Het
is altijd met mezelf dat ik beginnen moet. Zo overloop ik regelmatig de
recensies van de boeken die verschijnen of gaan verschijnen in dit land. Ik
weet zo ongeveer wat er hier - echter niet in het buitenland - als nieuw op de
markt komt. Ik weeg wat er over verteld wordt af t.o.v. mijn manuscript,
afgesloten de laatste dag van 2018, waar ik nu, al enkele weken terug, mee begaan
ben.
Ik
weet dus heel duidelijk hoe ik in de markt sta: nergens, of zeker niet tussen
de boeken van nu. Ik kan me er
zelfs niet tussen wringen, erger nog, ik vind geen enkel raakpunt.
Ik
zie me dus als een schrijver op een eiland, maar dan geen eiland in de oceaan,
maar een eiland in de lucht, een eiland zoals Salvador Dali er een schilderde.
Ben ik dan geen even grote fantast als Dali?
Verontrustend
is de wereld waarin ik terecht kom eens ik begin te schrijven, eens ik me
instel als Ugo. Ik sta er niet, ik hang er, ik drijf er op de luchten. God sta
me bij opdat ik niet vallen zou en verdwijnen in de dieptes van de (Stille) oceaan.
Het erge is dat ik me goed voel bij wat ik schrijf en meer nog bij al wat er
geschreven staat. Ik loop er nog, op de koop toe, mee te zwaaien, een trofee
die ik in de hoogte houd.
Maar
wat indien het gebeuren zou dat ik er ooit mee tevoorschijn zou komen: hoe en
in welke mate zullen de recescenten er
op af komen. Welke prooi zal ik voor hen zijn en hoe, want het zal nodig zijn, me
te verdedigen?
Zal
ik, tenminste, de lezers van mijn Blogs
behouden om me een steun te zijn - ze hebben al een voorsmaak gehad - of zullen
ook zij me afvallen?
Elke
morgen, bij het inloggen, zeg ik tot mijn woorden: je bent goed, soms zelfs, je bent heel goed,
maar soms ook, je bent middelmatig of, je bent om vlug te vergeten, slordig en
nietszeggend, opstandig. Maar het betreft slechts een pak van 500 woorden, de
moeite niet om er zich aan te storen of om er bij stil te staan. ik weet bij
ondervinding dat je me altijd al aanvaard hebt, zelfs als mijn visie over de
dingen grillig overkwam.
Wat
ik nog niet heb gezegd, mijn blogs en hieruit voortvloeiend, mijn manuscript,
zijn mijn medicament tegen het oud worden. De woorden ervan, is het niet het
verouderingsproces van mijn lichaam, ze houden in elk geval het proces van mijn
geest in toom. Nu je weet wat dit in toom houden betekent, je weet hoe ver me
dit bracht/brengt: een eiland drijvend op de luchten, boven de Stille oceaan.
Ik
sta op het punt om mijn manuscript te laten gaan, om het toe te vertrouwen aan
bevoegden die hun oordeel erover zullen vellen. Het is me al eens gebeurd en
het was een vriend die me een bericht stuurde toen ik rondwandelde in het Alhambra
in Granada, dit, 10 jaar geleden. Ik had hem gevraagd de brief van de uitgever,
die hij haalde uit mijn brievenbus, te openen en te lezen. Hun antwoord was kort
en bondig, negatief geweest, zoals ik verwacht had. Ditmaal zal het
rechtstreeks via mail gebeuren, zal ik weten, duidelijk weten, waar ik een
tweede maal voor sta. Echter een derde poging komt er niet.
|