xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
En toch getrouw, mijn Blog!
Mijn hoofd steekt vol met
stukjes tekst die geschreven staan en deze die nog ongeschreven ronddolen in
mijn hoofd. Mijn probleem is exact te weten welke ik al schreef en welke hangen
bleven als gedachten. Na twee jaar wordt het stilaan een warboel, gezien er
geen lijn ligt in de verhalen die ik opdis, alles vloeit voort uit een woord,
een zin, en krijgt telkens en telkens een nieuw onderwerp. Zo was het gisteren,
zo zal het morgen zijn tot ik stilvallen zal, droog geschreven en gedacht, een
mallemolen, mijn arm hoofd.
Ik heb evenmin een vast
stramien voor mijn schrijven, soms gebeurt het vroeg in de morgen, soms laat in
de nacht; de dag is er voor andere zaken die soms veelvuldig zijn en altijd
tijdrovend.
Nu, heb ik al gezegd dat ik
dan toch een nieuw dagboek a page-a-day
diary heb besteld bij de Economist en dat ik dag aan dag erin aan het
schrijven ben. Dit is ook iets waar ik aan verslaafd ben, elke dag één
bladzijde vol pennen met mijn soms akelig geschrift.
Het is een blijvende investering,
een fysische, het blad vullen en een psychische, weten wat te schrijven. Al is
het dagboek zelve niet goedkoop en wordt het fiscaal niet gezien als een
uitgave.
Ik herinner me wat
Herman Brusselmans eens vertelde over zijn pen in de Morgen, hij schreef toen
op glanzend wit papier:
vooreerst
noteren in mijn schitterend handschrift, en daartoe maak ik gebruik, doch dit
heb ik al ooit eens gezegd, hoewel niemand, me dunkt, er van wakker zal liggen
als ik het nog eens zeg waar zat ik? Dat ik dus mijn immer opzienbare teksten
aan het glanzende etc. papier toevertrouw middels de Rolls Royce onder het
schrijfgerei, een Parkervulpen van meer dan 16.000 ballen,
Indien ik de prijs van mijn
dagboek zou bekendmaken, uitgedrukt in ballen, dan zou ik plagiaat plegen op
hem, wat ik zeker niet wil of niet wens. Heb al eens een Blog geschreven over
hem, ga er nu niet terug aan beginnen, al heb ik ook lang rondgelopen in zijn
stad en plaatsen bezocht, waar hij voorzeker ook rond hing en waar ik ooit Hugo
Claus ontmoette, die toen vertelde over Brueghel dat hij geen dommerik was, dat
Brueghel wist dat Icaros wel gevallen was, maar dat Dedalus toch verder
gevlogen was. Wat hij niet gezien had was het feit dat de dat de personages die
op het schilderij voorkomen, er aan te pas kwamen om te wijzen op de vier natuurelementen,
vuur, lucht, water en aarde, alsof hij, Bruegel, zeggen wilde, dat wat er ook
moge gebeuren de wereld verder draait, zoals de grote Ovidius het wist.
Maar dit zijn dingen die ik
zeker al verteld heb, is het hier geen herhaling, ik heb het toen zeker verteld
in dat bewuste café waar elke Gentenaar die zich respecteerde binnenliep. Het
was één van die cafés, waarvan George Steiner, in een essay Une certaine Idée de lEurope gezegd
heeft que les cafés caractérisent
lEurope. En mag ik, van zijn cafés, literaire
cafés maken?
|