xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Iedere zichzelf respecterende schrijver schrijft om
van zijn leven sporen na te laten, om zijn naam te bestendigen, in schijn en in
wezen, kortom om de dood te tarten. En iedere schrijver die deze drijfveer
ontkent of ridiculiseert jokt.
Ik kan er me in terugvinden, het is wellicht de reden waarom ik ben
beginnen te schrijven, iets na te laten
na mijn dood. Het bewijs achter te laten dat ik geleefd heb en vooral hoe ik
geleefd heb. Of wie ik was en hoe ik nadacht over het zichtbare en het
onzichtbare van de dingen, vooral over deze laatste kant, zijnde mijn neiging
naar het metafysische, naar het transcendente.
En ik lees hierover bij Stefan Hertmans in zijn essay Locus amoenus, waarin
hij Plato citeert als zou de literatuur, het schrijven, een dubbelzinnig
geschenk van de goden zijn, zowel geschenk als vergif. Zo vond Socrates,
schrijft Stefan Hertmans, en hij zal het zeker weten, dat schrijvers hun
geheugen minder oefenen, daardoor lui worden en dat het geschrevene de bezieling mist van de levende spreker en
het moment.
Ik denk echter dat we Socrates wel kunnen tegenspreken, het geschrevene
komt er pas na rijp beraad, is de bezieling er niet, het is toch overdacht en
kan herroepen worden en uitgeklaard en ook het moment van de eerste versie is
er altijd.
Ik ga hiermee Hertmans verlaten, na gezegd te hebben dat zijn werk een
heerlijk stuk hoogstaande literatuur is. Waar, als ik me goed herinner,
destijds in de Standaard der Letteren niet over geschreven werd zoals het boek
het verdiende. Ik heb er heel wat bij geleerd en heb het met inzet gelezen,
want die is er nodig. Het is een boek om te koesteren.
Maar ik wou nog iets in meer zeggen, twee zaken nog:
Een eerste is dat ik soms teruggrijp naar de teksten die ik in 2010, dag
aan dag, geschreven heb en op het einde van het jaar gebundeld heb in tien
exemplaren die ik heb uitgedeeld. Weinig talrijk dus zijn zij die een bundel
ontvingen. Ik permitteer me dus van tijd tot tijd een tekst terug te halen, te
herzien en aan te passen en het helpt me vooral om geen dag over te slaan wat
mijn blogs betreft.
En een tweede zaak heeft er betrekking op. Hoe zou je reageren indien ik
van vandaag op morgen stop met mijn blogs?
Wel ik volgde dagelijks een blog die kort en goed was, niet zo gewild
literair als die van mij. Maar een blog dat levendig was, en steeds voorzien
van foto of tekening. Wel dit blog viel stil en, na veertien dagen mis ik het
nog steeds en hoop ik dat het terug eens zal opduiken.
Iemands blog regelmatig lezen schept een band die heel bijzonder is en
ik begrijp heel goed dat er gevoelens bij te pas komen die evenmin te bepalen
zijn.
Zou je mijn blog ook nog missen na veertien dagen?
|