Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    19-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fabergé-ei

     

    Je moogt ook niet teveel vragen in het leven: een lichaam dat, hoewel op leeftijd, toch nog voldoende goed functioneert, een geest die nog helder is en de Muze die je nog regelmatig bezoekt op ogenblikken dat je haar het meest nodig hebt. Drie zaken die voor jou, om te beginnen, essentieel zijn, waaraan andere als een zorgzame en liefhebbende echtgenote, de genegenheid van kinderen, van vrienden en kennissen, die meer dan pluspunten zijn, kunnen worden toegevoegd. Je kunt er nog een aangename woning bij nemen, en met dat alles zit je ver boven het gemiddelde dat een mens op aarde beschoren is. Je kunt er zelfs nog, uitzonderlijk, rijkdom aan toevoegen maar dan stijgt je heel ver boven de middenmoot uit, want een dergelijk arsenaal aan voordelen is aan weinige gegeven, dit laatste toch niet aan mij.

    Zo in de omstandigheden die ik ken, ben ik al gelukkig Cervantes naast mij te hebben, zelfs al open ik hem niet zo dikwijls; ben ik gelukkig, zoals gisteren, Dante te hebben boven gehaald en bij het lezen van enkele passages die ik gebruiken wou, eens te meer begrepen heb welke grote poëet Dante - die schreef op het einde van de XIIIde, begin XIVde eeuw - wel was. Kleine dingen op een gewone dag die je verheugen omdat je ze beleeft en ruimte en volheid geven aan je geest en je bestaan. Veel meer heb je niet nodig, al zijn er wel andere voorvallen die je dan ervaart als een onverwacht geluk.

    Zo een ontmoeting, een paar dagen terug, aan die wondere vijver van die vriend Johan – ik denk wel dat ik hem vriend noemen mag – met een nog jonge man, vond ik toch, Frank P., een Vlaming van bij ons, die in Olten bij Bazel woont en werkt in een atelier als graveerder.

    Het was niet zo maar een ontmoeting. Een paar ogenblikken ervoor had Johan me verteld dat hij voor een man, een vriend van hem, een werktuig had gemaakt, dat niemand anders had kunnen bedenken noch maken. Hij was het aan het uitleggen toen precies op dat ogenblik, een wagen stopte met een Zwitserse nummerplaat, AG (van Argau). Het was de man, voor wie hij het had gemaakt, die Johan nog eens bedanken wou omdat hij er zo gelukkig mee was. Frank toonde me het werktuig in kwestie, het lag in de koffer van zijn wagen, een ronde metalen bol, op een rubberen ring, waarop hij zijn te graveren stukken kon vastzetten zodat hij ze in alle richtingen draaien en keren kon en ze aldus altijd naar zijn hand kon zetten en niet meer omgekeerd, wat zijn graveerwerk aanzienlijk verlichten zou.

    Op zijn smartphone liet hij me tal van stukken zien die hij gegraveerd had, vele waren kolven van jachtgeweren of van revolvers. De gravering was van een grote sierlijkheid, kleine tekeningen van bloemen, vlinders en kevers, verweven in arabesken van verfijning en smaak, tekeningen die teruggrepen naar de mooiste die ik me herinneren kon, sommige met erin elementen verwerkt die we terugvinden op de kapitelen in onze romaanse kerken.

    Hij vertelde me ook dat het ganse atelier werkte aan een Fabergé-ei, in bergkristal, een kunstwerk dat normaal één jaar arbeid vergde en nu in vijf maanden moest worden vervaardigd (prijs: een miljoen pond), met een Pavlova die danst op een muziek van Saint-Saëns uit zijn Carnaval des Animaux.

    Ik wist onmiddellijk dat het de muziek was van ‘de stervende zwaan’ en trachtte de melodie te zingen. ‘Ja’, zegde Frank, ‘ja dit is het’ en hij zocht die op in zijn smartphone. ‘Ik heb dit al duizend maal beluisterd’, zegde hij, en toonde ook een reeks foto’s van Pavlova. 'Als het ei geopend wordt moet Pavlova dansen op de muziek van Saint-Saëns  precies zoals het hoort, wat een huzarenstuk is waarmede we nu bezig zijn.'

    Ik vertelde hem over Pavlova, dat ze als danseres zo uitzonderlijk was dat Ezra Pound haar zelfs vermeld had in een van zijn gedichten, wat hem verbaasde. ‘We zijn een grote familie’, zegde ik hem, ‘Johan, Pavlova, Saint-Saëns, Ezra Pound, waarin we ons allen ontmoeten: jij in de realiteit der dingen en ik afdalend  in mijn geheugen’.

    Maar nog is het verhaal niet volledig, want hij zegde me nog dat hij nu eerst bij zijn vriend ging die dicht, bij Sierre in de Valais woonde. Ik verschoot: ‘Dan ken je de Val d’Anniviers’, dan ken je Grimentz en Zinal?’. ‘Ja, zeker, Grimentz is het mooiste dorpje dat ik ken, dan toch het oud gedeelte, ken je dit ook?’

    ‘Frank, geef me de hand – ik waagde het niet hem te omhelzen - Grimentz is mijn lievelingsdorp in de Valais.’

    Het was een ontmoeting die ik niet licht vergeten zal. In het weggaan, hij moest zijn moeder gaan afhalen bij een vriendin van haar, haalde hij een Zwitsers dagblad uit de wagen, ‘20 Minuten CH’ van 1 september, en gaf het aan mij, waarom moet ik nog uitzoeken. Maar mijn verhaal is al kleurrijk genoeg, dan toch voor mij, kleurrijk en uiterst uitzonderlijk.

     

    19-09-2016, 07:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tachtig worden en tachtig zijn.

     

    Je treedt vandaag, 18 september van het jaar des Heren 2016, mijn waarde Paul, mijn goede vriend, met de vlaggen hoog in de wind, je tachtigste binnen.

    Weet dat tachtig het mooie getal is voor acht decades die binnen zijn. En een decade is een mooie, volle periode om als maatstaf te nemen, het is gemakkelijker om tellen en, in één decade kan er iets gebeuren dan meldenswaardig is, terwijl één jaar te vlug voorbij schuift. Neem bijvoorbeeld 2016, het is pas begonnen en binnen een paar dagen begint de herfst. En wat meer is, jij als ingenieur weet beter dan wie ook dat acht, twee is tot de derde macht, dat het als een heilig getal stond gekend in de middeleeuwen en zelfs ervoor, want hoeveel kerktorens zijn niet achtzijdig. Er is dus niets verkeerd aan acht decades, niets beangstigend, integendeel, het cijfer acht draagt alles in zich en je staat er middenin.

    Dan ook als je tachtig neemt, ben je misschien even geroerd door de schoonheid ervan: de acht gevolgd door de belofte die de nul inhoudt om verder door te lopen naar de een, de twee en zo verder en verder. Je bent dus aardig op weg, meer dan aardig zelfs, want pas als je tachtig bent kun je negentig worden en behoudt je de kans er tot honderd nog te zijn. Je feliciteert jezelf zo ver al geraakt te zijn, geslaagd te zijn waar heel wat vrienden, goede vrienden zelfs, al hebben afgehaakt en het is ook vandaag naar hen dat je gedachten gaan.

    Op de keper is 18 september maar een gewone dag die eens per jaar doorkomt. We jagen er niet op, verre van, maar we houden hem een jaar lang in het oog. We zien hem van ver naderen, zoals Ulysses en zijn gezellen - zo leert ons Dante in zijn Inferno, canto XXVII – van ver de bakens zagen door Hercules geplaatst en die hij onvervaard is voorbijgevaren de verboden Oceaan binnen.

    Jij hoeft geen toorn te vrezen, je zet zelfs een zeil bij, een groot wapperend zeil en neemt plaats op de voorplecht, om er duidelijk en stoer in de wind te staan, voluit ademend en uit alle borst roepend – je bent geen zanger - begeleid met des fifres et tambours.

    Zo, mijn vriend van tachtig, de fanfare staat opgesteld, met trompetten, klaroenen en cymbalen. Houd stevig het roer met beide handen en vaart zoals Ulysses, de wijde oceaan van de tachtigers op. Niets zal je weerhouden, taai als je bent; gericht en vol moed, vaar een nieuwe decade binnen. Je voltooide er al acht, je zult er nog wel een negende aan kunnen. De kaap is genomen, de weg ligt open, de negen hangt als een dubbele regenboog, hoog voor je uit. Het ga je goed, het ga je heel goed; moge Jo, je vrouwe en je kinderen en kleinkinderen, je vandaag begroeten met toeters en bellen én, een glaasje tonic met wat klassieke gin erin. Wij van uit onze uithoek van Vlaanderen groeten je met warmte in ons hart, en wensen je goede vaart toe, stevig staande aan het roer, zoals je het altijd gehouden hebt, eerlijk en onversaagd.

     

    18-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    17-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ook als het niet goed gaat

     

    Het gaat niet van morgen. De woorden treuzelen, blijven achter. Mijn horizont is een effen lijn en ik wacht gelaten, tot er iets verschijnen zal.

    Dit, is het beeld van de dagen wanneer alles gesloten blijft. Hoe het komt weet ik niet – wellicht zit mijn bioritme op zijn laagste peil – maar van bij het opstaan was er een blokkering van al wat met de geest en, met de vervoering die de morgen kan zijn, te maken had.

    Zo bestaan we dan: vandaag een groot vuur en morgen een smeulen nog, zonder zuurstof, dat stilaan aan het doven is. Je kunt er niet tegen vechten, je kunt enkel ondergaan, je kunt enkel opzij gaan staan en zien wat er gebeurt en, of er iets gebeurt.

    Ik denk, zoals bij elk van ons, dat er momenten zijn dat de Muze zich niet toont; dat ze niets van zich laat horen, alsof ook zij verdord was opgestaan, inspiratieloos; de zon niet had gezien als een cirkel zilver tussen de bomen, wel helder, maar grijs, terwijl ze een bol vuur had verwacht. Zo de Muze, zo de man-schrijver in mij. Ik zal haar en hem er moeten op wijzen dat ze hun belofte moeten nakomen en heel wat meer dan zich tonen moeten.

    Schrijf dan maar iets in afwachting. Je hebt wel een gedicht dat klaar ligt om te verschijnen, maar dat maakt je rekening niet, die oplossing is te goedkoop en te gemakkelijk. Er wordt elke dag iets nieuws verwacht iets ontstaan uit de dag zelf, al was het maar een verhaal dat geen verhaal is maar iets met kleur – al was het maar de kleur van de zaadbollen van de egelantier – iets met inhoud, met verwijzing, al was het maar naar de Don Quijote die nog altijd naast jou op tafel ligt, vastgeroest.

    Echter onvoldoende is de vaststelling dat de dag niet begonnen is zoals de dagen ervoor, om aldus uit te lopen tot de laatste zin van een blog die nog niet begonnen is, und nicht viel mehr dann eine Spielerei war.

    Als je in dergelijke omstandigheden bezig bent, mag je zeker niet stoppen met denken, moet je doorgaan om op te lossen wat moeilijk op te lossen is, een inspanning vergt die je op vreemde terreinen brengt waar je niet thuis hoort en waar je je niet aangenaam voelen kunt. Het eigenaardige is dat je aldus regel na regel vullen gaat, zoals een tekening die begint met een lijn op je blad getrokken, waaraan je alle dingen hangen kunt, dingen die er al zijn en andere die hieruit ontstaan zullen.

    Oorzaak en gevolg er op aansluitend tot de cirkel zich dicht en je terug gekomen bent op de plaats waar je vertrok, niets slimmer of niets wijzer, maar een ondervinding rijker, namelijk dat je vooral niet panikeren moogt, dat je de dingen ook niet forceren kunt, dat je alles op jou moet laten afkomen en verbeiden wat komen zal: een laatste zin waaruit je dan weer zult kunnen opstaan, vernieuwd, maar daarom niet jonger van ingesteldheid, eerder teleurgesteld omdat het maar zo en zo was wat je geschreven hebt, wat ongewoon is voor jou en neer komt op een begin van ontevredenheid, te zijn geweest wat je eigenlijk maar bent?

    Maar naar morgen zie je nu al vooruit. Je weet in welke richting je schrijven gaat, al ken je nog niet de woorden die je gebruiken zal.

     

    17-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    16-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat overblijven zal

     

    Johan haalde, een groot schilderij uit de wagen en plaatste het, tegen de wagen in het gras: een winterlandschap om in te wandelen, een ruim uitdeinend vergezicht, met op de voorgrond twee naar elkaar toe hellende, naakte bomen, een beekje en rechts een groep gebouwen, de stijl en het ritme van de opbouw was duidelijk het type Valerius De Saedeleer. Hetzelfde licht heuvelende land, een even ragfijne tekening van de bomen, enkel de luchten, wolkeloos met mooie effen gehouden tinten, waren van Johan.

    ‘Kijk, Karel’, zegde hij, ‘dit is een van de vele schilderijen die ik maakte, het is van 1983, meer dan dertig jaar geleden. Voor mij is het er nog niet helemaal, er ontbreekt nog iets, maar ik weet wat, en eens werk ik het af.’

    ‘Johan’, heb ik geantwoord, ‘het werk is af voor mij, laat het zoals het is, het is een heerlijk, sprekend schilderij, er nog iets aan wijzigen schijnt me onnodig en gevaarlijk toe. Er zit beweging in en het doek leeft, blijf er af, man, en hang het ergens op, het is mooi ingekaderd en het verdient gezien te worden.

    En ik dacht, man heb jij dit gemaakt, zonder ooit een academie te hebben gezien of binnen gewandeld te zijn. Jij had een groot kunstenaar kunnen worden indien je had verder geschilderd, een Dany Persoons, die ook begonnen is, zoals jij. Ik kende je alleen als de baas van een gespecialiseerd metaalatelier – je kreeg een bestelling van de CERN - en ik heb je er aan het werk gezien. Ik wist toen al dat je iets had van een kunstenaar in wat je presteerde, maar als schilder verrast je mij.

    Wat ik hem gezegd heb daarna. En ook – de ijsvogel als een schicht over het water - dat ik hem, en vooral, kende van zijn vijver: een stuk moeras met vergane bomen waar hij al zijn energie én, liefde, had ingestoken en waarvan hij een ruime, prachtige vijver heeft gemaakt, een vijver, zeg ik hem, die mijn vreugde is in mijn late dagen.

    Als hij me toevertrouwt dat hij niet weet wat er, na zijn vertrek, van zijn schilderijen gaat geworden. Zeg ik hem, dat zijn vijver even belangrijk is, dat dit ook een werk is dat hij heeft gerealiseerd, een werk dat zijn idee is, en dat deze vijver niet verdwijnen kan, dat hij er altijd zal zijn, met zijn naam er blijvend aan verbonden.

    Je schilderijen zijn als de geschriften die ik nalaten zal. Wat er mee gebeuren zal weet ik evenmin. En ook voor mij is het een zorg. De kinderen hebben de gelegenheid gehad ze te lezen, maar hebben er nooit aan gedacht – of zullen er nooit aan denken – om die te bewaren. Als ik wil dat het gebeurt dan zal ik het moeten doen. De geschriften herlezen, bijschaven en schiften, het kaf van het koren. En als ik verlang dat er iets overblijft voor mijn achterkleinkinderen dan moet ik bundelen wat ik heb. Het zullen meer dan vijf boeken zijn die ik zal geschreven hebben, de moeite om hen een tijdje bezig te houden. Maar dit zal dan pas gebeuren in de jaren dertig à veertig van deze eeuw. Wat ik schreef zal dus een tijdsdocument worden, een spiegelbeeld van de tijd die lopen zal over drie generaties, te beginnen, voor hen, minstens een eeuw terug. Ik zelf zal er niet meer zijn.

    Hoe zal ik er in hun ogen uit tevoorschijn komen? Ik moet er dus voor zorgen dat ze me leren kennen, zoals Stefan Hertmans zijn grootvader heeft leren kennen. Zal er onder hen dan ook iemand opstaan die me verder in de tijd zal duwen? Misschien dwaal ik hier nog rond, misschien zie ik het, onder een of andere vorm aanwezig, nog gebeuren, misschien niet. Het loont echter, niet alleen om er aan te denken, maar zeker om het te doen. Je weet maar nooit.

    16-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    15-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.I do not hope to turn again

     

    Wat wordt deze dag voor mij, hoe verloopt hij, welke zullen de hoogtepunten zijn – als er zijn – welke de verliespunten? Vragen die ik me stel vandaag en gisteren niet, waarom, wat is er dat me nu bezielt en waar ik naar toe schrijven ga?

    De dag heeft zich pas geopend, de nevels van de morgen hangen nog in mijn hoofd, in mijn geest. Ik tracht een blanco plaats te vinden om er te gaan zitten, er te zijn en er te wonen voor een tijd, een korte tijd, want tijd is kort, is heel kort. Een eerste gedachte is die van dank omdat ik er nog ben, een tweede is een nog grotere dank omdat ik schrijven kan, en niet gedoken lig op de sofa met een kussen onder mij, of in nog slechtere omstandigheden leven moet. Zo, woorden van dank kunnen schrijven is een goed gevoel van waaruit ik vertrekken wil, van waaruit ik zien kan hoe alles nog beweegloos is, geen blad, geen vogel die zich roert, gestold het licht, gestold de tijd tot in mijn gebeente. Ademend:

    ‘Because I do not hope to turn again / Because I do not hope / Because I do not hope to turn / Desiring this man’s gift, and that man’s scope…/[1]

    Maar te zijn wie ik ben, met mijn gebreken, en er zijn er, en mijn kwaliteiten, die deze zouden moeten compenseren, maar niet hopende hier terug te keren om te zijn wie ‘die’ was, of het vooruitzicht te hebben dat die ‘andere’ had. Neen, het is genoeg geweest, mijn verlangen is niet meer wat mijn verlangen vroeger was, en ‘Why should the agèd eagle stretch his wings?’, wat heb ik nog te winnen als het niet te verliezen zou zijn? En daarom:

    I rejoice that things are as they are.’ Wat meer kan er nog zijn. Een wijs man die Eliot en een groot poëet. Hij is altijd mijn voorbeeld geweest van de dag af dat ik hem heb ontmoet in heel bijzondere omstandigheden, in een bookshop in de hoofdstad, ik heb het al te dikwijls verteld, omdat het een van de scharnierelementen in mijn leven is geweest en, zoals hier blijkt, gebleven is.

    Ik ga aan vele zaken voorbij, aan andere helemaal niet. Weinig is er nodig opdat alles weer openbloeien zou. Het volstaat, zoals het een paar dagen geleden gebeurde, dat iemand een tip oplicht, opdat ik vertrekken zou naar plaatsen waar ik was en dingen die ik las.

    Was het ‘dit’ dat me deze morgen te wachten stond, schrijven dat ik hier niet wenste terug te keren, of was het dat ik er vreugde in vond dat de dingen zijn zoals ze zijn?

    Ik denk dat beide bevestigingen zijn die, én uit elkaar zijn ontstaan, én elkaar aanvullen. Ik denk dat het leven een enorm iets is, dat we de enormiteit ervan niet genoeg beleven of beseffen, dat we te veel geneigd zijn – ik ook – belang te hechten aan kleine dingen die vergeleken met het essentiële, ons Dasein, weinig om het lijf hebben.

    Maar, ondanks dit: ‘I do not hope to turn again.’


     
     [1] T.S.Eliot: Ash-Wednesday, Collected Poems 1909-1935, Faber & Faber 1958.
     
     

    15-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nieuwgekomene

     

    De dag van 12 september is de dag van Bastien, om geboren te worden, om als een lichtpunt voor de ouders, grootouders, overgrootvader, door de zon te worden omkranst. Met de stand van de planeten Mars en Saturnus en de wassende maan zijn dit excellente voortekenen die een grote belofte inhouden, een kroon te zijn bovenop het mirakel van zijn binnentreden in de wereld.

    Hem wacht het groeien en het wijzer worden naarmate de jaren zich ophopen zullen in en over hem. Maar wat die jaren zullen zijn of worden is een onbekende. Wij kunnen enkel hopen en blijven hopen dat ze minstens zullen zijn zoals wij, die er al lang zijn, deze gekend hebben, niet de perfectie, niet stijgend naar een climax toe, maar aanvaardbaar en dragelijk, om niet te zeggen, beter dan waar ook in deze schommelende wereld, waar het barbaarse meer en meer de kop op steekt.

    Onze zorg, mijn lieve, kleine Bastien is groot. Je treedt, de ogen nog gesloten, de geest nog maagdelijk wit, de dagen binnen. Dagen die weken worden, weken maanden, en maanden jaren. Ik bid een gebed dat van alle gebeden dit is van een man op leeftijd, van een man die gezien heeft hoe de wereld zich gekanteld heeft van een bestaan, waarin de zondag nog een rustdag was, de kleur kende van het verhevene, van het sacrale, van het intieme van een innerlijke rust, afgedwaald is tot een dag van het doodgewone leven.

    Ik denk niet dat je dit gevoel van wat de zondag is geweest - dit is wat ik gekend heb in mijn verre jeugd - ooit kennen zult, en dit is een pijn voor mij. De wereld waarin je ontwaakt is een jacht geworden, een jacht op de tijd, een jacht op succes en bezit, waaraan velen ten onder gaan. Daarenboven, in het zwartste dat ik bedenken kan, riskeer je zelfs dat je zondag de vrijdag wordt, wat ik je zeker niet toewensen wil, maar het is een gevecht dat je als gedoopte, als opgenomen in een christelijke - zelfs al is het maar een naam geworden – gemeenschap en beschaving, te leveren zult hebben.

    Mijn lieve, kleine Bastien, ik, je overgrootvader die je wellicht nimmer goed kennen zult, is bezorgd om jou, meer dan om wie ook, omdat je als nieuwgekomene de meeste zorgen nodig hebt en zult blijven nodig hebben.

    Ik omhels je met mijn gedachten, ik omhels je met mijn geest, ik omhels je met wat is van het diepste in mij. Ik hoop je te zien opgroeien zoals ik Lucca zag opgroeien, zoals ik het zag van Amaury en zoals ik het hoorde en zag van Alexia, kinderen opgestaan in een wankele wereld totaal leeg van het sacrale, dat nochtans de voedingsbodem is van alle leven en alle kunst.

    Ik weet niet hoe je je verdedigen zult, maar mijn hoop, mijn vertrouwen in jullie goed gesternte en in je sterkte, is groot, Wees voor je ouders en grootouders, voor de wereld waarin je terecht gaat komen, een baken van geest, van blijheid, van liefde en van kracht.

    Bastien, Lucca, Amaury en Alexia, dat het jullie heel goed moge gaan in de wereld van morgen.

     

    14-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    13-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Life lost in living

     

    Ik heb via mijn blogs een metafysische band met mijn lezers. Hoe die is of wat die is kan ik niet duidelijk maken, maar zoals ik door hen word geïnspireerd, worden zij door mij opgevangen en zet ik me, voor een tijdje dan toch, vast in hen.

    Gisteren was dit toch het geval. Niemand wist waarover ik schrijven zou, noch waarover ik aan het schrijven was, toen er een e-mail binnenliep dat in die richting ging, verwoord in een korte versregel van T.S.Eliot : ‘Where is the Life we have lost in living?’.

    Dat ik - ontroerd omdat het van hem kwam, Ferdi VDH - las als: waar is het leven heen gegaan dat ik verspild heb aan de poëzie. Of verder denkend, wat zou mijn innerlijk – zeg ik metafysisch? - leven geweest zijn, had ik Jules Verne niet gelezen, noch Maurice Gilliams, noch Saint-John Perse, noch T.S. Eliot, noch zovele anderen die allen mijn hoofd op hol hebben gebracht en me voortdurend aangezet hebben tot navolging? Ik weet het niet natuurlijk, had er trouwens geen behoefte aan het te weten, ik was er gelukkig mee als ik mijn blad geschreven had.

    Ik weet dat ik vrienden heb die zich dezelfde vraag kunnen stellen om te komen tot een zelfde antwoord, dat kunst bedrijven, welke ook, een ziekte is en dat je er alleen door de dood van genezen wordt. Of zoals in het gedicht van de Arabische dichter Saad: ‘Het is de onverbiddelijke wil van de liefde mijn kind, en hier is het geheim ervan. Indien je het weten wilt aan zijn vuur is niemand ontkomen hetzij door de dood.’

    Heb me de vraag nooit gesteld echter. Had er geen nood aan. Pas nu als het resultaat gemeten wordt aan het product ervan, rijst de twijfel. Houdt het je bezig, vroeg in de morgen of laat op de avond. Er kon weinig van je tijd af, dat niet gericht was naar de poëzie van het schrijven of het tekenen, ook dat was van een identieke ingesteldheid, en ook hier weet ik dat vrienden kunstenaars, dit kennen, en er moeten mee leven, een leven dat doorlopen zal tot aan hun dood.

    Wie maakt je aldus? Wie staat er achter jou om te zorgen dat je deze aanhankelijkheid niet van je afschuift, niet zoals de slang haar vel afschuift?

    En dan nogmaals : ‘Where is the Life that you have lost in living?’ Of, was het geen verlies, was het in tegendeel een winst, was het niet de kleur in mijn leven, het voedsel voor mijn geest meer dan het voedsel voor mijn lichaam. Achteraf kan ik terugblikken, kan ik denken dat de blogs die ik schreef waardevol zijn geweest, waren ze het niet voor mijn lezer, ze waren het voor mij, ze hielden me recht, ze vulden, eens de Bank ver achter mij, mijn dagen. Trouwens, ik kan me geen ander leven meer in denken. Ik kan het geen vollere invulling geven. Ik denk dat ik aldus het maximum heb bereikt dat ik bereiken kon.

    Het zou wenselijk zijn dat ik hiermee tevreden ben en tevreden blijf. Het leven dat me rest krijgt hierdoor een wondere affectie. Ik wil er geen einde aan zien. Ik wil, zoals in toneelstuk ‘De Regenmaker’, waarin ik ooit een rol vervulde: ‘ik wil eeuwig leven’.

     

    13-09-2016, 09:13 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over poëzie

     

    Ik ben ervan bewust dat de poëzie me heeft verblind, dat ik onvoldoende oog heb gehad voor het echte leven. Maar ik sta niet alleen, ook Francis Jammes wist dit als hij schreef: ‘La poésie que j’ai rêvée gâta toute ma vie…’. En nu is er Menno Wigman, stadsdichter van Amsterdam in 2012 en 2013, hij ook voelt zich slachtoffer, hij ook werd verblindt door de poëzie zodat, zegt hij, ‘slordig met geluk’ is geweest. Ik lees dit laatste in een recensie van Luuk Gruwez over de dichtbundel van Menno Wigman[1].

    Ik herhaal hiermede wat ik onlangs geschreven heb dat ik niet altijd de realiteit in het oog heb gehouden, dat ik er soms ‘slordig’ mee omgesprongen ben, wat zich nu aanbiedt als gemiste kansen in mijn leven. Was het aan de poëzie te wijten? Niet altijd maar toch in heel wat gevallen.

    Ikzelf beperk me tot het schrijven van een paar zinnen er over, Wigman - als ik Gruwez lees - schrijft er een dichtbundel over met de verzuchting: ‘waarom mijn lichaam waart je mij zo weinig waard?’.

    Zou ik ook zo iets wagen te schrijven, zou ik ook naar mijn lichaam, naar mijn handelingen verwijzen om tot een waardebepaling te komen? Ik denk het. Ik weet nu dat ik het materiële altijd, en zeker te veel, over het hoofd heb gezien. Het is de poëzie, het zijn de letteren geweest die een te belangrijke rol hebben gespeeld in mijn leven.

    En het is verloren moeite geweest. Meer wil ik er niet over kwijt.
    Maar ook, het is niet nu ik al zo ver sta, dat ik vandaag de poëzie zou achterwege laten. Ik kan dit niet, ik zou er bij sterven, en ik moet zeggen dat ik verwachtend uitkijk naar ‘De Bekeerlinge’, het boek van Stefan Hertmans dat op 8 oktober verschijnen zou. Het is aan hem dat ik me spiegelen wil om te weten of wat ik presteer enige letterkundige waarde heeft, want een verzuchting van mij – zelfs op late leeftijd – is meer te gaan lezen om beter te kunnen vertellen, wat nimmer mijn sterkste kant is geweest, en een schrijver moet kunnen vertellen of anders is het beter – Karel Jonckheere zegde dit – is het beter dat hij sterft als schrijver. Zo, wat dan zeggen over de poëzie die zou maken dat we, zegt Wigman, ‘slordig met geluk’ omspringen?

    Is het poëzie te schrijven dat de avond valt en het licht verzacht tot stilte, dat de dingen zich sluiten voor de nacht?

    Is het poëzie te zien hoe de zon gaat dalen, hoe ze nog even hangen blijft juist boven de horizont, terwijl je verder schrijft, de laatste schaduw van uw hand op het blad dat je vol zet met tekens die anderen lezen zullen en weten dat ze van jou komen. Woorden die binnen druipen in je geest, woorden die je omhelst.

    Is het poëzie te wachten tot de maan opkomt, de bomen een donkere massa, je hand verstijft tot in je vingers en je moeite hebt om je geschrift te volgen op de lijnen van het blad en jij, de tijd vergetend, schrijven blijft.

    is het poëzie? Je zoekt het uit, je wilt het weten, je hebt geen oog voor wat van de wereld is, je kijkt binnen in die rust van jou, rust en bezinning; je grijpt nog de laatste stralen licht, het laatste vleugje poëzie, je houdt het even nog, op je lippen, op je handen.

    Je kunt heen gaan nu en het meenemen met jou, een jager op wat poëtisch te zeggen is, in een stramien van woorden, lijk de klanken in het wondere Allegretto van het Strijkkwartet nr. 8 van Shostakovich. Is het poëzie?

    Nawoord:

    Vrienden kantelen over mij: ik heb dit pas over geschreven als er een e-mail binnen komt van een vriend. Zegt hij tegen me:

    Where is the Life we have lost in living? / Where is the wisdom we have lost in knowledge? / Where is the knowledge we have lost in information?

    Hij citeert dit uit ‘Choruses from ‘The Rock’ (I. vers 14 -16). Hij ontroert me omdat hij het is die me, zo vroeg in de morgen, herinnert aan de dichtbundel van T.S.Eliot[2], en ik ben gelukkig ook dat hij, zoals ik, T.S.Eliot in zijn hart draagt. Het is een excellent begin voor een dag. Hij had er nog twee regels (17 en 18) mogen aan toevoegen:

     ‘The cycles of Heaven in twenty centuries / Bring us farther from God and nearer to the Dust



    [1] Menno Wigman: ‘Slordig met geluk’, Prometheus, 63 blz.14.95 €. In de Standaard der Letteren van 2 september 2016.  [2] T.S.Eliot: Collected Poems 1909-1935, Faber & Faber limited, London, 1958.

     

    12-09-2016, 11:20 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dagboek

     

    Ik ben lang aan de vijver gebleven, langer dan gewoonlijk, iedereen was vertrokken, maar bij mij was gebleven een gevoel, dat ik niet van mij afschudden kon, een gevoel van verlatenheid meer dan van eenzaamheid; een opduikende pijn bijna, het weten wat is en wat komen zal en het punt tussen beide in, al weet ik niet hoe dit te bepalen. Ik zit hier nochtans in het grote licht van laat-namiddag, de dag die naar zijn einde neigt. Het water voor mij een donkere diepte waarin ik zou kunnen verdwijnen om niet meer te zijn.

    Droefheid om wat?

    Wie helpt er me met mijn jaren? Wie reikt me de hand en houdt me even? Want het wordt hier stiller en stiller in mij, leger en leger. De zon staat nog  juist boven de kruin van de bomen. Ik aarzel om weg te gaan, ik aarzel om op te houden met schrijven, alles is nog niet gezegd.

    Eksters krijsend boven mij, wellicht wachten ze tot ik weg zal gaan om op het gras te komen. Maar ik beweeg nog niet, iets weerhoudt me hier, alsof ik bang was terug te keren naar de wereld toe.

    Er was gisteren of eergisteren, na de voordracht, in het café op het gelijkvloers, een moment dat ik me heel goed voelde. Er was de muziek - wat het ook was al wou ik het klassiek - op de achtergrond; er waren de gesprekken van de vrienden om me heen. Ik voelde de sfeer als er een van grote dagen die ik vroeger had gekend. Vandaag waar ik ben is er nog de weergalm van, veel is het niet maar het helpt een ogenblik te zijn wie ik was toen, hoe gelukkig in mijn gesprek met een vriend.

    Ik zit hier maar, niets betekenend. Ik tracht me de aarde voor te stellen als een enorme massa op haar baan met een enorme snelheid, wentelend, en zoek de plaats waar het puntje is waar ik zitten kan. Niet veel, niets eigenlijk, onzichtbaar, te klein om op te merken, te klein om te vernoemen, die aan het schrijven is alsof hij meer was dan die massa aarde en die even onzichtbaar is voor hem als hij die aan het schrijven is voor haar.

    De vogels in de bomen dichtbij, en verder af, de wagens op wegen hoger op en, hoe komt het, hoe gebeurt het? Wat hij in lang niet heeft gekend, de plotse droefheid in hem die hij niet begrijpen kan, die hij niet verbergen kan, niet opvangen kan. Hij is zijn schaduw in het gras, meer is hij niet. Wat hij schreef deze morgen, wat hij ooit geschreven heeft in zijn leven: waar hij hier zit, waardeloos, totaal waardeloos. Hij heeft er niet meer het minste benul van. Of het nu geschreven staat of niet het is zonder betekenis. Hij zit hier maar hij had even goed er niet kunnen geweest zijn, nooit kunnen geweest zijn. Zijn naam nergens vermeld, Kafka achterna die niet wou dat iets zou overblijven van zijn bestaan hier op aarde, ook alsof hij er nooit geweest ware. Alles effen als het water van de vijver, zonder de rimpel die hij is geweest.

    Hij blijft nog even, al weet hij dat het niet goed is hier nog lang te blijven want wat hij schrijft is ongewoon, zoals de droefheid diep in hem ongewoon is. Maar ze is er nog en ze blijft, ze stijgt naar zijn ogen, ze is van de hoge roerloosheid van de bomen die zich heeft vastgezet in hem, hier uit komt de besluiteloosheid, hier te blijven of hier weg te gaan.

    Een vliegtuig dat overvliegt, een vis die opspringt uit water, plots. Het is er allemaal en het zal er ook nog zijn om te zien en te horen als hij weg zal zijn, ook weg om er niet meer te komen. Hij ziet nog hoe de dingen rondom hem scherp getekend staan; duidelijk afgelijnd, de tafel en de stoelen, de oevers en het riet aan de overkant. Het is het ogenblik dat de reiger komen kan, de aalscholver, het ijsvogeltje.

    Hij weet dat hij weg gaan moet, dat hij niet meer een kind is dan zou gaan wenen.

     

    11-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    10-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toeval?

     

    Vreemd kan het lijken dat je zonder ook maar iets te zoeken of te provoceren, rechtover iemand aan tafel zit die volledig is afgesteld op die geest van jou.

    Je kunt je afvragen hoe het komt dat je je daar bevindt, en face de lui, terwijl je normaal op een andere plaats wou gaan zitten, naast je echtgenote, maar deze om praktische redenen, je verzoekt een andere plaats op te zoeken en je terecht komt daar waar je hoorde te zijn. Wat je niet wist, wat de persoon in kwestie evenmin wist, maar we zaten recht over elkaar: hij niet wetende wie ik was, ik niet wie hij was. Onze geest wist het, of beter, onze elektronen wisten het. Ze wisten het van het ogenblik dat we in het restaurant aanwezig waren. Hoe ons samenbrengen was hun enig probleem, maar ze slaagden waar niemand anders erin slagen zou.

    Ik zoek in mijn geheugen dat me voorlopig in de steek laat - zoals het me in de steek liet toen ik zocht naar de naam van Marc Penninck, esoterieker en Bruggeling, aan wie hij me herinnerde – maar er gebeurde iets dat ons instelde op een identieke golflengte en van dan af was er eenheid in onze gedachten.

    En nu weet ik het terug, zijn vader, geboren op de zevende dag van de zevende maand aan wie gevraagd werd hoe hij zich voelde op de ouderdom van zevenenzeventig jaar. ‘Goed’ had hij gezegd, ‘maar hier’, en hij wees naar zijn rechterslaap, ‘hier voel ik me nog eenentwintig’.  Ik antwoordde hem dat mijn moeder was van de zesde dag van de zesde maand van het jaar zes (1906), maar dat ik me, op mijn achtentachtigste voelde als zijn vader op zevenenzeventig.

    Zo ontstond ons gesprek. Vernam ik dat hij een bedrijf had opgericht en leidde met als naam ‘ademTIJD’; zegde ik hem dat ik een manuscript had met als titel ‘De Adem van de Dagen’; gingen we akkoord dat toeval niet bestond, en als het niet bestond er iets anders was dat ons had samengebracht door ons in een menigte van meer dan honderd personen recht tegenover elkaar te plaatsen.

    Achteraf, in de namiddag gezeten aan de vijver, dacht ik dat het onze elektronen moeten geweest zijn en schreef ik erover in mijn blog van gisteren die hij moet gelezen hebben, want van morgen, vroeg hij mij via facebook, om zijn vriend te worden, wat ik gedaan heb en waarbij ik hem langs deze weg wens te antwoorden, wetende dat hij me lezen zal

    Terwijl ik dit schrijf, op BRAVA een schitterende uitzending over het leven en het werk van Beethoven, aangevuld met prachtige beelden waarvan ik nu en dan een beeld opraap en een tekst die ik beluister met een kwart oor, terwijl ik verder ga met deze blog te schrijven om aan te komen waar ik aankomen wil.

    Dit kon een verhaal zijn dat neigt naar het transcendente, maar het is het niet, het is een reëel gebeuren dat mijn ongeloof, in wat toeval wordt genoemd, bevestigt, dat het toeval niet meer is dan een samenloop van omstandigheden die, als oorzaak en gevolg, hun wortels hebben, ver, heel ver in de tijd van ons allen samen, en van mij en hem in het bijzonder.

     Mijn schrijven eindigde samen met het onovertrefbaar einde van de negende symfonie van Beethoven. Ik voelde me een gelukkig man, ook omwille van Beethoven, ook omwille van Brahms erna.

    Men vertelle het voort.

     

    10-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    09-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons vadertje volgens de kinderen

     

    Ons vadertje, zeggen de kinderen, hij was en blijft een romantieker. Hij heeft de zware last op zich geladen elke dag een blog te schrijven voor zijn lezers, waar ze ook zijn of wat ze ook doen, hij wil hen vergasten op een morgengebed of een avondmeditatie, een bezoek aan een rozentuin of aan een berglandschap, om even – wat zijn vijfhonderd woorden? –te verademen in zijn gezelschap en te zijn wie hij was en wat hij dacht toen hij schreef voor hen. Je leest ze in een adem, je weet niet wanneer en hoe ze er gekomen zijn, vlot of aarzelend, zoekend naar de juiste toon, de juiste lichtinval en intonatie; hij zegt het misschien of helemaal niet; je kunt je afvragen hoeveel doorzetting het heeft gevergd. Maar beter het niet te weten, het zou je vreugde bederven indien je het wist. Zo, je leest maar wat er staat, sluit je erin op, het is en blijft voor jou een korte passage in je leven, misschien met een echo nog erna.

    Ons vadertje, zeggen de kinderen, hij is een eerlijk man, hij vertelt onverbloemd wat hem te binnen valt; hij opent zich opdat je weten zou wie hij is en hoe hij is; hij ontkleedt zich in woorden, telkens een soort liefdesverklaring voor jou, zijn lezer. Zodat hij blijven kan voor een tijdje dicht bij jou aangeleund, jij je hand op zijn schouder, en hij denken kan aan wat je morgen lezen wil.

    Ons vadertje is, een stille man. Hij zegt niet veel over gewone dingen, hij heeft er geen verhaal over, of wil er geen verhaal over hebben, het gewone is in elk geval geen topic voor hem. Laat hem gaan waar hij nog niet ging om er te vinden wat hij nog niet wist, nog niet had gezien, gehoord of ondervonden. En te verkondigen dat alles is zoals het zijn moest; dat het onvermijdbaar was omdat het zo geschreven stond in de kring van de omstandigheden waarin je terecht gekomen bent. Zo ook, zoals het gebeuren kan: een onverwacht gesprek op een onverwachte middag over een onverwacht onderwerp, wellicht, omdat het zo geschreven stond – in het boek van psalm 133? – maar ook, in de vele feiten eraan voorafgegaan en nu tot een voltooiing gekomen in een ontmoeting. Omdat het onvermijdelijk was, omdat golven elektronen elkaar hadden afgetast en na een tijdje het te gebeuren stond. Want onhoudbaar zijn de dingen die zich voordoen moeten opdat andere erop volgen zouden.

    Ons vadertje, hij heeft vele zaken voor zijn blog op zij gezet om enkel nog woorden te zijn in zijn gedachten, van de morgentafel tot het slapen gaan, om dan, eens het ogenblik van bevallen gekomen, hij neerzitten gaat, waar ook, om te zijn wie hij voor velen geworden is, een wereld van verpozen, een vat woorden waarvan de lezer denken kan dat deze uit hem zelf zijn opgestaan,  dat zij deze hadden bedacht en neergezet.

    Ons vadertje heeft ons gevraagd dit maal niet te spreken over God. Hij is er wel heeft hij gezegd, Hij is er wel onder een of andere vorm, gekend maar beter niet gekend maar aanwezig zeker, in de rechterhand die deze blog geschreven heeft.

    Ons vadertje: een zaak is zeker, hij sterft er niet aan, het is zijn leven. 

     

    09-09-2016, 03:29 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Echo

     

    Geen groter pijn / dan zich te herinneren de tijden van geluk / in momenten van smart. (Dante : Inferno, Canto V, 121[1]

    Je kunt er verder op ingaan. Je kunt zeggen geen groter weemoed dan zich te herinneren de zomernamiddagen van je jeugd of, je dagen in de bergen of, je dagen op de rotsen aan zee, en zo verder, plaats na plaats opzoeken waar je ooit gelukkig waart, om achteraf, de leeftijd zijnde wat hij is, tevreden te zijn met je lot, en met een gerust gemoed de wagen te nemen en naar de vijver te rijden waar je neerzit om wat te schrijven of enkele pagina’s te lezen in een boek dat je meegenomen hebt om er op te gaan in wijsheid.

    Maar er zijn, gelukkig, geen dagen van pijn en smart, zoals de smart die Francesca kende, toen Dante haar ontmoette in de Hel en ze hem het verhaal deed van haar liefde voor Paolo en de dood die het gevolg ervan was.

    We hebben allen een verhaal waar de vreugde van het zijn is overgeslagen naar een leegte of een pijn om het voorbij-zijn; om het weten dat deze uitzonderlijke momenten nimmer meer zullen terugkeren om opnieuw te zijn wat ze ooit waren.

    Ernst Jünger zegt het aan de marmerklippen op zijn manier, Stefan Hertmans op die van hem als hij over zijn grootvader schrijft. Allen hebben we onze zwakke periodes waarin het verleden ineens intens opduikt en ervaren wordt als een verlies, als iets dat onherroepelijk voorbij is, dat we niet meer beleven zullen en het gevoel dat we er, toen het gebeurde te licht zijn overgegaan, dat we er niet van genoten hebben zoals we er nu zouden van genieten.

    En dan noemde Yourcenaer de tijd, ce grand sculpteur, als ze zich bekeek in de spiegel of als ze zag hoe alles rondom haar zich wijzigde en zich vervormde. Maar de tijd is meer dan een beeldhouwer, hij is een vreemd iemand, hij neemt weg wat is en laat ons de echo, waar we weinig kunnen mee aanvangen dan, staande voor de afgrond met zicht op de diepte, luisteren naar de weergalm ervan, die dan meer pijn is dan vreugde.

    Echter, wij meer dan Francesca zijn er aan gewoon geraakt, we weten wat we hebben aan die echo en volwassen als we zijn, luisteren we er nog zelden naar, sluiten we hem af en zoeken we, zo weinig mogelijk, die plaats boven de afgrond nog op. Alleen de kunstenaar, schrijver, componist, schilder, beeldhouwer heeft er nog wat aan, als hij in zijn verbeelding de echo oproept en hem tracht te benaderen en weer te geven op een wijze zodat die echo door anderen ook kan gehoord of minstens begrepen worden.

    Zo zitten we in elkaar, zo werkt die geest van ons; Hij laat niets los, alles stapelt zich op, tot in elk van onze elektronen die functioneren als zwarte gaten, zegt Jean E.Charon van enkele dagen geleden.

    En nu ik hem eens te meer citeer, is het meer dan nodig dat ik in de toekomst meer recente schrijvers en hun boeken ga opzoeken, om mijn geest beter en dieper te gaan voeden, tot heil van jij die me leest. 



    [1] … Nessun maggior dolore / che ricordarsi del tempo felice / nella miseria…

     

    08-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wijsheid en de dood, sprookje.

     

    De dood is niet de dood, het is een verlenging van het leven; een andere vorm ervan, een ander beleven ervan.

    Ik schrijf dit als de eerste zin van waaruit ik vertrekken wil vandaag, de sleutel die de poort opent naar mijn gedachtenwereld. Ik geloof wat ik zeg en ik houd er aan: een stevigheid in de hand en in de geest. Het is, na een komen bij je geboorte, én een heengaan én een terugkeer. Het is beide in elkaar verstrengeld, beide in elkaar vergroeid omdat waar het ene is ook het andere is: mijn heengaan is mijn aankomst, ‘My beginning is my end’, zegt T.S.Eliot.

    Ik zou hier kunnen stoppen. Ik hoef niets te verklaren, want het is te begrijpen zoals het er staat. Mijn heengaan is mijn terugkeer ware misschien duidelijker – duidelijker of even zwaar om te begrijpen – maar mijn keren is terug gaan naar de plaats van waar ik gekomen ben.

    Hoe begrijp ik dit?

    Van het ogenblik van mijn bevruchting af, heeft de geest zich vastgezet in mij, zich geënt op mij. Hij is gaan huizen in het stoffelijk omhulsel dat het lichaam is, dat is gaan groeien in de baarmoeder, dat bij mijn geboorte als kind in de wereld is gekomen, bezield met die geest. En die geest is zich gaan ontplooien naarmate het kind is gaan groeien, is volwassen geworden.

    Was het, de geest van een ‘overledene’, van Einstein, van Rubens, van Joyce, van wie ook? Was het een deel, niet te identificeren, van de massa geest in het Universum? Veel belang heeft het niet, gezien we het toch niet weten zullen, belangrijk is dat hij, de geest op ons geënt, niet sterven kan.

    Nu, zijn we ons lichaam of zijn we onze geest?

    Heeft ons lichaam enig benul van wat onze geest is? Ik betwijfel het omdat het twee onderscheiden delen zijn, stof en geest, de stof er zijnde omwille van de geest, echter niet het omgekeerde.

    Dit is mijn credo dat is opgestaan in mij op een ogenblik in mijn leven dat de dood, ver weg nog, of dichtbij, loerend is. Maar of hij loerend is of niet, me – mijn geest – grijpen, kan hij niet, die gaat heen van waar hij kwam, simpelweg heen.

    Vandaag – de stilte hangt in de luchten – schrijf ik niet verder.

     

    07-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie er schrijft?

     

    Zeg ik soms tot mezelf: ‘Mens waar ben je mee bezig, waar haal je het in uw hoofd te gaan uitweiden over het ontstaan of het vergaan van het Universum? Stop er mee, het is maar wat gebazel dat je uitkraamt. Het Universum is en bestaat, en jij bent er een deeltje van, dit te weten moet je voldoende zijn om er naar te leven en te sterven.

    En, als je schrijven wilt? Schrijf dan verhaaltjes of modern getinte sprookjes, of ook nog, over personen waarover je las of hoorde, over Robert Scruton (°1944), de Engelse filosoof en humanist, bijvoorbeeld, die je leerde kennen op Canvas. Een man en een leven naar je hart, die dingen vertelde die jij ook voelde, maar die jij niet in staat bent te vertellen met de accuraatheid, én de schoonheid, zoals hij zich uitdrukte.

    Eens heb je geluisterd naar José Saramago, naar zijn blogboek dat hij één jaar voor zijn dood begonnen is, onmiddellijk werd gepubliceerd en vertaald in diverse talen, zelfs in het Nederlands. Het is hij die je geïnspireerd heeft om ook een blog te beginnen. Wat je gebracht heeft tot wat je nu aan het doen bent, een blog onderhouden waarin je verward zijt geraakt, zo dat je niet meer stoppen kunt. Je hebt Saramago willen navolgen, of liever, iemand in jou heeft het willen doen en, je hebt hem laten begaan omdat die persoon in jou dacht dat het in zijn mogelijkheden lag, zelfs dat hij het beter kon en dat hij over andere dingen schrijven zou. En je hebt hem zelfs de verbintenis laten aangaan, in plaats van het sporadisch te doen, zoals Saramago, hij er voor zorgen zou dat geen dag zou overgeslagen worden.

    Zo, hier ben je vanmorgen, komende uit een diepe slaap, geconfronteerd met iemand binnen in jou die je laat weten dat hij stilaan leeg geschreven raakt, maar zegt hij, hij wil dit niet aanvaarden zodat hij, ondanks tal van belemmeringen blijft volharden, een waaghalzerij uiteindelijk.

    Ondertussen stapelen de bladen schrift zich op, de laden van je tafel puilen uit en toch stapelt je verder, want hij blijft wandelen in wat hij nu noemt ‘de duinen van de geest’. Je hebt hem laten afstappen van je beeld van vroeger, je ‘landschap van de geest’, wat duidelijk een verarming betekent, want schijnbaar is hij nu – en jij met hem - terecht gekomen in de gevarenzone van de logica

    En toch ben je soms verbaasd als je ziet dat hij totaal loskomt in woorden en zinnen, in een spettering van kleurschakeringen en inhoud, van mogelijkheden en onmogelijkheden, dat hij uitmondt in een toestand waarin je jezelf niet meer bent maar degene die opgestaan is in jou, degene die schrijft wat geschreven wordt. Zelfs al zijn het maar woorden van tin, hoogstens van zilver nu en dan, zelfs al zijn het maar gissingen, al zijn het maar voorstellen, al bewandelt hij heuvels in de duinen die wegschuiven onder zijn voeten, toch staat hij er, een rots van woorden en gedachten in de branding, weliswaar, het moet gezegd, soms wankelend.

    Maar waar kom je uit met hem? Nergens, nergens. Trouwens je hebt je deze vraag al herhaaldelijk gesteld in de jaren dat je bezig bent. Je hoeft het niet te gaan opzoeken, je weet het, het is een vraag van elk uur van elke dag. En, je wist het vanmorgen, vóór het licht opkwam - het was amper vier, en nu is het tien voor vijf - je hebt er dus bijna een uur over gedaan om te besluiten dat je een slaaf geworden bent van wat hij, de persoon in jou, dagelijks te verkondigen heeft, de persoon die je opjaagt die, eens hij is opgestaan, je de vrijheid ontneemt om simpelweg te zijn. Erger nog, je moet luisteren naar het dwingende van hem dat elke andere activiteit dan schrijven, koelbloedig verwerpt. Inderdaad je bent de slaaf van hij die schrijft.

    En toch, toch je voelt je er gelukkig bij!

     

    06-09-2016, 07:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    05-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwaluwen en het korten van de dagen

     

    Was 3 september te vroeg om aan de herfst te denken toen ik de zwaluwen verzameld zag op de elektriciteitsdraad? Misschien wel, misschien niet, misschien vond ik een bevestiging In ‘The English Year’[1] - een verzameling van dagboek fragmenten, voor elke dag van het jaar - waar ik, op de dag van 10 september 1824, in het dagboek van de poëet John Clare lees:

    ‘The swallows are flocking together in the skies ready for departing and a crowd has dropt to rest on the walnut tree where they twitter as if they were telling their young stories of their long journey to cheer and check fears.’

    Met een week verschil schijnt het me mogelijk dat ik het goed geraden heb trouwens, vandaag was ik op het zelfde uur op de plaats waar ik op 3 september was en de draad was leeg. Betekent dit dat de zwaluwen al vertrokken zijn? Ik denk het niet, maar het kan.

    Maar als ik de zwaluwen beloer – as I am stalking the twittering swallows – dan betekent dit enkel en alleen, maar dat zal je al weten, dat ik meer aandacht heb voor het gebeuren in de natuur dan voor de mens in de wereld. En dit omwille van het feit dat ik de natuur kan vertrouwen: de zwaluwen die zich verzamelen, de dagen die korter worden, wijzen duidelijk op het naken van de herfst, terwijl wat de mens in de wereld aangaat, ik niet de minste zekerheid heb hoe hij is en hoe hij handelen of reageren zal. Ik geloof zelfs dat een bepaald ras of volk, in de naam van, ondergronds aan het werk is en het gevaar bestaat dat ze op een bepaalde dag zullen toeslaan.

    Mijn vertrouwen in de natuur steunt zich op de Big Bang, op het ontstaan van het Universum, dat nog altijd aan het ‘ontstaan’ is, dat nog steeds niet volgroeid is – een boom die groeit en blijft groeien - en aangekomen waar het nu is, is het nog altijd aan het zich verder uitbreiden en ontwikkelen.

    Het ‘aan-het-ontstaan zijn’ IS en BLIJFT. Het kan niet begonnen zijn uit het niets; het kan echter, en dit is een totaal nieuwe gedachte dan toch van mij, dat het tot stand kwam uit wat overbleef van een vorig Universum dat er was en, op het einde van zijn ontstaan gekomen, ineen geklapt is tot het minimaalste van wat het was en, dat het minimaalste van wat is geresteerd, opnieuw is uiteengespat om een nieuw Universum te worden.

    Dat er dus altijd een Universum is geweest en dat het huidige ontstaan is uit het vorige en het vorige uit dit er voor en zo verder. Heb ik er enig bewijs voor? Neen, maar wat ik weet is, dat van in de aanvang alles, het ene uit het andere, perfect en onnavolgbaar enig, is voortgekomen; dat er geen ander Universum kon zijn en dat mijn bewondering hiervoor heel groot is. Uit die bewondering is mijn verwondering ontstaan en deze verwondering houdt me voortdurend bezig. Ook het naderen van de herfst, ook het zich verzamelen van de zwaluwen voor hun vertrek. Dit onder een of andere vorm te begrijpen blijft levend in mij. Ik kan niet zonder het zoeken naar nieuwe inzichten.

    Het is de reden van mijn bestaan.



    [1] Geoffrey Grigson: ‘The English Year from diaries and letters’, London, Oxford University Press, 1967.

    05-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De duinen van de geest

     

    Elke dag, het liefst in de morgen, wandel ik door de duinen van de geest, nog niet wetende welke weg ik nemen zal of, deze naar de aarde of deze naar de luchten; ofwel of ik de bossen en de landerijen ga opzoeken, of de wolken en de dromen, de dingen die niet te betasten zijn?

    Het niet weten en het aarzelen is een ziekte, een aftakeling naar het onbekende en het schijnbaar oneindige toe, maar zo ver geraakt je niet, vooraleer je beslist hebt is je tijd voorbij en blijft je over met lege handen, in het zog van wat je hoopte te bereiken. Dit gebeurde vele malen en het zal nog gebeuren, want wat de gedachten betreft, niets is dat niet weer keren zal.

    Hier stopte je vanmorgen, omdat je voelde dat de woorden je op een doodlopende weg hadden gezet en je steigerde, omdat het niet verliep zoals je had gewenst dat het verlopen zou.

    Tot je zijt gaan neerliggen, je ogen dof nog van de slaap, je geest verward in hermetische beelden uit de wereld van de alchemie die je ontdekken wou maar te gesloten is voor jou om er ooit heen te gaan. Zo blijf je waar je bent en, wacht je even nog alvorens verder te gaan op wegen die je vandaag niet liggen omdat ze in een vreemde taal genummerd staan en er geen uitkomst is die je kan bevredigen.

    Zo vanmorgen, ben je op de hoogste duin gaan zitten, uitkijkend en naar zee en naar het binnenland, maar geen van beide die je helpen konden. Je waart waar je waart, en je voelde je er goed, te goed om op te staan en te kiezen. Want waar het op aan komt is het zijn, het mateloze zijn: het ogenblik gegrepen met handen en met voeten, met je adem en je bloed: het losliggende dat niet kan worden vastgezet, het vaste dat niet kan worden opgetild, gelaten waar het is, en jij er zetelend, midden in wat van het ogenblik is.

     En niets is dat er boven uitsteekt, niets is dat niet is van dat ogenblik van jou: wat is en geweest is, helder en doorzichtig. Wat nog komen gaat erin verweven, al weet je het niet. Zoals je ogenblik niet weet wat er is van de ogenblikken van anderen, die dan samenvallen zullen in het ogenblik dat het komende van jou zal zijn.

    Roekeloos is het er veel van te verwachten, want het spoor, eens het getrokken is loopt soms waar het nimmer verhoopt werd te lopen en het te laat is om het te ontwijken of het om te buigen. Aanvaarden kan je nog, het nemen zoals het komt, stil zijn en verbeiden al het vreemde dat je er ontmoet.

    Je kunt zelfs, in allerlaatste instantie, Vergilius gaan lezen, liefst niet voor je slapen gaat[1]



    [1] Vergilius nog op mijn tafel. Zocht ik het beeld op, Charon aan de oevers van de Concytus (Boek VI, 407-413) Wil je het horen, vertaald – ik weet van vrienden dat ze dit zullen opzoeken in het Latijn - in het Engels: ‘… Here the ferryman, a figure of fright, keeper of waters and streams, / Is Charon, foul and terrible, his beard, / Grown wild and hoar, his staring eyes all flame / His sordid cloak hung from a shoulder knot. / Alone he poles his craft and trims the sails / And in his rusty hull ferries the dead,  / Old now – but old age in the gods is green. (Genomen uit Virgil: 'The Aeneid', Everyman's Library, 1992, ISBN 1-85715-085-6.

     

     

     

    04-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    03-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwaluwen

     

    Een beeld, sinds jaren uit het oog verloren: een rij zwaluwen naast elkaar gezeten op de laatste elektriciteitsdraad. Ben even gestopt om toe te zien, getroffen, omdat dit een veeg teken is dat ik nu mee draag met mij, denkend, zoals altijd aan Poeskin en aan de versregel van hem die ik onthouden heb. Maar zeker niet sloeg op afscheidnemende zwaluwen, eerder op hun gefezel op trage zomeravonden, hun teer gefezel dat hem gezelschap hield als hij neerzat om te schrijven en misschien – maar dat zeg ik maar – niet goed wist wat,  hij toen de zwaluw aanriep, zoals ik de Muze zou aanroepen en schreef: ‘Zing zwaluw zing, zing mijn hart tot rust’.

    Ik zou het ook in het Russisch kunnen zeggen – de enige regel Russisch die me nog rest – en dan zou het anders klinken, weemoediger nog, omdat zwaluw klinkt als ‘Lastotska’, en ik ongeveer komen zou tot ‘Piët Lastotska, piët, cerdsje mneh yspokoï’, als je daar iets aan hebt. Ook als je er niets aan hebt, het staat er in fonetisch schrift.

    Maar het beeld van de zwaluwen op de draad schetste voor mij de sfeer van de namiddag: de zon weg gedoken achter de wolken, het licht van een grote soberheid, getemperd zoals de geluiden waar ik zat aan de vijver, en in mij, de stilte van het zijn of het wondere gevoel te bestaan.

    Dacht ik aan die behoefte, die ik heb, waar ik ook ben, om te schrijven, over wat ook en hoe ook; de woorden op te tekenen die me, zoals nu te binnen vallen. Hoe ben ik er toe gekomen, vraag ik me telkens af, een dergelijke, onnatuurlijke – want dit is het – behoefte aan te kweken en aan te houden. In het windstille van de dag, literatuur te bedrijven op mijn manier, zonder ook maar iets of iemand pijn te doen of te willen doen en achteraf, neer gaan liggen op een zetel en groot te denken in staat te zijn een magisch boek te kunnen schrijven dat nog niet geschreven werd; dat ik ergens diep in mij aanwezig weet maar dat ik maar niet boven halen kan, niet de diepste worteling ervan raken kan; dat dit altijd zo blijven zal, weten dat het boek er is, dat de tentakels ervan tot juist onder mijn vel zitten, maar ik raak er niet, ik weet niet op welke plaats precies en langzaamaan verliezen de beelden die er waren hun kracht en hun uitstraling, ze verwelken.

    Het tegengestelde van de zaadbollen van de egelantier die mooi rood glanzend geworden zijn, zoals ik het duidelijk heb gezien, zo duidelijk dat ik een takje meegenomen heb om te plaatsen in een vaas met water, daar waar ik deze tekst herschrijven zal.

    Maar van het boek ‘under my skin’ zal geen zin wordt neergezet die een begin zou kunnen zijn. Zelfs Poeskin kan me niet helpen, noch de zwaluwen die, naar ik hoop, nog even zullen blijven.

    03-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat was van de dag.

     

    Het ritme wordt volgehouden, het wordt opnieuw een tocht naar de laatste dag van de maand, waar ik aankomen wil, hoewel geen absolute zekerheid, die is er niet, is er nooit.

    Gisteren was voor mij een breuklijn, een begin van afstand doen van wat de zomer was, thans wachtend op de volle herfst die ons verrassen zal met zijn licht als poeder over de dingen. Een vooruitlopen is het op wat onvermijdelijk komen gaat, een beleven al van wat nog niet is.

    Dit schrijvend, voel ik me vanmorgen als in een vooruitgeschoven stelling van waar ik kijken kan, én naar wat was én naar wat komen gaat, terwijl ik noch gebonden ben aan het ene, noch aan het andere. Een vogelvrij verklaarde die de dingen raakt met de voelhorens van de geest. Die, zonder zich te verplaatsen, van vele plaatsen is, deze van vroeger en ook, maar dit is nog af te wachten, van wat nog komen zal, deze van nu er telkens tussenin.

    Of de complexe wereld van het zijn, te weten wie je bent, vooral dan als je schrijft, als de woorden op jou afkomen, woorden die je niet had verwacht aan elkaar en uit elkaar opgedoken, het ene woord het andere zijnde en toch ook niet.

    Hoe je dagelijks dit spel toch waagt te spelen: vanmorgen opgestaan uit de nevelen van je droom die hangen bleef, in de ruïnes van een oude abdij waar je neerzat op wat stenen. Een man, in donkere pij, die je zegde, met de vinger wijzend, dat je daar niet zitten mocht, dat de stenen geheiligd waren door het gebed van velen, en ze niet besmeurd mochten worden door een man zoals jij, die het gebed niet meer kende.

    Ik ben er weggegaan, het hoofd gebogen, meen ik toch. In elk geval, wakker geworden met een vreemde smaak in de mond, als van bier en cola gemengd.

    Denk ik dan dat mijn hart misschien heeft stil gestaan, even, heel even maar, en dat dit nog gebeuren kan; denk ik dan dat, mijn dromen daar gelaten, de dag voor mij, een grote weelde was van licht en openheid van velden, en essentieel voor mijn bestaan, de herinnering aan het bezoek - de bomen roerloos, de wind een zucht - dat het een dankbaar gebeuren was, dat nog niet ophoudt te zijn. Zelfs als de nieuwe dag er is, die je schrijvend binnen gaat om er nog meer te zijn: de ginkgo biloba in het gras, de notelaar, de beuken en de blauwe luchten, en, het in elkaar vergroeide minuscule stukje haag – wat jij ook zou gedaan hebben –opgehangen aan de muur bewaard gebleven. En wat ik niet vergeten mag de vele vormen van kunst die ik er ontmoeten mocht: creatie van vorm en beelden  in ceramiek, een doek dat een landschap was waarin je verdwijnen kon voor een tijd om er met jezelf te spreken.

    Zovele tekenen om te houden, hoe je er waart, en wat je er aan overhield.

     

    02-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vergilius vandaag

     

    Herlees ik wat ik gisteren schreef, herbeleef ik hoe de tijd zich gedraagt naar ons gevoelen? Wat geen nieuws meer is, daarom ook stel ik me tevreden met het weten dat ik in die acht maanden die voorbij zijn, 390 pagina’s geschreven heb, die alle een voor een, het onomkeerbaar bewijs zijn, het enige dat telt voor mij, dat die dagen/maanden er geweest zijn, in al hun geheimen die gedacht werden en waarvan een deel werden blootgelegd en bewaard voor wie ook, later.

    Het is een doodgewone zaak geworden als het vrijgeven zich afspeelt in de morgen, liefst vóór het ontbijt. Er zijn er en er waren er, die toen al duizend woorden geschreven hebben/hadden, ik beperk me tot vijfhonderd om modest te blijven, om aan te tonen waar ik maar sta, het hoofd amper boven water, terwijl ik hoog in de luchten zou moeten drijven om meer nog verrassing te zijn, en voor jullie en voor mezelf. Ik doe wel nu en dan een poging, stap uit het water maar geraak niet weg van de grond, nog steeds niet.

    Ik dacht gisteren Aeneas te lezen, te openen op om het even welke onderlijnde passage, te openen op: 

    A greater history opens before my eyes, / a greater task awaits me[1] 

    Iets waar ik elke morgen mee geconfronteerd word, terwijl het bij Vergilius ging over een belangrijke veldslag die hij te beschrijven had, of, op andere plaatsen over het bedrijven van de liefde van een of andere god met een vrouw op aarde, ergens in een nachtelijke tempel op een hoogte gelegen, zoals Herodotus ons te vertellen weet op heel wat plaatsen. Tot ik me er rekenschap van gaf dat ik een boek aan het lezen was, geschreven een tiental jaren vóór onze tijdrekening; dat het een relikwie was ons gelaten door de Oudheid, maar geen reden meer had om vandaag nog geopend te worden en we ondertussen, na heel wat omzwervingen, het stadium hebben bereikt van een Harry Potter die we, zoals ik zie en hoor, met geknaag in de maag verslinden.

    Maar, Vergilius man, laat staan, vergruis ons niet met Vergilius, als ik gisteren hoorde van een jonge dame, onderwijzeres Frans aan een middelbare school, dat ze niet wist wie Gunther Grass wel was. Ik beklaag haar leerlingen. Zou ze wel weten wie Bernanos was, de Maupassant of Houellebecq?

    Maar ik ben niet zo vlug opgegroeid, ik ben blijven hangen waar het goed was te vertoeven, mijn ogen sluitend voor heel wat dat dagelijkse kost geworden is. Ik hou van Dante als van Vergilius – hoewel ik hen pas op hoge leeftijd heb ontdekt  - maar des te belangrijker schijnen ze me toe zodat ik me niet gewaardigd voel hen ongelezen in mijn boekenkast te bewaren alsof het relikwieën waren, want dat zijn ze niet. Dus ik schrijf erover omdat ik hen lees en hen aanspreek als vriend, zodat ze me kennen, zoals ik hen ken als ik hen ga opzoeken, of een andere vriend, het mag dan nog in de Moutstraat zijn, een namiddag tussen, zo maar, zomer en herfst. 



    [1] Virgil:‘The Aeneid’, Everyman’s Library, David Campbell Publishers Ltd, London, 1992, translated by Robert Fitzgerald: pag.408

    01-09-2016, 15:47 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van de maand de laatste dag

     

    Korte tijd geleden - zo lijkt het mij toch - begon ik een nieuwe maand. Vandaag kom ik aan het einde ervan; staan de dagen ervan getekend van 1 tot en met 31. Eens te meer, mag ik beginnen aan een nieuwe reeks die nu september heet, de nasmaak van de zomer al. Om nog niet te spreken van de herfst, die later komt en zich nu al, in het licht naar de avond toe, aan het voorbereiden is. Ook binnen in mij is er een zwaarte die zich aanmeldt in kortere zinnen, ruikend naar vochtigheid en aarde; ruikend naar wilde munt en thymus, naar schimmige paddenstoelen hier en daar in het donkere gras.

    Denken aan wat vroeger was, toen er nog paddenstoelen te vinden waren en vader en ik, in de morgenmist de weiden afliepen. En,  toen de zon opkwam, diamanten in het gras. Wat zeg ik hem, nu ik ouder ben dan hij ooit was: ‘Vadertje, ben je daar nog op die weide van vroeger, vóór het licht opkwam? Ben ik daar nog, de knaap die ik ooit was? Mijn God, vadertje hoe lang dit al geleden is, en de maand die maar een openen en een sluiten is, hoe kort het was.’

    Nu het nog zomer is, nu dat ik de dagen nog houden kan, zoals ik ze lang houden wil, niet uitgedoofd als de kleur van bloemen in de grachtkant. Ik de stilte stil houden kan, beletten dat de tijd nog verder lopen zou, omdat ik was waar ik zijn wou en niet wijken wou, geen afstand nemen van wat vroeger was op zondagen, met een oud Frans boek in de namiddag op de boomgaard, het rijpend fruit, de appelen en de peren, en in de pruimelaar de eksters, krijsend.

    Het was van augustus de laatste dag, de herfst me niet verrassen zou zoals het al gebeurde toen ik schrijven bleef van morgen tot diep in de nacht en ik droomde van onsterfelijkheid dan toch in mijn elektronen. Of ik me vergiste zou ik pas later weten, als het niet meer nodig is te weten, zelfs niet om het te verkondigen aan allen die het lezen zouden, achteraf.

    Ik was deze morgen opgestaan: de tijd een knelpunt geworden om te doen wat moest gedaan, de uren onherkenbaar vlug voorbijgegaan en ik nog schrijven moest over wat ik nog niet wist. Hoewel er nog zoveel was dat ik nog niet geschreven had. Beethoven dacht ik die me helpen zal als ik hem volg in zijn Pastorale of, als ik verder kijk de eeuwen in, ik Dante zal ontmoeten en met hem Vergilius in het Arcadia. Maar alles bleef gesloten.

    Zo zijn de dagen. Je denkt nu gaat het komen, nu schuiven de wolken open en vallen woorden uit de lucht als zwermen vogels, zwaluwen liefst, kringen makend, alvorens neer te zitten op de elektriciteitsdraden, voor hun vertrek.

     

    31-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs