgen zijn tot ik stilvallen zal, droog geschreven en gedacht, een mallemolen, mijn arm hoofd.

    Ik heb evenmin een vast stramien voor mijn schrijven, soms gebeurt het vroeg in de morgen, soms laat in de nacht; de dag is er voor andere zaken die soms veelvuldig zijn en altijd tijdrovend.

     

    Nu, heb ik al gezegd dat ik dan toch een nieuw dagboek – a page-a-day diary – heb besteld bij de Economist en dat ik dag aan dag erin aan het schrijven ben. Dit is ook iets waar ik aan verslaafd ben, elke dag één bladzijde vol pennen met mijn soms ‘akelig’ geschrift.

    Het is een blijvende investering, een fysische, het blad vullen en een psychische, weten wat te schrijven. Al is het dagboek zelve niet goedkoop en wordt het fiscaal niet gezien als een uitgave.

    Ik herinner me wat Herman Brusselmans eens vertelde over zijn pen in ‘de Morgen’, hij schreef toen op glanzend wit papier:

     

    ‘vooreerst noteren in mijn schitterend handschrift, en daartoe maak ik gebruik, doch dit heb ik al ooit eens gezegd, hoewel niemand, me dunkt, er van wakker zal liggen als ik het nog eens zeg – waar zat ik? Dat ik dus mijn immer opzienbare teksten aan het glanzende etc. papier toevertrouw middels de Rolls Royce onder het schrijfgerei, een Parkervulpen van meer dan 16.000 ballen’,

     

    Indien ik de prijs van mijn dagboek zou bekendmaken, uitgedrukt in ballen, dan zou ik plagiaat plegen op hem, wat ik zeker niet wil of niet wens. Heb al eens een Blog geschreven over hem, ga er nu niet terug aan beginnen, al heb ik ook lang rondgelopen in zijn stad en plaatsen bezocht, waar hij voorzeker ook rond hing en waar ik ooit Hugo Claus ontmoette, die toen vertelde over Brueghel dat hij geen dommerik was, dat Brueghel wist dat Icaros wel gevallen was, maar dat Dedalus toch verder gevlogen was. Wat hij niet gezien had was het feit dat de dat de personages die op het schilderij voorkomen, er aan te pas kwamen om te wijzen op de vier natuurelementen, vuur, lucht, water en aarde, alsof hij, Bruegel, zeggen wilde, dat wat er ook moge gebeuren de wereld verder draait, zoals de grote Ovidius het wist.

    Maar dit zijn dingen die ik zeker al verteld heb, is het hier geen herhaling, ik heb het toen zeker verteld in dat bewuste café waar elke Gentenaar die zich respecteerde binnenliep. Het was één van die cafés, waarvan George Steiner, in een essay ‘Une certaine Idée de l’Europe’ gezegd heeft ‘que les cafés caractérisent l’Europe’. En mag ik, van zijn cafés, literaire cafés maken?

     

    20-01-2012, 00:48 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stenen

     

     

     

    Las mijn laatste mail over Dantes Limbo in canto IV - ondertussen als Voorgeborchte geschrapt door de Kerk – is er iemand ter plaatse geweest, die aartsbisschop misschien die een opera heeft geschreven over de Divina Commedia? – en daarna, eens in bed, even Ouspensky nog en terug opgestaan omdat ik wist wat ik schrijven zou om als Blog ‘mijn’ wereld in te zenden. Iets van Ouspensky dat volledig strookte met wat ik een paar dagen eerder had verzonden, dat elke substantie naast zijn fysische eigenschappen – kosmische zegt Ouspensky – ook psychische eigenschappen bezit, zijnde een zekere graad van intelligentie, of wat ik noemde, le dedans des choses.

     

    Ik geloof dat de stenen die ik raapte op mijn tochten in de bergen, in zich leven dragen, dat ze een uitstraling hebben. En ik herhaal me als ik zeg dat het gezellen zijn geworden, kleine tekens van het zijnde. Ik weet niet wat ermee zal gebeuren als ik er niet meer zal zijn, maar ik hoop, en die hoop is groot, dat ze geëerd zullen worden zoals ik het doe. Sommige ervan zijn als kleine beeldhouwwerken, zijn meer dan kunstwerken omdat ze gebeiteld werden door de wind, het water en de eeuwen, en omdat de vorm die ze aldus verwierven, kosmische vormen zijn.
     

    Ooit raapte ik op het strand van bij ons,  een stuk kei op, duidelijk de kop van een vis waar een oog werd ingekrast en een lijn voor de mond. Een silexsteen door  de hand van een voorouder bewerkt, eeuwen geleden, kosmisch geïnspireerd en inventief nagebootst, en waaraan ik nu, geïnspireerd door Ouspensky, op zijn beurt geïnspireerd door Gurdjiev, woorden wijdt die worden uitgedragen, de wereld rond, misschien gelezen als zijnde te ver gezocht, als zijnde van een dromer, iemand met het hoofd in de wolken. Maar ik herhaal, voor mij heeft die silex, hebben die stenen, de waarde van een groot gedicht opgerezen uit het oneindige van de geest.

     

    Het zijn stenen die ik zou willen plaatsen in een glazen kast onder speciale belichting, als bewijsmateriaal van wat kosmische kunst is, grootlevend en onvergankelijk. Ik zou die kast plaatsen naast mijn boeken. De werken uit de kosmos naast de immense kracht van het geschrevene dat van de mens in wording is.

    19-01-2012, 00:33 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    18-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Neerdaling ter Helle

     

     

    Ik had enkele opzoekingen te doen over Dante en viel op een passage in de Divina Commedia over – wat me toch verraste - de neerdaling van Christus ter helle en het is de gids van Dante, Vergilius die het aan Dante verteld als antwoord op de vraag of er ooit iemand door zijn eigen verdienste of door de verdienste van iemand anders, de Hel heeft kunnen verlaten om daarna een gelukzalige te worden?

    Waarop Vergilius hem antwoordt

                             

    “Toen ik hier nog maar pas was aangekomen[1], heb ik hier een machtig iemand zien binnenkomen, gekroond en met het teken van de overwinning” [2].

     

    Dan heeft hij, de gekroonde, met zich meegenomen: de schaduw van de eerste vader, van zijn zoon Abel, en deze van Noah, van Mozes, van Abraham de patriarch, van koning David, van Israël met zijn vader en zijn kinderen en van Rachel voor wie hij zo lang dienen moest. En vele anderen en allen maakte hij gelukzalig.

    Maar ik wil dat je weet dat er vóór hen geen menselijke zielen werden gered.

     

    André Pézard in zijn ‘Dante, Oeuvres complètes’, vertaalt ‘ gekroond en met het teken van de overwinning’, door ’portant couronne et pennon de victoire’ en voegt er aan toe : dat deze twee details, ‘couronne et enseigne’, kroon en vaandel, te zien zijn op een fresco van Giotto, in de arena van Padua, waar Christus, vergezeld van Maria Magdalena, neerdaalt in het Voorgeborchte van de Hel, houdende in de hand een vaandel met een kruis en met de woorden ‘victor mortis’.

     

    Heeft dit iets te maken met wat Dan Brown vertelde over Maria Magdalena die naast Christus zat op Da Vinci’s Laatste Avondmaal?

     



    [1] Vergilius overleed in 19 voor Chr.

     [2] Io era nuovo in questo stato / quando ci vidi venire un possente /  con segno di vittoria coronato ( Inferno, canto IV: 52-54).

     

     

    18-01-2012, 00:10 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Atoom

     

     

    Het is de Blog van José Saramago, achteraf gebundeld in zijn Cuaderno, die me inspireerde om ook een Blog aan te maken. Hij ook was begaan met wat er is of wat er gebeurt achter het zichtbare, binnenin het onzichtbare. Atomen en subatomaire deeltjes, zegde hij, zijn immers de uiterlijke vorm van wat onzichtbaar erin aanwezig is[1].

     

    Als ik mijn Blog van gisteren begon met de drie eerste woorden van de Bijbel dan is het omdat ik uiteindelijk komen wou tot de vraag naar ‘ lo que es escondido’ van Saramago, naar wat er binnenin het atoom gebeurt, niet zo zeer om te weten wat er is. Want mijn besef dat er binnenin het atoom, binnenin de quark, binnenin het minimaalste deeltje, Iets moet zijn dat leeft, is me voldoende.

    En ik ontken niet dat het leven erin, de energie erin, dat het dit is dat me bezig houdt, het element of de factor die we God zouden kunnen noemen, maar dan een God die geen nood heeft aan enige ceremonie of gebed. Hij heeft er geen behoefte aan, Hij vraagt er niet naar. Hij is wat is!

     

    Saramago wist dit op zijn manier, maar hij was wijzer dan ik, hij vond het voldoende te zeggen dat er iets is binnenin het atoom, omdat hij – en ik niet - God uit de weg wou gaan. Omdat hij atheïst was, zo zegde hij toch, en hij hield het bij ‘iets dat onzichtbaar is’.

     

    Echter als het Onzichtbare er IS, dan is het er, en dan wil ik een poging doen het te noemen.

     

    Zo, ik blijf me situeren in het domein van het Onzichtbare, het domein van ‘le dedans des choses’ waaruit alles is ontstaan en alles blijft ontstaan. En doordringen tot wat onzichtbaar is, is een blijvende noodzaak voor de wetenschap en voor de mens.

     

    Ik heb het voorbeeld van Richard P. Feynman die schreef[2]

     

    To find out more about what holds the nuclei together, many experiments were made in which protons with higher and higher energies were smashed into nuclei. It was expected that only protons and neutrons would come out. But when the energies were sufficiently large, new particles came out… It soon became clear that the number of particles in the world was open-ended, and depended on the amount of energy to break apart the nucleus. There are over four hundred such particles at present. We can’t accept four hundred particles; that’s too complicated!

     

    Echter dit is wat het zichtbare element betreft, wat belangrijker is, is te weten wat er aanwezig is aan kennis binnenin die vier honderd verschillende soorten deeltjes.

    Pas daar begint mijn probleem.



    [1] No estoy hablando de àtomos o subpartículas que, como tal, son siempre aparencia de algo que se esconde.

    [2] Richard P. Feynman: QED, The strange Theory of Light and Matter, Penguin, 1985. Pag.132.

    17-01-2012, 06:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bereshit bara elohim


     

    Het zal moeilijk lezen zijn misschien, even moeilijk als wat ik lees bij Stefan Hertmans die zich echter vergist wat het Arcadië van Dante betreft, zoals ik me kan vergissen wat mijn woorden betreft. Maar.

     

    Het gebeurde lang geleden, echter zeker is het, dat een schrijver-filosoof in onuitwisbare inkt in het Hebreeuws neerschreef: bereshit bara elohim[1]. Waarmee hij op een duidelijke wijze stelde dat het Elohim was die alles geschapen heeft.

    Het verhaal van ‘Bereshit bara elohim’ werd in duizend andere talen omgezet en omschreven als ‘in den beginne schiep God’. Wat God schiep werd het Universum, het zichtbare, Hijzelf was en bleef onzichtbaar in het zichtbare.

     

    Een andere schrijver-filosoof, ging heel wat verder en hij schreef: ‘in den beginne was het Woord’. Hieruit ontstond al wat is en zijn zal, ook de mens.

    En de mens zou de mens niet zijn ware het niet dat hij op zoek ging naar wat uit het Woord kon zijn ontstaan. En de mens kwam tot het besluit, dat het Universum was ontstaan uit de meest minimale deeltjes en wat meer is dat deze deeltjes, hoe klein en onzichtbaar ook, ‘wisten’ wat ze te doen hadden, opdat een Universum zou ontstaan dat de mens zou voortbrengen.

     

    De vraag of deze minimale deeltjes er waren in den beginne of er niet waren blijft nog steeds onbeantwoord.

    Waren ze aanwezig in den beginne, dan waren ze er, ofwel samen met het Woord, ofwel waren ze de materiële vorm van het Woord.

     

    Waren ze er samen met het Woord dan was er én het Woord én de deeltjes als Universum in potentie.

    Waren ze de materiële vorm van het Woord dan was er in deze materiële vorm een Universum in potentie aanwezig. Een Universum dat het Woord was. En dit Universum dat het Woord was is gebleven, of Universum = het Woord.

     

    Hierover kan een gedicht geschreven worden dat echter geen schijn van kans zou krijgen afgedrukt te worden in de Standaard[2] als één van de vijf beste gedichten van het voorbije jaar.

     

    En waarom ook zou het een kans moeten krijgen, het zijn maar wat gissingen die ik schreef en zullen gissingen blijven. En zelfs ware het de Waarheid die ik, niet vandaag maar vorig jaar al, en vele jaren er voor al vertelde, telkens en telkens, herkauwd en opnieuw opgediend.

     

    Al ligt er nu niemand wakker van wat er in den beginne was, toch dit:

     

    Genesis

     

    In den beginne was het Woord,

    maar het Woord zelf, kende geen begin

    zodat het ook geen einde kennen zal.

     

    Een substantie was het,

    een subatomair gewemel

    inhoudelijk geladen

    met een Universum in potentie

    vóór het Universum was.

                                                      

    Niet te tellen vormen

    zijn hieruit tot stand gekomen,

    in elkaar geschoven en vergroeid.

    En alle vormen die ontstonden

    zijn delen van het Woord,

    en alle delen, in hun totale totaliteit,                                       

    zijn dragers van wat was  

    en dragers van wat komen zal,                                      

     

    Dit was in den beginne

    dat begin gebleven is, want niets is af

    en niets is dat niet bewegend is

    naar buiten als naar binnen

    in een mateloze complexiteit.

     

    En het Woord had een zichtbare vorm

    en een vorm die onzichtbaar was,

    maar niemand was er om te getuigen

    van wat zichtbaar was, en niemand

    om te noemen wat onzichtbaar was.

    Schrijf ik een vervolg hierop om ooit uit te komen in een lang Genesis-gedicht?

    Wie weet?



    [1] De drie eerste Hebreeuwse woorden van de Bijbel

    [2]  De Standaard van 13 januari 2012

    16-01-2012, 00:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stefan Hertmans en andere schrijvers

     

     

    ‘Iedere zichzelf respecterende schrijver schrijft om van zijn leven sporen na te laten, om zijn naam te bestendigen, in schijn en in wezen, kortom om de dood te tarten. En iedere schrijver die deze drijfveer ontkent of ridiculiseert jokt.’[1]

     

    Ik kan er me in terugvinden, het is wellicht de reden waarom ik ben beginnen te schrijven,  iets na te laten na mijn dood. Het bewijs achter te laten dat ik geleefd heb en vooral hoe ik geleefd heb. Of wie ik was en hoe ik nadacht over het zichtbare en het onzichtbare van de dingen, vooral over deze laatste kant, zijnde mijn neiging naar het metafysische, naar het transcendente.

    En ik lees hierover bij Stefan Hertmans in zijn essay ‘Locus amoenus’[2], waarin hij Plato citeert als zou de literatuur, het schrijven, een dubbelzinnig geschenk van de goden zijn, zowel geschenk als vergif. Zo vond Socrates, schrijft Stefan Hertmans, en hij zal het zeker weten, dat schrijvers hun geheugen minder oefenen, daardoor lui worden en dat het geschrevene ‘de bezieling mist van de levende spreker en het moment’.

     

    Ik denk echter dat we Socrates wel kunnen tegenspreken, het geschrevene komt er pas na rijp beraad, is de bezieling er niet, het is toch overdacht en kan herroepen worden en uitgeklaard en ook het moment van de eerste versie is er altijd.

    Ik ga hiermee Hertmans verlaten, na gezegd te hebben dat zijn werk een heerlijk stuk hoogstaande literatuur is. Waar, als ik me goed herinner, destijds in de Standaard der Letteren niet over geschreven werd zoals het boek het verdiende. Ik heb er heel wat bij geleerd en heb het met inzet gelezen, want die is er nodig. Het is een boek om te koesteren.

     

    Maar ik wou nog iets in meer zeggen, twee zaken nog:

    Een eerste is dat ik soms teruggrijp naar de teksten die ik in 2010, dag aan dag, geschreven heb en op het einde van het jaar gebundeld heb in tien exemplaren die ik heb uitgedeeld. Weinig talrijk dus zijn zij die een bundel ontvingen. Ik permitteer me dus van tijd tot tijd een tekst terug te halen, te herzien en aan te passen en het helpt me vooral om geen dag over te slaan wat mijn blogs betreft.

     

    En een tweede zaak heeft er betrekking op. Hoe zou je reageren indien ik van vandaag op morgen stop met mijn blogs?

    Wel ik volgde dagelijks een blog die kort en goed was, niet zo gewild literair als die van mij. Maar een blog dat levendig was, en steeds voorzien van foto of tekening. Wel dit blog viel stil en, na veertien dagen mis ik het nog steeds en hoop ik dat het terug eens zal opduiken.

    Iemands blog regelmatig lezen schept een band die heel bijzonder is en ik begrijp heel goed dat er gevoelens bij te pas komen die evenmin te bepalen zijn.

     

    Zou je mijn blog ook nog missen na veertien dagen?

     

     



    [1] Aangehaald door Vicky Vanhoutte in haar recensie over L.H.Wiener en zijn boek ‘Shangai Massage’ Contact, 368 blz. in de SdL van 13.01.2012.

    [2] Stefan Hertmans, ‘De Mobilisatie van Arcadia’, De Bezige Bij, Amsterdam, 2011.

    15-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    14-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A fairy tale

     

    A fairy tale

     

    Just before I awoke, I had a silly but lovely dream. I was sitting in her car and we were driving through a dark wood on a one way road, a wood as dark and as wild as the one of Dante.

    I felt that something was growing between us, growing and growing, a feeling that couldn’t be taken away any more. My arm was on her shoulder and when she suddenly stopped, we kissed. I felt her lips on mine, wet and o so soft. There was a white cottage next to the road, with a door wide open, and a man sat on the roof with a broom in his hand, smiling and people were passing by and were looking at us. But we didn’t mind it.

    The next moment, I remember, I was over her in her sea of softness and a feeling of great happiness came over me. She said something but I didn’t understand, if she asked me not to move or that it never should come to an end. It was as I see it now, surprisingly unforgettable.

     

    The next day he met her in a coffee shop.

    “I dreamt of you yesterday morning before awaking”, she said.

    “Yes”, he said, “I think I know”.

    “We were driving in a car, in a dark wood, your hand was on my shoulder and suddenly we kissed and you were over me”.

    “Yes” he said “I do know”

    “O”, she said.

    “Yes, I dreamt the dream you dreamt, we are one and the same person, I was you and you were me”.

    “I know”, it has always been like that” she said. “We can’t be separated anymore, nothing can stand between us”.

    “Indeed nothing”, he said.

    “It’s a fairy tale” she said.

    “No, but it only happens once in a lifetime, it wasn’t a fairy tale. I’ll have or look it up in one of Carl Jung’s books”.

    “Do it” she said; “But I am happy now and Jung can’t give me more happiness then I already have.

    “You never know” he said, “maybe it has a special meaning something Jung didn’t think of”.

    “Never mind” she said, “I am very happy now. I’ll lock it up”.

    “Do it” he said, “do it, lock it up for the rest of your days with a double turn of the key”.

     

    The sound of his voice was changing when he felt that her happiness was flowing into him.

    “What are you going to do about it” she said.

    “I don’t know yet”, he said, “maybe I am going to tell it to the world”.

    “The world doesn’t mind” she said, “tell it to your God”.

    “He knows it, it is written in His Book” he said, “it stands written in His Book since the beginning of the Universe.”

    “O”, she said, “That long.”

    “Yes” he said, “and it cannot be erased.

    “No” she said “Never”.

     

    “Shall we have another cup of tea?” he asked.

    “No” she said, “a kiss.”

     

     

    14-01-2012, 00:31 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vier uur in de morgen

     

     

    Recht op veel slaap heb je niet als je een Blog te onderhouden hebt. Je wordt voortdurend op de hielen gezeten door woorden en zinnen en verhalen. Vandaag zou ik iets kunnen zeggen over het débâcle waar de Euro op afstevent; over de recensie van Luuk Gruwez over de dichtbundel van Paul Demets, ‘Bloedplek’, niet over de bundel zelf maar wat Gruwez er over te zeggen heeft; over de essaybundel van Stefan Hertmans, die ik bij gebrek aan leesbehoefte op zij heb gelegd, en last but not least over de gedichten die ik enkele jaren terug heb geschreven en nimmer het daglicht zagen.

     

    Ik schrijf dit heel vroeg in de morgen en ik weet dat ik pas vanavond of vannacht mijn bed zal terug zien. Ik denk dan aan Amélie Nothomb die eens zegde/schreef dat ze elke morgen om vier uur opstaat om te schrijven, en ik weet dat dit het goede moment is, vooral als men werkt aan een roman. Het is inderdaad een grote geruststelling het dagelijkse van de dag in te gaan met het gevoel dat wat gebeuren moest al gebeurd is of, wat mij betreft dat de tekst van mijn Blog al klaar ligt om laat op de avond na een laatste herziening te worden ingelogd.

    Dit is wel niet altijd het geval maar vier uur in de morgen is het uur van de stilte, de woorden komen ongerept, je hebt ze maar te plukken om ’s avonds verbaasd te zijn ze terug te ontmoeten.

    13-01-2012, 00:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Afrikaans Masker

     

    Enkele weken geleden belde op een namiddag, Monique aan, een vriendin van mijn echtgenote. Ze stond daar met een grote doos zonder deksel waarin, naar ik dacht, iets levend zat. Ik vroeg haar of het een konijn was dat ze binnenbracht of een kat, maar ze zegde me even te wachten en ze plaatste de doos voorzichtig op de tafel en haalde er een ding uit, in wit papier ingepakt, ze nam zonder een woord te zeggen het papier er af en er kwam een prachtig, op het eerste zicht angstwekkend Afrikaans masker te voorschijn.

    Ze gaf het niet als een geschenk, zo voelde ik het toch, neen, ze stak het gewoon binnen alsof ze er van af wou zijn, alsof ze het gevoel had een heiligschennis te hebben begaan door het te kopen en ze het nu zo vlug mogelijk kwijt wou.

    De volgende dag, vroeg in de morgen belde ze mijn echtgenote om haar te zeggen dat ze van gans de nacht geen oog had dicht gedaan, dat het masker voortdurend in haar hoofd speelde en dat ze  spijt  had het te hebben binnengebracht bij ons. We moesten het maar doorgeven aan de kinderen als het ons niet beviel.

    En het beviel ons niet. Diezelfde dag vond mijn vrouw dat er een beeld naast het masker stond – we hadden het laten staan waar Monique dacht dat het best zou passen – dat het masker er niet naast hoorde. Ze ging om het  te verplaatsen, haperde in een tapijt en viel. In de spoedafdeling van het ziekenhuis stelde men vast dat er iets gebroken was in haar rechterarm.

    Een paar dagen later viel de helft van de zware spiegeldeur van de vestiaire in de hall, uit haar haar hengsels en kon ik ze nog juist tegenhouden om niet op de grond te vallen. En nog enkele dagen later sprong een vulsel uit mijn hoektand. We hebben dan het masker, dat ondertussen niemand wenste in huis te nemen, terug in de doos gestopt waarin het werd binnengebracht en de doos geplaatst (voorlopig) in een hoek van de ongebruikte kamer boven. Wat eigenlijk evenmin geruststellend is.

    Het is nochtans een prachtig stuk en het heeft niets dreigends over zich, het is een gelaat met spleten als ogen, een hoekige mond en neus en krachtige lijnen die eerst de ogen omkringen en daarna in evenwijdige lijnen het ganse gelaat bedekken.

     

    Er nu over schrijvend denk ik dat we verkeerd handelen, denk ik dat we er beter aandoen het een ereplaats te geven in een of andere kamer en het zeker niet te zien als een vloek maar het te behandelen met respect, als een waardevol kunstwerk, want dat is het, en dat wat er gebeurde een verwittiging was, een verzoek het in huis op te nemen als een gezel, een huisgenoot en het masker te behandelen als dusdanig.

    Het opgeborgen te laten in het duister van een kartonnen doos ergens in een hoek van het huis is zeker niet de oplossing.

    IK ben er nog eens langs gegaan alvorens af te sluiten en ik had de indruk dat er al een begin van glimlach te zien was om de ogen.

     

    12-01-2012, 01:30 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (2)

    11-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (18)

     

     

       Nogmaals, ging hij niet te ver, was hij niet te veel ingesteld op gevoelens die leefden in hem, was hij niet te vernieuwend al het bestaande terzijde schuivend, en te vervangen door het geloof in een alles omvattende Geest, aanwezig in de minimaalste particules, als aanwezig in alle geledingen van het levend Universum; die ons omhult, ons levend houdt, ons gevormd heeft als deel van die Geest tot denkende zelfbewuste wezens.

    Hoe gemakkelijk is het niet alle vragen opzij te zetten, de pauselijke Veritatis Splendor van jaren terug te herlezen en te aanvaarden en te leven en geloven zoals het gevraagd wordt, blindelings vertrouwend in wat de Kerk en de Geschriften ons voorhouden. Geloven om te begrijpen zoals de Heilige Bernardus het wel zal gezegd hebben, en niet zoals Abelard, die wou begrijpen om te kunnen geloven.

       Zijn hoop is dat hij er in slagen zal, zijn jarenlange zoektocht, zijn hunker naar het Andere, of die Sehnsucht nach dem ganz Anderen, zoals Max Horkheimer het zou geformuleerd hebben, gestalte te geven.

     

    Hij dacht, je hebt al die tijd een gesprek gehouden met jezelf en deze gesprekken opgetekend in je dagboeken. Je leefde in boeken. Je legde gegevens naast elkaar en vond openingen naar andere structuren die naar je meende dichter bij de waarheid lagen, al wist je niet wat die waarheid wel was of zijn kon.

     

    Je las over de New Physics en je vond dit een nieuwe Bijbel, ditmaal geschreven in gegevens en niet in woorden die vertaald dienden te worden. Je las over bepaalde gebeurtenissen dat die van de hand Gods waren maar je twijfelde omdat Hij tezelfdertijd bezig was met het tot stand brengen van een nieuw melkwegstelsel in de Orionnevel.

     

    Je las in de brieven van Paulus dat hij na getroffen te zijn door de bliksem, onmiddellijk naar Arabië is gereisd om er drie jaren te verblijven en pas daarna Petrus en Jacobus, de broer van Christus, is gaan opzoeken in Jeruzalem. Je las bij Kamal Salibi over Kyriat Arba en Makfella, dat deze dorpen, waar Sarah en Abraham begraven werden, in Saudi Arabië gesitueerd waren.

    Je vond dat Stonehenge heel wat gemeen had met onze eerste gotische kathedralen. Je las Boris Pasternak en Freeman Dyson, Fritjof Capra, Richard Feynman en George Steiner en vele, vele anderen.

    En alles wat je las of dacht bleef, zoals deeg in de trog, gistend in je hoofd, soms opgetekend in je dagboeken - er staan er meer dan dertig in het rek tegen de muur van de woonkamer – of bleven niet meer dan gedachten, en je weet wat Pessoa zegt over zaken in gedachten geschreven.

    Je las Borges en wat hij dacht over toeval en je las T.S.Eliot en je dacht dat hij de grootste onder de moderne dichters was.

    En wat van de boeken was, van de gebeurtenissen in je leven was, werd door de dwingende krachten van de geest in jou, overgebracht naar je hand en je vingers en over het papier als je schreef.

     

    De man en zijn dagboek, de man en zijn dans van woorden, alsof hij ademde in woorden en woorden in osmose over zijn witte bladen werden uitgestrooid en dit, zijn leven was, de adem van zijn dagen.

     

    11-01-2012, 00:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sparagmos

     

     

    De drang tot schrijven is altijd in mij aanwezig geweest. IK ben nooit geweest, hoe ver ik ook terugga, dat die drang er niet was. Dus, als ik mijn blog opgeef kom ik niet in een donker gat, noch in een ‘doka’[1] terecht, alleen zal de dwingende kracht die mijn blog me oplegt verdwijnen en zal ik zoals voorheen gaan schrijven als het me past, wat geen goede methode is, verre van.

    Ik stel wel vast dat het boek dat ik tussendoor tracht te schrijven minder aandacht krijgt, dat ik meer wakker lig van mijn Blog dan van mijn boek, wat een rem betekent voor het vorderen van mijn boek.

    De twee komen voort van een ik-persoon en een hij-persoon, en Luuk Gruwez in zijn laatste recensie[2] wijst, onrechtstreeks weliswaar, op het gevaar waaraan iemand zoals ik is blootgesteld, namelijk de fase waarin de held ervaart hoe zijn persoonlijkheid desintegreert wat, leert me Gruwez, in de Griekse tragedie ‘sparagmos’ heet.

    Nu sparagmos of niet, ik denk dat mijn persoonlijkheid niet geleden heeft onder die ‘ik’- en die ‘hij’-persoon. Ik weet alleen dat deze laatste vorm me beter past dan te beginnen met mezelf uit de doeken te doen – ik weet nu ook dat mijn dochter Ann niet graag de hij-vorm leest – trouwens als ik over mij schrijf kan ik niet zeggen dat ik, zoals Dante, uit een donker bos – una selva selvaggia e aspra e forte - te voorschijn kom. En ik heb evenmin een Luikse bollenkast waarin ik, geborgen in een geheime schuif het boek vond van Fabre d’Olivet, het boek waar ik nog iets zal over zeggen in mijn komende ‘Adem van de Dagen, en dan nog iets heel belangrijks.

    Alle teksten ontstaan onvermijdelijk uit en worden gedragen door mijn gemoedstoestand die bepalend is en voor wat ik schrijf en wie het schrijft, ik of die andere in mij, die ik ook ben en ook de andere is.

    Begrijpe die me begrijpen kan.

     



    [1] Als je niet zou weten wat een doka is, Paul Demets leerde het me, het is de afkorting voor donkere kamer waar alcoholisten of drugverslaafden worden opgesloten voor een tijdje. Vroeger had het iets te maken met fotografie.

    [2] Luuk Gruwez in de SdL van 6 januari over de Paul Demets’ dichtbundel ‘De Bloedvlek, Uitg. De Bezige Bij.

    10-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    09-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante: il piè fermo




    Het gebeurt dat ik op ogenblikken van stilte, denken ga in kleuren en vormen. Niet dat ik tekenaar of schilder ben - al doe ik het wel graag - maar ik tracht dan toch er een Spielerei van te maken.

    Als ik dan verneem dat mijn blogs soms moeilijk te begrijpen zijn, waar ik het mee eens ben – soms staan de zinnen geschreven zonder dat ik het besef – dan wil ik wel een ademruimte inlassen én voor mij én voor mijn lezers, en hen verrassen met een lichter aspect van mij.

    Mijn bedoeling was hier een tekening aan toe te voegen maar de Blog-Computer neemt mijn tekening niet aan wat ik jammer vind.

     

    Dan maar ter aanvulling het volgende. Namelijk wat het betekent als ik schrijf dat soms zinnen geschreven staan zonder dat ik het besef. Eigenaardig zal je zeggen.

    Bijvoorbeeld gisteren liet ik me gaan om een versregel uit Dantes begincanto van zijn Inferno in te lassen. Een regel die me heel wat moeilijkheden gaf, niet zo zeer omwille van de vertaling van: ‘si che il pié fermo sempre era il più basso’, dan wel om de juiste betekenis ervan.

     

    Dante komt uit het donkere woud en ziet het licht boven de heuvelkam. Hij begint te stijgen, en hier komt de zin: zo dat zijn stevige/steunende voet altijd de laagste is.

     

    Als men stijgt is het duidelijk dat de steunende voet steeds de laagste is. Maar in dit geval betreft het afwisselend de linkervoet en dan de rechter. Dit is echter vanzelfsprekend en ik geloof nooit dat Dante zo kleingeestig zou geweest om te schrijven wat iedereen weet.

    Wat hij volgens mij wel heeft willen zeggen is, dat hij de klim begonnen is met een voet vooruit en er telkens de andere heeft naast geplaatst. Nu welke voet die andere - il pié fermo - was heb ik destijds getracht uit te maken, te lang om uit te leggen, maar Dante is hiervoor te rade gegaan in de geschriften van de heilige Albert de Grote, die in zijn ‘Summa de bono’ een bepaling geeft van il pié fermo, bepaling die in Dantes tijd algemeen moet gekend geweest zijn en zeker door de leden van de Geheime Genootschap – voorloper van de Vrijmetselarij - waarvan Dante lid moet geweest zijn.

    Dante is zijn initiatietocht begonnen met de linkervoet[1] en heeft er telkens zijn rechtervoet, il pié fermo naast geplaatst en is zo de heuvel opgegaan.

     

    Ik ben dus onachtzaam geweest toen ik Dante heb geciteerd in mijn vorige blog en heb hiermee getracht dit enigszins recht te zetten - tenware het nu nog gecompliceerder zou zijn. Wie meer wenst te vernemen over die geheime genootschap van Dante, leze René Guénon, L’ésotérisme de Dante, Gallimard 1957.

     

     

     

     



    [1] Vuillaume: ‘Manuel maçonnique ou Tuileur des divers rites de Maçonnerie’, Editions du Rocher, 2000, reproduction intégrale de l’édition originelle de 1830. Pagina 45 lezen we dat de leerling (le récipendiaire) in de Schotse ritus begint : trois pas en avant, en partant du pied gauche et en assemblant à chaque pas.

    Niet iedereen gaat hiermede akkoord, cfr. www.Dante’sfirmfoot. Waar J Freccero beweert dat het the left foot is, waar ik dus niet akkoord mee ga.

     

    09-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    08-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (17)

     

    Hij kende van in zijn jeugd het geweld van de wind in de bomen, het buigen van de kruin, de takken zwiepend tegen elkaar, een bewegende massa die hij aanvoelde als een symfonie van verwarrende geluiden, maar nog meer als een vortex van het grote leven. Hij herinnerde zich een gebeuren uit zijn jeugd. Op een avond was hij te lang bij een vriend gebleven en in plaats van, in het naar huis gaan de gewone baan te volgen, had hij een kortere weg genomen door het bos, ondanks, of misschien omwille van het geweld van de wind. Het was volle maan en de wolken schoven met een enorme snelheid door de luchten. Het bos was een levend bos, het was alsof de bomen onder elkaar ruzie maakten en hij raakte er door verward en schreeuwde uit alle macht tegen die stemmen op. Was het uit vrees of was het omdat hij zich voelde leven?

    Hij dacht aan dat kleine voorval terug, midden in de nacht en midden in een enorme wind die over het huis gierde en stormde in de bomen. Hij was opgestaan omdat er beneden een deur open en dicht sloeg, zo dacht hij toch. En was gaan neerliggen, in een deken gewikkeld op de sofa voor de haard, luisterend naar de gierende wind in de schouw en denkend dat het huis heen en weer bewoog in de storm.

    Hij ontwaakte uit een angstwekkende droom, die hij onmiddellijk totaal vergat. Hij voelde zich beneveld door de rust van het oude huis nu de storm was uitgeraasd en er was de roep van het bos waaraan hij plots niet kon weerstaan. Ongewassen en ongeschoren en zonder te ontbijten trok hij mantel en botten en was hij buiten in de bijtende kilte van de morgen.

    ‘Qui rate les aubes, rate sa vie’, had hij eens gelezen bij Louis Pauwels – een zin die hij teveel gebruikte - maar hij wist dat dit een groot moment van de dag was, buiten te zijn in het eerste licht dat aan de struiken en de takken kleefde, de luchten weerspiegeld in het water van de bijna dichtgegroeide vijver met de stenen bank waar hij zat te schrijven in de lente en de zomer en tot ver in de herfst. Hij drong diep door in het bos, langs een modderige wegel, die bestrooid lag met stukken hout. Enkele bomen waren ontworteld en hingen tegen andere bomen aan. Hij was nu al diep in de geborgenheid van het bos. Hij dacht aan het begin van de Divina Commedia - was het nog een deel van zijn droom? – wat als ik blijf verder gaan, dacht hij, wat als ik uitkom bij een heuvel en deze wil opgaan ‘zo dat de steunende voet steeds de laagste is’, of wat is de betekenis van dit fameuze vers[1]van Dante?.

    De zware winden hadden de aarde geopend en de rottende bladeren omgewoeld. De lucht was gevuld met de geur van humus en hout. Hij dacht, dit bos hier is mijn gebed, mijn verbondenheid met de levende natuur, mijn verbondenheid met wat niet te noemen is, maar hier, meer dan op andere plaatsen, aanwezig is, tastbaar is. Het is een gebed zonder woorden, zonder lofzangen, zonder wierook, zonder brandende kaarsen maar het is de adem en de geest van de kosmos.

    Hij wist dat dit een zin was die hij zou neerschrijven, eens aan zijn tafel gezeten, deze zin over wat een gebed zonder woorden kan zijn, zijn ganse wezen opgenomen en vermengd met wat hij het ongerepte van de kosmos wil noemen, en wie kosmos zegt, denkt God.

    Maar dan niet een God getekend in wetten en dogma’s, maar de geest van de mens levend in het Woord dat in den beginne was, en niet anders te noemen is en ook, het Woord levend in de geest van de mens. Al weet hij niet hoe hij dit, over ruimte en tijd heen, op een andere wijze formuleren kan.

    En hij zit goed, hij vermoedt heel sterk dat het Woord van Johannes, het Woord was van een in het Grieks denkende en schrijvende auteur, geïnspireerd door Plato en Aristoteles en vele anderen, die allen heel wat gemeen hadden met de ideeën van Egyptische priesters, met ideeën komende uit het Oosten; de ideeën van Lao Tzu, die wist dat alles ontstaan is uit Tao en niet anders te omschrijven is dan als Tao. Of het Woord dat niet anders te omschrijven is dan als het Woord.

    En hij weet in alle poriën van zijn geest dat dit een begin van waarheid is, of dan toch een begin van ‘de’ waarheid is, die kan neergeschreven worden als, ‘alles is ontstaan uit Tao of alles is ontstaan uit het Woord’.

       En de Oosterse herkomst van die eerste zin van Johannes wordt nog versterkt door het feit dat de beschrijving van het Hemelse Jerusalem uit de Apocalyps, een afspiegeling is van de mandala van het Paradijs van Vaikuntha, de hemelse woning van Vishnu, zoals het beschreven staat in de Skanda Purâna.

       Het parallellisme van deze mandala met de voorstelling van het Hemelse Jerusalem is te frappant en het is het nog meer als beide teksten vergeleken worden. Dit weet hij omdat hij Titus Burckhardt[2] las wiens boek hij ontdekte in la chambre des preux van die oude chalet in Grimentz, dat kleine dorpje in de Valais.

    En dacht hij, is er wel een grotere zin om een boek, welke het ook moge zijn, te beginnen, als: ‘In den beginne was het Woord. Au commencement était le Verbe. In the beginning was the Word’?

    Hij kan deze zin omschrijven als in den beginne was er de onhoudbare drang om te ontstaan, om materieel en tastbaar open te bloeien. En deze drang is gebleven. Het Universum dat nog steeds wordende is, is er het teken van, het teken van het Eeuwig Bewegende, het teken van wie of wat maar al te gemakkelijk God wordt genoemd.

     

    Na zijn tocht door het bos van deze morgen heeft hij Burckhardt uit zijn rek gehaald en in de valavond in één ruk zijn gedachten opgetekend, niet zoals hij ze al wandelend had geschreven in zijn hoofd, maar de essentie is er om de Oosterse oorsprong van de zin van Johannes te onderlijnen.

    Nu is van deze merkwaardige dag de avond gevallen, de tinten in de tuin zijn blauwgrijs geworden en als hij herleest wat hij geschreven heeft, vraagt hij zich af of hij niet te ver is gegaan, geen te hoge vlucht heeft genomen en dan ook en vooral of hij met deze woorden geen vrienden kwetsen zal waarvan hij weet hoe diep hun geloof geworteld zit. Zelfs al weet hij van hen dat dit diep geloof soms met twijfel besprenkeld wordt.

    Maar hij is tot het besluit gekomen dat de geest van de middeleeuwen verloren ging, dat het religieus-kosmische van de gotische kathedralen onbegrepen achterwege werd gelaten, geen aandacht meer krijgt omdat de wereld van vandaag geregeerd wordt door het materiële, door het zichtbare.

    Het Latijn werd geschrapt en vervangen door de taal van het volk, de Gregoriaanse gezangen die ons raakten in de geest, vervangen door gezangen zonder sfeer, zonder draagkracht. De priester houdt de rug gekeerd naar het oosten, terwijl hij vroeger, toen voor de mens het onzichtbare zichtbaar was, duidelijk wist dat alle krachten uit het oosten kwamen en dat hij het was die deze krachten opving om ze door te geven aan zijn gelovigen.

    Of, de woorden van de mis te zichtbaar geworden nu en het ‘dagelijks brood’ voor de geest dat we vragen - want dat hebben we het meest nodig - bereikt ons niet meer. Weliswaar ook omdat we niet ontvankelijk meer zijn voor de woorden en omdat de denkende, levende mens, de naar spiritueel voedsel hijgende mens in een stroomversnelling is terechtgekomen waarin het materiële en het tijdelijke de bovenhand hebben.

    Hoe komen we hier nog uit?

     



                              [1]  ‘si che il piè fermo sempre era il più basso’ (Inferno, canto I: 30).

     

     

    [2] Titus Burckhardt : ‘Symboles, Recueil d’Essais’, Arche, Milano 1980, p.29.

      ‘Le parallélisme avec notre image de la Jérusalem céleste est frappant;  il est encore plus explicite lorsqu’on compare les textes sacrés correspondants’.

     

    08-01-2012, 01:20 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontmoeting

     

     

    Het gebeurt dat in mijn blog een zin, een woord, zich richt tot een bepaald persoon, zodat het enkel door die persoon begrepen wordt, tenminste zo hij/zij me leest. Zo was er gisteren in mijn gedicht sprake van ‘een steen met een tekening erin gebrand door de natuur’.
    Vanavond (de avond van 6 januari) ook wil ik iets vermelden dat persoonsgebonden is, namelijk dat ik aangenaam verrast was te horen dat een goede kennis, die ik graag vriend zou noemen, me dingen vertelde over mijn blogs die hij las en die hij apprecieerde, maar dan meer mijn woorden dan de woorden van schrijvers die ik aanhaalde. Waaruit ik besluiten kon dat ik het misschien beter niet zou doen of dan toch maar met mate.

    Maar mijn tijd was kort, te kort om met hem over dingen te spreken die ons boven het dagelijkse verheffen, al komt die tijd wel eens, het mag zelfs in augustus zijn, het mag zelfs met een glas wijn in de hand zijn.

    Hij stamt, zegde hij me eens, uit een Hugenotenfamilie. Je leest het in zijn houding, je hoort het in zijn woorden, je hebt achting voor hem omdat zijn leven geankerd is in de tijd en teruggaat tot de Calvinistische Reformatie uit de XVIde eeuw.

    Het fenomenale is dat hij – iemand uit een Bretoense familie geboren in Indonesië – me eens vertelde, que les Genevois, à la vue de son nom de famille, reconnaissaient en lui un des leurs et le traitèrent comme tel.

     

    Er is weinig nodig voor een blogger om gelukkig te zijn als hij iets goed hoort over zijn blog.

     

    07-01-2012, 01:10 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs