De dood is niet de dood, het is een verlenging van het leven; een andere vorm ervan, een ander beleven ervan.
Ik schrijf dit als de eerste zin van waaruit ik vertrekken wil vandaag, de sleutel die de poort opent naar mijn gedachtenwereld. Ik geloof wat ik zeg en ik houd er aan: een stevigheid in de hand en in de geest. Het is, na een komen bij je geboorte, én een heengaan én een terugkeer. Het is beide in elkaar verstrengeld, beide in elkaar vergroeid omdat waar het ene is ook het andere is: mijn heengaan is mijn aankomst, ‘My beginning is my end’, zegt T.S.Eliot.
Ik zou hier kunnen stoppen. Ik hoef niets te verklaren, want het is te begrijpen zoals het er staat. Mijn heengaan is mijn terugkeer ware misschien duidelijker – duidelijker of even zwaar om te begrijpen – maar mijn keren is terug gaan naar de plaats van waar ik gekomen ben.
Hoe begrijp ik dit?
Van het ogenblik van mijn bevruchting af, heeft de geest zich vastgezet in mij, zich geënt op mij. Hij is gaan huizen in het stoffelijk omhulsel dat het lichaam is, dat is gaan groeien in de baarmoeder, dat bij mijn geboorte als kind in de wereld is gekomen, bezield met die geest. En die geest is zich gaan ontplooien naarmate het kind is gaan groeien, is volwassen geworden.
Was het, de geest van een ‘overledene’, van Einstein, van Rubens, van Joyce, van wie ook? Was het een deel, niet te identificeren, van de massa geest in het Universum? Veel belang heeft het niet, gezien we het toch niet weten zullen, belangrijk is dat hij, de geest op ons geënt, niet sterven kan.
Nu, zijn we ons lichaam of zijn we onze geest?
Heeft ons lichaam enig benul van wat onze geest is? Ik betwijfel het omdat het twee onderscheiden delen zijn, stof en geest, de stof er zijnde omwille van de geest, echter niet het omgekeerde.
Dit is mijn credo dat is opgestaan in mij op een ogenblik in mijn leven dat de dood, ver weg nog, of dichtbij, loerend is. Maar of hij loerend is of niet, me – mijn geest – grijpen, kan hij niet, die gaat heen van waar hij kwam, simpelweg heen.
Vandaag – de stilte hangt in de luchten – schrijf ik niet verder.
|