Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    19-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De stap die ik waag te zetten.


     

          Het is altijd met mezelf dat ik beginnen moet. Zo overloop ik regelmatig de recensies van de boeken die verschijnen of gaan verschijnen in dit land. Ik weet zo ongeveer wat er hier - echter niet in het buitenland - als nieuw op de markt komt. Ik weeg wat er over verteld wordt af t.o.v. mijn manuscript, afgesloten de laatste dag van 2018, waar ik nu, al enkele weken terug, mee begaan ben.


          Ik weet dus heel duidelijk hoe ik in de markt sta: nergens, of zeker niet tussen de boeken van nu.           Ik kan me er zelfs niet tussen wringen, erger nog, ik vind geen enkel raakpunt.


          Ik zie me dus als een schrijver op een eiland, maar dan geen eiland in de oceaan, maar een eiland in de lucht, een eiland zoals Salvador Dali er een schilderde. Ben ik dan geen even grote fantast als Dali?


          Verontrustend is de wereld waarin ik terecht kom eens ik begin te schrijven, eens ik me instel als Ugo. Ik sta er niet, ik hang er, ik drijf er op de luchten. God sta me bij opdat ik niet vallen zou en verdwijnen in de dieptes van de (Stille) oceaan. Het erge is dat ik me goed voel bij wat ik schrijf en meer nog bij al wat er geschreven staat. Ik loop er nog, op de koop toe, mee te zwaaien, een trofee die ik in de hoogte houd.


          Maar wat indien het gebeuren zou dat ik er ooit mee tevoorschijn zou komen: hoe en in welke mate zullen  de recescenten er op af komen. Welke prooi zal ik voor hen zijn en hoe, want het zal nodig zijn, me te verdedigen?


          Zal ik, tenminste, de lezers van mijn  Blogs behouden om me een steun te zijn - ze hebben al een voorsmaak gehad - of zullen ook zij me afvallen?


          Elke morgen, bij het inloggen, zeg ik tot mijn woorden:  je bent goed, soms zelfs, je bent heel goed, maar soms ook, je bent middelmatig of, je bent om vlug te vergeten, slordig en nietszeggend, opstandig. Maar het betreft slechts een pak van 500 woorden, de moeite niet om er zich aan te storen of om er bij stil te staan. ik weet bij ondervinding dat je me altijd al aanvaard hebt, zelfs als mijn visie over de dingen grillig overkwam.


          Wat ik nog niet heb gezegd, mijn blogs en hieruit voortvloeiend, mijn manuscript, zijn mijn medicament tegen het oud worden. De woorden ervan, is het niet het verouderingsproces van mijn lichaam, ze houden in elk geval het proces van mijn geest in toom. Nu je weet wat dit ‘in toom houden’ betekent, je weet hoe ver me dit bracht/brengt: een eiland drijvend op de luchten, boven de Stille oceaan.


          Ik sta op het punt om mijn manuscript te laten gaan, om het toe te vertrouwen aan bevoegden die hun oordeel erover zullen vellen. Het is me al eens gebeurd en het was een vriend die me een bericht stuurde toen ik rondwandelde in het ‘Alhambra’ in Granada, dit, 10 jaar geleden. Ik had hem gevraagd de brief van de uitgever, die hij haalde uit mijn brievenbus, te openen en te lezen. Hun antwoord was kort en bondig, negatief geweest, zoals ik verwacht had. Ditmaal zal het rechtstreeks via mail gebeuren, zal ik weten, duidelijk weten, waar ik een tweede maal voor sta. Echter een derde poging komt er niet.


    19-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

         



          Ik pers me uit elke dag. Dit is het gevoel dat ik er aan overhoud. Zo lang er nog iets uit te persen valt gaat het nog, maar wat als ik helemaal leeg geperst zal zijn. Of kan dit niet, zal er nog altijd iets overblijven dat verwonderen kan, want het is daar dat het om gaat, verwondering zijn.


          Ik schreef gisteren dat ik (verrast eerst) verwonderd was door de enorme lengte van mijn schaduw die ik ongewoon vond. Wellicht heb ik die lange schaduw al vroeger meegemaakt, maar is het toen niet opgevallen, je kijkt er over heen, niet het vermelden  waard. Maar in de dagen van nu, zijnde de wereld waarin ik vertoef als ik schrijf, ben ik ingesteld op elk detail dat normaal niet opgemerkt wordt, en maak ik er dankbaar gebruik van om het te vermelden. Zelfs het detail dan nog te zien als  een wonder, al is het mathematisch de gewoonste zaak van de wereld, al is het logisch af te leiden én uit de lage stand van de zon, én  de helderheid ervan. Eenvoudiger kan het niet, tot het geschreven staat.


          Ik vraag me af hoe je dit lezen zult, wat het betekenen zal voor jou. Zal je wachten tot de avond valt om buiten te gaan en te zien wat er van is, wat het maar is, waarom het maar dat is?


          Het is nochtans nimmer mij bedoeling geweest dat je mijn zichtbare beweringen/vaststellingen meer zou controleren op de echtheid ervan, dan mijn beweringen wat het ‘onzichtbare’ betreft: de ene zijn de ogen toegewezen, de totaal andere, de geest, de denkende motor in ons, of misschien beter, niet wetende met zekerheid waar die zich bevindt, de motor ‘van’ ons, zijnde in het   terrein waar ik me ogenblikken lang uitleef, ondergronds en onbewust, een ganse dag eigenlijk - ik las onlangs dat het woord eigenlijk een dood woord is.


          Aldus val ik opnieuw in de kuil die mijn woorden hebben opgezet, wat niet mijn bedoeling was. Maar ik vraag je, waarover had ik het anders kunnen hebben? Je hebt de dagbladen, je hebt de boeken, je hebt de sociale media, een veel gebruikte term voor het ogenblik. Je bent oververzadigd wat het nieuws betreft. Wat wil je dat ik er nog aan toevoeg, mijn visie op het nieuw? Wat niet mijn beroep is en ook ik koester het niet, al herhaal ik me, al herhaal ik me in vele zaken.


          Want ook ik ben verzadigd, en verward door die verzadiging. Ook ik zie de bomen niet meer staan in het bos. Hoe wil je dan dat ik iets zou schrijven over de bewegingen die er zijn - naast wat verteld wordt/werd over de Kondratieff-bewegingen in de economie - in de samenleving, deze die plots opduiken om daarna weer te gaan liggen eens uitgewoed.


          Wat ik trouwens ook wensen zou voor de huidige bewegingen die de kunst doormaakt. Misschien ook daar zijn we nu stilaan op het einde gekomen van een periode waarin de kunst minder en minder is gaan zeggen over wat het sacrale, het kosmische in het leven is.


          Ik houd van de uitdagingen die ons elke dag op heel wat terreinen tegemoet komen, echter van de beschilderingen van het lichaam en de wildgroei van de baarden, verlos ons Heer. 


    18-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wonderen



          Als je me gevolgd hebt van in den beginne, en er zijn er, dan moet je al heel wat weten over me, zelfs genoeg misschien om er een essay over te schrijven: ik zeg zo maar iets om verder te kunnen gaan met mijn ‘grandioze?’ geschriften. Ik wil ze altijd verschillend wil van wat ik reeds bracht, dan toch minstens aanvullend, kleurrijker. Ik denk dat dit het gevoel is eigen aan mijn vrienden, ‘creatievelingen’: de beeldhouwer, de schilders, de poëten, ook zij willen telkens beginnen aan iets nieuws, iets waarin ze zich telkens willen overtreffen. In feite willen we dit allemaal, willen we, in het diepste van onszelf, meer zijn dan wat we al waren, het zit in ons om ons te bevestigen op een of andere wijze, immer en immer beter, tot onze laatste adem.


          Deze eigenschap van de mens is ook deze van planten en dieren. Darwin wist dit, of hij wist dat het ook een eigenschap van de geest was weet ik niet, hij heeft er misschien geen nood aan gehad in die richting te gaan denken. Maar als het gaat over ‘het zich overtreffen, dan is dit in de eerste plaats de eigenheid van de Kosmos, de eigenheid van al wat is. We vallen er keer op keer op terug: ons beginpunt zijnde de wereld van het allerkleinste, ons eindpunt het immense ban het alles. En we zijn van beide punten.


          Ik zegde het al en ik herhaal het hier: als Darwin een beeld ophangt van de evolutie eigen aan wat de zichtbare Kosmos is, dan is datzelfde fenomeen eigen aan wat van de binnen-Kosmos is, van de geest er binnenin, want het kan niet dat de structuur, de eigenheid van elk deeltje ervan, hoe minimaal ook - en zeker daar - in hun verbondenheid tot elkaar, dat de totaliteit van dat alles, het ganse Universum, niet één eenheid zou zijn, alles in alles verweven, een reusachtige kosmische geest in een reusachtig kosmisch lichaam.


          Jij die me leest, zeg me waar ik struikel, of waar ik gestruikeld ben.


          Wat ik niet begrijp is dat dit massale, met een enorme snelheid uit deint en blijft uitdeinen tot in het oneindig oneindige. Ik beken nederig dat dit me overstijgt, dat ik hier geen verklaring voor heb,  evenmin een beeld van heb, ook omdat ik niet vatten kan dat zo iets mogelijk is.


          Ik denk niet dat het ‘lichaam’ waarvan ik sprak, zich bevindt in een holte en dat het zich expandeert binnen die holte naar alle windstreken toe als naar zenit en nadir; ik vermoed niet dat die holte er is, het is het ‘lichaam’ zelf dat groter en groter wordt.


          De kleine man die ik ben geslagen met ongeloof, gekomen op het einde, het uiterste punt van zijn begrijpen, waar hij stoppen moet, meer dan ootmoedig, de nederigheid zelf.


         Zo gebeurde het vanmorgen, dat ik eens te meer ben afgedwaald; dat ik eigenlijk schrijven wou over de uitzonderlijke dag van gisteren. Zeggen dat ik aan de vijver was; dat de rij populieren waarin de sappen aan het stijgen waren, krachtig en zuiver als ooit voorheen, weerspiegeld lagen op het watervlak; gebeurde het, naar de avond toe, met de zon een heldere bol vuur juist boven de horizon; gebeurde het, toen ik opkeek, dat de schaduw van mezelf en van de dingen om me heen, een lengte had die ik nimmer voorheen had voor mogelijk gehouden. Kleine wonderen ook zijn de wereld niet uit, ze zijn de maatstaf van wat we maar zijn.


          Zo, heb ik mezelf overtroffen vandaag?


    17-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het etherische als voedsel


     

          Ik schrijf maar. Ik ben sinds lang al, uitgekomen op een zijspoor. Ik zit in een wereld binnenin de wereld, de plaats waar ik me goed voel, waar ik me uitleven kan. Ik weet het van dat zijspoor want als iemand me vraagt waarover mijn blogs gaan, over de actualiteit? Dan moet ik antwoorden, neen, over de tweede romance van Beethoven. Ik verschiet er zelfs van een dergelijk antwoord te (moeten) geven, maar het is me duidelijk, ik schrijf niet over actuele dingen, maar over dingen die ver van ons  bed zijn, die zich situeren in wat ik noemen wil het ‘niemandsland’ van de geest.


          En om te antwoorden aan een vriend die naast de geest - die sterft met het lichaam, zegt hij - een ziel heeft, die eeuwig is, dan zie ik dit onderscheid niet, dan is er misschien wel het verstand, maar het verstand is voor mij niet de geest, de spirit, het binnenste van het zijn.


          Mijn leraar godsdienst, zag de ziel als de rekker naar God. God was voor hem een Iemand. Voor mij is God, de t van wat binnenin tot in het minimaalste, het nog te ontdekken deeltje van de Kosmos is. Het is geen rekker, het is een materieel-spirituele  verwevenheid. Ik ben een deeltje Kosmos in de volste betekenis van het woord.


          Zo, het zijn mijn  lezers, eens ze me volgen in mijn betoog die me aan zetten om op dat zijspoor te blijven, tevens voer voor de filosofen - ook, wat mij dan betreft, misschien voor de psychlogen -  want met al wat ik waag te schrijven betreed ik, onvermijdelijk ook hun domein. Ik draai en keer me voortdurend, zoals gisteren, in een wereld zonder houvast. In feite is het deze van de poëzie, mijn woordgebruik, zelfs de plaats van het woord in de zin, is er op afgestemd. Aanvaard dus dat wat ik schrijf ingegeven is door de poëet in mij en niet door iemand die ‘volvoets’ - een woord bestemd voor een vriend dichter - in de actualiteit staat. Ik sta er wel in, maar ik laat het schrijven erover, aan de specialisten ter zake die er voor betaald worden.


          Maar je weet dit al een tijdje dat ik ongebonden, dat ik vrij wil rondwandelen in het land van de Letteren. Mijn hoop is dat ik tenminste tot dat land behoor, dat ik geen vreemde eend ben in de bijt, maar een vertrouwde cliënt.


          Ik situeer me, in een bepaald opzicht als een Miró: al zijn werken zijn verschillend maar zo eigenzinnig dat ze op elkaar lijken. Dit geldt eveneens voor wat ik schrijf. Of, als je het zo wilt, ik ben ook te vergelijken met een Beethoven, die de klanken van de sferen oproept. Ik doe hetzelfde maar het zijn de woorden van de sferen die ik oproep. En ze zijn veelvuldig, ze zijn ’coriace’; ze willen duidelijk maken dat ik in de wereld sta niet zo zeer als een omhulsel maar als het etherisch vulsel van dit omhulsel. En het is dit etherische dat mijn voedsel is.

     


          PS. Ik verwees gisteren naar het Evangelie van Thomas en ik sloot af met een verwijzing naar Jezus. De Jezus die ik bedoelde was een man van het Oosten, een man doordrongen van de filosofie eigen aan het ver in de tijd liggend Oosten.

    16-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beethovens 'Tweede Romance'.
    '


          Wakker worden met de ‘Tweede Romance’ voor viool en orkest van Beethoven, heeft dit invloed op je gemoed, op wat je dag zal worden, op de woorden die je schrijven zal?


          Ik denk het. Want wat er ook van zij, de muziek in al haar kleuren, in al haar melodieuze rijkdom blijft lang hangen in jou. Je neemt ze mee waar je gaat, ze is er, bij wat je doet, en het kan niet anders dan invloed hebben op de eerste uren van je dag, misschien is deze er zelfs nog, als je gaat slapen want het is muziek die op je geest, op je ingewanden geschreven werd, niet ‘deze’ morgen, maar jaren, een eeuwigheid terug, en sedertdien regelmatig terugkerend.


          Waarom dan deze morgen meer dan op andere momenten? Er is geen twijfel, het is omdat je met de jaren ontvankelijker geworden bent wat schoonheid betreft, en dan uitzonderlijk deze morgen, omdat je geest er uitzonderlijk was op ingesteld: Beethoven een van je meest geliefde componisten zijnde, hij je het diepst raken zal.


          Ik tracht me Beethoven voor te stellen die op een ogenblik in zijn leven, - een gewone morgen of avond of nacht - hij een melodie krijgt toegespeeld, waarvan de aanzet, de eerste sprankel zich, totaal à son insu, gevormd heeft en plots aandringt om uitgestreken te worden. Een melodie die hij vastgrijpt met elke vezel van zijn lichaam en geest, en waarvan de roep zo dringend wordt dat hij neerzit, de melodie betast met de toetsen van zijn piano en uitschrijft, aarzelend eerst, zoekend naar alle details ervan die reeds uitgeschreven staan in zijn onderbewustzijn. Uitgeschreven in potentie van voor het eerste verschijnen ervan.


          Het is muziek die ontstaat op een van de gegadigde ogenblikken in een leven: de weg naar de schoonheid van het zijn die open ligt, en je, je losmaken kunt van al het beklemmende en opstijgen tot ver boven de realiteit der dingen, in een glorieuze ruimte waar de oneindigheid je wacht.


          Momenten dat je de eeuwigheid binnendringt om er te zijn wie je bent in je verbondenheid met wat van de Kosmos is. Je weet het en je voelt het, de klanken overstijgen je, je bent die klanken, niets meer dan die klanken en de totaliteit van je wezen wordt er in opgenomen. Jij Beethoven zijnde opgenomen in wat het goddelijke is, in wat niet te noemen is met een naam: de grootheid van het zijnde omgezet in tekens op een notenbalk en hier tegenover, jij, Ugo, woorden zoekend om die muziek te beveiligen in jou, vast te ankeren in je dag.


          Hoe denken we, vroeg me een vriend, als het niet in woorden zou zijn?


          Ik denk niet, mijn vriend, dat we denken in woorden. Beethoven dacht niet in noten; ik dacht niet in woorden als ik begonnen ben met mijn blog. Er was zelfs geen vorm van een begin, enkel een dwang komende uit het geschrevene van Beethoven, zoals ik zegde, een sprankel van wat, eveneens, totaal à mon insu klaar zat in mij om omgezet te worden - bij Beethoven in muziek - in woorden. Woorden die er voorheen nog niet waren


          Als er op aarde gesproken kan worden van een wonder, dan is het wel de geest die het wonder van het wonder is. Ik denk hierbij aan het (apocriefe) evangelie van Thomas (Logion 29 de ‘l’Evangile selon Thomas’, éditions Metanoia, 1975):

     

    Jésus a dit:

    Si la chair s’est produiite à,cause de l’esprit,

    c’est une merveille;

    mais si l’esprit c’est produit à cause du corps,

    c’est une merveille de merveille.

    Mais moi je m’émerveille de ceci:

    comment cette grande richesse

    s’est mise dans cette pauvreté.

     

    Dit zijn woorden om te herkauwen, Jezus waardig!

     

     



    15-02-2019, 06:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hat materieel aspect van het Immateriële



          

          Op de dag van 13 februari, de dag waarop de democratie met de voeten getreden wordt door de vakbonden die zich een stem in meer toe-eigenen - ze hebben de stem die ze democratisch toevertrouwd hadden aan de verkozen vertegenwoordigers, opgezegd - heb ik terug gedacht aan een totaal ander aspect van onze samenleving: de zoektocht van een groep mensen, ze zijn met drieduizend  wetenschappers en studenten, lees ik, in de CERN in Genève.


          Een grotere tegenstelling kan er niet: enerzijds het lamleggen van elke bedrijvigheid, anderzijds een activiteit bij houden die er op gericht is iets  te vinden dat er, volgens hen althans, logischerwijze zijn moet, echter tot op heden, onbereikbaar is gebleven, op het mysterieuze higgsdeeltje - het deeltje, zegt men, dat massa geeft aan de materie in ons Universum (?) - na.


          Ik laat de vakbonden en hun methodes om zich te bevestigen, want daar komt het op neer, voor wat ze zijn, en ik keer me, waar ik het onlangs nog over had[1], naar de pro-actieven, de zoekers van de CERN. Deze weten nu dat de snelheid die ze ontwikkelen met hun LHC-versneller, bijna deze van het licht, in hun ondergrondse tunnel van 25 kilometer lang, en de energie hiervoor nodig, ontoereikend schijnt om te vinden wat ze halsstarrig aan het zoeken blijven. En ik lees hierover, de voor mij prachtige, veelzeggende zin in de Standaard[2]:


          ‘In het standaardmodel van de deeltjesfysica worden de materiedeeltjes beschreven en de natuurkrachten die erop inwerken. Helaas past de zwaartekracht er niet in, waardoor de fysici weten dat er meer moet zijn.’


          De snelheid waarmede ze de protonen door de tunnel jagen, bedraagt, ongeveer 300.000 : 25, of bij benadering 12.000 maal de afstand van de tunnel per seconde, ondanks die snelheid weten ze nu ‘dat de energie niet hoog genoeg is om het standaardmodel tot in de kleinste details te testen.’ Ze kijken dus uit naar, een versnelling van de versneller, de bouw van een Future Circular Collider (een FCC) van maar een slordige 100 kilometer lang, ondergronds, dus vier maal zo lang als de LHC, de Large Hadron Collider waarover ze nu beschikken.


          En dit om te vinden wat ze denken dat er ‘meer’  is.


          De vraag die ik me stel - het artikel heeft tijd nodig gehad om door te dringen - wat is dit ‘in meer’, wat kan dit ‘in meer’ wel zijn. En, als ze dit zouden gevonden hebben, wat zegt er hen dat ze daarna geen versneller nodig hebben die nog maar eens vier maal langer is?


          Al wat ik hier zeg over de CERN is van een andere wereld, is van het binnenste van de wereld, het gebied van het onzichtbare maar tevens van het wezenlijk bestaande, van het in werkelijkheid onmiskenbaar daar zijnde. Er was destijds een naam voor, de mens die er toen was keek er naar op, boog er het hoofd voor, had er offergaven voor over. De mens van nu is, in vele gevallen, niet alleen blind ervoor maar ook nog eens doofstom erbij.


          Ik heb een vaag vermoeden dat mettertijd de ogen geopend zullen worden en erover meer en meer, veelvuldiger dan ooit, zal gesproken worden. De LCC die er komen zal, zo hoop ik toch - die, ‘omgerekend elke Belg zo’n halve euro per jaar zou kosten’, aldus Freya Blekman, staat er borg voor.


          Want, waar de LCC op zoek naar gaat is niets anders dan de materialiteit van het Immateriële, het deeltje dat van de geest is.



    [1] Mijn blog van 08 februari

    [2] Senne Starckx in De Standaard van 18 januari: Freya Blekman: ‘een nieuwe Higgsfabriek’.


    14-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (3)

    13-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Om het even.



     

          Ik heb na al die jaren alles al verteld wat er te weten is over mij. Je moet me stilaan beginnen te kennen, zoals ik me stilaan ken. De afdruk die ik achterlaat, als voetstappen in de sneeuw, moet toereikend zijn om je een beeld te vormen van de complexe man die ik ben. Toch ga ik maar verder, blijf ik doordringen tot de diepste geheimenissen van mijn persoon, alsof jij mijn biechtvader bent.


          Wordt je het niet moe, elke dag te luisteren naar mij, misschien je dag ermee te beginnen en een tijdje rond te lopen: mijn gedachten en gevoelens, binnen in jou geprojecteerd, opgehangen? Mijn vriend, want dat ben je onvermijdelijk geworden, en ik verheug me erover. Al ken ik je niet ten gronde, ik weet dat je er bent, als de echo van mij, en jij weet dat ik me elke morgen, elke dag keer tot jou, spreek tot jou me bloot geef aan jou. Er is een pact gesloten tussen ons.


          Het is weliswaar, een vreemde bedoening die gegroeid is. Ik, die me zie als een eenzame boom in de vlakte. Het uitzicht ervan zich wijzigend met de seizoenen. Tekenend, oproepend met zijn kruin, het landschap van het woord, de wortels ervan geankerd in wat van de kosmos is, in wat van het nog niet-zijnde is. Hij ademend, uitkijkend, wachtend elke morgen op de sappen die gaan stijgen tot in de hoogste, tot in de verste punten van elke tak ervan. Pas dan hij tot een grote rust komt die zich verspreid in de luchten rondom hem.


        Roekeloosheid is zijn deel, is mijn deel. Hoe ver deze reikt wordt niet bepaald, er zijn geen grenzen. Woorden zijn oneindigheid, ze dragen in zich de factor eeuwigheid en hij die deze factor kent, enkel hij,  betreedt die eeuwigheid. Umberto Eco wist dit en hij was niet de enige die het wist. Hij wist dat schrijven een kosmische bedoening was; dat het, het treden was in de voetsporen van het bezielde Universum; dat de bezieling ervan ook deze van hem was; dat  hij dus, schrijvend, verzwolgen was in deze eigenheid van deze bezieling. Opgenomen was in de golfbeweging ervan, meedeinend, alle verborgenheden ervan betredend.


          Zelfs al is hij slechts een vlokje schuim ervan, een ander aspect ervan, hij is van de beweging van de golf, van de beweging van de oceaan, van de beweging van het Universum. Hij weet het, omdat het hem ingegeven is in zijn genen, die ook deze zijn van hetzelfde Universum zo materieel als spiritueel, dit laatste onsterfelijk zijnde. Hij ook het is.


          Je roekeloosheid, geladen met de essentie van dat plukje schuim brengt je heel ver in het tijdloze van de tijd, dat vóór het begin was, waaruit alles is ontstaan wat kon ontstaan, wij, mens, inbegrepen.


          Ik zeg je dit omdat ik het anders niet kwijt geraak, omdat het de enige weg is die me gelaten is om het te doen: we zijn allen van het tijdloze dat ons overspoelt. We komen, we groeien open, we laten onze voetprint na en keren terug naar het tijdloze, naar waar we waren toen we er nog niet waren. Meer schijnt het niet te zijn - al is het heel wat - al is het om terug te keren en opnieuw te zijn of, is het om te worden opgenomen in andere oorden, in een arcadia, even groot als een droom kan zijn?


          Het is me om het even. 


    13-02-2019, 06:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kracht van het woord


     

          Ik ben elke morgen met mezelf begaan, niet met hoe mijn lichaam het stelt, maar hoe mijn geest het stelt, of er iets is waar ik iets kan over vertellen. Het zijn de jaren die me In een dergelijke toestand hebben gebracht. Het ongewone hierbij is dat ik niet wachten kan tot de voormiddag of tot later op de dag om op zoek te gaan, neen het moet gebeuren voor het licht opkomt, alsof ik geen vertrouwen zou hebben in wat de dag me brengen zal. Dit is een vaststelling die ik nu onder ogen krijg, ik had er voorheen nog niet aan gedacht, maar er is wat is. Ik ben nu eenmaal zo geworden, er is wat dit betreft geen rust meer in mij, deze komt pas als mijn vijf honderd woorden geschreven staan. En dan nog, ik weet dat het de volgende ochtend herbeginnen zal.


          Hoe het vroeger was weet ik niet meer. Zeker is dat ik me toen niet uit mijn slaap gewrongen heb om onmiddellijk aan het werk te gaan alsof mijn leven er van af hing, maar mijn blog heeft me zo ver gebracht, hij houdt me wakker tot laat in de nacht en hij slaat toe vroeg in de morgen. Een verademing is er niet, ik moet er voor vechten bijna, een gevecht met mezelf.


          Stel je voor, een man die zijn geest geen ogenblik rust gunt, een man die een slaaf is van zichzelf.         Overdrijf ik als ik dit zeg, enigszins wel, mijn woorden zijn misschien te sprekend maar dan toch een benadering van de realiteit waarin ik gedompeld ben.


          Je kunt opwerpen of het wel elke dag moet, of er niet gewacht kan worden tot er iets gebeurt, maar, er gebeurt maar iets als het geschreven staat. Een wandeling in het sneeuwlandschap is er maar geweest als ze opgetekend staat, ongeschreven is ze er voor niemand, amper nog voor jezelf. Wat ik schrijf deze morgen is een gebeuren dat er niet zou zijn had ik het niet geschreven. Nu het er staat krijgt het gestalte voor elk van ons, wordt het een vaststaand feit, een gebeuren. En dit geldt voor elke blog die ik schrijf en niet alleen voor wat geschreven wordt, dit geldt even goed voor een tekening of schilderij, voor een beeldhouwwerk of een muziekstuk. Niets is als het niet zichtbaar is in welke vorm ook.


          De droom die ik had deze nacht was er zonder er te zijn, vertel ik hem hij wordt geschapen, hij krijgt een vorm van werkelijkheid waarbij het droomgehalte verdwijnt. De kracht van het woord is dan ook immens.


          Ik kan, in meer, iets laten gebeuren dat er niet was, dat er nooit geweest is of er nooit zou zijn had ik het niet gezegd dat het er was. Niemand, ik zelfs niet, zou iets geweten hebben van wat er elke morgen gebeurt met mij had ik het hier niet opgetekend, niet als een klacht, maar simpelweg als een toestand die nu definitief is vastgelegd en waar ik niet meer hoef op terug te komen, liefst niet.


          Dit gaat hier dus over de kracht van het woord: de vreugde die ik elke morgen ken, is me te wentelen in dit krachtenveld. Ik voel me er goed bij, en ik, wat zou ik nog méér kunnen wensen?      


    12-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stephen R. Covey


     

          Je kunt je niet elke dag anders opstellen, je kunt niet ignoreren wat je al dikwijls geschreven of naar verwezen hebt. Al tracht je wel het niet te doen, sommige gedachten zitten in jou vastgegroeid en je komt er dus, zelfs zonder het te beseffen, regelmatig op terug. Hoe, vraag ik me dan af, hoe is het gesteld met anderen die ook dag aan dag een blog bijhouden?


          Ik weet het niet, ik zoek het niet op, ik heb werk genoeg. Heb al heel wat geschreven in mijn leven, hopen vellen papier vol, destijds, en zoals ik thans bezig ben, een vaste schijf vol. Ik geraak er niet meer wijs uit, echt.


          En, wat is er van een mens die schrijft en weinig nog leest? Stompt hij af; keert en wentelt hij zich in wat hij nu vele jaren al heeft opgestapeld in zich: een grote massa herinneringen die teksten zijn, die plaatsen zijn waar hij heen kan gaan, er vertoeven en er over uitweiden. Misschien, tot vervelens toe van hij die deze lezend ondergaat. Weliswaar, deze massa is ook een voedingsbodem soms voor nieuwigheden, en het zijn deze die me rechthouden. Het is een zilvermijn met tal van gangen waar ik binnen loop hopende een nieuwe ader te vinden die ik uitgraven, uitkappen kan. Meer ben ik niet, een zoeker naar nieuwe zilveraders, geen goudaders, op deze ben ik niet ingesteld.


          Het zijn dus geen verhalen over vreemde landen, over vreemde gebeurtenissen die ik breng, ik ben zeer arm opdat gebied en mijn vindingrijkheid kent heel vlug zijn grenzen. Ik heb, te weinig geleefd, dit is het besluit dat ik trekken moet. Daarmee basta, alles is aldus afgerond.


         Op Nieuwjaar schonk mijn oudste dochter me, een luxueuze, op glad en stevig papier, een ‘Your Mind, inspired’ agenda. Ik lees erin ‘a spiritual thought’ van Stephen R. Covey:


          ‘De meeste mensen luisteren niet om iets te kunnen begrijpen. De meeste mensen luisteren om te kunnen antwoorden.’ 


         Het gaat me hier niet om ‘de gedachten van de meeste mensen’, Ik ga hier geen essay over schrijven al kan ik me inbeelden wat hij hiermede bedoeld, het ontbreken bij velen van een proactieve instelling. Het gaat me om de persoon, Stephen R. Covey, 1935-2012, een Amerikaan, een generatiegenoot, die een boek geschreven heeft: ‘The Seven Habits of Highly Effective People’. Google weet er alles over.


          Het is zeker niet mijn bedoeling er iets aan toe te voegen of ervan weg te laten. Maar het is literatuur waar ik weinig aandacht aan schenk of aan geschonken heb. Ik heb geen ‘vinger-opstekende-teksten’ geschreven, ik heb geen raad te geven aan mijn lezers, geen tips om zo te zijn of anders. Ik kan hen alleen zeggen hoe ik ben, hoe ik me voel en hoe ik nog, met één voet, in de wereld sta.


          Stephen R. Covey kende ik niet. Na Google hoorde ik wel wie hij was en vooral de raad die hij gaf om een succesrijk persoon te worden. Hij schreef zelfs, ‘The 8th Habit, een boek bestemd voor die succesrijke personen. Er gaat een ‘you tube’, die zeer gepast en in klaar en duidelijk Engels, een bespreking brengt van de ‘message’ verwerkt in het boek. In feite zeer leerzaam voor iemand zoals ik die met zijn manuscript - ware er niet mijn leeftijd - op jacht wil gaan naar succes.


          Het boek verscheen  in 1989 en werd vertaald in 38 talen, zoals ik lees. Het moet dus in elk geval voor de schrijver een succes geweest zijn. Wellicht nog, wellicht lopen er heel wat van zijn leerlingen rond in deze wereld, we willen allen succesrijk zijn.


          Ik ben het al, als ik succes heb met wat ik je elke dag voorschotel. Ik weet dat het vandaag iets minder is voor mij, eerder meer voor Stephen R. Covey.

     





    11-02-2019, 00:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verschrompeling

          



          Elke dag draagt in zich een risico: ofwel een groot, het einde van de dag niet halen, ofwel een minder, niet te weten over wat je schrijven zal. Het is, in het eerste geval, een kwestie van overleven, in het andere, een kwestie van gezichtsverlies. Beide mogelijkheden draag ik diep in mij, al is het de eerste maal dat ik dit zo bruutweg neerschrijf. Zeker is dat ooit een van beide gebeuren zal maar, is dit dan wel een risico? Is het niet iets dat een nasleep is van mijn geboorte, dat beide, komen en gaan, innig met elkaar zijn verstrengeld: de dood voortvloeiend uit, liggend in het verlengde van, het geboren worden?


          En de tijd tussen die twee eigenzinnige punten of toestanden, niets meer zijnde in essentie, dan een geleidelijke opbloei die uitmondt in een geleidelijke verschrompeling; zijnde een afname van mogelijkheden, een voorbereiding die ons leiden moet tot de aanvaarding van ons aller lot.


          Er werd me een lange voorbereiding gegund. Wat voor velen niet het geval is geweest. Daarenboven is het gebeurd, in toch wel zeer gunstige omstandigheden. Ik beleef het, zelfs als ik het voor mijn lichaam houd bij een verschrompeling, op een, niet alleen zeer aanvaardbare,  maar ook toch wel, alles in acht genomen, zeer dankbare als vruchtbare wijze. Ik haal er het maximum uit, ik schrijf erover. Ik maak er een wedloop van waarbij ik het gevoel heb dat het een soort steekspel is van twee gestalten die op elkaar afstormen, de ene positief, de andere negatief, de speer hoog geheven. Wat kan iemand meer verwachten?


          Het leven is me heel ridderlijk geweest, ik hoop het nog wat te houden zo. Wie weet welke ontdekkingen me nog te wachten staan tijdens deze verschrompeling van dagen, ten minste zo mijn geest alert blijft voor elk teken, elke boodschap die me wordt toegestuurd.


          Want alertheid is wat ik nodig heb, en deze zal er niet zijn als ik onder de dekens blijf liggen of op de sofa, dit krijgt Dante in zijn ‘Inferno’, zijn Hel, te horen van Vergilius. Dante, van wie ik ooit waagde te schrijven - ik was in Toscane toen - dat we samen, hij in zijn donker gewaad, naar de sterren stonden te kijken en ik hem vertelde dat ik hem aan het volgen was op zijn tocht door de Hel.


          Het was de dag dat we - ik toen ondergedompeld in de lectuur van zijn Divina Commedia - in San Gimignano waren, een middeleeuws stadje, dichtbij Siena, met een skyline van torens. We hadden er gewandeld in de straten waar hij ook moet gewandeld hebben[1], en voor het slapen gaan, na enkele glazen wijn, was ik op het terras gaan staan van de B. & B. ‘I FIAMMINGHI’[2] en dacht ik Dante naast mij. Zo heb ik toch gemeend het te mogen vermelden achteraf in een blog die gelezen werd door velen. Ik weet dat mijn verbeelding me toen parten heeft gespeeld maar deze was even aanvaardbaar en van een andere aard dan de verbeelding eigen aan de Harry Potter verhalen en het succes dat ze meekregen.


          Ik zie mijn verbeelding, wat Dante aangaat, en zijn aanwezigheid als ik schrijf of converseer met hem, niet als een verschrompeling van de geest, integendeel, ik ga op jacht ernaar en elke vondst dat ik doe zie ik als een winstpunt, dan toch als een positief punt tegen de algehele verschrompeling van lichaam als van geest.


          Zo is elk uur dat voorbijschuift, is elk ogenblik, een punt op de lijn die loopt, beginnende van de bevruchting in de richting van de laatste ademstoot. Het effect ervan wordt echter slechts zichtbaar en, voelbaar, naarmate de laatste punten op de weg worden bereikt. Pas dan, met de eindafloop voor ogen, krijgt, enkel wat het lichaam betreft,  het woord ‘verschrompeling’ zijn volle betekenis.


          Wat de geest in dat lichaam of omheen dat lichaam aangaat, dit kan een totaal nieuw beginnen zijn in een ander Universum, schreef ik ooit. 



    [1] Frans van Dooren schrijft er over in zijn boek ‘Met Dante door Italië’, Ambo/Amsterdam, 2005. Hij vertaalde ook op een voor mij  schitterende wijze de Divina Commedia in Nederlands proza

    [2]  B.& B. in Montaione, Firenze/Toscane: www.I Fiamminghi.it


    10-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is van het schrijven in de morgen

       


          Men zegt me soms dat ik zwaar schrijf, wat niet bedoeld is als een minpunt, maar simpelweg als een vaststelling die ik graag aanvaard. Ik ben nu eenmaal zo en het is vandaag niet dat dit veranderen zal. Iedere vogel zingt en het spreekwoord leert ons hoe hij zingt en hoe niet. Ik ben dus iemand die in de zwaarte werkt, die dingen tevoorschijn brengt die verbazen, die een inspanning vragen bij het lezen - ze vragen me die ook bij het schrijven. Het is voor mij telkens een uitdaging die ik aanga in de hoop erin te slagen iets te brengen dat geen dagelijkse kost is. Ik geloof trouwens niet, dat ik jullie als lezer zou behouden indien dit het geval zou zijn.


          Nu is het wel zo dat de ene dag de andere niet is, dat ik dieper graaf vandaag om het morgen zachter aan te doen, maar mijn betrachten gaat toch altijd in zelfde richting, deze van de geest, deze van iets dat eerder ruikt naar het ongewone; het is om het duidelijk te maken, altijd een beetje aangebrand.


          In 2005 hield ik aan de zee in San Juan/Alicante een, wat ik noemde, ‘poëtisch dagboek’ bij, geschreven in een klein schriftje, een ‘cuaderno’ waar ik zat op de rotsen - er is geen strand - met de beweging van de zee voor mij. De tekst ervan werd destijds gebundeld in een beperkt aantal exemplaren. De woorden zijn geen oude koeien geworden, ze doen  het nog steeds. Ze illustreren de gedachtewereld waarin ik daar toen rondwandelde, weinig verschillend van deze van nu. Maar ik bezat toen wat ik  nu niet meer in zelfde mate bezit: het inspirerende van de golven - zoals Debussy - de weidsheid van de luchten, de diepe rust van het ’er zijn’, vrij en ongekunsteld, open en groot ontvankelijk.


          Het schijnt me toe - en ik denk aan Cees Nooteboom - dat ik toen doordrongen was van de plaats waar ik was en, als ik schreef wat ik schreef, dat het uitsluitend te danken was aan de spiritualiteit eigen aan de omgeving. Ik was gedompeld in die spiritualiteit, ik betastte die, ik voelde en rook die in en omheen mij; ik stond er binnenin, én met beide voeten, én met mijn geest.


          Vandaag, als ik die gevoelens van toen terug tracht te halen, kennen ze  niet meer die zelfde geladenheid, missen ze het gevoel van de wind in mijn gelaat en op mijn handen; missen ze wat van het schrijven is op licht korrelig papier; missen ze de geuren en wat meer is, het geluid, de zang, van de opspattende golven. Ik kan, weliswaar, alles nog terugroepen, weten hoe het was, maar iets ontbreekt, de eenheid die er toen was tussen het reële van mijn omgeving en het woord van mijn tastende geest.


          Druk ik me correct uit? Ik weet van een vriend dat hij in zich het globale, betoverende beeld draagt van de zee van bij ons, beleefd op elk ogenblik van de dag; van een andere dat hij alles kent, voelt en ondergaat, van het land onder de sneeuw als in volle zomer, en van nog een andere dat hij weet hoe het is de zondagmorgen aan een bepaalde meander van de Leie, in de winter als in de lente. Maar als ze deze beelden terug oproepen, en wellicht gebeurt dit regelmatig, ontgaat hen meer en meer, naarmate het vorderen van hun dagen, het reële aspect ervan, is het maar een omfloerste werkelijkheid die ze terugvinden. Het is als de nuance die er ligt tussen het lezen van een boek en het erop roepen, maanden, jaren later, van wat het boek geweest was toen je het las.


          En, keer ik terug naar mijn ‘Poëtisch Dagboek’ van 2005, heb ik vandaag, gezien wat ik hier verklaarde, het recht er een jota aan te wijzigen?


          Ik denk dan dat ik weer niets had om over te schrijven als ik wakker werd deze morgen.


     


    09-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Speculatie


     

          Een etmaal lang bleef ik in de sfeer van mijn blog van gisteren. Ik geraak er deze morgen nog niet uit als ik verneem dat de fysici, werkzaam in de deeltjesversneller, de Large Hadron Collider van de CERN in Genève,  de vrees kennen dat binnen afzienbare tijd de mogelijkheden van de LHC zullen uitgeput zijn, zonder het gewenste resultaat, een ‘formule van het Alles’, te hebben ontdekt. Ze zien in dat de tunnel van 27 km lang, 50 m onder de grond, ontoereikend wordt en dat ze zouden moeten kunnen beschikken  over een tunnel die tien maal langer is.


          Het verheugt me, te vernemen dat de tunnel en de ganse, voor mij ongrijpbare als onvoorstelbare installatie van magneten in een tunnel en, van protonen die hierin met een snelheid van 99% van deze van het licht tot botsing worden gebracht met andere protonen, dat deze wijze van onderzoek, niet het resultaat heeft opgeleverd dat werd verwacht.


          Het verheugt me als ik dan hoor wat ze nodig achten om ooit (in 2150) succesrijk te zijn, omdat ik een dergelijke inschatting om succesrijk te zijn, het bewijs levert dat de structuur van de materie en van alle componenten ervan, zijnde dit gene dat binnenin de deeltjes aanwezig is, tot en met de ziel, tot en met de geest erin, niet te ontdekken, niet te bepalen zijn. De fysici zijn wel toegankelijk tot wat van stof is, niet wat van geest is.


          Nu, geven we, aan ‘wat van geest is’ een andere naam - een naam die meer en meer dood gezwegen wordt - en  staan we voor het ondoordringbare, voor het ‘onstoffelijke’ dat is, zonder er te zijn.


          De mirakelformule, waar de fysicus van droomt[1], deze die hem tienmaal de Nobelprijs zou bezorgen, blijft utopisch voor de mens van nu. Het kan dat hij, op een ander vlak, er ooit toe komt, een begin van begrip te tonen voor de mogelijkheid van het bestaan van een vijfde mysterieuze, niet te bepalen kracht - het Higgsdeeltje werd al eens het godsdeeltje genoemd - en tezelfdertijd, dat hij zich  zal moeten onderwerpen en ootmoedig bekennen dat hij de ‘muur’ waar hij aangekomen is, niet kan doorbreken of overschrijden.


          Wat ik schrijf over deze ‘mysterieuze kracht’ is een vorm van speculatie, die geldig blijft zo lang de gezochte formule niet gevonden is. Echter, als ik hoor dat een tunnel van 27 km ontoereikend is, waarom dan zou een tunnel van 270 km een grotere garantie zijn voor succes?


          Ik houd het dus bij mijn speculatie. Ik voel me er deze morgen, goed bij. Het bestaan van een mysterieuze kracht eigen aan de stof, eigen aan het Universum opent enorme mogelijkheden en dan zeker voor de mens die bijna de rand van het leven heeft bereikt.


          Onze geest, deze van de homo sapiens beweegt voortdurend in deze richting.


     



    [1] Gezocht wordt naar een formule die de vier fundamentele krachten: zwaartekracht, elektromagnetische kracht, zwakke en sterke kernkracht, bij elkaar brengt.


    08-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wildiers versus Vermeersch




          Mijn lichaam verstramt, een te grote beweegloosheid speelt me parten. Tot daar nog toe, maar het gevoel overheerst dat er ook een verstramming aan het optreden is die mijn geest in zijn greep houdt, wat erger is.


          Ik zal, zo stel ik toch, wellicht niet meer ‘ten volle’ meemaken wat zich voor het ogenblik in de wereld van de fysica aan het voltrekken is: de impact van de ‘New Physics’ en al wat hieruit voortvloeit, op ons persoonlijk leven en op de samenleving in het algemeen. Een diepgaande revolutie heeft plaatsgevonden en zet zich onhoudbaar verder. Wat voorheen, een, hoogstens twee generaties terug, weinig zorgen baarde, de gevolgen van de industrialisering, is nu onze diepste bekommernis. We zijn er ons van bewust dat de gevolgen ervan voor onze levenskwaliteit catastrofaal zullen zijn als er niet ingegrepen wordt. Noties als deze van bijvoorbeeld fijn stof, die vroeger onopgemerkt bleven, kunnen nu gemeten worden. De impact van onze levensgewoontes op de natuur wijzen nu, voor velen,  in de richting van een opwarming van de aarde, wat het ergste laat vermoeden voor de toekomst - zo wordt toch gepredikt en betoogd - als niet wordt ingegrepen. Echter, of we nog terug kunnen naar de toestand van vroeger, valt te betwijfelen, zoals ook te betwijfelen valt of we in staat zijn een krachtige halt toe te roepen aan wat vandaag gaande is.


          Het was echter niet mijn bedoeling hier de aandacht op te vestigen - want onnodig, de media staat er bol van - wel op het feit dat we in staat zijn mathematisch en wetenschappelijk de vervuiling vast te stellen en in cijfers uit te drukken en, als we dit in staat zijn te doen, dit te danken is aan de enorme verfijning van de kennis hoe de materie is opgebouwd; een kennis die dermate geëvolueerd is dat we doorgedrongen zijn tot in het hart, zelfs tot in de ziel, het allerbinnenste, van de materie. Wat ik een paar dagen terug vertelde over Jean Charon en zijn wereld van het elektron is er een voorbeeld van.


          Mijn betoog van vandaag - niets wetenschappelijk want ik ben geen fysicus - is hier op gericht dat de verfijning waarvan ik sprak in onze kennis van wat de materie is, onvermijdelijk ook zijn weerslag ‘moet’ kennen, eerder vroeg dan laat, op een verfijning van wat van de geest is en, hieruit voortvloeiend, de impact van beide op elkaar, met als gevolg - en dit schijnt me bijzonder belangrijk toe - dat de filosofie die we gekend hebben op het punt staat een meer kosmologisch gerichte filosofie te worden.


          In feite is deze zich al lang aan het voorbereiden, zelfs niet meer ondergronds, Alfred North Whitehead (1861-1947), zag het Universum als een organisch geheel, met de onderliggende metafysische besluitvorming eigen aan een evolutionistische visie eraan verbonden.


          Tegenover de metafysica van het ‘zijn’ van Aristoteles, plaatst Whitehead de metafysica van het ‘worden’. Teilhard de Chardin van zijn kant, zal de mens, de homo sapiens, inschakelijken in deze evolutie.


          Ik lees hierover  - en het sterkt me in mijn bewering dat ook de filosofie deze evolutie volgen zal - bij een belangrijke filosoof van bij ons, een groot denker, iemand die, in tegenstelling tot een Vermeersch, de diepte van het ‘worden’, tot in de fijnste (kosmische) verwevingen ervan heeft opgezocht: Max Wildiers[1] en dit ziet: ‘als een nieuw verbond tussen mens en universum, een nieuw verbond dat bepalend zal zijn voor de toekomst.


          Er is, mijns inziens, geen enkel excuus om zijn boek, ‘De vijf vreugden van de geest’ dat voor de mens van de XXIste  eeuw de spirituele waarde heeft van een Bijbel, niet te lezen.


          Wat of wie heeft me deze morgen aangezet om dit te schrijven?




    [1] Max Wildiers, 1904-1996, theoloog en cultuurfilosoof: ‘De vijf vreugden van de geest’, uitgeverij Pelckmans, 1995.


    07-02-2019, 06:52 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De stilte van het zijn

      

          Er gebeurde heel wat de laatste dagen, ik ben heel ver geweest, verder dan de Big Bang ben ik gaan kijken. Je moet het maar doen en het overleven. Thans, nuchter van geest, blik ik terug op wat enerzijds  zwaar, maar ook lichtend van inhoud was. Toch voel ik dat ik hierover niet alles heb gezegd, is het een onderwerp dat me altijd bezielen zal, tot in het eindige van mijn dagen, en zeker dan.


          Het is een geluk voor mij, dat dit onderwerp op mijn programma staat omdat het toegankelijk is en uitgestreken kan worden omdat het oneindig is. Het is een kluif. Het is meer dan een bos, het is een regenwoud waarin je, o zo gemakkelijk, verdwalen kunt. Goed dat ik het weet. Goed dat ik nu en dan zeg dat wat ik verklaar slechts peilingen zijn, slechts een aftasten is van mogelijkheden die zich aanbieden, met dien verstande evenwel dat ze alle uitlopen op, toch voor mij althans, één zekerheid: de dood is niet het einde maar een begin, een terugkeer naar een Eden. Ik wandel aldus in een cirkel, ik vertrek telkens van uit deze zekerheid en keer er, via een omweg naar terug.


          Dit is mijn publiek geheim, een ander heb ik niet. Ik denk dat het dit is dat maakt dat ik niet leeg geschreven geraak, dat er nog altijd iets rest om op terug te vallen en over uit te weiden met andere woorden, vertrekkende uit nieuwere oorden om eens te meer aan te komen op een plaats waar ik nog niet was. Het is dit landschap dat ik elke dag betreed, opneem in mij en waarin ik me beweeg, of het nu realiteit  is of inbeelding, het maakt - buiten het voelen van de kille luchten - helemaal geen verschil, het resultaat is het zelfde.

          Zo is het, alsof ik elke dag, door de velden die ik zo goed ken - de horizonlijn heel laag  als ik op de heuvel kom - naar de vijver rijd. Dat ik er ben, er neerzit of er rondloop, wachtend op een inval, liefst een verwrongen zin. Liefst een regel om er een gedicht, om er wat proza uit te putten. Wat er op neer komt binnen te gaan in de beweegloosheid der dingen en er, even beweegloos, even maar te zijn. Ingekeerd er te staan in het licht dat nog tanend is met nog steeds een groot zwijgen in mij, roerloos, omwikkeld met de stilte die van de naakte populieren is, van de grassen, van de struiken is, die van het water is, van de weerspiegeling is, het enige dat hier beweegt, trillend, ademend.


          Hoe ik ben, als ik er ben, als ik er niet ben: ik ben de stilte zelf, de wind die van de stilte is, die van al de dingen is: de tafel en de stoelen op het terras, de zonneschermen dicht gesnoerd, de blauwe zak met blikjes, roerloos kijkend, niets hoeven ze te zeggen, alles spreekt. Ik er geen eenzaamheid ken, ik er opgenomen ben om er weinig meer te zijn, immer wachtende tot er iets komen zal. Ikzelf het wachten zijnde.


          Wat houd ik dan nog, welk verhaal valt er te vertellen nog? 


          Wat houd ik nog dat van de lente, dat van de zomer was, van de herfst en het vallen van de bladeren? En als ik rond de vijver wandel, wat houd ik nog van hier en daar: de inktzwam sneeuwblank, en recht opgeschoten, een vriend die er niet meer is, voor wie het heerlijk was, licht gebakken in de boter, zo zegde hij toch. Een begin het is, een keren naar wat van het reële is.


          Andere beelden duiken op. Ik blijf maar schrijven. 


    06-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ruimte die ook de tijd is

        


     

          Ik zegde het al, mijn blogs zijn een etmaal van elkaar gescheiden en een etmaal is niet eentonig, is niet noodzakelijk eensluidend met het vorige, het kan alle kanten op. Als je me leest met er tussen, dezelfde tijdsspanne, kan er geen probleem zijn; lees je me sporadisch dan moet je er het etmaal zeker tussen denken, moet je niet verwachten dat het een aaneensluitende tekst zou zijn.


          Veel betekent dit niet, elke blog is verantwoordelijk voor wat er staat, het werd me ingegeven en ik heb het opgenomen. Van waar het komt weet ik niet, zal ik nimmer weten. Ooit schreef ik, en ik dacht het toen ook, dat het kwam van buiten mij, dat het kwam van de golven die er zijn omheen mijn lichaam en dat in die golven ook mijn herinneringen aanwezig kon zijn. Maar een zekerheid, zelfs niet een halve zekerheid - als zo iets zou bestaan - is dit niet. Een normaal mens stelt dergelijke vragen niet echter, voor iemand zoals ik, die op zoek is naar materie om over uit te weiden is het altijd een dankbaar onderwerp geweest en gebleven.


          Ik heb hierover weinig gelezen. Wel weet ik van een schrijver, Jean E. Charon, fysicus en filosoof, iemand die we plaatsen kunnen in het zog van Teilhard de Chardin, dat hij elke elektron van ons lichaam ziet als een minuscuul ‘black hole’ dat een andere ruimte en een andere tijd bevat;  een ruimte-tijd die een deel geest bezit, die hierin alle gebeurtenissen opslaat en ordonneert. Elke (denkende) elektron, elke eon van ons lichaam, beweert hij, beschikt over de totaliteit aan kennis/aan herinneringen van ons.


          Indien hij het juist heeft gezien - en gaat het tegengestelde maar bewijzen - leven we, zonder er enig benul van te hebben, gevat in een ontstellende oceaan van elektronen, leven we in een niet te begrijpen wereld circulerend in en rondom ons.


          Hij ging nog verder en hij titelde zijn boek: ‘Mort, voici ta défaite’, omdat, zo schreef hij,  volgens de wetten van de fysica deze deeltjes om zo te zeggen een eeuwig leven kennen, zo in het verleden als in de toekomst:


          ‘Cela signigie que notre esprit prend ses racines dans un passé aussi vieux que l’Univers lui-même et continuera, après notre mort corporelle, à partager l’aventure du monde jusqu’à la fin des temps.’[1]


          Ik las hierover veertig jaar geleden en van dan af is deze idee altijd latent aanwezig geweest in mij; heb ik er naar geleefd als ik schrijven/denken ging en is al wat er uit mij ontstaan is, enigszins gedragen door de idee van  de onsterfelijkheid, uitgetekend door Charon. Ik kan me geen beeld vormen van wat is een eon/elektron; Ik weet alleen dat het vreemde dingen zijn die de basiselementen vormen van het Universum; dat we van daar uit moeten vertrekken om te weten, hoe we zijn, wat we zijn en waarom we zijn.


          Het begon, wat ons betreft, allemaal met de Bijbel, deze in een boek - cfr. een zekere Dimitri Verhulst - belachelijk maken is van het kleinste en het laagste dat er is. Want het is van uit de Bijbel, wat er ook moge geschreven staan, dat we vertrokken zijn om te komen tot wat Charon ons voorhoudt, terecht of onterecht, maar in elk geval hoopgevend, en daar komt het op neer.


          Ik eindigde gisteren met de zin die vertrok van in het begin der tijden. Hij had iets te maken met Carl Jung die vond dat we ons allen toch ooit ééns de vraag moesten stellen over wat de dood wel kon zijn. Deze gedachte uitstrijkend, denk ik dat hij die nooit een ‘mogelijk’ verband heeft gezien tussen ‘wat niet te noemen is’ en de Big Bang, een wanhopig iemand is.



          [1] Jean E. Charon: ‘Mort voici ta défaite’, Albin Michel, 1979


    05-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar ik vandaag ben terechtgekomen?



          Ik heb geen wijsheden te verkondigen, geen levensregels op te stellen, ik heb enkel te zijn en te weten dat ik ben, wat of wie ik ben en hoe ik ben, en van hier uit te vertrekken om te weten waarom ik er ben. Het is een hele opdracht die een gans leven in beslag neemt. Een leven van vragen en antwoorden; Van vragen die zijn en van antwoorden die niet verder reiken dan gissingen. Carl Popper wist dit heel duidelijk: er zijn geen antwoorden die geen nieuwe vragen oproepen. Hiermede moeten we rond komen. Het is weinig beloftevol maar, het houdt ons levend en dit is al heel wat, we zijn geen dode levenden.


          Het is altijd mijn betrachten geweest - trouwens de uiting ervan is het feit dat deze blog er is - een zoeker te zijn, een pelgrim naar wat is van het Woord dat in den beginne was. Was ik het niet in mijn dagelijks doen en laten, ik was het in de eenzaamheid van de geest, eens teruggetrokken in mijn oase, mijn huis - ook dit van Khalil Gibran - in de woestijn. Pas eens daar, en ik ben er altijd als ik aan het schrijven sla, ben ik ingesteld op vraag en antwoord en poog ik te formuleren in welke innerlijke wereld ik er rondwandel. Ik word dan een andere Ugo, iemand die buiten de realiteit der dingen fungeert. Getekend door het feit dat ik gedoopt werd en opgegroeid ben, gericht naar een God die ook zegde dat hij de enige was. Ik had aldus van in  den beginne  een toevlucht. Wie ware ik geweest indien ik deze niet had gehad, indien ik op de wereld ware gekomen met een totaal lege hemel boven mij, een leerling van Boeddha, van Lao Tseu? Dikwijls stel ik me deze vraag.


          Of, wat indien ik vertrokken was vanuit de leegte boven mij, zou ik uitgekomen zijn zoals ik ben, zou ik een oase in de woestijn gekend hebben, de drang om bezig te zijn met woorden, zoals anderen bezig zijn met beeldhouwen, schilderen, componeren? Ik denk dat ik een ander iemand ware geweest, iemand die geen behoefte had om verder te kijken dan de leegte die hij voor zekerheid hield, zoals er velen zijn en hen treft geen schuld, ze zijn er omdat ze er zijn. Maar ik, ik ben er omdat, zoals me werd bijgebracht, geschapen werd door een God, wat het begin is van elke redenering omdat ik deze regel, dit gegeven zo maar niet verbannen kan uit mij, het zit er in gemetst. Eerder aanvaarden dat het zo wel zou kunnen zijn om me toe te spitsen, van dat ogenblik af, ‘Wie’ die God wel zou kunnen zijn opdat ik zou kunnen begrijpen waarom hij het nodig heeft gevonden van mij er bij te betrekken. Het geeft me, zoals ik het voel, een grotere verantwoordelijkheid, dan ware ik geschapen uit ‘het Niets van het Eeuwige’, echter, zelfs dan zou er in mij de neiging aanwezig zijn me af te vragen of ik ontstaan ben uit de Big Bang of, wat heel wat anders is, ontstaan ben op het ogenblik van de Big Bang.


          In het eerste geval kan ik zeggen - het is heel wat meer dan een geneigd zijn - dat God de Big Bang was/is.

    -


    04-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dagboek en wat over poëzie

          


          Ik zegde het al, wat ik schrijf is mijn dagboek, iets waarmede ik begonnen ben in 1978 en nog altijd doorloopt. Het gaat wel niet over wat ik doe, waar ik mee bezig ben, het gaat hem in de eerste plaats om de gedachten die ik had/heb op een bepaald moment van de dag of van de nacht. Het is meer dan een gewoonte geworden, het is een noodzaak.


          Ik zeg dit ook omdat ik begonnen ben met het herzien van mijn manuscript dat ik afsloot op einde december. Het is tot nu toe onaangeroerd blijven liggen, maar om te redden wat nog kan moet ik er nu werk van maken. A rato van tien pagina’s per uur, zal het me dertig uren werk vergen en ik wil dat het af is voor ik begin te denken aan de lente. Hoewel jij er, als lezer, niets aan hebt, ik heb het toch neergezet opdat ik me herinneren zou waar ik aan toe ben.


          Eigenlijk - nog zo een vreemd woord - was ik deze morgen opgestaan ,hopende op een zin die het zaad zou zijn voor een gedicht. Il fut un temps dat dit heel spontaan gebeurde, dat de zin plots opdook en uitliep tot een vel poëzie. Dit is iets dat ik kwijt ben, ik ben er niet meer op ingesteld, ik ben heel arm geworden wat dit spontaan opwellen betreft; het is moeite geworden en voor poëzie is dit verkeerd, poëzie is spontaneïteit, het is er of het is er niet, er is geen tussenweg.


          Ik  kan het weten,  heb al honderd gedichten geschreven, ze ontstonden allemaal in een minimum van tijd, daarna bleven ze liggen; omfloerst met de tijd werden ze van tijd tot tijd herzien, wat verkeerd was, want het magische van het moment van de creatie was er niet meer, het had zich opgelost en het volstond een woord ervan te wijzigen opdat het een ander gedicht worden zou.


          Mijn gedichten zijn dus een zorg in meer, een zorg die ik niet heb wat mijn manuscript aangaat. Wat niet belet dat er nood is om ze in een zo beperkte mate als nodig, aan te passen, beter in te schakelen in de trend die zich voor het ogenblik aftekent in het gebruik van beelden die, inspelend op elkaar, een andere vorm van poëzie kunnen brengen.


          Ik heb echter voorbeelden genoeg als ik de poëzie besprekingen volg in de Standaard der Letteren, om te weten dat ik nimmer toetreden zal tot de trend die daar besproken wordt. Volgens mij wordt daar het spontane het (te) ver gezochte, het bijna ongepaste, wat weinig te maken heeft met het magische aspect eigen aan de poëzie die ik aankleven wil en wens.


          Ik blijf uiteindelijk bij het gevoel dat ik mijn gedichten uitzuiveren moet, er is teveel van het  overtollige in opdat ze enige kans zouden kunnen maken mee te gaan met de poëzie van het ogenblik. Of ik dit nog kan weet ik niet, mijn stijl van schrijven zit vastgeroest, zoals de draad van de afsluiting, gegroeid zit in de wilgen, een beeld dat me bijblijft.


          Na mijn kwelling van gisteren is dit een andere kwelling die oprijst, weliswaar van een totaal andere aard.

     


    03-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zelfbeeld bij het 'rijzen' van de sneeuw

        

       

          Halsstarrigheid is een vreemd woord, maar het is toepasselijk op mij. Ik jaag iets na wat niet te bereiken is en ik blijf maar pogen om het onbereikbare te bereiken. Wie doet zo iets, wie is zo crazy om hierin te volharden?


          Later - die later komt dichterbij - zal gezegd worden het was iemand die elke dag een blog schreef die niet door velen gelezen werd, maar wel door enkele getrouwen die hem volgden in zijn sterk persoonlijke bespiegelingen over wat was en niet was. Het ene was hem even belangrijk als het andere. Hij was diepgaand en hij was tezelfdertijd opstijgend, soms moeilijk te volgen, maar we lazen hem omdat hij verrassen kon, omdat hij schreef over dingen waar niemand anders over schreef en dan nog in een taal die hem eigen was, een taal die niemand nog gebruikte, die van een vorige generatie was. Zoals zijn onderwerpen waren, was zijn wijze van zien, zijn manier om de dingen te benaderen, even aan te raken en dan bloot te laten liggen, als aas, niet voor de gieren maar voor de mens van goede wil.


          Zal men zeggen we hebben hem lief gehad, of laat ons stellen, geapprecieerd om wat hij schreef?


          Hij trachtte altijd literatuur te bedrijven, hij was echter (te) weinig verhalend; hij was geen man van de breedte, hij was er een van de diepte en de hoogte, zoals Mahler; hij was niet van het aardse, hij was van het landschap van de geest, een eerder eenzaam oord om te frequenteren maar, beperkt in wat hij wist of kende, was het de plaats waar hij zich uitleven kon want, in het diepste van zijn gedachten was hij poëet. Echter de poëzie heeft hem niet ver gebracht, niets heeft hem ver gebracht en hij besefte het. Hierin toonde hij zijn halsstarrigheid, een woord dat voor hem werd samengebracht als een vorm van star kijken, zo in het verleden als in het nog komende, en blijven kijken alsof hij aldus de dingen beïnvloeden kon, raken kon tot in het merg ervan. Hij zich vergiste natuurlijk, schromelijk zelfs gezien de tijden waarin hij leefde.


          Van wat hij schreef zal weinig overblijven, wat brijzels hier of daar, vergeten. Niemand zal er naar uitkijken, te eenzijdig, te weinig vorm, te gelaagd in wat van de wereld is en dus te voorbij gestreefd, te veel T.S. Eliot en te weinig Paul Auster, niet meer passend om op te nemen in de massa Letteren die in de etalages liggen. Zo, de tijd zal er overgaan en alles zal stof worden, het lot dat elk van ons beschoren is en waaraan maar enkele ontsnappen: een Ovidius, een Dante, een Shakespeare, een Proust, namen, diep uit de tijd der tijden die ons blijven volgen.


          Hij dacht aan Jules Verne, zijn eerste liefde. Dankzij die ene man, de hoofdonderwijzer die voelde hoe hij was, die hem die lezen liet. Hij ze las tot in het ovenhuis, tot in het golvend koren; hij, met het stuifmeel van het woord bestoven van vroeg in zijn jaren. Zijn heimwee naar wat van het woord toen was, hem lang heeft nagevolgd.


           Te lang hij is blijven dromen.



    02-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gewoonte

     

          Het gebeurt zelden dat mijn morgen zonder schrijven voorbij gaat, gisteren was zo een van die dagen, een indigestie hield me lang  in bed. Het effect van de nieuwe sneeuw ontging me, ook als het licht van de helle winterzon erover gleed, was er geen reactie in mij, de gloed raakte me niet. Een gevaarlijk precedent als het lichaam de geest in bedwang houdt op een ogenblik dat je ziet als een nieuw beginnen. Want het schijnt me toe dat terug gaan van 31 naar 1 een afsluiten en een herbeginnen is. Hoewel het maar inbeelding is, het gevoel is er toch, het houdt me bezig omdat ik weet dat deze overgangen minder en minder zullen voorkomen. Dit is wel voor iedereen het geval maar als  de balans te ver overhelt naar wat het einde is, schept dit een licht ongemak dat wordt opgemerkt, vooral als je aan het schrijven bent. Het houdt je vast, meer dan wenselijk is.


          Dit is zo als je self-awareness aan het woord is: als je ziet hoe het met jou is gesteld en het met jezelf is dat je begaan bent, meer dan met wat je doet of wenst te doen; als je toekijkt op wat binnen in jou aan het gebeuren moet zijn, een soort van aftakeling waar je enkel naar het gissen hebt, maar dat onvermijdelijk plaats moet vinden, er zijn voortekenen genoeg voorhanden; eigenlijk de moeite niet ze op te sommen, beter is dat elkeen ze voor zijn eigen lichaam zoeken gaat.


          Laat ik zeggen dat het geen al te grote zorg is, zolang het geen beletsel is om te gaan halen wat ik brengen wil elke dag, als er geen muur wordt opgetrokken die me scheidt van het echte leven dit dat van de geest is. Hier sla ik elke beweging gade, verontrustend is als ik zoeken moet naar een naam die ik honderdmaal heb vernoemd en plots verdwenen schijnt, dit is dan een ander voorteken, een dat me wel zorgen baart.


          Ik ben nu, in mijn betoog van vandaag aangekomen waar ik hoegenaamd niet dacht aan te komen, in de verste verte niet, het was my self-awareness dat aan het schrijven was, aan het toezien was op hoe het gesteld is met de persoon, de schrijver die ik nog ben. Alles bij elkaar genomen schijnt er weinig gewijzigd, ik kom nog altijd terecht als ik maar een eerste zin heb om me aan vast te houden, om de zin toe te laten zich te ontwikkelen, zich uit te smeren over mijn blad. Het is dan de zin zelf die het werk doet, ik zelf hoef maar op te tekenen wat hij me zegt en, ik blijf me afvragen wie of wat het is die me de woorden dicteert, iets dat is van het bevreemdende dat van het leven is, en niet alleen van het leven, maar van het feit dat we er zijn om dit te zeggen. Ik denk dan ook aan de 'dove' Beethoven die zijn negende, noot na noot, ritme en volume, instrument na instrument optekent, enkel en alleen geleid door zijn levende geest.  


          Wat mijn schrijven  betreft, het is telkens zo - of het enkel en alleen die van mij is, en die van Beethoven, weet ik niet - maar ik word het gewoon.


    01-02-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De maand die zich sluit


     


          Ik sluit de maand zoals ik ze begonnen ben, niet wijzer, maar ook niet armer, niet uitgelatener, maar ook niet gelatener. De dagen zijn over mij heengegaan - in een boog, zoals Gaby Desmyter het zegt - lijk de wolken over de velden en de huizen, ze hebben me amper geraakt, me niet leeg gehaald, me niet verrijkt. Ik ben gebleven wie ik was, en hoop het nog een tijd te blijven: een man van jaren.


          Uitzonderlijk is dat ik een dagboek bijhoud, maar dan een dat ik waag rond te strooien lijk bladeren in de herfst. Er zijn er die terecht komen in de leestuin van hen die vrienden geworden zijn, andere blijven vallen tot in het oneindige, het oneindige van het van het ‘niet-meer-zijn’.


          Ik wil evenwel geen rekening houden met waar mijn woorden terecht komen of waar niet, het relaas ervan, als ik bezig ben, zou me te ver leiden tot voorbij de grenzen van het  aangename. Ik houd het  zoals het is, gebaseerd op een zwijgende overeenkomst: hun getrouwheid om even met mij te vertoeven in de warmte van mijn woning of in de wandelgangen van wat van de wereld is. Met dit voor ogen sta ik sterk.


          Wel vraag ik me af wat ik, in het tiende jaar dat ik bezig ben nog weet te schrijven wat ik nog niet zou gezegd hebben. Maar ik ken ook schilders die al een gans leven aan het schilderen zijn en toch regelmatig, nu en dan, met een nieuw doek te voorschijn komen die relieken dragen die wijzen naar hun vorige werken. Van mij kun je dan ook niet blijvend het tegengestelde verwachten, ik ook heb er nood aan terug te blikken op wat van vroegere dagen was, in het bijzonder van de vroegere werken die ik las.


          Het gebeurde immers  dat ik steeds minder en minder ben gaan lezen, dat ik de nieuwe, opkomende literatuur, op zij heb gehouden omdat ik toegespitst was op w       at ik te schrijven had en dat elke nieuwe lectuur tijdverlies betekende voor mij. Ik meende dat ik voldoende gelezen had


          Ik communiceer dus met een bagage aan werken van schrijvers die ver in de tijd liggen. Mijn houvast is wel noch Jules Verne, noch Ernest  Claes of Walschap, ik heb een tijd lang de volgende generatie gevolgd, ik citeer nog altijd T.S. Eliot, Maurice Gilliams, Saint John Perse, maar ik waag me niet aan de schrijvers van nu, uitgezonderd Stefan Hertmans misschien, Houellebecq misschien.  Maar dit is nu ook al een tijd geleden, de tijd gaat heel vlug voorbij in dit land.


          Ik vergeet er natuurlijk, zo erg is het nu ook niet gesteld met mij, maar ik herhaal, veel lees ik niet meer, ik schrijf en ik lees mezelf achteraf, niet eenmaal maar ettelijke malen, soms tot vervelens toe. Echter, eens dat stadium voorbij, me herlezen doe ik enkel uit noodzaak bij gebrek aan beters.  Zo ligt er nog altijd het manuscript zoals ik het verlaten heb. Het dringt nochtans dat ik het herneem en kuis van al het overtollige.


          Het is op deze beschouwing dat ik mijn zoveelste maand januari afsluit, men zegge het voort.      


    31-01-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs