 |
|
 |
|
|
 |
27-09-2023 |
John Adams: 'Shaker Loops'. |
Ik zou eens een ganse dag willen rondlopen in het huis, luisterend met volle aandacht naar de muziek van Klara en de commentaar erbij, maar ik ‘gun’ het me niet want wie zou er dan mijn blog schrijven?
Geen blog schrijven dan?
Dit gaat niet want, het ‘niet-schrijven-ervan’ zou me beletten vol te luisteren, ‘verslaafd’ als ik ben aan het schrijven of het herschrijven van wat er al staat.
Het zal dus een droom, een verzuchting blijven, trouwens zou ik het een volle dag uithouden? Ik geloof het niet, het zou een overdrijving zijn en deze is in mijn geval te mijden. Ik hoorde al teveel dezelfde concerti, dezelfde Mahler en Beethoven, Mozart en Ravel, Schubert en Schuman en zo gebeurede het dat ik ineens sterk geboeid raakte door de muziek van de Amerikaan John Adams (°1947) op ‘TV- Classica’ en wel zijn ‘Shaker Loops’ waar er niets te begrijpen valt, enkel te luisteren en toe te kijken – de titel en deze van de vier delen* ervan zijn moeilijk te begrijpen – maar de muziek boeide me en, even boeiend als de muziek was de dame die dirigeerde.
De strijkers, allen rechtstaande in een halve boog voor haar, waren in hun samenspel bij momenten adembenemend, verrassend als het ritme wordt opgevoerd of afneemt.
Je ondergaat, bijna in je leden de vele ritme- en toonaardwijzigingen, en je aandacht gaat wisselend naar de musici en naar de bewegingen van de dirigente.
Het stuk, in zijn geheel, is rijk aan klanken, meeslepend abstract, maar veelzijdig kleurrijk. Het melodieuze ontbreekt volledig, maar wat je hoort brengt je in een toestand van verwachting en je hebt er geen behoefte aan.
‘Shaker Loops’ werd een stevige beleving die me dagenlang is bijgebleven, waarom ik het pas vandaag vermeld is er het bewijs van.
Echter voor mij was het geen minimalistische muziek, integendeel, het stuk vulde me en ik her-beluisterde het via Google.
Nu, vóór ik erover schreef.
*Shaking and trembling, Hymnic slews, Loops and verses, A final shaking.
27-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
John Adams. |
Ik zou eens willen rondlopen in het huis, luisterend met volle aandacht naar de muziek van Klara en de commentaar erbij, maar ik ‘gun’ het me niet want wie zou er dan mijn blog schrijven?
Geen blog schrijven dan?
Dit gaat niet, het zou me beletten vol te luisteren ‘verslaafd’ als ik ben aan het schrijven of het herschrijven van wat er al staat.
Het zal dus een droom, een verzuchting blijven, trouwens zou ik het een volle dag uithouden? Ik geloof het niet, het zou een overdrijving zijn en deze is in mijn geval te mijden. Ik hoorde al teveel dezelfde concerti, de zelfde Mahler en Beethoven, Mozart en Ravel, Schubert en zo gebeurede het dat ik ineens sterk geboeid raakte door de muziek van de Amerikaan John Adams en wel zijn ‘Shaker Loops’ waar ik niets van begrepen heb – met moeite de titel zelf – maar het boeide me en, even boeiend als de muziek was de dame die dirigeerde.
De strijkers, allen rechtstaande in een halve boog voor haar, waren in hun samenspel bij momenten adembenemend, verrassend als het ritme wordt opgevoerd of afneemt. Je ondergaat, bijna in je leden de vele ritme- en toonaardwijzigingen en je aandacht gaat wisselend naar de musici en naar de bewegingen van de dirigente.
Het stuk, in zijn geheel, is rijk aan klanken, meeslepend, abstract maar veelzijdig kleurrijk. Het melodieuze ontbreekt volledig, maar wat je hoort brengt je in een toestand van verwachting en je hebt er geen behoefte aan.
‘Shaker Loops’ werd een stevige beleving die me dagenlang is bijgebleven, waarom ik het pas vandaag vermeld is er het bewijs van.
Echter voor mij was het geen minimalistische muziek, integendeel
27-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-09-2023 |
De zin die hem ontglipte |
En het gebeurde dat een mooie zin van drie woorden hem ontglipte. Hij viel hem te binnen aan de ontbijttafel en toen hij opstond om hem neer te schrijven was de zin of het zinnetje weg, een verlies vond hij want het was een zin met heel wat potentie. Maar hij moest verder met wat hij nog vinden kon en het regende over de bloemen en de planten in de tuin en hij wist dat het goed was. Eigenlijk, ondanks het verlies van de zin was alles goed, voelde hij zich rustig en verwachtend, de dag was pas begonnen en hij had heel wat werk in het vooruitzicht; een brief die hij schrijven wou aan een bekend schrijver; een vriend, een broeder, die hem zou komen bezoeken en zijn gedichtenbundel van het jaar 2015 die hij volledig herwerken wou, zuiveren wou van het overtollige aan woorden, want woorden teveel remmen het ritme en remmen de aandacht en vooral, het zuiver poëtische ervan.
En het was met de bundel dat hij zijn morgen vullen wilde. Zo dacht hij, deze blog hier is voor later op de dag als ik weten zal wat te schrijven, na de 190 woorden die er al staan wordt het een fluitje van een cent en hij dacht aan de kinderen aan de bus in China die rondliepen met door hen gemaakte fluitjes uit wilgenhout die ze verkochten voor vijf Yuan, maar dit is dertig jaar geleden, en toch het bleef hem bij want hij ook had in zijn jeugd fluitjes gemaakt uit hetzelfde hout en in dezelfde vorm.
Hij was erdoor getroffen en hij had er twee gekocht , peu importe, maar het roerde hem, toen. Zoals er tal van kleine dingen zijn die hem roeren, ook het verlies van de zin, waar hij nog niet over was.
En als hij er verder over nadacht was het een geluk geweest, zoals heel wat zaken een geluk betekenen dat de zin hem was ontglipt want over wat zou hij anders vandaag geschreven hebben?
26-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-09-2023 |
Wat hij exceptioneel eens schrijven wou! |
Hij wou zijn geschrift van vandaag als een gebeuren van dingen die nog niet gekend zijn.
Hij wou deze dingen heel helder maar mysterieus met een betekenis erin die niet te ontcijferen was, zelfs het niet te weten dat het er stond geschreven in filigraan wit op wit en dan nog in geheimschrift uit vroegere tijden dat hij weliswaar nog had gekend in een vorig leven, iets zoals hiërogliefen op obelisken die evenmin te ontcijferen waren, Jean-François Champollion, nog niet geboren. En hij, nu verblijvend in oorden die nog te ontdekken waren.
Later, in andere tijden zal het geweten zijn wat er geschreven stond, ondertussen laat men staan wat er staat maar geprojecteerd op de muren van vele musea in binnen- en buitenland in de hoop dat er iemand opduiken zou die alles zou ontcijferen.
Wat weinig opbracht want iedereen dacht dat het een kunstwerk was uit tijden die nog komen moesten, nog geen vaste voet hadden gekregen in de geschiedenisboeken van de wereld.
Hij schreef dit in de morgen vóór het licht er was, erna naar de middag toe begreep hij niet meer wat hij had willen schrijven en wachtte hij op de nacht om verder te gaan omdat hij wist dat de duisternis dikwijls hielp om dingen die er nog niet waren bloot te leggen, op te graven uit de eeuwen ervoor, tenminste zo er eeuwen ervoor waren geweest, wat nu niet exceptioneel het geval was, of toch!
Waar hij wel aan dacht toen dit geschreven stond dat je in een stad zoals Praag moet leven om te schrijven zoals Kafka, elders, waar ook, schrijft men anders.
Hier ook.
25-09-2023, 04:25 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-09-2023 |
De aanzuigkracht van het woord. |
Op school hadden we een opstel - zo heette dat in de tijd van toen - te maken over het seizoen dat we het liefst hadden. Ik schreef over de lente, wat ik maar normaal vond, maar een schoolkameraad, de primus van de klas, schreef over de herfst. Hij hield, zegde hij me, van het verkleuren van de bomen in het licht, hij hield van het vallen van de bladeren over hem als hij in het bos was. Later hoorde ik dat hij heel jong uit het leven was gestapt.
In zijn keuze van de herfst heb ik de neiging hem te volgen nu die zich al een tijd heeft vastgezet in mijn lichaam. Het is nog geen marteling van het niet-meer-kunnen, maar het is ook niet meer de vlotheid van vroeger; het is wel degelijk de herfst die ik en mijn lichaam zijn ingegaan.
But we keep trying, om boven water te blijven. Het vergt ons wat meer tijd, maar we blijven ons verzetten tegen het herfstsyndroom dat bij mij aan het oprukken is, een soort van aftakeling waar onze geest niet wil aan toegeven, de enige die ons nog recht houdt ook, die ons aanzet rechtop te lopen.Dit is ook de reden waarom ik sporadisch teruggrijp naar wat van vroeger was - vroeger, zijnde de eerst dagen van mijn blogs - ik neem niets letterlijk over, ik neem maar een paar zinnen eruit, een paar beelden en tracht te vertrekken in een totaal andere richting om ergens uit te komen waar ik nog niet was, me vernieuwend.
Zo leef ik en zo werk ik, doe ik mijn dagelijkse wandeling in het gezelschap van het woord. Ik weet trouwens niet meer wat het is er te zijn zonder het woord. Ik kan me niet meer inbeelden dat ik er ooit geweest ben zonder. Zoek ik het niet op, het woord zoekt me. Als ik dit nog niet zou gezegd hebben, maar ik betwijfel het, dan is het nu dat ik het zeg en schrijf.
Ik weet dat ik over weinig anders spreken kan dan over mezelf, of over zaken waar ik zelf bij betrokken ben, maar ik denk dat ik hierin niet verschillend ben van jullie, mijn lezers; dat de omstandigheden - zeker niet het toeval - hebben gewild dat ik de schrijver ben en jullie de lezers, dat het even goed anders had kunnen zijn. Jorge Luis Borges, de blinde man in zijn late jaren, wist het maar al te goed:
Nostro nadas poco difieren, es trivial y fortuita la circonstancia de que seas tù el lector de estos ejercicios y yo su redactor.
Hoef ik het te vertalen, is het niet evident dat het anders kon, dat jij het waart die deze dagelijkse ‘nietsen’ schreef en ik de lezer ervan; dat heel weinig hiervoor nodig was?
24-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-09-2023 |
Equinox. |
Vandaag om 08.50 MEZT* staat de zon loodrecht boven de evenaar en begint de astronomische herfst. Ik weet het omdat ik het lees in de ‘Sterrengids 2023’. Niet dat ik er op uit was of ben om het precies te weten, maar ik krijg het in de schoot geworpen en ik verwelkom het omdat het equinox-gebeuren heel wat meer is voor mij dan een jaarwisseling. Het herinnert me aan mijn ‘moeder’, de Kosmos in wiens handen ik leven mag.
En het sterrenbeeld van deze morgen verheugt me even zeer, Orion en in de verlenging van de lijn getrokken door de drie sterren van Orion, Sirius, de Hondsster – de Sothis-ster van de Egyptenaren waar hun tijdbepaling werd aan vastgeknoopt – voor ons kondigt Orion herfst en winter aan en als dusdanig ben ik, zijn wij, nog meer verbonden met het kosmisch gebeuren waarin we allen verweven liggen of zijn.
Hoe graag ik dit vermeld, hoe graag ik afstand neem van de gebeurtenissen hier in mijn omgeving om uit te zwermen naar mijn ‘roots’ en binnen te treden in het landschap van diepzinnigheid, het landschap van de vragen die ons overstijgen tot waar ik gisteren gekomen was.
En dan lees ik bij Frank Verstraete en Céline Broeckaert[1]: ‘In de kwantum fysica neemt het toeval wel een prominente plaats in. In de kwantumfysica bestaat alles net bij gratie van willekeur en waarschijnlijkheid.’
En dan vraag ik me af, is de willekeur, de waarschijnlijkheid en het toeval, inherent aan de kwantumfysica of, zijn we nog niet ver genoeg gevorderd om de kwantumfysica te begrijpen?
Het toeval is geen vriend van mij: er is aan elke toevalligheid iets voorafgegaan dat geen toevalligheid was maar een normaal gebeuren.
Of dit ook zo is met de kwantumfysica vernemen we wellicht later. Maar wanneer die later zijn zal, als die er ooit zou komen, weet - zou men vroeger gezegd hebben – alleen God.
Wij weten maar hoeveel pitten er zitten in een appel, God weet hoeveel appels er zitten in een pit. Dit wordt ook nu nog gezegd.
* Midden Europese Zomer Tijd
[1] In hun boek: ‘Waarom niemand kwantum begrijpt en toch iedereen er iets moet over weten.’ Lannoo 2023.
23-09-2023, 04:50 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-09-2023 |
Mens in de Kosmos. |
De tijd van het licht is een dag egaal aan de tijd van de duisternis, goed dat ik het weet, dat ik kennis heb van het verbond van de zon met de aarde wat de baan van de aarde betreft. We hebber ooit gedacht dat het de zon was die zich in een boog over de aarde bewoog maar we weten dat dit maar schijn is, gelukkig. Echter de preciesheid waarmede de aarde haar baan aflegt verbaast ons niet meer, is gewoonte geworden, maar stel dat de opwarming het gewicht van de aarde wijzigen zou en de aarde afwijken zou van haar baan, vertragen of versnellen, wat dan?
Of hoe afhankelijk we zijn van wat er zich boven ons hoofd aan het afspelen is, op welke speelbal we zijn terecht gekomen en hoe we in feite rondslingeren, tollend lijk een tennisbal, een tijd in het licht, een tijd in het donker.
En het leven, zoals het zich afspeelt hier gaat zijn gewone gang met alles erop en eraan tot kanonschoten toe;
Waar wil ik eigenlijk toe komen?
Wel dat we bewust moeten zijn van het geluk dat we kennen te leven op aarde niet als paarden of honden, niet als leeuwen of tijgers, niet als apen, mieren of kevers, maar, tenminste hier in het westen als homo sapiens, niet meegerekend deze in Soedan en in andere plaatsen, over hun ‘sapiens’ zijn van de machthebbers daar heb ik mijn twijfels, de ‘wokes’ ten spijte.
Maar dat we hier rondopen en een leven leiden waarin het supplement dat we meekregen: de rijkdom van de geest in ons, het redeneervermogen, het onderscheid tussen goed en kwaad, de kennis van het schone en het minder schone, het lief hebben en vooral, vooral de gift die we kregen creatief te zijn in vele gebieden, wat ons een beeld geeft van de oneindige mogelijkheden die we bezitten, welke die ook zijn en in welke richting die ook gaan.
Dit alles hebben we meegekregen, werd ons toebedeeld bij onze geboorte als mensenkind. In meer kregen we de vrijheid hoe hierover te beschikken, wat niet altijd goed uitviel omwille van de omstandigheden. Maar in potentie, stonden alle mogelijkheden open.
Aan wie of wat hebben we ‘dit Alles’ te danken, kwam het spontaan, zomaar uit de lucht gevallen, of werd het ons ‘toevertrouwd’ door wie of wat van de Kosmos is?
Wat het geval moet zijn, de mens voortgestuwd steeds maar verder en verder in de richting van de geest evoluerend, zodat we ons afvragen moeten welke opdracht hier schuil gaat voor ons als human being.
Is er op dit gebied al een schijn van licht te bespeuren of blijft het nog totale duisternis?
22-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-09-2023 |
Over het zich uitvinden. |
De Herfst is al een tijd binnen in mij er is zelfs geen overgang geweest van zomer naar herfst, beide lagen in elkaar, zoals de zomer in de lente ligt, zoals wat is vandaag bepalen zal hoe morgen zal zijn. Tenware er gebeurde wat ik gisteren dacht dat gebeuren kon.
Mijn dagen zijn dan ook een stapeling van dagen geuit in een stapeling van blogs, ze kennen dus een kleine nagalm. Anderzijds moet ik me elke dag verlengen of, alsof het komen zou van een andere pen, me opnieuw uitvinden. Het houdt me in leven, het geeft me kracht en doorzetting omdat het zich voordoet in de wereld van de geest, ware het in de wereld van het materiele geweest ik was al lang gesneuveld.
Zo lang ik er met mijn geschriften sta vroeg in de morgen ben ik een overwinnaar en mag ik juichen en me gekroond voelen met laurier, echter ver heel ver af van de kroon van laurier die Dante verwierf.
Want hoe waag ik het me te vergelijken met hem. En nu ik er aan denk me te vergelijken met Tommy Wieringa en zijn boek waar ik het gisteren terloops over had.
Het enige dat ik gemeen heb met beide is het vermogen door te zetten tot het einde, tot gedacht kan worden dat het af is of, dat het genoeg is geweest en je voortgaan wilt met iets anders. Wat echter niet het geval was van Dante want hij overleed korte tijd nadat hij zijn ‘Paradiso’ had geschreven, met het verhaal dat erbij gaat dat er aantal gezangen ontbraken die dan dankzij een droom, door de zoon gevonden werden in een muurholte.
Ik heb het verhaal hierover ergens neergeschreven, als er onder jullie zijn die het willen horen, zeg het me, ik zoek het even op, veel moeite zal het me niet vergen ik weet waar ik het terugvinden kan.
Of, hoe ik afdwalen kan als ik me in de morgen voor de ‘n’-de maal vernieuw en waar ik opduiken kan in het jaar 1321 in de slaapkamer van Dante Alighieri.
21-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-09-2023 |
Tegenpool. |
Het licht dat de klank en de kleur van de dag is was van een andere aard, zo dacht ik een ogenblik vanmorgen, maar het zal bij mij gelegen hebben. Ik die met vreemde gedachten ben opgestaan.
Vreemd in de zin dat ik een dag voorzie die niet verlopen zal zoals de vorige, noch in mijn doen, noch in mijn laten, dat er iets gebeuren zal dat ik niet had voorzien, zelfs niet kon voorzien. Ik wacht dus af hoe de ogenblikken van mijn leven vandaag zich gaan voordoen, in dit is mijn dag verschillend, ik ben uitkijkend, terwijl ik normaal de dingen op mij laat afkomen.
Intuïtie of inbeelding omdat ik ‘verkeerd’ ben opgestaan?
Eigenlijk verwacht ik al enkele dagen dat er iets op til is ik denk dan aan iemand die me schrijven of bellen zal dat hij mijn boek heerlijk heeft gevonden, of boeiend, of te intellectueel, of wat ook hij er moge over zeggen als er maar iets over gezegd wordt dat erop wijst dat het gelezen wordt en niet liggen blijft op de hoek van de tafel of geborgen in een kast.
Maar niets beweegt, ik ontving wel een bericht via facebook, het verraste me, én omdat het kwam van een vriend die ik in lang niet meer gezien had én omwille de inhoud ervan die ik niet durf overnemen hier, omdat wat hij schreef ik in de verste verte niet had durven dromen. Er is dus een zekere twijfel over de vergelijking met andere schrijvers die hij maakt.
Ondertussen wordt hier ‘Nirwana’ het boek van Tommy Wieringa de hemel in geprezen. Wat ik erover lees en hoor schijnt het me toe dat mijn boek er de tegenpool van is.
Het zij dan maar zo, ik kende niet het leven van Wierin ga,mijn leven was de eenvoud zelf
20-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-09-2023 |
De Vierde van Gustav Mahler. |
Je begint je dag, en met wat geluk eindigt je hem op de een of andere wijze voldaan of, zoals het gebeurt, maar zelden, onvoldaan.
Dit onvoldaan gevoel heb ik nu om wat ik gisteren achterliet over het ‘stilstaande-zon’ gebeuren dat bleef en blijft ‘wemelen’ in mijn hoofd. Al zou ik er nog heel wat kunnen aan toevoegen ik beloof jullie erover te zwijgen want voorbije zaken nemen geen keer, we leven vandaag en niet ten tijde van Joshua, de opvolger van Mozes.
Dit vergeet ik maar al te dikwijls wat onvergeeflijk is gesteld de dagen die ik nog te leven heb. Hoe komt het toch dat ik me niet voortdurend ervan bewust ben dat ik aan het gaan ben in de richting van mijn nabije eindpunt.
Ik schrijf het wel maar ik denk er niet aan in de dag. Ik doe wat ik doen moet zonder bijgedachte. Mijn laatste ogenblik zich situerend ergens in het tijdloze van de tijd is het, in mijn dagelijks doen en laten, onuitgesproken en onbestaande want ik heb nog plannen en vooruitzichten die ver reiken en me bezighouden meer dan wat ook, meer dan mijn lichaam dat een zorgkraam is, een pijn als ik opsta, als ik wandel, als ik me een ‘tellen-tot-2 x 60’ uitgerekt tegen de deur opstel, de knieën recht.
Maar als ik schrijf ben ik mezelf is al het materiële ondergeschikt en ondergewaardeerd en krijg ik vleugels waarmee ik me verplaatsen kan in de tijd én me metamorfoseren in het ’erzijn’.
Ik keek gisteren naar een uitvoering van de Vierde van Mahler, met als hoogtepunt het invallen van de sopraan met ‘Wir genieszen die himmlischen Freuden’, en telkens heb ik de tranen in de ogen.
Waarom, denk ik dan, wat is er in die ‘Mahler’ dat me zo aanspreekt?
Wellicht heel wat, melodie en orkestratie en de sprekende houding van de dirigent; wellicht heel wat, want ik heb te intens de muziek gevolgd én ik heb mezelf vergeten tot op het ogenblik dat de sopraan invalt en ik dit aanvoelde als een verlossende schreeuw.
Intenser vergroeid met al wat en wie ik was kon niet; diepzinniger ogenblikken van bestaan, dacht ik niet mogelijk.
Mahler, hij betovert me ‘niet’ altijd, maar als het ogenblik van de betovering er is ben ik verloren. En het is niet de eerste maal, velen weten het.
19-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
De geschriften van Jasher |
Wat bezielde me gisteren om me te gaan bemoeien met wat ‘mogelijks’ drieduizendvijfhonderd jaar geleden gebeurd is en dit zo maar binnen te brengen in het leven van vandaag alsof er gebrek zou zijn in wat vandaag aan de orde is.
Het is een zwakte van mij aandacht op te brengen voor een stuk geschiedenis dat plots opduikt tussen de gewone dingen van elke dag maar ik beken dat het zicht van Venus precies boven de tuin een verrassing was en een wereld van vroeger heeft zich plots geopend het ogenblik dat ik neerzat om te schrijven en dat was heel vroeg in de morgen zoals vandaag trouwens.
Zo vergeef het me, in feite onsamenhangende dingen te hebben binnengebracht in deze onschuldige blogs van mij en het sacrale van de Bijbel te hebben doorbroken met aan ‘the Lord’ dingen te ontnemen, te ontfutselen eigenlijk, die hij zou gedaan hebben, namelijk tussenkomen in dat onooglijk stipje van zijn immens Universum en de baan van de aarde om haar zon, even maar een middag lang of wat ook, te hebben onderbroken.
Moeilijk in te denken dat Hij zich met zo een kleinigheid zou bezig houden als hij een gans Universum aan het beheren is. En even moeilijk in te denken dat er een mens op aarde de lef zou hebben te schrijven in het boek van Jasher*, wie die ook moge zijn, dat de zon stil stond én de maan als hij er geen getuige van zou geweest zijn.
Dus, om eerlijk te zijn tegenover jullie, ik geloof in het gebeuren vermeld in Joshua 10: 11-13, al weet ik niet onder welke vorm het zich heeft voorgedaan. Dit is ook een van de redenen waarom ik de Bijbel, weliswaar het Oude Testament, ben gaan lezen.
Evenwel niet zoals mijn overleden vriend Robert De Telder, voor wie het Oude Testament geen geheimen meer had, het was zijn leven.
Voor hem was de Bijbel geschiedenis, de spil waar omheen de geschiedenis van het Midden-Oosten zich heeft afgespeeld. Hij schreef erover in zijn ‘Tijd en Tijden, de chronologische oudheidgeschiedenis van Israël, Egypte en Assyrië’. (Boekscout.nl).
Hem hier vermeldend gedenk ik hem en zijn Dame, Elza aan zijn zijde.
*Oude Joodse geschriften, niet opgenomen in het Oude Testament. Diverse vertalingen ervan zijn aanwezig op Google
18-09-2023, 04:25 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-09-2023 |
Venus in de morgen. |
Als ik buiten ging vanmorgen de roep van Venus, helder en als een zegen hoog in het volle zuiden, Venus de parel onder de planeten, Venus de morgenster, de geliefde, de oogappel, welke naam heb ik nog voor haar?
Il fut un temps, begin de jaren zestig dat ik verleid werd door de zeggingskracht van Velikovsky en meende haar de ‘Nieuwgekomene’ onder de planeten te mogen noemen. Met de jaren echter heb ik het onwaarschijnlijke ervan ingezien wat echter niet belet dat Velikovsky’s werken een grote invloed hebben gehad op mijn geestelijke ontwikkeling.
Als ik een soort Bijbelfanaat ben geworden dan is het uitsluitend aan hem te danken of, misschien te wijten want zijn impact was heel omvangrijk en droeg er toe bij dat ik geworden ben wie ik ben.
Ik beken, in een zekere zin ootmoedig, hem gevolgd te hebben gedurende een lange periode in mijn leven die nog altijd nagalmt in mijn dagen. en zal blijven nagalmen, met erin als hoogtepunt dat alles in de Bijbel, aan ‘feiten’, zich centreert op één passage: de stilstaande zon en maan .
En ik herneem hier deze passage uit het Boek ‘Joshua’ zoals ik ze lees in de o zo heerlijke taal van de King James’ Bijbel*:
10, 12: ‘Then spake Joshua to the Lord in the day when the Lord delivered up the Amorites before the children of Israel, and he said in the sight of Israel: sun stand thou still upon Gibeon and thou moon in the valley of Ajalon.'
10, 13: ‘And the sun stood still, and the moon stayed, until the people had avenged themselves upon their ennemies. Is this not written in the book of Jasher? So the sun stood still in the midst of heaven, and hasted not to go down about a whole day.’
Ik zou er wellicht, zoals zovelen, achteloos aan voorbij gegaan zijn ware er vóór 10: 12 en 13, niet 10: 11 geweest:
10, 11: ‘And it came to pass, as they fled before Israel and were in the going down to Beth-horon, that the Lord cast down great stones from heaven upon them unto Azekah, and tey died: they were more who died with hailstones than they whom the children of Israel slew with the sword’. (het waren ‘barad‘ die uit de hemel vielen, ‘brandende stenen’).
Ik ga de debatten hierover niet heropenen, er zijn boeken over geschreven. Maar de feiten wijzen onmiskenbaar op een soort kosmische omwenteling. Velikovsky meent dat de aarde gegrepen werd door een voorbij vliegende komeet en staaft dit met een massa bewijsstukken.
Zijn theorie werd de grond ingeboord door zijn tegenstanders waaronder Carl Sagan, de man van het ‘green house effect’ dat de hoge temperatuur op Venus, meer dan 500 graden, zou moeten verklaren. Velikovsky hield er een andere reden op na. Hij vond dat Venus een nieuw gekomen planeet was (!) en nog niet afgekoeld was.
Heel die historie heeft me jaren lectuur en discussie gekost en, zoals je ziet, het zindert nog steeds na en het zal trouwens nimmer ofte nimmer doven. Ik val er telkens opnieuw op terug omdat het een belangrijk gebeuren is, want de tussenkomst van ‘the Lord’ is hier meer dan twijfelachtig, en er zijn in de aangehaalde citaten uit de Bijbel redenen genoeg om te veronderstellen dat hier sprake is van een wereldcatastrofe, opgetekend in bedekte termen in het Boek Joshua.
Wat ook, voor mij is die passage in de Bijbel geen sprookje. En waarover zou ik geschreven hebben had ik vroeg in de morgen niet opgekeken naar de schittering van Venus, de morgenster?
*En als ik verwijs naar de King James’ Bible van 1611 dan is het omdat ik erover las in ‘East of Eden’ van John Steinbeck, in zijn verhaal over de betekenis van het woord ‘timshell’. Google weet er alles over.
17-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-09-2023 |
Ontboezemingen. |
Een nieuwe dag en nieuw begin, ik, herrezen uit de nacht voor een nieuw avontuur – elk dag is er een - in het betreden van nog ongekende paden naar een nog onbekend oord in de tijd. Want ik kan, denkend en schrijvend alle wegen op: een blauw eiland met wuivende palmbomen waar de golven breken of een wandeling door de velden, groen en bruin en oker en de wolken, de winden, de hoge luchten erover.
Je zegt het maar. Je hebt maar te kiezen, om er te zijn zonder er te zijn, grasduinend in wie je bent en wat je te bieden hebt: te zijn van het grote leven of te zijn van het stille, het ver afgelegene dat wachtende is, tot de bergen van de Valais toe en je hoop is dat de woorden zullen komen zoals voor Vivaldi de muzieknoten kwamen van zijn ‘Vier Jaargetijden’.
Maar ditmaal, ditmaal heb je je overschat, ze komen moeilijk, ze stokken. En je wacht, je moment is nog niet gekomen, je woorden zijn als loslopend wild waar je geen vorm, geen verhaal in vindt.
Er zijn dus van die zaken die gebeuren, een verwarring in het hoofd, is het mijn val van een paar dagen geleden die me parten speelt?
Laat me dan, in afwachting, schrijven over de kleine dingen van het leven die rust brengen. Bernanos schreef erover en Proust die er over uitweidde pagina’s lang en ik, ik die altijd de neiging heb aan het kleine, het eenvoudige voorbij te gaan.
Zo, toen ik buiten kwam in de tuin verrast door de morgenkilte en de eerste zon in de planten, met de merel die opvloog met een schreeuw, even verrast me te zien als ik hem en ik achter de hoog opgeschoten takken van een afgezaagde stam van een vroegere kerselaar zocht naar de struik rabarber
Wel, ik heb de laatste stengels rabarber uit hun struik gelicht, het blad verwijderd en ben nu, rechtstaande in de keuken aan het aanrecht de stengels in kleine stukken – zo fijn mogelijk omwille van de draden wist mijn dochter - aan het snijden terwijl ik luister naar de Eurydice van Christoph Willibald von Gluck, en de zuurte van de sappen die ik ruik die zich mengt met de ‘zoete’ klanken van Eurydice.
Ik voel het aan als de perfectie voor een morgen zoals deze. Meer hoeft er niet: Ik die rabarber aan het snijden ben in de ban van von Gluck die in de 18de eeuw zijn ‘Orpheus en Eurydice’ componeerde , het kleine dat zich mengde met het grote.
Merkwaardig hoe uit het ongerijmde van de dagen, momenten ontstaan die je, in totale overgave vermelden gaat, met naam en toenaam, tot in de details ervan.
Of zijn we ditmaal te ver gegaan in onze ontboezemingen?
16-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-09-2023 |
Overstelpt. |
Hoe ik de muziek ervaar - nacht nog in het bijna-oosten waar straks het eerste licht zal staan - kan ik niet beschrijven in woorden, totaal onmogelijk, maar voor mij is het een balsem of een geur, of een hand, of zelfs een zin woorden die me vertedert en me verruimt tot dingen die ik anders niet schrijven zou; die mijn morgen maakt tot een gebeuren, om te beginnen, een vergeten van wie ik ben of wie ik was, en wat ik doe, een opgaan in het nieuwe van de dag die zich opent op mij en op wat ik vandaag ontmoeten zal: het geheime nog van wat komen gaat of zich realiseren zal in de uren die verstrijken zullen , geweven lijk vlokken wol tot draden.
Je denkt aan hij of zij die de noten bedacht en uitzette op de notenbalk een schemermorgen of -avond bij kaarslicht of desnoods in volle licht gezeten, uitgebazuind wat broedde aan klanken in hem of haar, zelfs eeuwen erna overgenomen als inspiratie door musici, soms zoals het gebeurt, in salons en concertzalen, tot in het koor van kathedralen of in muziektempels zoals bij ‘Maere’ in Ruiselede, diep in Vlaanderen, waar je waart.
Overstelpt met muziek van alle slag, préludes en nocturnes, sonates en symfonieën waarin je gedompeld loopt in de tempel van je woning, uitgestrooid in wolken van klanken, de dag lang, jij niet altijd luisterend maar hoorbaar steeds om jou geweven zoals een net over een boom met fruit geladen.
Je zegt het maar zoals je het zegt, alsof het te zeggen is met woorden, hoe de klanken zijn en wat ze te vertellen hebben over vreugde en verdriet, over weemoed en uitgelatenheid, muziek uit alle streken en volkeren, bedekken ze je met een soort voile als je rondloopt in de kamer of neerligt op de sofa, uitgestrekt de handen gevouwen op je hart, alsof je wachtende waart op iets dat onvermijdelijk eens komen zal, zoals de val die je deed en een verwijzing naar de Spoedafdeling noodzakelijk maakte om een wonde – een ‘gabbe’ zegt de buur -in je hoofdharen dicht te naaien.
Jij verrast dat het gebeurd was zoals een dief komt in de nacht, een voorval dat zich herhalen zal, eens maar dan met andere gevolgen.
15-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-09-2023 |
Levend in de geest. |
Ik zit ver, heel ver voorbij de helft, verder dan Dante ‘nel mezzo di nostra* vita’ zat. Het luttele dat ik nog beteken tracht ik op te schroeven tot een bundel woorden die achter zullen blijven op de wijze waarop ze hier thans aanwezig zijn; grotendeels verscholen, gekend door enkele getrouwen of minder-getrouwen die occasioneel eens komen kijken hoe ik het stel en wat ik ditmaal heb uitgestald om hen te bekoren.
En wat meer is, ik zegde het al, het is zo ver gekomen dat het uitstallen van met mij is vergroeid, dat het mijn morgen- soms mijn avondgebed is, een voor mij noodzakelijk geworden iets.
Ik kan het niet genoeg herhalen hoe ik het aanvoel, hoe het me bezig houdt in mijn dagen die nu niet meer ongemerkt, zoals het was bij Chips, ‘like lazy cattle moving accross a landscape’, verlopen maar geladen, zo zwaar en tevens zo lichtend mogelijk, met dingen van de geest.
Niemand is me hiervoor enige dank verschuldigd, integendeel ik ben het die jullie dankbaar is me blijvend aan te zetten tot het vertoon elke dag van een blog en, ik dank ook de génie of génieën die deze mogelijkheid heeft of hebben bedacht en in gang gezet.
En ook mijn dank reikt veel verder, loopt over wie ik ben, over hoe ik denk, over hoe ik bij machte ben om te leven zoals ik wens te leven als een geestelijk rijk man, rijk in die zin dat ik woorden schrijven kan om mijn dag en mijn ‘erzijn’ op te luchten en op te smukken, gekleurd met een ‘dunne’ maar zekere levenswijsheid.
Ik weet dat het niet aan elk van ons gegeven is rond te lopen met creatieve gedachten en deze op een af andere wijze te veruiterlijken; dat je deze gedachten ook hebben kunt zonder de nood te voelen er iets mee te doen en die er dus genoeg aan hebben, maar ik ken er velen die nu eenmaal, zoals ik, anders ingesteld zijn en denk ik dan, uit zijn op eer en glorie.
Waar tot op vandaag niets verkeerd aan is. Of toch?
*Ik heb nooit begrepen waarom Dante het heeft over ‘nostra’ vita en niet over ‘mi’ vita, is het een kwestie van ritme of het aantal lettergrepen?
14-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-09-2023 |
Kleuren in de herfst. |
In de morgen ruik ik de herfst, of denk ik hem te ruiken omdat het september is, de maand van het wemelen van het licht boven de velden naar de avond toe – zoals ik het voelde toen ik aan de vijver was – de maand ook van hartstochten die doven al kenden we ze wel niet meer.
Maar heb ik, in de keren dat ik september heb beleefd in de jaren die voorafgaan, nog niet geschreven dat het de maand is van de betoverende kleuren?
Mijn vriend, de dichter uit de streek van Lierde maakte er een gedicht over: ‘de streelwind over het fladderblad…’, toegelicht met een foto.
Maar bij een andere die tekent KDP, een groot man van de natuur en kenner en belever van het leven van vroeger en van nu, vond ik een foto - een schot in de roos - uit zijn ruime collectie van foto’s en ik mocht hem hier gebruiken: het onweerlegbaar bewijs van de schat aan kleuren dat de herfst ons brengt.
Het beleven van de kleuren van het land waar ik ben opgegroeid, waarin ik in gedachten nog immer wandelen kan, de velden en de bossen ervan bezitten kan, liefhebben kan, zoals men een geliefde bij de hand houdt of tegen zich aandrukt, dit alles en nog veel meer maakt deel uit van de eigenheid die we kennen de dingen te zien in hun perspectief van het voorbije en er aldus het blijvend ermee verbonden zijn aan te voelen in de kleuren van de herfst is het niet bewust, de binding is onderhuids aanwezig.
Zo bestaan we en zo zullen we heengaan, eens, en toch achterblijven in de eeuwenoude kleuren van de herfst.
In de foto ervan.
13-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-09-2023 |
Ik, besproeid met nieuwe krachten. |
Hoe en wat moet ik om verder gelezen te worden, om niet achtergelaten te worden als een dode letter, een vergeten schrijver, een verlaten man?
Ik heb er geen oordeel over en geen stem die het me zegt of geen geschrift die het me leert.
Ik blijf aldus mijn eigen weg gaan, blindelings het woord aanvaardend dat zich aanbiedt, wat soms tot vreemde toestanden leidt die ik dan durf zien als gewild door het of de onbekende dat of die me bespeelt, wat dan ook van mij een vreemde instelling is die ik, om eerlijk te zijn, blijf volgen.
Weet dat soms de nood heel hoog is om te weten hoe ik beginnen ga, zoals deze morgen en dat deze eerste zin de zaadkorrel is van een plant die zichzelf nog moet uitvinden, een zaadkorrel die kiemt en niet weet hoe verder te groeien en eigenwijs toch groeien blijft tot iets dat er nog niet was en er wellicht nimmer zou geweest zijn ware ik niet gaan neerzitten voor mijn klavier om te zaaien wat ik te zaaien had: een eerste zin.
Zo is alles met alles verbonden, is er geen woord dat geen ander woord oproept, geen daad die niet de oorzaak is van een daarop volgende.
Een vriend, een esoterieker de ik in lang niet meer gezien had – hij leeft in Nice of, in Venetië - schreef gisteren krachtige dingen over mijn boek op facebook zo mooi dat ik ze hier niet durf overnemen.
Dankzij hem krijgt mijn boek, dat ik bijna zag als afgeschreven, ook bij mij nieuw leven. Besproeit het me met nieuwe krachten, die ik anders niet gekend zou hebben.
Zijn woorden en ik ken hem als een sober man wat zijn uitspraken betreft geven me de elan die ik broodnodig had.
Ik kan verder voor een tijd.
12-09-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-09-2023 |
De vijver die me verwelkomt |
De vijver die me al lang verwachtte verwelkomde me met grote woorden: hoe het kwam dat ik er niet eerder was, dat het van de lente van vorig jaar geleden was dat ik aan zijn oevers had gestaan en, dat hij me gemist had zoals een moeder haar zoon mist die ver is afgedreven?
Ik ben gaan zitten in de lommer waar het geurde naar de bladeren van de populier en naar deze van de hoog opgegroeide struiken waarvan ik de naam niet kende en niet te kennen had; waar het geurde naar de wilde geur van aarde die werd omgewoeld. En, ik voeg er aan toe, dat ik ontroerd was waar ik zat in die rust van die lang vergeten plaatsen, omringd door vrienden en vriendinnen in wat ik noemen wil de intieme sfeer van het zomernamiddagenlicht naar de herfst toe.
Je vertelt het aan de vrienden omheen jou - ze zijn je komen halen - je vertelt het in andere woorden, deze die je toen wist, maar je vermelde enkel de rust die je voelde, de geuren hield je voor jou. Je hield ook voor jou, de geur van water en de plof van vissen die opsprongen en 'fish are jumping' waar je aan dacht.
Maar je zat daar, bijna roerloos; Veel had je niet te zeggen maar je dacht aan de rij fruitbomen die er stonden, aan de vlinders en de bijen en vooral aan de grassen langs de oevers hoog opgeschoten. Je wist het spiegelbeeld in het water van de bomen er omheen en je zat daar, in de beweegloosheid van de dingen van vroeger, van wie er waren en zijn heengegaan. Een leemte latend al zijn ze er nog zoals de leegte gelaten door de verdorde populier in de lange rij van Italiaanse populieren die in hun gebladerte de herfst aankondigen de herfst die me duurbaar is, zoals allen die er waren me duurbaar zijn.
Ik hoop dat ze het weten dat de band die me bindt aan de vijver me ook bindt aan hen die er nog altijd zijn en aan hen die er niet meer zijn.
Zoals uitzonderlijk het me nu bindt aan de 'Forgotten Landscapes' van Dirk Brossé die ik beluisterde om 16.45 op zondag 10 september, toen ik dit hier, schreef.
Nota:
Dirk beloofde me ooit in het kasteel van Ooidonck zijn vioolconcerto maar hij zal het vergeten hebben, ik niet. Echter mooier dan zijn landschappen kan zijn concerto niet zijn
11-09-2023, 04:49 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-09-2023 |
Het huis |
Vandaag herneem ik voor de zoveelste maal het gedicht dat ik schreef over het huis van een vriend die is heengegaan. Het huis echter is gebleven. Ik sluit het nu op deze woorden.
Atomen van stenen, ionen van geest, de componenten waaruit het huis is opgestaan.
Opgestaan in een wondere harmonie met bomen eromheen gegroeid, wat is van elk heeft geen belang, beide zijn noodzakelijk, in hun samenhorigheid.
Beleef met ons, als je de drempel overschrijdt: verbazing van conceptie die je wacht.
je had het nooit gedacht hoe vormen kunnen leven en hoe kleuren inviterend kunnen zijn.
Zo zegen ons begrijpen want dit kan een tempel zijn, consolidatie van regels en maximes van Euclides en van anderen, bij oordeel en bij inspiratie getemperd door de stand van lentezon en in de winter door Sirius en Orion.
Herinner je hoe de merel opgestegen uit de vijver waar hij drinken kwam, hoe traag de avond viel de lucht vol sterren stond.
We waren er woorden zaaiend lijk mosterdzaden, we spraken er met tussenpozen, wijl Chopins Sonate een verbeelden was een groot beleven er te zijn uitverkoren.
Van oude wijn de smaak, en van een gedicht gerijpt op perkament, de warmte van het samenzijn.
Dit alles opgetekend, de inkt ons onvermogen meer te zeggen, en toen we gingen, wij bewogen.
Nu de tijd erin opgesloten.
10-09-2023, 04:43 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |