Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    26-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alchemie

     

    Zegde mijn vriend Johan, tegen me - hij had me op een schotel, een selectie van zijn appelen meegebracht - ‘sommige soorten appelen verdienen nog een paar dagen meer zon, pas dan zullen ze voldoende suikers hebben opgeslagen om perfect van smaak te zijn.’

    Antwoord ik hem: ‘Johan, je bent een dichter. Een andere dichter vóór jou, heeft dit al eens gezegd, maar dan over de druiven. Hij waagde het, te vragen aan de Heer: 

    Befiehl den letzten Früchten voll zu sein, / gib ihnen noch zwei südlichere Tage… und jage die letzten Süsze in den schweren Wein

    Deze versregels komen uit een gedicht dat, op de dag van mijn broers begrafenis, voorgelezen werd in de kerk door een man die speciaal uit de Valais tot hier was gekomen om het gedicht, dat ze beiden zo mooi vonden, voor te lezen in het Duits, voor zijn vriend die daar voor hem lag, de ogen gesloten in de duisternis van zijn doodskist. Hij komende uit de wijngaarden van de Valais, met in zijn mond de smaak van druiven en in zijn stem, het timbre van de pijn en van de tijd die over de seizoenen ligt: de dagen van winter, lente en zomer, de dagen van vriendschap en nu de herfst, de dagen van verlies.

    Het gedicht[1] was van Rainer Maria Rilke, geschreven honderd jaar geleden. Woorden die nu in ons een echo zijn van wat vroeger was. Wij, getroffen door wat grote gedichten altijd doen als ze op het juiste moment gelezen worden, ze openen het hart.

    Wie zijn we eigenlijk, dat we week worden en stil bij woorden die gesproken worden? Welke alchemistische krachten zitten er geborgen in het woord van de dichter; welke in het doek van Chardin, alchemie van het beeld van de man die, het blad omkerend, ons eeuwen later zegt wie hij is.

    September en het licht, alchemie van de natuur: de krachten van het licht die binnendringen in de vrucht en de suikers erin zwellen doet. En nu, mijn broer die opstaat uit het rijpen van de appelen en het rijpen van de druiven. 

    ‘En deze verzen, Johan,’ zeg ik, ‘zijn alchemie voor mij, ze roepen mijn broer Daniël terug, hij is hier, naast ons.’

    We stonden samen aan de vijver: het grote bedwelmende licht als balsem over ons en over de dingen, de herfst en de woorden komende uit de herfst, woelend in ons.

    Zegde Johan: ‘Ik ook dacht aan mijn broer, hij werd het slachtoffer van een verkeersongeval op de Franse wegen en ook aan mijn moeder die horen moest dat haar zoon, haar kind, verongelukt was, een paar uren nadat hij van haar was weggegaan.’

    We stonden er lang, hij en ik, verzonken in gedachten, in wat van het leven was, elk in zijn eigen wereld maar aan elkaar gebonden en gehouden door wat gemeenschappelijk was. Alchemie van het samenzijn, gedrenkt in wat geweest is, staande in het eeuwige dat het leven is.

    We zijn weggegaan, ik met mijn appelen, en met de man die het gedicht las tot mijn broer; hij denkend aan zijn moeder die hoorde dat haar zoon de dood was ingegaan.

    Over ons en in ons, de herfst als een zee van licht en klanken. Alchemie van het bestaan. 



    [1]  Herbsttag: (Der ausgewählten Gedichte, Insel Bücherei, Wiesbaden 1951.)

    Herr, es ist Zeit. Der Sommer war sehr grosz, / Leg deinen Schatten auf die Sonnenuhren, / und auf den Fluren lasz die Winde los.

    Befiehl den letzten Früchten voll zu sein; / gib ihnen noch zwei südliche Tage, / dränge sie zur Vollending hin und jage / die letzte Süsze in den schweren Wein.

    Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr. / Wer jetzt allein ist, wird es lang bleiben, / wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben / und wird in den Alleen hin und her / unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.

     

    26-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Un Philosophe occupé de sa lecture
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Ik heb gisteren een prozagedicht ingelogd omdat het er al te lang lag om geplaatst te worden, heb dus gewacht tot vandaag om nog even terug te komen op het veel besproken schilderij met de titel, volgens Steiner en wellicht ook officieel: ‘un philosophe occupé de sa lecture’ van Jean-Baptiste Siméon Chardin. En hierbij mijn vraag die er geen meer is: de afgebeelde man, is hij wel een filosoof?

    De overdadig rijkelijk geklede, lezende man is bij het lezen, onderaan zijn pagina gekomen en staat op het punt zijn blad om te keren en naar een volgend blad over te gaan. En deze bladomkering, en Chardin wist dit maar al te goed, leert me, meer dan zijn kleding, wie die man was.

    Heeft echter iemand gezien dat hij zijn linkse pagina keert met de linkerhand, om deze naar rechts te leggen, dus niet zoals wij, in het westen, het doen, het rechtse blad, met de rechterhand naar links. Zoals ‘wij’ het zien denken we dat hij dus, een blad terug gaat. Maar wat de man in kwestie betreft, is dit niet het geval, hij gaat wel degelijk een pagina verder door het met de linkerhand naar rechts om te draaien. Die man, Monsieur Steiner is een rasgenoot van u, hij leest een boek dat geschreven is in het Hebreeuws, een taal, en dit weet u maar al te goed, die geschreven en gelezen wordt van rechts naar links. Een boek in het Hebreeuws begint dus, voor de man hier afgebeeld, wat wij, westerlingen zouden noemen: achteraan. De man moet dus een rasgenoot van u zijn geweest, een hooggeplaatste, een rabbijn misschien, die veel las want hij zit bijna halverwege zijn boek.

    Monsieur Steiner, het verbaast me uitermate dat u dit niet hebt opgemerkt. U had het nochtans bijna geraden – niet gezien – als u schrijft dat: ‘ le bonnet de fourrure fait penser à la coiffe du kabbaliste ou du talmudiste en quête de la flamme de l’esprit dans la fixité de la lettre’.

    Heel mooi gezegd maar u had niet moeten gissen, gissen is hier overbodig, Chardin toont het ons heel duidelijk en uiterst eenvoudig: de wijze waarop de pagina wordt omgedraaid om naar een volgende over te gaan. Schitterend van Chardin, de schilders van de XVIIIde eeuw waren niet te onderschatten.

    Voor het overige staat alles normaal op zijn plaats: inktpot en ganzenpen staan rechts bij de rechterhand, klaar om, indien nodig, de marginalia aan te brengen. Twee belangrijke speerpunten die hij nodig had om zijn essay, ‘Le lecteur peu commun’ - het eerste in zijn ‘Passions impunies’ (‘No passion spent’) - te schrijven, en te vertellen wat hij (maar) wist te vertellen over het schilderij van Chardin, waarvan de naam nu, ‘officieel’, om recht te doen, vooral aan Chardin, zou moeten gewijzigd worden in ‘Le Rabbin occupé de sa lecture’. 

    Steiner vergevend, omdat we wat hem betreft zeer vergevensgezind zijn – Stefan Hertmans schreef me ooit dat hij niet altijd akkoord ging met hem – zag hij in het ‘stille tafereel’  met de lezende man, ook ‘l’écho de Rembrandt’. Dit wel, maar dat het schilderij heel duidelijk, aantoonde dat het een boek was geschreven in het Hebreeuws en dus zeker een talmoedist, een kabbalist of, waarom niet, een rabbijn, moest zijn, heeft Steiner, hij die de zandloper, en het doodshoofd heeft gezien, tot mijn grote verwondering niet opgemerkt. Shame on you, Monsieur Steiner. 

    Moraliteit van dit alles: 

    Chardin was 35 toen hij het doek schilderde en hij wist wat hij deed. Het doek zal eerst in het bezit geweest zijn van de opdrachtgever, ik vermoed de afgebeelde man zelf. Pas jaren later zal het in andere handen zijn overgegaan om ten slotte in het Louvre terecht te komen waar het de titel kreeg van ‘Le philosophe occupé de sa lecture’.

    George Steiner schreef zijn gebundelde essays van 1976 tot 1996. In 1996 op het ogenblik van het verschijnen van zijn ‘Passions impunies’ was de titel van het doek nog steeds de geregistreerde.

    Je gaat me toch niet zeggen dat ik de eerste ben die dit zou opgemerkt hebben? Maar zelfs al ben ik de eerste niet, ik heb dan toch iets opgemerkt dat Steiner, die er  25 pagina’ over schreef had moeten opmerken.

    Ik zal het hem eens ‘ooit’ laten weten. Hoe weet ik nog niet. Misschien via het Louvre of, ook in dit geval, is zwijgen misschien meer dan zilver.

     

    25-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goldberg variaties

                                 

    Goldberg Variaties:

    Zijn vingers, naar de toetsen toe getogen, in tinteling, in totale intimiteit met Johan Sebastian Bach. 

    Van wie het componeren was, van wie het in elkaar verweven van spiralen, van voluten, van arabesken was: inspiratie van de goden was.

    Van spontaneïteit en van wandelingen was, 

    Betovering  was van lichtkoralen, door ramen met pulver van robijn en amethist, doorzeefd bezeten en geheiligd door wat van de tekening erin was. 

    Van wie in oude kloostergangen, overspoeld, naar boven, naar beneden, witte parels, over witte tegels uitgestrooid, tot lang erna opspringend, was, 

    Overrompeling van regenbogen, verwondering te leven en het leven uit te schrijven in noten en in runentekens. 

    Hoorden we zijn onvermogen op te stijgen, al wilde hij hoger nog te komen, al wilden allen die er waren, alsof het mogelijk was, dichter nog te geraken, binnen in de geest te komen, een overgang van eeuwen te beleven. 

    En, gekluisterd in de balken wat we zagen, vlinders uitgedroogd in spinnenwebben, ook wij die middag lang geconverseerd met Bach, wij allen die er waren. 

    Niet meer wetende hoe Bach de klanken was. 

     

    24-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le Philosophe lisant
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    In zijn ‘Passions impunies’ ontleedt George Steiner[1] een schilderij van de Chardin (1699-1771); somt hij alle bijzonderheden op van het doek, om vooral de nadruk te leggen op de aanwezigheid van de ganzenpen in de inktpot, waarover  hij zeer zinnige dingen schrijft:

    La plume d’oie définie la lecture comme une action. Bien lire, c’est répondre au texte, être comptable envers le texte… Bien lire, c’est s’engager dans une relation de réciprocité comptable avec le livre lu, c’est s’embarquer dans un échange total.

    Want besluit hij, de pen doet dienst om ‘des marginalia’ aan te brengen, het antwoord van de lezer naar de tekst toe of de dialoog die hij voert met het boek.

    Ik heb echter Steiner niet nodig gehad om te weten hoe ik lezen moet. Ik had, zoals Chardin het ons duidelijk aantoont, altijd de pen bij de hand – in mijn geval was het het potlood – en onderlijnde ik voorzichtig en zo net mogelijk de passages die ik belangrijk vond, als bevestiging van wat ik las. Soms voegde ik er in de marge iets aan toe, een aanvulling voor mij; soms gebeurde dit onderaan of bovenaan de pagina, maar steeds met veel respect voor de tekst en de schrijver ervan.

    Soms ook, maar dit was dan als verpozing, liet ik, waar er een halve pagina ruimte was, een tekening na, geen planten of bloemen of vlinders of kevers, maar een soort Spielerei met lijnen en vlakken zonder enige betekenis, enkel om te zeggen dat ik me goed voelde bij wat er te lezen stond; een soort van dankwoord dus voor de auteur en als teken van mij dat ik vreugde had beleefd aan wat ik las. Daarenboven schreef ik vele van de onderlijnde zinnen over in mijn dagboek, in de hoop deze aldus beter nog te bewaren.

    Het lezen van een boek was aldus én een studiegebeuren, én een conversatie met de schrijver. Ik ging zelfs zo ver dat ik niet aarzelde als alles meezat, de schrijver mijn broeder in de geest te noemen. En dergelijke boeken van schrijvers-broeders stonden gegroepeerd op een bepaalde plaats in het rek.

    Dit is ook voornamelijk de reden geweest waarom ik geen bibliotheekganger ben geweest, ik wou het boek van mij, omdat ik de tijd zou gehad hebben het om te woelen wat de inhoud betrof, en het te behandelen zoals ik wou dat mijn boeken, als die er ooit zouden komen, behandeld zouden worden.

    Ik kleedde me wel niet, op mijn paasbest zoals de man van Chardin met hoofddeksel en mantel, maar mijn respect voor het boek dat ik in de hand hield en dat me vergezelde waar ik ook ging in de woning en, er buiten als het paste, was heel groot.

    Een boek lezen is altijd een soort rendez-vous geweest met een onbekende en eens eraan begonnen werden de gesprekken warmer en vertrouwlijker en, voelde ik me meer en meer aangetrokken door hem. Ik ga niet beginnen met namen te noemen, maar velen hebben duidelijk hun stempel gedrukt op wat ik elke dag aan het schijven ben. Het zijn geen overnames van hun teksten – als het zou gebeuren zeg ik het – maar verwerkingen en aanvullingen ervan. Boeken zijn aldus een belangrijk hoofdstuk in mijn leven geweest: lezen, onderlijnen, overschrijven en verwerken. Niemand anders dan de boeken zelf hebben me hier toe aangezet, het is gekomen zoals het kwam en het is geworden wat het is.

    Dit is dan meer van het voorbije dan van het huidige, want het lezen nu is een rem op mijn schrijven, en het is vandaag en morgen het moment van het schrijven dat de bovenhand heeft. Al wat ik las in het verleden komt nu in mijn blogs naar boven, bewust of onbewust; draagt ertoe bij dat ik nu werk met inzicht en dat ik aan mijn tekst een bepaalde inhoud mee geven kan. Ook omdat wat ik las in vele gevallen een springplank is naar wat ik nu verwoord.

    Ik zegde het vroeger al, en de Ecclesiasticus wist het maar al te goed, er is niets nieuws onder de zon. Alles is al geschreven. Al wat te weten is is geweten, wat nu nog kan is het te zeggen op een andere wijze met andere woorden.

    Veel meer dan dit laatste is me niet gelaten. 



    [1] George Steiner: ‘Passions impunies’ Folio Essais Gallimard, 1996, traduit de l’Anglais.

    23-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    22-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfstequinox

     

    Genomen uit de Sterrengids 2016[1]:

    ‘Om 16.21 trekt het middelpunt van de zonneschijf van noord naar zuid over de hemelevenaar. Dat is per definitie het begin van de astronomische herfst. De astronomische herfst kan beginnen op zowel 22 september (zoals in 2012 en 2013) als op 23 september (zoals in 2014 en 2015). Aan het begin van de vorige eeuw kon de herfstequinox zelfs op 24 september vallen. Voor het laatst gebeurde dit in 1931. In 2092 begint de astronomische herfst op 21 september – voor het eerst sinds de invoering van de Gregoriaanse kalender.’ 

    Hiermede is alles gezegd en ook niets. Wat we wel weten is, dat van nu af de nachten langer worden dan de dagen en dit tot 21 december wanneer de dagen terug beginnen te lengen. Ik noteer dit, misschien meer voor mezelf dan voor jullie, lezers, maar ik weet dat ik van nu af aan, 21 september als herfstequinox mag vergeten, want hoe het zal zijn in 2092 is de minste van mijn zorgen.

    Maar het is een voorbij gaan om even bij stil te staan, om even te denken aan het wonder dat we enerzijds, geconfronteerd worden met het geleidelijk aan verdwijnen van het licht om dan op een bepaald punt gekomen, geleidelijk aan geconfronteerd met het minderen van de nacht. Hoe alles aldus geregeld werd en ons een ritme oplegt waarnaar we ons te schikken hebben en wat kunstenaars op zeer uiteenlopende, maar des te waardevolle wijze hebben uitgebeeld. Ik denk dat de wisselingen in licht en donker en de hiermede verband houdende temperatuurschommelingen, een groot impact hebben gehad op de mens die we geworden zijn, en dan vooral gesteund op de betekenis van het licht zo materieel als spiritueel, voor beide vooral in de tijden vóór er de schakelaar was.

    We kennen beter dan wie ook de dageraad, beter dan wie ook de avondschemering. De opkomende en de dalende zon is in ons geprent als een bron van inspiratie. Hoe leeg het zou zijn indien we deze niet gekend hadden of niet meer kennen zouden. Ons leven is er op afgestemd. We voelen vandaag hoe de kilte is teruggekeerd na een lange afwezigheid. We zijn er al op ingesteld dat de morgens vuurrood zullen zijn zoals de avonden en dat we van uit die beelden de dag zullen in of uitgaan in een andere stemming, een winter-stemming die deze van de zomer overneemt.

    Licht dat deemstert, licht dat zwellen gaat, we zijn er aan vastgesnoerd, het zit ons in het bloed, we voelen het zodra we het zien, en het overvalt ons, het maakt ons anders. We leven er mee, ondergaan het en overheersen het. Het is onze adem, het is ons voedsel en meer nog ons geestelijk voedsel dan welk ander ook.

    Wij die schrijven, wij die schilderen, componeren of beeldhouwen, wij die de velden ingaan, de bossen en de tuinen, de boomgaarden, worden er door getekend, er door gewaarmerkt. De wisseling zomer herfst is ons duurbaar, omdat het ons maakt wie we zijn, afgestemd op het leven, maar wetende dat hierop het sterven volgen zal en, het nieuwe leven. De natuur ons voorbeeld zijnde.

      [1] Sterrengids 2016: Stip-media, Alkmaar. www.stipmedia.nl

     

     

    22-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    21-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons betrachten

     

    Ik spaar mijn gedicht nog wel enkele dagen nu de herfst voor de deur staat als een man op leeftijd die zich gehaast heeft om er te zijn en om te vertellen hoe zijn zomer was, maar vooral hoe hij rondgedwaald heeft over het land, hopende nu tot rust te komen nu de bladeren vallen gaan en het licht van dageraad en avond, vuur zal zijn met na-gedachten van hoe de dingen waren waar hij aan voorbij is gegaan.

    Ik wist gisteren waarover ik vandaag schrijven wou: Vertelde me een vriend dat wat hij maakte, nieuwe dingen waren van oude vormen en andere, waarvan hij gedacht had dat ze er al stonden in zijn onderbewustzijn, en die hij heeft nagebootst in het hardste hout om nooit meer te vergaan, zijn naam er onder. Vertelde mij een andere vriend – zijn tuin een levende gedachte - hoe moeilijk op het doek hij zijn kleuren verenigen kon met deze in zijn herinneren, omdat hij die ene, o zo zeldzame kleur vinden wou die nog nooit door iemand werd gebruikt, en er zelfs niemand ooit heeft aan gedacht deze te gaan zoeken.

    En ik, mijn arme ik, dat vandaag schrijven wil wat nog nooit geschreven werd, zelfs niet door Ovidius, zelfs niet door een romantieker of een historicus, zelfs niet door Dante of Cervantes. Alsof er zo iets zou bestaan dat nog niet te lezen staat in alle bibliotheken van de wereld.

    Maar allen willen we bereiken wat nog niet bereikt werd, allen willen we ons overstijgen met nieuwe vormen, nieuwe kleuren, nieuwe woorden om te zijn wat we altijd wilden zijn maar we nimmer worden zullen.

    Het bevreemdende van ons mens-zijn is de eeuwige drang in ons, op te stijgen in wat ontoegankelijk is: de wereld van de geest, waar we telkens wonen willen, eens we ons één ogenblik maar hebben losgemaakt van de wereld, waarin we het grote deel van onze tijd doorbrengen.

    En we kunnen het niet laten, het blijft een zoeken naar iets dat er zijn moet, dat ons is ingegeven, dat geankerd zit in onze genen, in ons bloed en hartslag. We ontkomen er niet aan. We zijn ‘het zoeken’, maar ‘het vinden’ zijn we niet, daarvoor komen we te kort. En het is dit tekort komen dat ons maakt wie en wat we zijn: een blijvend betrachten ooit te bereiken, wij verinnigd in de dingen en de dingen verinnigd in ons in een globaliteit van het zijn.

    Dit is de reden van ons beeldhouwen en ons schilderen, van ons schrijven. De reden waarom Johannes Brahms – enkelen zullen weten waarom Brahms - zijn vioolconcert geschreven heeft. Dit is de reden waarom Jorge Luis Borges een novelle heeft geschreven met, denkend aan diezelfde Brahms, de titel van Deutsches Requiem. Niets gebeurt er, en niets wordt er gezegd dat niet zijn oorzaak hebben zou. Het is een wereld die drijft boven de alledaagsheid der dingen, en er tevens de hartslag van is, de diepte en de volheid. Neem dit fenomeen weg en je neemt de reden weg van ons bestaan.

     

    21-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bloggers

     

    Er zijn, als ik de cijfergegevens nasla, 6.800 bloggers die actief zijn in de rubriek ‘dagboek-bedenkingen’. Soms ga ik kijken wat anderen ervan maken en kom ik binnen bij mensen zoals ik voor wie hun blog van een deel uitmaakt van hun dagelijks bestaan. Het gebeurt zelfs dat je geboeid bent door de inhoud van wat je las, dat je contact opneemt en dat er een correspondentie uit volgt, die je dichter tot elkaar brengt.

    Een dergelijk geval deed zich voor in mijn beginfase met een dame in Noord-Holland, haar echtgenoot was kapitein op een sleepboot. Hij voer alle zeeën en oceanen af, was zes maanden weg en zes maanden thuis en gedurende zijn afwezigheid hield ze de vrienden en kennissen op de hoogte van waar hij was, hoe hij voer en waar hij aanlegde. Ik volgde haar blog op afstand, ik volgde haar angstgevoelens als hij de Indische Oceaan opvoer, waar Somaliërs een gevaar betekenden voor gijzeling die in die tijd dreigend was. Nu en dan maakte ik er melding van in mijn blog of stuurde ik haar een mail, al was dit maar zeer sporadisch. Tot het bedrijf in moeilijkheden kwam, de kapitein ontslagen werd en op een andere boot bij een andere scheepsfirma terecht is gekomen, het juiste verhaal ken ik niet meer. En weinig erna, verdween haar blog, dat nochtans druk bezocht werd, uit de ether.

    Ik stel me, zoals vandaag, nog altijd de vraag wat er kan gebeurd zijn. Naar ik kon oordelen was het een gelukkig gezin, met een dochter aan de universiteit die goede resultaten haalde. En het feit dat de dame niet blogde als haar echtgenoot thuis was, wees duidelijk op de band die ze had met hem.

    Zoals ik haar blogs volgde las zij ook die van mij. Het was in de tijd dat ik nog al uitgebreid en regelmatig vertelde over, wat ik mijn droomwoning noemde,  het ‘Eedgoed’, in Serskamp-Schellebelle, een landgoed dat reeds voorkwam op een oude landkaart van de XVII de eeuw. Ze had het opgezocht op Google en stuurde me een foto van de inrijpoort. Ze hadden ook Brussel bezocht en dus ook het Manneken. Ik weet niet meer of ik haar toen gesproken heb van de geschiedenis van het Manneken in Geraardsbergen, het heeft ook geen belang meer nu ze verdwenen is met de noorderzon zoals wordt gezegd en geschreven.

    Wat niet belet dat ik me vragen blijf stellen over wat er met haar man, een groot schipper, als ik las wat hij deed, waar hij heen voer en, wat er met haar, als schrijfster van haar altijd zeer verzorgde blogs geworden is. Regelmatig nog ga ik kijken of ze niet opdaagt, maar tevergeefs.

    Voilà, ik moest dit kwijt deze morgen. Nu het geschreven staat is het geen last meer. Heb ik het antwoord wel niet ik kan me erbij neerleggen en denken dat er heel wat zijn die me lezen, en van wie ik heel weinig, zo niet helemaal niets, afweet.

    En, wat er ook moge gebeuren, als ik ooit stilval, en dit zal onvermijdelijk eens komen, zullen velen zich de vraag stellen wat de oorzaak was. Het kan dat dit ook een onopgeloste vraag zal blijven, die regelmatig in hun dagen, tot lang erna, zal opduiken. Zelfs als ze vernemen zouden – ze zullen het al lang vermoed hebben – wat er aan de basis lag, dan nog zal er, een deel van de vraag openblijven bij hen.

    Wat ook zijn betekenis zal hebben voor hem die er niet meer zal zijn.

     

    20-09-2016, 07:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fabergé-ei

     

    Je moogt ook niet teveel vragen in het leven: een lichaam dat, hoewel op leeftijd, toch nog voldoende goed functioneert, een geest die nog helder is en de Muze die je nog regelmatig bezoekt op ogenblikken dat je haar het meest nodig hebt. Drie zaken die voor jou, om te beginnen, essentieel zijn, waaraan andere als een zorgzame en liefhebbende echtgenote, de genegenheid van kinderen, van vrienden en kennissen, die meer dan pluspunten zijn, kunnen worden toegevoegd. Je kunt er nog een aangename woning bij nemen, en met dat alles zit je ver boven het gemiddelde dat een mens op aarde beschoren is. Je kunt er zelfs nog, uitzonderlijk, rijkdom aan toevoegen maar dan stijgt je heel ver boven de middenmoot uit, want een dergelijk arsenaal aan voordelen is aan weinige gegeven, dit laatste toch niet aan mij.

    Zo in de omstandigheden die ik ken, ben ik al gelukkig Cervantes naast mij te hebben, zelfs al open ik hem niet zo dikwijls; ben ik gelukkig, zoals gisteren, Dante te hebben boven gehaald en bij het lezen van enkele passages die ik gebruiken wou, eens te meer begrepen heb welke grote poëet Dante - die schreef op het einde van de XIIIde, begin XIVde eeuw - wel was. Kleine dingen op een gewone dag die je verheugen omdat je ze beleeft en ruimte en volheid geven aan je geest en je bestaan. Veel meer heb je niet nodig, al zijn er wel andere voorvallen die je dan ervaart als een onverwacht geluk.

    Zo een ontmoeting, een paar dagen terug, aan die wondere vijver van die vriend Johan – ik denk wel dat ik hem vriend noemen mag – met een nog jonge man, vond ik toch, Frank P., een Vlaming van bij ons, die in Olten bij Bazel woont en werkt in een atelier als graveerder.

    Het was niet zo maar een ontmoeting. Een paar ogenblikken ervoor had Johan me verteld dat hij voor een man, een vriend van hem, een werktuig had gemaakt, dat niemand anders had kunnen bedenken noch maken. Hij was het aan het uitleggen toen precies op dat ogenblik, een wagen stopte met een Zwitserse nummerplaat, AG (van Argau). Het was de man, voor wie hij het had gemaakt, die Johan nog eens bedanken wou omdat hij er zo gelukkig mee was. Frank toonde me het werktuig in kwestie, het lag in de koffer van zijn wagen, een ronde metalen bol, op een rubberen ring, waarop hij zijn te graveren stukken kon vastzetten zodat hij ze in alle richtingen draaien en keren kon en ze aldus altijd naar zijn hand kon zetten en niet meer omgekeerd, wat zijn graveerwerk aanzienlijk verlichten zou.

    Op zijn smartphone liet hij me tal van stukken zien die hij gegraveerd had, vele waren kolven van jachtgeweren of van revolvers. De gravering was van een grote sierlijkheid, kleine tekeningen van bloemen, vlinders en kevers, verweven in arabesken van verfijning en smaak, tekeningen die teruggrepen naar de mooiste die ik me herinneren kon, sommige met erin elementen verwerkt die we terugvinden op de kapitelen in onze romaanse kerken.

    Hij vertelde me ook dat het ganse atelier werkte aan een Fabergé-ei, in bergkristal, een kunstwerk dat normaal één jaar arbeid vergde en nu in vijf maanden moest worden vervaardigd (prijs: een miljoen pond), met een Pavlova die danst op een muziek van Saint-Saëns uit zijn Carnaval des Animaux.

    Ik wist onmiddellijk dat het de muziek was van ‘de stervende zwaan’ en trachtte de melodie te zingen. ‘Ja’, zegde Frank, ‘ja dit is het’ en hij zocht die op in zijn smartphone. ‘Ik heb dit al duizend maal beluisterd’, zegde hij, en toonde ook een reeks foto’s van Pavlova. 'Als het ei geopend wordt moet Pavlova dansen op de muziek van Saint-Saëns  precies zoals het hoort, wat een huzarenstuk is waarmede we nu bezig zijn.'

    Ik vertelde hem over Pavlova, dat ze als danseres zo uitzonderlijk was dat Ezra Pound haar zelfs vermeld had in een van zijn gedichten, wat hem verbaasde. ‘We zijn een grote familie’, zegde ik hem, ‘Johan, Pavlova, Saint-Saëns, Ezra Pound, waarin we ons allen ontmoeten: jij in de realiteit der dingen en ik afdalend  in mijn geheugen’.

    Maar nog is het verhaal niet volledig, want hij zegde me nog dat hij nu eerst bij zijn vriend ging die dicht, bij Sierre in de Valais woonde. Ik verschoot: ‘Dan ken je de Val d’Anniviers’, dan ken je Grimentz en Zinal?’. ‘Ja, zeker, Grimentz is het mooiste dorpje dat ik ken, dan toch het oud gedeelte, ken je dit ook?’

    ‘Frank, geef me de hand – ik waagde het niet hem te omhelzen - Grimentz is mijn lievelingsdorp in de Valais.’

    Het was een ontmoeting die ik niet licht vergeten zal. In het weggaan, hij moest zijn moeder gaan afhalen bij een vriendin van haar, haalde hij een Zwitsers dagblad uit de wagen, ‘20 Minuten CH’ van 1 september, en gaf het aan mij, waarom moet ik nog uitzoeken. Maar mijn verhaal is al kleurrijk genoeg, dan toch voor mij, kleurrijk en uiterst uitzonderlijk.

     

    19-09-2016, 07:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tachtig worden en tachtig zijn.

     

    Je treedt vandaag, 18 september van het jaar des Heren 2016, mijn waarde Paul, mijn goede vriend, met de vlaggen hoog in de wind, je tachtigste binnen.

    Weet dat tachtig het mooie getal is voor acht decades die binnen zijn. En een decade is een mooie, volle periode om als maatstaf te nemen, het is gemakkelijker om tellen en, in één decade kan er iets gebeuren dan meldenswaardig is, terwijl één jaar te vlug voorbij schuift. Neem bijvoorbeeld 2016, het is pas begonnen en binnen een paar dagen begint de herfst. En wat meer is, jij als ingenieur weet beter dan wie ook dat acht, twee is tot de derde macht, dat het als een heilig getal stond gekend in de middeleeuwen en zelfs ervoor, want hoeveel kerktorens zijn niet achtzijdig. Er is dus niets verkeerd aan acht decades, niets beangstigend, integendeel, het cijfer acht draagt alles in zich en je staat er middenin.

    Dan ook als je tachtig neemt, ben je misschien even geroerd door de schoonheid ervan: de acht gevolgd door de belofte die de nul inhoudt om verder door te lopen naar de een, de twee en zo verder en verder. Je bent dus aardig op weg, meer dan aardig zelfs, want pas als je tachtig bent kun je negentig worden en behoudt je de kans er tot honderd nog te zijn. Je feliciteert jezelf zo ver al geraakt te zijn, geslaagd te zijn waar heel wat vrienden, goede vrienden zelfs, al hebben afgehaakt en het is ook vandaag naar hen dat je gedachten gaan.

    Op de keper is 18 september maar een gewone dag die eens per jaar doorkomt. We jagen er niet op, verre van, maar we houden hem een jaar lang in het oog. We zien hem van ver naderen, zoals Ulysses en zijn gezellen - zo leert ons Dante in zijn Inferno, canto XXVII – van ver de bakens zagen door Hercules geplaatst en die hij onvervaard is voorbijgevaren de verboden Oceaan binnen.

    Jij hoeft geen toorn te vrezen, je zet zelfs een zeil bij, een groot wapperend zeil en neemt plaats op de voorplecht, om er duidelijk en stoer in de wind te staan, voluit ademend en uit alle borst roepend – je bent geen zanger - begeleid met des fifres et tambours.

    Zo, mijn vriend van tachtig, de fanfare staat opgesteld, met trompetten, klaroenen en cymbalen. Houd stevig het roer met beide handen en vaart zoals Ulysses, de wijde oceaan van de tachtigers op. Niets zal je weerhouden, taai als je bent; gericht en vol moed, vaar een nieuwe decade binnen. Je voltooide er al acht, je zult er nog wel een negende aan kunnen. De kaap is genomen, de weg ligt open, de negen hangt als een dubbele regenboog, hoog voor je uit. Het ga je goed, het ga je heel goed; moge Jo, je vrouwe en je kinderen en kleinkinderen, je vandaag begroeten met toeters en bellen én, een glaasje tonic met wat klassieke gin erin. Wij van uit onze uithoek van Vlaanderen groeten je met warmte in ons hart, en wensen je goede vaart toe, stevig staande aan het roer, zoals je het altijd gehouden hebt, eerlijk en onversaagd.

     

    18-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    17-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ook als het niet goed gaat

     

    Het gaat niet van morgen. De woorden treuzelen, blijven achter. Mijn horizont is een effen lijn en ik wacht gelaten, tot er iets verschijnen zal.

    Dit, is het beeld van de dagen wanneer alles gesloten blijft. Hoe het komt weet ik niet – wellicht zit mijn bioritme op zijn laagste peil – maar van bij het opstaan was er een blokkering van al wat met de geest en, met de vervoering die de morgen kan zijn, te maken had.

    Zo bestaan we dan: vandaag een groot vuur en morgen een smeulen nog, zonder zuurstof, dat stilaan aan het doven is. Je kunt er niet tegen vechten, je kunt enkel ondergaan, je kunt enkel opzij gaan staan en zien wat er gebeurt en, of er iets gebeurt.

    Ik denk, zoals bij elk van ons, dat er momenten zijn dat de Muze zich niet toont; dat ze niets van zich laat horen, alsof ook zij verdord was opgestaan, inspiratieloos; de zon niet had gezien als een cirkel zilver tussen de bomen, wel helder, maar grijs, terwijl ze een bol vuur had verwacht. Zo de Muze, zo de man-schrijver in mij. Ik zal haar en hem er moeten op wijzen dat ze hun belofte moeten nakomen en heel wat meer dan zich tonen moeten.

    Schrijf dan maar iets in afwachting. Je hebt wel een gedicht dat klaar ligt om te verschijnen, maar dat maakt je rekening niet, die oplossing is te goedkoop en te gemakkelijk. Er wordt elke dag iets nieuws verwacht iets ontstaan uit de dag zelf, al was het maar een verhaal dat geen verhaal is maar iets met kleur – al was het maar de kleur van de zaadbollen van de egelantier – iets met inhoud, met verwijzing, al was het maar naar de Don Quijote die nog altijd naast jou op tafel ligt, vastgeroest.

    Echter onvoldoende is de vaststelling dat de dag niet begonnen is zoals de dagen ervoor, om aldus uit te lopen tot de laatste zin van een blog die nog niet begonnen is, und nicht viel mehr dann eine Spielerei war.

    Als je in dergelijke omstandigheden bezig bent, mag je zeker niet stoppen met denken, moet je doorgaan om op te lossen wat moeilijk op te lossen is, een inspanning vergt die je op vreemde terreinen brengt waar je niet thuis hoort en waar je je niet aangenaam voelen kunt. Het eigenaardige is dat je aldus regel na regel vullen gaat, zoals een tekening die begint met een lijn op je blad getrokken, waaraan je alle dingen hangen kunt, dingen die er al zijn en andere die hieruit ontstaan zullen.

    Oorzaak en gevolg er op aansluitend tot de cirkel zich dicht en je terug gekomen bent op de plaats waar je vertrok, niets slimmer of niets wijzer, maar een ondervinding rijker, namelijk dat je vooral niet panikeren moogt, dat je de dingen ook niet forceren kunt, dat je alles op jou moet laten afkomen en verbeiden wat komen zal: een laatste zin waaruit je dan weer zult kunnen opstaan, vernieuwd, maar daarom niet jonger van ingesteldheid, eerder teleurgesteld omdat het maar zo en zo was wat je geschreven hebt, wat ongewoon is voor jou en neer komt op een begin van ontevredenheid, te zijn geweest wat je eigenlijk maar bent?

    Maar naar morgen zie je nu al vooruit. Je weet in welke richting je schrijven gaat, al ken je nog niet de woorden die je gebruiken zal.

     

    17-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    16-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat overblijven zal

     

    Johan haalde, een groot schilderij uit de wagen en plaatste het, tegen de wagen in het gras: een winterlandschap om in te wandelen, een ruim uitdeinend vergezicht, met op de voorgrond twee naar elkaar toe hellende, naakte bomen, een beekje en rechts een groep gebouwen, de stijl en het ritme van de opbouw was duidelijk het type Valerius De Saedeleer. Hetzelfde licht heuvelende land, een even ragfijne tekening van de bomen, enkel de luchten, wolkeloos met mooie effen gehouden tinten, waren van Johan.

    ‘Kijk, Karel’, zegde hij, ‘dit is een van de vele schilderijen die ik maakte, het is van 1983, meer dan dertig jaar geleden. Voor mij is het er nog niet helemaal, er ontbreekt nog iets, maar ik weet wat, en eens werk ik het af.’

    ‘Johan’, heb ik geantwoord, ‘het werk is af voor mij, laat het zoals het is, het is een heerlijk, sprekend schilderij, er nog iets aan wijzigen schijnt me onnodig en gevaarlijk toe. Er zit beweging in en het doek leeft, blijf er af, man, en hang het ergens op, het is mooi ingekaderd en het verdient gezien te worden.

    En ik dacht, man heb jij dit gemaakt, zonder ooit een academie te hebben gezien of binnen gewandeld te zijn. Jij had een groot kunstenaar kunnen worden indien je had verder geschilderd, een Dany Persoons, die ook begonnen is, zoals jij. Ik kende je alleen als de baas van een gespecialiseerd metaalatelier – je kreeg een bestelling van de CERN - en ik heb je er aan het werk gezien. Ik wist toen al dat je iets had van een kunstenaar in wat je presteerde, maar als schilder verrast je mij.

    Wat ik hem gezegd heb daarna. En ook – de ijsvogel als een schicht over het water - dat ik hem, en vooral, kende van zijn vijver: een stuk moeras met vergane bomen waar hij al zijn energie én, liefde, had ingestoken en waarvan hij een ruime, prachtige vijver heeft gemaakt, een vijver, zeg ik hem, die mijn vreugde is in mijn late dagen.

    Als hij me toevertrouwt dat hij niet weet wat er, na zijn vertrek, van zijn schilderijen gaat geworden. Zeg ik hem, dat zijn vijver even belangrijk is, dat dit ook een werk is dat hij heeft gerealiseerd, een werk dat zijn idee is, en dat deze vijver niet verdwijnen kan, dat hij er altijd zal zijn, met zijn naam er blijvend aan verbonden.

    Je schilderijen zijn als de geschriften die ik nalaten zal. Wat er mee gebeuren zal weet ik evenmin. En ook voor mij is het een zorg. De kinderen hebben de gelegenheid gehad ze te lezen, maar hebben er nooit aan gedacht – of zullen er nooit aan denken – om die te bewaren. Als ik wil dat het gebeurt dan zal ik het moeten doen. De geschriften herlezen, bijschaven en schiften, het kaf van het koren. En als ik verlang dat er iets overblijft voor mijn achterkleinkinderen dan moet ik bundelen wat ik heb. Het zullen meer dan vijf boeken zijn die ik zal geschreven hebben, de moeite om hen een tijdje bezig te houden. Maar dit zal dan pas gebeuren in de jaren dertig à veertig van deze eeuw. Wat ik schreef zal dus een tijdsdocument worden, een spiegelbeeld van de tijd die lopen zal over drie generaties, te beginnen, voor hen, minstens een eeuw terug. Ik zelf zal er niet meer zijn.

    Hoe zal ik er in hun ogen uit tevoorschijn komen? Ik moet er dus voor zorgen dat ze me leren kennen, zoals Stefan Hertmans zijn grootvader heeft leren kennen. Zal er onder hen dan ook iemand opstaan die me verder in de tijd zal duwen? Misschien dwaal ik hier nog rond, misschien zie ik het, onder een of andere vorm aanwezig, nog gebeuren, misschien niet. Het loont echter, niet alleen om er aan te denken, maar zeker om het te doen. Je weet maar nooit.

    16-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    15-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.I do not hope to turn again

     

    Wat wordt deze dag voor mij, hoe verloopt hij, welke zullen de hoogtepunten zijn – als er zijn – welke de verliespunten? Vragen die ik me stel vandaag en gisteren niet, waarom, wat is er dat me nu bezielt en waar ik naar toe schrijven ga?

    De dag heeft zich pas geopend, de nevels van de morgen hangen nog in mijn hoofd, in mijn geest. Ik tracht een blanco plaats te vinden om er te gaan zitten, er te zijn en er te wonen voor een tijd, een korte tijd, want tijd is kort, is heel kort. Een eerste gedachte is die van dank omdat ik er nog ben, een tweede is een nog grotere dank omdat ik schrijven kan, en niet gedoken lig op de sofa met een kussen onder mij, of in nog slechtere omstandigheden leven moet. Zo, woorden van dank kunnen schrijven is een goed gevoel van waaruit ik vertrekken wil, van waaruit ik zien kan hoe alles nog beweegloos is, geen blad, geen vogel die zich roert, gestold het licht, gestold de tijd tot in mijn gebeente. Ademend:

    ‘Because I do not hope to turn again / Because I do not hope / Because I do not hope to turn / Desiring this man’s gift, and that man’s scope…/[1]

    Maar te zijn wie ik ben, met mijn gebreken, en er zijn er, en mijn kwaliteiten, die deze zouden moeten compenseren, maar niet hopende hier terug te keren om te zijn wie ‘die’ was, of het vooruitzicht te hebben dat die ‘andere’ had. Neen, het is genoeg geweest, mijn verlangen is niet meer wat mijn verlangen vroeger was, en ‘Why should the agèd eagle stretch his wings?’, wat heb ik nog te winnen als het niet te verliezen zou zijn? En daarom:

    I rejoice that things are as they are.’ Wat meer kan er nog zijn. Een wijs man die Eliot en een groot poëet. Hij is altijd mijn voorbeeld geweest van de dag af dat ik hem heb ontmoet in heel bijzondere omstandigheden, in een bookshop in de hoofdstad, ik heb het al te dikwijls verteld, omdat het een van de scharnierelementen in mijn leven is geweest en, zoals hier blijkt, gebleven is.

    Ik ga aan vele zaken voorbij, aan andere helemaal niet. Weinig is er nodig opdat alles weer openbloeien zou. Het volstaat, zoals het een paar dagen geleden gebeurde, dat iemand een tip oplicht, opdat ik vertrekken zou naar plaatsen waar ik was en dingen die ik las.

    Was het ‘dit’ dat me deze morgen te wachten stond, schrijven dat ik hier niet wenste terug te keren, of was het dat ik er vreugde in vond dat de dingen zijn zoals ze zijn?

    Ik denk dat beide bevestigingen zijn die, én uit elkaar zijn ontstaan, én elkaar aanvullen. Ik denk dat het leven een enorm iets is, dat we de enormiteit ervan niet genoeg beleven of beseffen, dat we te veel geneigd zijn – ik ook – belang te hechten aan kleine dingen die vergeleken met het essentiële, ons Dasein, weinig om het lijf hebben.

    Maar, ondanks dit: ‘I do not hope to turn again.’


     
     [1] T.S.Eliot: Ash-Wednesday, Collected Poems 1909-1935, Faber & Faber 1958.
     
     

    15-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nieuwgekomene

     

    De dag van 12 september is de dag van Bastien, om geboren te worden, om als een lichtpunt voor de ouders, grootouders, overgrootvader, door de zon te worden omkranst. Met de stand van de planeten Mars en Saturnus en de wassende maan zijn dit excellente voortekenen die een grote belofte inhouden, een kroon te zijn bovenop het mirakel van zijn binnentreden in de wereld.

    Hem wacht het groeien en het wijzer worden naarmate de jaren zich ophopen zullen in en over hem. Maar wat die jaren zullen zijn of worden is een onbekende. Wij kunnen enkel hopen en blijven hopen dat ze minstens zullen zijn zoals wij, die er al lang zijn, deze gekend hebben, niet de perfectie, niet stijgend naar een climax toe, maar aanvaardbaar en dragelijk, om niet te zeggen, beter dan waar ook in deze schommelende wereld, waar het barbaarse meer en meer de kop op steekt.

    Onze zorg, mijn lieve, kleine Bastien is groot. Je treedt, de ogen nog gesloten, de geest nog maagdelijk wit, de dagen binnen. Dagen die weken worden, weken maanden, en maanden jaren. Ik bid een gebed dat van alle gebeden dit is van een man op leeftijd, van een man die gezien heeft hoe de wereld zich gekanteld heeft van een bestaan, waarin de zondag nog een rustdag was, de kleur kende van het verhevene, van het sacrale, van het intieme van een innerlijke rust, afgedwaald is tot een dag van het doodgewone leven.

    Ik denk niet dat je dit gevoel van wat de zondag is geweest - dit is wat ik gekend heb in mijn verre jeugd - ooit kennen zult, en dit is een pijn voor mij. De wereld waarin je ontwaakt is een jacht geworden, een jacht op de tijd, een jacht op succes en bezit, waaraan velen ten onder gaan. Daarenboven, in het zwartste dat ik bedenken kan, riskeer je zelfs dat je zondag de vrijdag wordt, wat ik je zeker niet toewensen wil, maar het is een gevecht dat je als gedoopte, als opgenomen in een christelijke - zelfs al is het maar een naam geworden – gemeenschap en beschaving, te leveren zult hebben.

    Mijn lieve, kleine Bastien, ik, je overgrootvader die je wellicht nimmer goed kennen zult, is bezorgd om jou, meer dan om wie ook, omdat je als nieuwgekomene de meeste zorgen nodig hebt en zult blijven nodig hebben.

    Ik omhels je met mijn gedachten, ik omhels je met mijn geest, ik omhels je met wat is van het diepste in mij. Ik hoop je te zien opgroeien zoals ik Lucca zag opgroeien, zoals ik het zag van Amaury en zoals ik het hoorde en zag van Alexia, kinderen opgestaan in een wankele wereld totaal leeg van het sacrale, dat nochtans de voedingsbodem is van alle leven en alle kunst.

    Ik weet niet hoe je je verdedigen zult, maar mijn hoop, mijn vertrouwen in jullie goed gesternte en in je sterkte, is groot, Wees voor je ouders en grootouders, voor de wereld waarin je terecht gaat komen, een baken van geest, van blijheid, van liefde en van kracht.

    Bastien, Lucca, Amaury en Alexia, dat het jullie heel goed moge gaan in de wereld van morgen.

     

    14-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    13-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Life lost in living

     

    Ik heb via mijn blogs een metafysische band met mijn lezers. Hoe die is of wat die is kan ik niet duidelijk maken, maar zoals ik door hen word geïnspireerd, worden zij door mij opgevangen en zet ik me, voor een tijdje dan toch, vast in hen.

    Gisteren was dit toch het geval. Niemand wist waarover ik schrijven zou, noch waarover ik aan het schrijven was, toen er een e-mail binnenliep dat in die richting ging, verwoord in een korte versregel van T.S.Eliot : ‘Where is the Life we have lost in living?’.

    Dat ik - ontroerd omdat het van hem kwam, Ferdi VDH - las als: waar is het leven heen gegaan dat ik verspild heb aan de poëzie. Of verder denkend, wat zou mijn innerlijk – zeg ik metafysisch? - leven geweest zijn, had ik Jules Verne niet gelezen, noch Maurice Gilliams, noch Saint-John Perse, noch T.S. Eliot, noch zovele anderen die allen mijn hoofd op hol hebben gebracht en me voortdurend aangezet hebben tot navolging? Ik weet het niet natuurlijk, had er trouwens geen behoefte aan het te weten, ik was er gelukkig mee als ik mijn blad geschreven had.

    Ik weet dat ik vrienden heb die zich dezelfde vraag kunnen stellen om te komen tot een zelfde antwoord, dat kunst bedrijven, welke ook, een ziekte is en dat je er alleen door de dood van genezen wordt. Of zoals in het gedicht van de Arabische dichter Saad: ‘Het is de onverbiddelijke wil van de liefde mijn kind, en hier is het geheim ervan. Indien je het weten wilt aan zijn vuur is niemand ontkomen hetzij door de dood.’

    Heb me de vraag nooit gesteld echter. Had er geen nood aan. Pas nu als het resultaat gemeten wordt aan het product ervan, rijst de twijfel. Houdt het je bezig, vroeg in de morgen of laat op de avond. Er kon weinig van je tijd af, dat niet gericht was naar de poëzie van het schrijven of het tekenen, ook dat was van een identieke ingesteldheid, en ook hier weet ik dat vrienden kunstenaars, dit kennen, en er moeten mee leven, een leven dat doorlopen zal tot aan hun dood.

    Wie maakt je aldus? Wie staat er achter jou om te zorgen dat je deze aanhankelijkheid niet van je afschuift, niet zoals de slang haar vel afschuift?

    En dan nogmaals : ‘Where is the Life that you have lost in living?’ Of, was het geen verlies, was het in tegendeel een winst, was het niet de kleur in mijn leven, het voedsel voor mijn geest meer dan het voedsel voor mijn lichaam. Achteraf kan ik terugblikken, kan ik denken dat de blogs die ik schreef waardevol zijn geweest, waren ze het niet voor mijn lezer, ze waren het voor mij, ze hielden me recht, ze vulden, eens de Bank ver achter mij, mijn dagen. Trouwens, ik kan me geen ander leven meer in denken. Ik kan het geen vollere invulling geven. Ik denk dat ik aldus het maximum heb bereikt dat ik bereiken kon.

    Het zou wenselijk zijn dat ik hiermee tevreden ben en tevreden blijf. Het leven dat me rest krijgt hierdoor een wondere affectie. Ik wil er geen einde aan zien. Ik wil, zoals in toneelstuk ‘De Regenmaker’, waarin ik ooit een rol vervulde: ‘ik wil eeuwig leven’.

     

    13-09-2016, 09:13 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over poëzie

     

    Ik ben ervan bewust dat de poëzie me heeft verblind, dat ik onvoldoende oog heb gehad voor het echte leven. Maar ik sta niet alleen, ook Francis Jammes wist dit als hij schreef: ‘La poésie que j’ai rêvée gâta toute ma vie…’. En nu is er Menno Wigman, stadsdichter van Amsterdam in 2012 en 2013, hij ook voelt zich slachtoffer, hij ook werd verblindt door de poëzie zodat, zegt hij, ‘slordig met geluk’ is geweest. Ik lees dit laatste in een recensie van Luuk Gruwez over de dichtbundel van Menno Wigman[1].

    Ik herhaal hiermede wat ik onlangs geschreven heb dat ik niet altijd de realiteit in het oog heb gehouden, dat ik er soms ‘slordig’ mee omgesprongen ben, wat zich nu aanbiedt als gemiste kansen in mijn leven. Was het aan de poëzie te wijten? Niet altijd maar toch in heel wat gevallen.

    Ikzelf beperk me tot het schrijven van een paar zinnen er over, Wigman - als ik Gruwez lees - schrijft er een dichtbundel over met de verzuchting: ‘waarom mijn lichaam waart je mij zo weinig waard?’.

    Zou ik ook zo iets wagen te schrijven, zou ik ook naar mijn lichaam, naar mijn handelingen verwijzen om tot een waardebepaling te komen? Ik denk het. Ik weet nu dat ik het materiële altijd, en zeker te veel, over het hoofd heb gezien. Het is de poëzie, het zijn de letteren geweest die een te belangrijke rol hebben gespeeld in mijn leven.

    En het is verloren moeite geweest. Meer wil ik er niet over kwijt.
    Maar ook, het is niet nu ik al zo ver sta, dat ik vandaag de poëzie zou achterwege laten. Ik kan dit niet, ik zou er bij sterven, en ik moet zeggen dat ik verwachtend uitkijk naar ‘De Bekeerlinge’, het boek van Stefan Hertmans dat op 8 oktober verschijnen zou. Het is aan hem dat ik me spiegelen wil om te weten of wat ik presteer enige letterkundige waarde heeft, want een verzuchting van mij – zelfs op late leeftijd – is meer te gaan lezen om beter te kunnen vertellen, wat nimmer mijn sterkste kant is geweest, en een schrijver moet kunnen vertellen of anders is het beter – Karel Jonckheere zegde dit – is het beter dat hij sterft als schrijver. Zo, wat dan zeggen over de poëzie die zou maken dat we, zegt Wigman, ‘slordig met geluk’ omspringen?

    Is het poëzie te schrijven dat de avond valt en het licht verzacht tot stilte, dat de dingen zich sluiten voor de nacht?

    Is het poëzie te zien hoe de zon gaat dalen, hoe ze nog even hangen blijft juist boven de horizont, terwijl je verder schrijft, de laatste schaduw van uw hand op het blad dat je vol zet met tekens die anderen lezen zullen en weten dat ze van jou komen. Woorden die binnen druipen in je geest, woorden die je omhelst.

    Is het poëzie te wachten tot de maan opkomt, de bomen een donkere massa, je hand verstijft tot in je vingers en je moeite hebt om je geschrift te volgen op de lijnen van het blad en jij, de tijd vergetend, schrijven blijft.

    is het poëzie? Je zoekt het uit, je wilt het weten, je hebt geen oog voor wat van de wereld is, je kijkt binnen in die rust van jou, rust en bezinning; je grijpt nog de laatste stralen licht, het laatste vleugje poëzie, je houdt het even nog, op je lippen, op je handen.

    Je kunt heen gaan nu en het meenemen met jou, een jager op wat poëtisch te zeggen is, in een stramien van woorden, lijk de klanken in het wondere Allegretto van het Strijkkwartet nr. 8 van Shostakovich. Is het poëzie?

    Nawoord:

    Vrienden kantelen over mij: ik heb dit pas over geschreven als er een e-mail binnen komt van een vriend. Zegt hij tegen me:

    Where is the Life we have lost in living? / Where is the wisdom we have lost in knowledge? / Where is the knowledge we have lost in information?

    Hij citeert dit uit ‘Choruses from ‘The Rock’ (I. vers 14 -16). Hij ontroert me omdat hij het is die me, zo vroeg in de morgen, herinnert aan de dichtbundel van T.S.Eliot[2], en ik ben gelukkig ook dat hij, zoals ik, T.S.Eliot in zijn hart draagt. Het is een excellent begin voor een dag. Hij had er nog twee regels (17 en 18) mogen aan toevoegen:

     ‘The cycles of Heaven in twenty centuries / Bring us farther from God and nearer to the Dust



    [1] Menno Wigman: ‘Slordig met geluk’, Prometheus, 63 blz.14.95 €. In de Standaard der Letteren van 2 september 2016.  [2] T.S.Eliot: Collected Poems 1909-1935, Faber & Faber limited, London, 1958.

     

    12-09-2016, 11:20 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dagboek

     

    Ik ben lang aan de vijver gebleven, langer dan gewoonlijk, iedereen was vertrokken, maar bij mij was gebleven een gevoel, dat ik niet van mij afschudden kon, een gevoel van verlatenheid meer dan van eenzaamheid; een opduikende pijn bijna, het weten wat is en wat komen zal en het punt tussen beide in, al weet ik niet hoe dit te bepalen. Ik zit hier nochtans in het grote licht van laat-namiddag, de dag die naar zijn einde neigt. Het water voor mij een donkere diepte waarin ik zou kunnen verdwijnen om niet meer te zijn.

    Droefheid om wat?

    Wie helpt er me met mijn jaren? Wie reikt me de hand en houdt me even? Want het wordt hier stiller en stiller in mij, leger en leger. De zon staat nog  juist boven de kruin van de bomen. Ik aarzel om weg te gaan, ik aarzel om op te houden met schrijven, alles is nog niet gezegd.

    Eksters krijsend boven mij, wellicht wachten ze tot ik weg zal gaan om op het gras te komen. Maar ik beweeg nog niet, iets weerhoudt me hier, alsof ik bang was terug te keren naar de wereld toe.

    Er was gisteren of eergisteren, na de voordracht, in het café op het gelijkvloers, een moment dat ik me heel goed voelde. Er was de muziek - wat het ook was al wou ik het klassiek - op de achtergrond; er waren de gesprekken van de vrienden om me heen. Ik voelde de sfeer als er een van grote dagen die ik vroeger had gekend. Vandaag waar ik ben is er nog de weergalm van, veel is het niet maar het helpt een ogenblik te zijn wie ik was toen, hoe gelukkig in mijn gesprek met een vriend.

    Ik zit hier maar, niets betekenend. Ik tracht me de aarde voor te stellen als een enorme massa op haar baan met een enorme snelheid, wentelend, en zoek de plaats waar het puntje is waar ik zitten kan. Niet veel, niets eigenlijk, onzichtbaar, te klein om op te merken, te klein om te vernoemen, die aan het schrijven is alsof hij meer was dan die massa aarde en die even onzichtbaar is voor hem als hij die aan het schrijven is voor haar.

    De vogels in de bomen dichtbij, en verder af, de wagens op wegen hoger op en, hoe komt het, hoe gebeurt het? Wat hij in lang niet heeft gekend, de plotse droefheid in hem die hij niet begrijpen kan, die hij niet verbergen kan, niet opvangen kan. Hij is zijn schaduw in het gras, meer is hij niet. Wat hij schreef deze morgen, wat hij ooit geschreven heeft in zijn leven: waar hij hier zit, waardeloos, totaal waardeloos. Hij heeft er niet meer het minste benul van. Of het nu geschreven staat of niet het is zonder betekenis. Hij zit hier maar hij had even goed er niet kunnen geweest zijn, nooit kunnen geweest zijn. Zijn naam nergens vermeld, Kafka achterna die niet wou dat iets zou overblijven van zijn bestaan hier op aarde, ook alsof hij er nooit geweest ware. Alles effen als het water van de vijver, zonder de rimpel die hij is geweest.

    Hij blijft nog even, al weet hij dat het niet goed is hier nog lang te blijven want wat hij schrijft is ongewoon, zoals de droefheid diep in hem ongewoon is. Maar ze is er nog en ze blijft, ze stijgt naar zijn ogen, ze is van de hoge roerloosheid van de bomen die zich heeft vastgezet in hem, hier uit komt de besluiteloosheid, hier te blijven of hier weg te gaan.

    Een vliegtuig dat overvliegt, een vis die opspringt uit water, plots. Het is er allemaal en het zal er ook nog zijn om te zien en te horen als hij weg zal zijn, ook weg om er niet meer te komen. Hij ziet nog hoe de dingen rondom hem scherp getekend staan; duidelijk afgelijnd, de tafel en de stoelen, de oevers en het riet aan de overkant. Het is het ogenblik dat de reiger komen kan, de aalscholver, het ijsvogeltje.

    Hij weet dat hij weg gaan moet, dat hij niet meer een kind is dan zou gaan wenen.

     

    11-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    10-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toeval?

     

    Vreemd kan het lijken dat je zonder ook maar iets te zoeken of te provoceren, rechtover iemand aan tafel zit die volledig is afgesteld op die geest van jou.

    Je kunt je afvragen hoe het komt dat je je daar bevindt, en face de lui, terwijl je normaal op een andere plaats wou gaan zitten, naast je echtgenote, maar deze om praktische redenen, je verzoekt een andere plaats op te zoeken en je terecht komt daar waar je hoorde te zijn. Wat je niet wist, wat de persoon in kwestie evenmin wist, maar we zaten recht over elkaar: hij niet wetende wie ik was, ik niet wie hij was. Onze geest wist het, of beter, onze elektronen wisten het. Ze wisten het van het ogenblik dat we in het restaurant aanwezig waren. Hoe ons samenbrengen was hun enig probleem, maar ze slaagden waar niemand anders erin slagen zou.

    Ik zoek in mijn geheugen dat me voorlopig in de steek laat - zoals het me in de steek liet toen ik zocht naar de naam van Marc Penninck, esoterieker en Bruggeling, aan wie hij me herinnerde – maar er gebeurde iets dat ons instelde op een identieke golflengte en van dan af was er eenheid in onze gedachten.

    En nu weet ik het terug, zijn vader, geboren op de zevende dag van de zevende maand aan wie gevraagd werd hoe hij zich voelde op de ouderdom van zevenenzeventig jaar. ‘Goed’ had hij gezegd, ‘maar hier’, en hij wees naar zijn rechterslaap, ‘hier voel ik me nog eenentwintig’.  Ik antwoordde hem dat mijn moeder was van de zesde dag van de zesde maand van het jaar zes (1906), maar dat ik me, op mijn achtentachtigste voelde als zijn vader op zevenenzeventig.

    Zo ontstond ons gesprek. Vernam ik dat hij een bedrijf had opgericht en leidde met als naam ‘ademTIJD’; zegde ik hem dat ik een manuscript had met als titel ‘De Adem van de Dagen’; gingen we akkoord dat toeval niet bestond, en als het niet bestond er iets anders was dat ons had samengebracht door ons in een menigte van meer dan honderd personen recht tegenover elkaar te plaatsen.

    Achteraf, in de namiddag gezeten aan de vijver, dacht ik dat het onze elektronen moeten geweest zijn en schreef ik erover in mijn blog van gisteren die hij moet gelezen hebben, want van morgen, vroeg hij mij via facebook, om zijn vriend te worden, wat ik gedaan heb en waarbij ik hem langs deze weg wens te antwoorden, wetende dat hij me lezen zal

    Terwijl ik dit schrijf, op BRAVA een schitterende uitzending over het leven en het werk van Beethoven, aangevuld met prachtige beelden waarvan ik nu en dan een beeld opraap en een tekst die ik beluister met een kwart oor, terwijl ik verder ga met deze blog te schrijven om aan te komen waar ik aankomen wil.

    Dit kon een verhaal zijn dat neigt naar het transcendente, maar het is het niet, het is een reëel gebeuren dat mijn ongeloof, in wat toeval wordt genoemd, bevestigt, dat het toeval niet meer is dan een samenloop van omstandigheden die, als oorzaak en gevolg, hun wortels hebben, ver, heel ver in de tijd van ons allen samen, en van mij en hem in het bijzonder.

     Mijn schrijven eindigde samen met het onovertrefbaar einde van de negende symfonie van Beethoven. Ik voelde me een gelukkig man, ook omwille van Beethoven, ook omwille van Brahms erna.

    Men vertelle het voort.

     

    10-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    09-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons vadertje volgens de kinderen

     

    Ons vadertje, zeggen de kinderen, hij was en blijft een romantieker. Hij heeft de zware last op zich geladen elke dag een blog te schrijven voor zijn lezers, waar ze ook zijn of wat ze ook doen, hij wil hen vergasten op een morgengebed of een avondmeditatie, een bezoek aan een rozentuin of aan een berglandschap, om even – wat zijn vijfhonderd woorden? –te verademen in zijn gezelschap en te zijn wie hij was en wat hij dacht toen hij schreef voor hen. Je leest ze in een adem, je weet niet wanneer en hoe ze er gekomen zijn, vlot of aarzelend, zoekend naar de juiste toon, de juiste lichtinval en intonatie; hij zegt het misschien of helemaal niet; je kunt je afvragen hoeveel doorzetting het heeft gevergd. Maar beter het niet te weten, het zou je vreugde bederven indien je het wist. Zo, je leest maar wat er staat, sluit je erin op, het is en blijft voor jou een korte passage in je leven, misschien met een echo nog erna.

    Ons vadertje, zeggen de kinderen, hij is een eerlijk man, hij vertelt onverbloemd wat hem te binnen valt; hij opent zich opdat je weten zou wie hij is en hoe hij is; hij ontkleedt zich in woorden, telkens een soort liefdesverklaring voor jou, zijn lezer. Zodat hij blijven kan voor een tijdje dicht bij jou aangeleund, jij je hand op zijn schouder, en hij denken kan aan wat je morgen lezen wil.

    Ons vadertje is, een stille man. Hij zegt niet veel over gewone dingen, hij heeft er geen verhaal over, of wil er geen verhaal over hebben, het gewone is in elk geval geen topic voor hem. Laat hem gaan waar hij nog niet ging om er te vinden wat hij nog niet wist, nog niet had gezien, gehoord of ondervonden. En te verkondigen dat alles is zoals het zijn moest; dat het onvermijdbaar was omdat het zo geschreven stond in de kring van de omstandigheden waarin je terecht gekomen bent. Zo ook, zoals het gebeuren kan: een onverwacht gesprek op een onverwachte middag over een onverwacht onderwerp, wellicht, omdat het zo geschreven stond – in het boek van psalm 133? – maar ook, in de vele feiten eraan voorafgegaan en nu tot een voltooiing gekomen in een ontmoeting. Omdat het onvermijdelijk was, omdat golven elektronen elkaar hadden afgetast en na een tijdje het te gebeuren stond. Want onhoudbaar zijn de dingen die zich voordoen moeten opdat andere erop volgen zouden.

    Ons vadertje, hij heeft vele zaken voor zijn blog op zij gezet om enkel nog woorden te zijn in zijn gedachten, van de morgentafel tot het slapen gaan, om dan, eens het ogenblik van bevallen gekomen, hij neerzitten gaat, waar ook, om te zijn wie hij voor velen geworden is, een wereld van verpozen, een vat woorden waarvan de lezer denken kan dat deze uit hem zelf zijn opgestaan,  dat zij deze hadden bedacht en neergezet.

    Ons vadertje heeft ons gevraagd dit maal niet te spreken over God. Hij is er wel heeft hij gezegd, Hij is er wel onder een of andere vorm, gekend maar beter niet gekend maar aanwezig zeker, in de rechterhand die deze blog geschreven heeft.

    Ons vadertje: een zaak is zeker, hij sterft er niet aan, het is zijn leven. 

     

    09-09-2016, 03:29 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Echo

     

    Geen groter pijn / dan zich te herinneren de tijden van geluk / in momenten van smart. (Dante : Inferno, Canto V, 121[1]

    Je kunt er verder op ingaan. Je kunt zeggen geen groter weemoed dan zich te herinneren de zomernamiddagen van je jeugd of, je dagen in de bergen of, je dagen op de rotsen aan zee, en zo verder, plaats na plaats opzoeken waar je ooit gelukkig waart, om achteraf, de leeftijd zijnde wat hij is, tevreden te zijn met je lot, en met een gerust gemoed de wagen te nemen en naar de vijver te rijden waar je neerzit om wat te schrijven of enkele pagina’s te lezen in een boek dat je meegenomen hebt om er op te gaan in wijsheid.

    Maar er zijn, gelukkig, geen dagen van pijn en smart, zoals de smart die Francesca kende, toen Dante haar ontmoette in de Hel en ze hem het verhaal deed van haar liefde voor Paolo en de dood die het gevolg ervan was.

    We hebben allen een verhaal waar de vreugde van het zijn is overgeslagen naar een leegte of een pijn om het voorbij-zijn; om het weten dat deze uitzonderlijke momenten nimmer meer zullen terugkeren om opnieuw te zijn wat ze ooit waren.

    Ernst Jünger zegt het aan de marmerklippen op zijn manier, Stefan Hertmans op die van hem als hij over zijn grootvader schrijft. Allen hebben we onze zwakke periodes waarin het verleden ineens intens opduikt en ervaren wordt als een verlies, als iets dat onherroepelijk voorbij is, dat we niet meer beleven zullen en het gevoel dat we er, toen het gebeurde te licht zijn overgegaan, dat we er niet van genoten hebben zoals we er nu zouden van genieten.

    En dan noemde Yourcenaer de tijd, ce grand sculpteur, als ze zich bekeek in de spiegel of als ze zag hoe alles rondom haar zich wijzigde en zich vervormde. Maar de tijd is meer dan een beeldhouwer, hij is een vreemd iemand, hij neemt weg wat is en laat ons de echo, waar we weinig kunnen mee aanvangen dan, staande voor de afgrond met zicht op de diepte, luisteren naar de weergalm ervan, die dan meer pijn is dan vreugde.

    Echter, wij meer dan Francesca zijn er aan gewoon geraakt, we weten wat we hebben aan die echo en volwassen als we zijn, luisteren we er nog zelden naar, sluiten we hem af en zoeken we, zo weinig mogelijk, die plaats boven de afgrond nog op. Alleen de kunstenaar, schrijver, componist, schilder, beeldhouwer heeft er nog wat aan, als hij in zijn verbeelding de echo oproept en hem tracht te benaderen en weer te geven op een wijze zodat die echo door anderen ook kan gehoord of minstens begrepen worden.

    Zo zitten we in elkaar, zo werkt die geest van ons; Hij laat niets los, alles stapelt zich op, tot in elk van onze elektronen die functioneren als zwarte gaten, zegt Jean E.Charon van enkele dagen geleden.

    En nu ik hem eens te meer citeer, is het meer dan nodig dat ik in de toekomst meer recente schrijvers en hun boeken ga opzoeken, om mijn geest beter en dieper te gaan voeden, tot heil van jij die me leest. 



    [1] … Nessun maggior dolore / che ricordarsi del tempo felice / nella miseria…

     

    08-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wijsheid en de dood, sprookje.

     

    De dood is niet de dood, het is een verlenging van het leven; een andere vorm ervan, een ander beleven ervan.

    Ik schrijf dit als de eerste zin van waaruit ik vertrekken wil vandaag, de sleutel die de poort opent naar mijn gedachtenwereld. Ik geloof wat ik zeg en ik houd er aan: een stevigheid in de hand en in de geest. Het is, na een komen bij je geboorte, én een heengaan én een terugkeer. Het is beide in elkaar verstrengeld, beide in elkaar vergroeid omdat waar het ene is ook het andere is: mijn heengaan is mijn aankomst, ‘My beginning is my end’, zegt T.S.Eliot.

    Ik zou hier kunnen stoppen. Ik hoef niets te verklaren, want het is te begrijpen zoals het er staat. Mijn heengaan is mijn terugkeer ware misschien duidelijker – duidelijker of even zwaar om te begrijpen – maar mijn keren is terug gaan naar de plaats van waar ik gekomen ben.

    Hoe begrijp ik dit?

    Van het ogenblik van mijn bevruchting af, heeft de geest zich vastgezet in mij, zich geënt op mij. Hij is gaan huizen in het stoffelijk omhulsel dat het lichaam is, dat is gaan groeien in de baarmoeder, dat bij mijn geboorte als kind in de wereld is gekomen, bezield met die geest. En die geest is zich gaan ontplooien naarmate het kind is gaan groeien, is volwassen geworden.

    Was het, de geest van een ‘overledene’, van Einstein, van Rubens, van Joyce, van wie ook? Was het een deel, niet te identificeren, van de massa geest in het Universum? Veel belang heeft het niet, gezien we het toch niet weten zullen, belangrijk is dat hij, de geest op ons geënt, niet sterven kan.

    Nu, zijn we ons lichaam of zijn we onze geest?

    Heeft ons lichaam enig benul van wat onze geest is? Ik betwijfel het omdat het twee onderscheiden delen zijn, stof en geest, de stof er zijnde omwille van de geest, echter niet het omgekeerde.

    Dit is mijn credo dat is opgestaan in mij op een ogenblik in mijn leven dat de dood, ver weg nog, of dichtbij, loerend is. Maar of hij loerend is of niet, me – mijn geest – grijpen, kan hij niet, die gaat heen van waar hij kwam, simpelweg heen.

    Vandaag – de stilte hangt in de luchten – schrijf ik niet verder.

     

    07-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs