Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    08-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Echo

     

    Geen groter pijn / dan zich te herinneren de tijden van geluk / in momenten van smart. (Dante : Inferno, Canto V, 121[1]

    Je kunt er verder op ingaan. Je kunt zeggen geen groter weemoed dan zich te herinneren de zomernamiddagen van je jeugd of, je dagen in de bergen of, je dagen op de rotsen aan zee, en zo verder, plaats na plaats opzoeken waar je ooit gelukkig waart, om achteraf, de leeftijd zijnde wat hij is, tevreden te zijn met je lot, en met een gerust gemoed de wagen te nemen en naar de vijver te rijden waar je neerzit om wat te schrijven of enkele pagina’s te lezen in een boek dat je meegenomen hebt om er op te gaan in wijsheid.

    Maar er zijn, gelukkig, geen dagen van pijn en smart, zoals de smart die Francesca kende, toen Dante haar ontmoette in de Hel en ze hem het verhaal deed van haar liefde voor Paolo en de dood die het gevolg ervan was.

    We hebben allen een verhaal waar de vreugde van het zijn is overgeslagen naar een leegte of een pijn om het voorbij-zijn; om het weten dat deze uitzonderlijke momenten nimmer meer zullen terugkeren om opnieuw te zijn wat ze ooit waren.

    Ernst Jünger zegt het aan de marmerklippen op zijn manier, Stefan Hertmans op die van hem als hij over zijn grootvader schrijft. Allen hebben we onze zwakke periodes waarin het verleden ineens intens opduikt en ervaren wordt als een verlies, als iets dat onherroepelijk voorbij is, dat we niet meer beleven zullen en het gevoel dat we er, toen het gebeurde te licht zijn overgegaan, dat we er niet van genoten hebben zoals we er nu zouden van genieten.

    En dan noemde Yourcenaer de tijd, ce grand sculpteur, als ze zich bekeek in de spiegel of als ze zag hoe alles rondom haar zich wijzigde en zich vervormde. Maar de tijd is meer dan een beeldhouwer, hij is een vreemd iemand, hij neemt weg wat is en laat ons de echo, waar we weinig kunnen mee aanvangen dan, staande voor de afgrond met zicht op de diepte, luisteren naar de weergalm ervan, die dan meer pijn is dan vreugde.

    Echter, wij meer dan Francesca zijn er aan gewoon geraakt, we weten wat we hebben aan die echo en volwassen als we zijn, luisteren we er nog zelden naar, sluiten we hem af en zoeken we, zo weinig mogelijk, die plaats boven de afgrond nog op. Alleen de kunstenaar, schrijver, componist, schilder, beeldhouwer heeft er nog wat aan, als hij in zijn verbeelding de echo oproept en hem tracht te benaderen en weer te geven op een wijze zodat die echo door anderen ook kan gehoord of minstens begrepen worden.

    Zo zitten we in elkaar, zo werkt die geest van ons; Hij laat niets los, alles stapelt zich op, tot in elk van onze elektronen die functioneren als zwarte gaten, zegt Jean E.Charon van enkele dagen geleden.

    En nu ik hem eens te meer citeer, is het meer dan nodig dat ik in de toekomst meer recente schrijvers en hun boeken ga opzoeken, om mijn geest beter en dieper te gaan voeden, tot heil van jij die me leest. 



    [1] … Nessun maggior dolore / che ricordarsi del tempo felice / nella miseria…

     

    08-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wijsheid en de dood, sprookje.

     

    De dood is niet de dood, het is een verlenging van het leven; een andere vorm ervan, een ander beleven ervan.

    Ik schrijf dit als de eerste zin van waaruit ik vertrekken wil vandaag, de sleutel die de poort opent naar mijn gedachtenwereld. Ik geloof wat ik zeg en ik houd er aan: een stevigheid in de hand en in de geest. Het is, na een komen bij je geboorte, én een heengaan én een terugkeer. Het is beide in elkaar verstrengeld, beide in elkaar vergroeid omdat waar het ene is ook het andere is: mijn heengaan is mijn aankomst, ‘My beginning is my end’, zegt T.S.Eliot.

    Ik zou hier kunnen stoppen. Ik hoef niets te verklaren, want het is te begrijpen zoals het er staat. Mijn heengaan is mijn terugkeer ware misschien duidelijker – duidelijker of even zwaar om te begrijpen – maar mijn keren is terug gaan naar de plaats van waar ik gekomen ben.

    Hoe begrijp ik dit?

    Van het ogenblik van mijn bevruchting af, heeft de geest zich vastgezet in mij, zich geënt op mij. Hij is gaan huizen in het stoffelijk omhulsel dat het lichaam is, dat is gaan groeien in de baarmoeder, dat bij mijn geboorte als kind in de wereld is gekomen, bezield met die geest. En die geest is zich gaan ontplooien naarmate het kind is gaan groeien, is volwassen geworden.

    Was het, de geest van een ‘overledene’, van Einstein, van Rubens, van Joyce, van wie ook? Was het een deel, niet te identificeren, van de massa geest in het Universum? Veel belang heeft het niet, gezien we het toch niet weten zullen, belangrijk is dat hij, de geest op ons geënt, niet sterven kan.

    Nu, zijn we ons lichaam of zijn we onze geest?

    Heeft ons lichaam enig benul van wat onze geest is? Ik betwijfel het omdat het twee onderscheiden delen zijn, stof en geest, de stof er zijnde omwille van de geest, echter niet het omgekeerde.

    Dit is mijn credo dat is opgestaan in mij op een ogenblik in mijn leven dat de dood, ver weg nog, of dichtbij, loerend is. Maar of hij loerend is of niet, me – mijn geest – grijpen, kan hij niet, die gaat heen van waar hij kwam, simpelweg heen.

    Vandaag – de stilte hangt in de luchten – schrijf ik niet verder.

     

    07-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie er schrijft?

     

    Zeg ik soms tot mezelf: ‘Mens waar ben je mee bezig, waar haal je het in uw hoofd te gaan uitweiden over het ontstaan of het vergaan van het Universum? Stop er mee, het is maar wat gebazel dat je uitkraamt. Het Universum is en bestaat, en jij bent er een deeltje van, dit te weten moet je voldoende zijn om er naar te leven en te sterven.

    En, als je schrijven wilt? Schrijf dan verhaaltjes of modern getinte sprookjes, of ook nog, over personen waarover je las of hoorde, over Robert Scruton (°1944), de Engelse filosoof en humanist, bijvoorbeeld, die je leerde kennen op Canvas. Een man en een leven naar je hart, die dingen vertelde die jij ook voelde, maar die jij niet in staat bent te vertellen met de accuraatheid, én de schoonheid, zoals hij zich uitdrukte.

    Eens heb je geluisterd naar José Saramago, naar zijn blogboek dat hij één jaar voor zijn dood begonnen is, onmiddellijk werd gepubliceerd en vertaald in diverse talen, zelfs in het Nederlands. Het is hij die je geïnspireerd heeft om ook een blog te beginnen. Wat je gebracht heeft tot wat je nu aan het doen bent, een blog onderhouden waarin je verward zijt geraakt, zo dat je niet meer stoppen kunt. Je hebt Saramago willen navolgen, of liever, iemand in jou heeft het willen doen en, je hebt hem laten begaan omdat die persoon in jou dacht dat het in zijn mogelijkheden lag, zelfs dat hij het beter kon en dat hij over andere dingen schrijven zou. En je hebt hem zelfs de verbintenis laten aangaan, in plaats van het sporadisch te doen, zoals Saramago, hij er voor zorgen zou dat geen dag zou overgeslagen worden.

    Zo, hier ben je vanmorgen, komende uit een diepe slaap, geconfronteerd met iemand binnen in jou die je laat weten dat hij stilaan leeg geschreven raakt, maar zegt hij, hij wil dit niet aanvaarden zodat hij, ondanks tal van belemmeringen blijft volharden, een waaghalzerij uiteindelijk.

    Ondertussen stapelen de bladen schrift zich op, de laden van je tafel puilen uit en toch stapelt je verder, want hij blijft wandelen in wat hij nu noemt ‘de duinen van de geest’. Je hebt hem laten afstappen van je beeld van vroeger, je ‘landschap van de geest’, wat duidelijk een verarming betekent, want schijnbaar is hij nu – en jij met hem - terecht gekomen in de gevarenzone van de logica

    En toch ben je soms verbaasd als je ziet dat hij totaal loskomt in woorden en zinnen, in een spettering van kleurschakeringen en inhoud, van mogelijkheden en onmogelijkheden, dat hij uitmondt in een toestand waarin je jezelf niet meer bent maar degene die opgestaan is in jou, degene die schrijft wat geschreven wordt. Zelfs al zijn het maar woorden van tin, hoogstens van zilver nu en dan, zelfs al zijn het maar gissingen, al zijn het maar voorstellen, al bewandelt hij heuvels in de duinen die wegschuiven onder zijn voeten, toch staat hij er, een rots van woorden en gedachten in de branding, weliswaar, het moet gezegd, soms wankelend.

    Maar waar kom je uit met hem? Nergens, nergens. Trouwens je hebt je deze vraag al herhaaldelijk gesteld in de jaren dat je bezig bent. Je hoeft het niet te gaan opzoeken, je weet het, het is een vraag van elk uur van elke dag. En, je wist het vanmorgen, vóór het licht opkwam - het was amper vier, en nu is het tien voor vijf - je hebt er dus bijna een uur over gedaan om te besluiten dat je een slaaf geworden bent van wat hij, de persoon in jou, dagelijks te verkondigen heeft, de persoon die je opjaagt die, eens hij is opgestaan, je de vrijheid ontneemt om simpelweg te zijn. Erger nog, je moet luisteren naar het dwingende van hem dat elke andere activiteit dan schrijven, koelbloedig verwerpt. Inderdaad je bent de slaaf van hij die schrijft.

    En toch, toch je voelt je er gelukkig bij!

     

    06-09-2016, 07:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    05-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwaluwen en het korten van de dagen

     

    Was 3 september te vroeg om aan de herfst te denken toen ik de zwaluwen verzameld zag op de elektriciteitsdraad? Misschien wel, misschien niet, misschien vond ik een bevestiging In ‘The English Year’[1] - een verzameling van dagboek fragmenten, voor elke dag van het jaar - waar ik, op de dag van 10 september 1824, in het dagboek van de poëet John Clare lees:

    ‘The swallows are flocking together in the skies ready for departing and a crowd has dropt to rest on the walnut tree where they twitter as if they were telling their young stories of their long journey to cheer and check fears.’

    Met een week verschil schijnt het me mogelijk dat ik het goed geraden heb trouwens, vandaag was ik op het zelfde uur op de plaats waar ik op 3 september was en de draad was leeg. Betekent dit dat de zwaluwen al vertrokken zijn? Ik denk het niet, maar het kan.

    Maar als ik de zwaluwen beloer – as I am stalking the twittering swallows – dan betekent dit enkel en alleen, maar dat zal je al weten, dat ik meer aandacht heb voor het gebeuren in de natuur dan voor de mens in de wereld. En dit omwille van het feit dat ik de natuur kan vertrouwen: de zwaluwen die zich verzamelen, de dagen die korter worden, wijzen duidelijk op het naken van de herfst, terwijl wat de mens in de wereld aangaat, ik niet de minste zekerheid heb hoe hij is en hoe hij handelen of reageren zal. Ik geloof zelfs dat een bepaald ras of volk, in de naam van, ondergronds aan het werk is en het gevaar bestaat dat ze op een bepaalde dag zullen toeslaan.

    Mijn vertrouwen in de natuur steunt zich op de Big Bang, op het ontstaan van het Universum, dat nog altijd aan het ‘ontstaan’ is, dat nog steeds niet volgroeid is – een boom die groeit en blijft groeien - en aangekomen waar het nu is, is het nog altijd aan het zich verder uitbreiden en ontwikkelen.

    Het ‘aan-het-ontstaan zijn’ IS en BLIJFT. Het kan niet begonnen zijn uit het niets; het kan echter, en dit is een totaal nieuwe gedachte dan toch van mij, dat het tot stand kwam uit wat overbleef van een vorig Universum dat er was en, op het einde van zijn ontstaan gekomen, ineen geklapt is tot het minimaalste van wat het was en, dat het minimaalste van wat is geresteerd, opnieuw is uiteengespat om een nieuw Universum te worden.

    Dat er dus altijd een Universum is geweest en dat het huidige ontstaan is uit het vorige en het vorige uit dit er voor en zo verder. Heb ik er enig bewijs voor? Neen, maar wat ik weet is, dat van in de aanvang alles, het ene uit het andere, perfect en onnavolgbaar enig, is voortgekomen; dat er geen ander Universum kon zijn en dat mijn bewondering hiervoor heel groot is. Uit die bewondering is mijn verwondering ontstaan en deze verwondering houdt me voortdurend bezig. Ook het naderen van de herfst, ook het zich verzamelen van de zwaluwen voor hun vertrek. Dit onder een of andere vorm te begrijpen blijft levend in mij. Ik kan niet zonder het zoeken naar nieuwe inzichten.

    Het is de reden van mijn bestaan.



    [1] Geoffrey Grigson: ‘The English Year from diaries and letters’, London, Oxford University Press, 1967.

    05-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De duinen van de geest

     

    Elke dag, het liefst in de morgen, wandel ik door de duinen van de geest, nog niet wetende welke weg ik nemen zal of, deze naar de aarde of deze naar de luchten; ofwel of ik de bossen en de landerijen ga opzoeken, of de wolken en de dromen, de dingen die niet te betasten zijn?

    Het niet weten en het aarzelen is een ziekte, een aftakeling naar het onbekende en het schijnbaar oneindige toe, maar zo ver geraakt je niet, vooraleer je beslist hebt is je tijd voorbij en blijft je over met lege handen, in het zog van wat je hoopte te bereiken. Dit gebeurde vele malen en het zal nog gebeuren, want wat de gedachten betreft, niets is dat niet weer keren zal.

    Hier stopte je vanmorgen, omdat je voelde dat de woorden je op een doodlopende weg hadden gezet en je steigerde, omdat het niet verliep zoals je had gewenst dat het verlopen zou.

    Tot je zijt gaan neerliggen, je ogen dof nog van de slaap, je geest verward in hermetische beelden uit de wereld van de alchemie die je ontdekken wou maar te gesloten is voor jou om er ooit heen te gaan. Zo blijf je waar je bent en, wacht je even nog alvorens verder te gaan op wegen die je vandaag niet liggen omdat ze in een vreemde taal genummerd staan en er geen uitkomst is die je kan bevredigen.

    Zo vanmorgen, ben je op de hoogste duin gaan zitten, uitkijkend en naar zee en naar het binnenland, maar geen van beide die je helpen konden. Je waart waar je waart, en je voelde je er goed, te goed om op te staan en te kiezen. Want waar het op aan komt is het zijn, het mateloze zijn: het ogenblik gegrepen met handen en met voeten, met je adem en je bloed: het losliggende dat niet kan worden vastgezet, het vaste dat niet kan worden opgetild, gelaten waar het is, en jij er zetelend, midden in wat van het ogenblik is.

     En niets is dat er boven uitsteekt, niets is dat niet is van dat ogenblik van jou: wat is en geweest is, helder en doorzichtig. Wat nog komen gaat erin verweven, al weet je het niet. Zoals je ogenblik niet weet wat er is van de ogenblikken van anderen, die dan samenvallen zullen in het ogenblik dat het komende van jou zal zijn.

    Roekeloos is het er veel van te verwachten, want het spoor, eens het getrokken is loopt soms waar het nimmer verhoopt werd te lopen en het te laat is om het te ontwijken of het om te buigen. Aanvaarden kan je nog, het nemen zoals het komt, stil zijn en verbeiden al het vreemde dat je er ontmoet.

    Je kunt zelfs, in allerlaatste instantie, Vergilius gaan lezen, liefst niet voor je slapen gaat[1]



    [1] Vergilius nog op mijn tafel. Zocht ik het beeld op, Charon aan de oevers van de Concytus (Boek VI, 407-413) Wil je het horen, vertaald – ik weet van vrienden dat ze dit zullen opzoeken in het Latijn - in het Engels: ‘… Here the ferryman, a figure of fright, keeper of waters and streams, / Is Charon, foul and terrible, his beard, / Grown wild and hoar, his staring eyes all flame / His sordid cloak hung from a shoulder knot. / Alone he poles his craft and trims the sails / And in his rusty hull ferries the dead,  / Old now – but old age in the gods is green. (Genomen uit Virgil: 'The Aeneid', Everyman's Library, 1992, ISBN 1-85715-085-6.

     

     

     

    04-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    03-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwaluwen

     

    Een beeld, sinds jaren uit het oog verloren: een rij zwaluwen naast elkaar gezeten op de laatste elektriciteitsdraad. Ben even gestopt om toe te zien, getroffen, omdat dit een veeg teken is dat ik nu mee draag met mij, denkend, zoals altijd aan Poeskin en aan de versregel van hem die ik onthouden heb. Maar zeker niet sloeg op afscheidnemende zwaluwen, eerder op hun gefezel op trage zomeravonden, hun teer gefezel dat hem gezelschap hield als hij neerzat om te schrijven en misschien – maar dat zeg ik maar – niet goed wist wat,  hij toen de zwaluw aanriep, zoals ik de Muze zou aanroepen en schreef: ‘Zing zwaluw zing, zing mijn hart tot rust’.

    Ik zou het ook in het Russisch kunnen zeggen – de enige regel Russisch die me nog rest – en dan zou het anders klinken, weemoediger nog, omdat zwaluw klinkt als ‘Lastotska’, en ik ongeveer komen zou tot ‘Piët Lastotska, piët, cerdsje mneh yspokoï’, als je daar iets aan hebt. Ook als je er niets aan hebt, het staat er in fonetisch schrift.

    Maar het beeld van de zwaluwen op de draad schetste voor mij de sfeer van de namiddag: de zon weg gedoken achter de wolken, het licht van een grote soberheid, getemperd zoals de geluiden waar ik zat aan de vijver, en in mij, de stilte van het zijn of het wondere gevoel te bestaan.

    Dacht ik aan die behoefte, die ik heb, waar ik ook ben, om te schrijven, over wat ook en hoe ook; de woorden op te tekenen die me, zoals nu te binnen vallen. Hoe ben ik er toe gekomen, vraag ik me telkens af, een dergelijke, onnatuurlijke – want dit is het – behoefte aan te kweken en aan te houden. In het windstille van de dag, literatuur te bedrijven op mijn manier, zonder ook maar iets of iemand pijn te doen of te willen doen en achteraf, neer gaan liggen op een zetel en groot te denken in staat te zijn een magisch boek te kunnen schrijven dat nog niet geschreven werd; dat ik ergens diep in mij aanwezig weet maar dat ik maar niet boven halen kan, niet de diepste worteling ervan raken kan; dat dit altijd zo blijven zal, weten dat het boek er is, dat de tentakels ervan tot juist onder mijn vel zitten, maar ik raak er niet, ik weet niet op welke plaats precies en langzaamaan verliezen de beelden die er waren hun kracht en hun uitstraling, ze verwelken.

    Het tegengestelde van de zaadbollen van de egelantier die mooi rood glanzend geworden zijn, zoals ik het duidelijk heb gezien, zo duidelijk dat ik een takje meegenomen heb om te plaatsen in een vaas met water, daar waar ik deze tekst herschrijven zal.

    Maar van het boek ‘under my skin’ zal geen zin wordt neergezet die een begin zou kunnen zijn. Zelfs Poeskin kan me niet helpen, noch de zwaluwen die, naar ik hoop, nog even zullen blijven.

    03-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat was van de dag.

     

    Het ritme wordt volgehouden, het wordt opnieuw een tocht naar de laatste dag van de maand, waar ik aankomen wil, hoewel geen absolute zekerheid, die is er niet, is er nooit.

    Gisteren was voor mij een breuklijn, een begin van afstand doen van wat de zomer was, thans wachtend op de volle herfst die ons verrassen zal met zijn licht als poeder over de dingen. Een vooruitlopen is het op wat onvermijdelijk komen gaat, een beleven al van wat nog niet is.

    Dit schrijvend, voel ik me vanmorgen als in een vooruitgeschoven stelling van waar ik kijken kan, én naar wat was én naar wat komen gaat, terwijl ik noch gebonden ben aan het ene, noch aan het andere. Een vogelvrij verklaarde die de dingen raakt met de voelhorens van de geest. Die, zonder zich te verplaatsen, van vele plaatsen is, deze van vroeger en ook, maar dit is nog af te wachten, van wat nog komen zal, deze van nu er telkens tussenin.

    Of de complexe wereld van het zijn, te weten wie je bent, vooral dan als je schrijft, als de woorden op jou afkomen, woorden die je niet had verwacht aan elkaar en uit elkaar opgedoken, het ene woord het andere zijnde en toch ook niet.

    Hoe je dagelijks dit spel toch waagt te spelen: vanmorgen opgestaan uit de nevelen van je droom die hangen bleef, in de ruïnes van een oude abdij waar je neerzat op wat stenen. Een man, in donkere pij, die je zegde, met de vinger wijzend, dat je daar niet zitten mocht, dat de stenen geheiligd waren door het gebed van velen, en ze niet besmeurd mochten worden door een man zoals jij, die het gebed niet meer kende.

    Ik ben er weggegaan, het hoofd gebogen, meen ik toch. In elk geval, wakker geworden met een vreemde smaak in de mond, als van bier en cola gemengd.

    Denk ik dan dat mijn hart misschien heeft stil gestaan, even, heel even maar, en dat dit nog gebeuren kan; denk ik dan dat, mijn dromen daar gelaten, de dag voor mij, een grote weelde was van licht en openheid van velden, en essentieel voor mijn bestaan, de herinnering aan het bezoek - de bomen roerloos, de wind een zucht - dat het een dankbaar gebeuren was, dat nog niet ophoudt te zijn. Zelfs als de nieuwe dag er is, die je schrijvend binnen gaat om er nog meer te zijn: de ginkgo biloba in het gras, de notelaar, de beuken en de blauwe luchten, en, het in elkaar vergroeide minuscule stukje haag – wat jij ook zou gedaan hebben –opgehangen aan de muur bewaard gebleven. En wat ik niet vergeten mag de vele vormen van kunst die ik er ontmoeten mocht: creatie van vorm en beelden  in ceramiek, een doek dat een landschap was waarin je verdwijnen kon voor een tijd om er met jezelf te spreken.

    Zovele tekenen om te houden, hoe je er waart, en wat je er aan overhield.

     

    02-09-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vergilius vandaag

     

    Herlees ik wat ik gisteren schreef, herbeleef ik hoe de tijd zich gedraagt naar ons gevoelen? Wat geen nieuws meer is, daarom ook stel ik me tevreden met het weten dat ik in die acht maanden die voorbij zijn, 390 pagina’s geschreven heb, die alle een voor een, het onomkeerbaar bewijs zijn, het enige dat telt voor mij, dat die dagen/maanden er geweest zijn, in al hun geheimen die gedacht werden en waarvan een deel werden blootgelegd en bewaard voor wie ook, later.

    Het is een doodgewone zaak geworden als het vrijgeven zich afspeelt in de morgen, liefst vóór het ontbijt. Er zijn er en er waren er, die toen al duizend woorden geschreven hebben/hadden, ik beperk me tot vijfhonderd om modest te blijven, om aan te tonen waar ik maar sta, het hoofd amper boven water, terwijl ik hoog in de luchten zou moeten drijven om meer nog verrassing te zijn, en voor jullie en voor mezelf. Ik doe wel nu en dan een poging, stap uit het water maar geraak niet weg van de grond, nog steeds niet.

    Ik dacht gisteren Aeneas te lezen, te openen op om het even welke onderlijnde passage, te openen op: 

    A greater history opens before my eyes, / a greater task awaits me[1] 

    Iets waar ik elke morgen mee geconfronteerd word, terwijl het bij Vergilius ging over een belangrijke veldslag die hij te beschrijven had, of, op andere plaatsen over het bedrijven van de liefde van een of andere god met een vrouw op aarde, ergens in een nachtelijke tempel op een hoogte gelegen, zoals Herodotus ons te vertellen weet op heel wat plaatsen. Tot ik me er rekenschap van gaf dat ik een boek aan het lezen was, geschreven een tiental jaren vóór onze tijdrekening; dat het een relikwie was ons gelaten door de Oudheid, maar geen reden meer had om vandaag nog geopend te worden en we ondertussen, na heel wat omzwervingen, het stadium hebben bereikt van een Harry Potter die we, zoals ik zie en hoor, met geknaag in de maag verslinden.

    Maar, Vergilius man, laat staan, vergruis ons niet met Vergilius, als ik gisteren hoorde van een jonge dame, onderwijzeres Frans aan een middelbare school, dat ze niet wist wie Gunther Grass wel was. Ik beklaag haar leerlingen. Zou ze wel weten wie Bernanos was, de Maupassant of Houellebecq?

    Maar ik ben niet zo vlug opgegroeid, ik ben blijven hangen waar het goed was te vertoeven, mijn ogen sluitend voor heel wat dat dagelijkse kost geworden is. Ik hou van Dante als van Vergilius – hoewel ik hen pas op hoge leeftijd heb ontdekt  - maar des te belangrijker schijnen ze me toe zodat ik me niet gewaardigd voel hen ongelezen in mijn boekenkast te bewaren alsof het relikwieën waren, want dat zijn ze niet. Dus ik schrijf erover omdat ik hen lees en hen aanspreek als vriend, zodat ze me kennen, zoals ik hen ken als ik hen ga opzoeken, of een andere vriend, het mag dan nog in de Moutstraat zijn, een namiddag tussen, zo maar, zomer en herfst. 



    [1] Virgil:‘The Aeneid’, Everyman’s Library, David Campbell Publishers Ltd, London, 1992, translated by Robert Fitzgerald: pag.408

    01-09-2016, 15:47 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van de maand de laatste dag

     

    Korte tijd geleden - zo lijkt het mij toch - begon ik een nieuwe maand. Vandaag kom ik aan het einde ervan; staan de dagen ervan getekend van 1 tot en met 31. Eens te meer, mag ik beginnen aan een nieuwe reeks die nu september heet, de nasmaak van de zomer al. Om nog niet te spreken van de herfst, die later komt en zich nu al, in het licht naar de avond toe, aan het voorbereiden is. Ook binnen in mij is er een zwaarte die zich aanmeldt in kortere zinnen, ruikend naar vochtigheid en aarde; ruikend naar wilde munt en thymus, naar schimmige paddenstoelen hier en daar in het donkere gras.

    Denken aan wat vroeger was, toen er nog paddenstoelen te vinden waren en vader en ik, in de morgenmist de weiden afliepen. En,  toen de zon opkwam, diamanten in het gras. Wat zeg ik hem, nu ik ouder ben dan hij ooit was: ‘Vadertje, ben je daar nog op die weide van vroeger, vóór het licht opkwam? Ben ik daar nog, de knaap die ik ooit was? Mijn God, vadertje hoe lang dit al geleden is, en de maand die maar een openen en een sluiten is, hoe kort het was.’

    Nu het nog zomer is, nu dat ik de dagen nog houden kan, zoals ik ze lang houden wil, niet uitgedoofd als de kleur van bloemen in de grachtkant. Ik de stilte stil houden kan, beletten dat de tijd nog verder lopen zou, omdat ik was waar ik zijn wou en niet wijken wou, geen afstand nemen van wat vroeger was op zondagen, met een oud Frans boek in de namiddag op de boomgaard, het rijpend fruit, de appelen en de peren, en in de pruimelaar de eksters, krijsend.

    Het was van augustus de laatste dag, de herfst me niet verrassen zou zoals het al gebeurde toen ik schrijven bleef van morgen tot diep in de nacht en ik droomde van onsterfelijkheid dan toch in mijn elektronen. Of ik me vergiste zou ik pas later weten, als het niet meer nodig is te weten, zelfs niet om het te verkondigen aan allen die het lezen zouden, achteraf.

    Ik was deze morgen opgestaan: de tijd een knelpunt geworden om te doen wat moest gedaan, de uren onherkenbaar vlug voorbijgegaan en ik nog schrijven moest over wat ik nog niet wist. Hoewel er nog zoveel was dat ik nog niet geschreven had. Beethoven dacht ik die me helpen zal als ik hem volg in zijn Pastorale of, als ik verder kijk de eeuwen in, ik Dante zal ontmoeten en met hem Vergilius in het Arcadia. Maar alles bleef gesloten.

    Zo zijn de dagen. Je denkt nu gaat het komen, nu schuiven de wolken open en vallen woorden uit de lucht als zwermen vogels, zwaluwen liefst, kringen makend, alvorens neer te zitten op de elektriciteitsdraden, voor hun vertrek.

     

    31-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Peereboom, deken.

     

    André Peereboom, streekdeken van Oudenaarde wordt dit jaar 75 – zoals ik hem kende was hij nog altijd de jonge man van 60 gebleven - een mooie leeftijd, vond het bisdom, om het ambt door te geven. Hij is, en dit is de reden van mijn blog, een man die ik niet alleen zie als een vriend, maar ook als een man die me getoond heeft wat het geloof, dat hij meer dan wie ook belijdt en uitdraagt, betekenen kan. Hij gaat weg, zegt hij: ‘op het ogenblik dat het sociaal leven verschrompelt en zich verplaatst naar het virtuele, met als gevolg dat de generatie die het leefpatroon van vroeger moeilijk verlaat, weinig of geen contact meer heeft met de jongeren die totaal nieuwe gewoontes hebben aangenomen.’

    Ik ook voel dit, o zo duidelijk aan. Ik kijk met zorg naar de jeugd die veel te vroeg zich als volwassen, in een totaal nieuw omgangspatroon, aanmeldt in een wereld, waar het opduiken van de Islam een gevaar betekent voor onze westerse, christelijke beschaving, die al aan het wankelen is.

    André Peereboom zegt dit wel niet in het interview toegestaan aan Xavier De Naeyer in ‘De Beiaard’ van vrijdag 26 augustus, maar hij zal het denken. Meer dan wie ook ziet hij met lede ogen de leegloop in de kerken aan en voelt hij de sociale afbrokkeling die aan de gang is.

    Nochtans, zegt hij, ‘Heel veel van wat we nu kennen is gegroeid van uit het besef dat christen zijn, niet enkel een kwestie is van naar de kerk te gaan, maar ook van zorg te dragen voor je naaste en de zieken.’

    Hij ziet, en dat moet hem pijn doen, dat met het ene, de gang naar de kerk, ook het andere, de liefde voor de mens naast ons, aan het verdwijnen is; dat sociaal en zelfs familiaal engagement een leeg woord geworden is.

    Waarom dan deze blog over iemand die weinige onder jullie misschien kennen – weinige zullen ook Jean E. Charon gekend hebben – maar ik heb bewondering voor hem en het feit dat ik hoor dat hij terug met beide voeten in het voor hem, na veertig jaar,  gewone leven staat, is een voldoende aanleiding. Maar er zijn er meer.

    Ik heb van hem een zin bewaard, treffend voor allen die zoekende zijn naar wat achter de dingen geborgen ligt en dat velen God noemen. We waren, een groep vrienden toeristen in Rome, aanwezig in de catacomben daar, met ergens middenin een kleine ruimte die ingericht was als kapel, waar een mis kon gecelebreerd worden. Het was André Peereboom die de eucharistieviering deed, samen met kanunnik Van Den Bossche (+), en in zijn korte homilie had hij het over het beeld van God die, zegde hij, verborgen was achter een glazen wand die bedampt was, maar dan langs de zijde van God. Een beeld dat ik nadien heb teruggevonden ergens in de Psalmen of in een van de Evangeliën, maar toen, in de catacomben, was ik er zeer door getroffen omdat hij het was die dit vertelde en omdat ik vermoedde dat ook hij zijn twijfels had over wie die God wel was die hij zijn hele leven had gezocht.

    Nu die twijfel blijkt niet meer in wat hij vertelde in het interview: ‘dat hij niet altijd stond te popelen om te bidden, soms moet ik mezelf eens oppeppen, maar nadien ben ik altijd tevreden als ik het gedaan heb.’

    Het siert hem, dit openlijk te bekennen, zoals het hem sierde toen ik hem hoorde bij diverse gelegenheden en hij een korte toespraak hield, een gebed voor hem, bij het begin van een maaltijd bijvoorbeeld. Woorden die ons telkens raakten omdat het woorden waren van een diep gelovig mens die bewondering afdwong.

    Maar er was ook, naast heel wat andere zaken, een belangrijk element dat ons dicht naar elkaar haalde, namelijk de band die we beiden hadden met de Val d’Anniviers in Wallis. Hij verbleef er in de maand augustus met een groep jonge gezinnen: ‘acht dagen van bezinning in de voormiddag en wandelingen in de namiddag’. En er waren ook, bij hem als bij mij, de herinneringen aan dat prachtige dorpje, Chandolin, een naam als een klok, op 1800 meter hoogte, waar hij soms de mis celebreerde in het mooie kerkje daar.

    Zeg ik hem nog, nu ik met hem getuige ben van de leegloop die aan het gebeuren is, dat de Kerk, de stroming die met de Verlichting in de XVII de eeuw op gang is gekomen, had moeten aangrijpen en volgen; maar het niet heeft aangedurfd omdat het een te grote revolutie in het christen-zijn zou hebben teweeg gebracht. Dat ze toen misschien – maar wie ben ik om dit voorop te stellen – de patriarchale God hadden moeten verlaten door hem klaar en duidelijk te vervangen door de boodschap gebracht door Christus en dit op een wijze waarbij dogma’s en gebruiken konden herzien worden – dogma’s die fossielen geworden waren volgens Teilhard de Chardin – en aanvaardbaar zouden geweest zijn voor gelovigen, als voor de ‘verlichte’ niet gelovigen.

    Dat deze woorden een teken moge zijn van mijn vriendschap voor hem, moge ze ook een herinnering zijn aan het vele dat we gemeen hebben en het spiegelbeeld van onze bezorgdheid, om de wijze waarop het heden zich ontwikkelen zal naar de toekomst toe, die misschien niet meer van ons zal zijn, maar dan toch van de jeugd van nu. 

     

    30-08-2016, 07:52 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jean E.Charon

     

    Als in de Pastorale van Beethoven, de meest klassieke onder alle symfonieën het zo is dat elke noot van elk muziekinstrument van hobo tot pauk en trom een duidelijke precieze, afgemeten en afgewogen plaats heeft, dat hier niets mag aan gewijzigd worden, want wijzigen is de ganse symfonie wijzigen, mag men dan stellen dat elke noot erin afgesteld is op het geheel van de symfonie, en omgekeerd de volledige symfonie afgesteld is op elke noot ervan?

    Waarom dit voorbeeld aanhalen dat in feite onvolledig is, omdat de noot, zelf, het niet weet maar het wijst toch in een bepaalde richting als ik zeg dat in ons lichaam - misschien er buiten ook - elke elektron, elk deeltje van elke DNA van ons, ‘weet’ wat ze te doen en te laten heeft, opdat de totaliteit aan elektronen in ons lichaam functioneren zou zoals het functioneert.

    Of, anders gesteld, kan het dat elke elektron, in elke DNA, weet wat het binnen die DNA te doen heeft, maar niets gemeen heeft met de DNA er naast, en dan ook, verder afglijdend, elke DNA geen binding heeft met de volgende DNA?

    Ik ga heel ver nu deze morgen, ik overschrijd terug de grenzen van het fatsoenlijke, het zichtbare, het toegankelijke, en kom terecht, waar het zwaar is te vertoeven, in de wereld van de metafysica.

    Het is de ‘schuld’ van Jean E. Charon, die in zijn ‘Mort, voici ta défaite’[1], dat ik misschien beter definitief had geklasseerd, maar omwille van zijn te sprekende titel heb bewaard als een kostbaar iets, het waagde te schrijven dat elke elektron van ons lichaam, houder is van de totaliteit aan  gegevens van dit lichaam en de geest erin; dat het dit alles opgeslagen heeft en bewaard en gezien deze elektron nooit zal vergaan, de dood er geen vat op heeft, dat hij mag toeslaan zoals hij wil, maar de inhoud van de elektron kan hij niet raken,  wat, zegt Charon, wijst op een nederlaag voor de dood.

    Ik zeg dit, gebundeld in één paragraaf, Charon heeft hiervoor een boek nodig van bijna 300 pagina’s, dit nadat hij een vorig boek had geschreven met een even sprekende titel ‘L’Esprit cet inconnu’ (1977); een boek dat ik uitleende aan een vriend, radioloog, die op een bepaalde dag zich te pletter heeft gereden op de autosnelweg naar de kust.

    Zo heeft alles een verhaal als je schrijft en kun je verbanden leggen tot in het oneindige. Kun je de vraag stellen wat er vooraf ging aan dit ongeval en of het boek er iets mee te maken had, en meer nog van dergelijke vragen.

    Wat mij betreft, Charon als schrijver van die twee boeken – hij zal er wel nog andere geschreven hebben – heeft een impact gehad op mijn leven, zijn boeken waren  meer dan een kronkel op mijn levensweg en meer dan een titel in mijn gedachten, hij is ook een band naar de zoveelste vriend die vóór mij is heengegaan, de eeuwigheid binnen.



    [1] Albin Michel, 1979: een ‘oud’ boek dus, maar een boek uit mijn jongere jaren

    29-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    28-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe de dagen

     

    Hoe zou hij zich voelen, indien hij geen ‘hoop’ woorden te schrijven zou hebben; indien de dag vrij en onbelast, zich openen zou op een ‘niet-blog-dag’, een dag die hij kan doorbrengen zonder iets te vertellen of te schrijven te hebben?

    Hij kan zich een dergelijke dag niet meer voorstellen, hij zou zich ongemakkelijk voelen, zou weten dat er iets schort. Hij zou zijn als een priester – denk ik toch – die geen mis te celebreren heeft. Of, is dit alles maar inbeelding en overdrijft hij eens te meer, heeft hij eigenlijk maar te beslissen en te zeggen vandaag niets, vandaag neem ik een dagje vrij af?

    Wel neen, hij kan het niet, de dag zou geen spoor hebben nagelaten, zou niet geweest zijn, een verloren dag zoals er al zoveel zijn geweest in zijn leven. Zo, er beter niet aan te denken en zeker geen uitvluchten zoeken die er toch niet zijn.

    Het aanmoedigende hierbij is dat hij nu – terwijl hij schrijft – denkt aan de vrienden die hem nu en dan een antwoord sturen, dat het voor hen is dat hij zich de moeite getroost te volharden en ook, maar dit is persoonlijk, dat hij volhardt omwille van de vreugde die hij kent telkens zijn blog geschreven staat, en hij er opnieuw in geslaagd is hen ermee te verrassen?

    Weinigen zijn er die antwoorden, weinigen zijn er, hij weet dit, die nog regelmatig de pen opnemen, maar als er dan een antwoord of een reactie komt is de vreugde dubbel zo groot. Soms gaat hij in zijn teksten zo ver dat zij het zien als een uitdaging om te antwoorden.

    Zo, hij heeft niet de minste reden om een dag over te slaan. Want hij weet dat ze elke dag uitkijken naar wat hij te vertellen heeft. Hij voelt zich dan ook elke dag als een predikant die een homilie te klaren heeft en in feite is het zo, want de tekst is even goed het resultaat van het ogenblik als dit van de ganse dag en van de dagen ervoor.

    Zoals zijn publiek hem begint te kennen zo begint hij hen stilaan te kennen en dan vooral deze die het dichts bij hem staan. Een dag overslaan zou niet alleen voor hen een ontgoocheling zijn maar ook voor hem zelf en dergelijke ontgoochelingen heeft hij al voldoende gekend.

    Soms gebeurt het – hij schrijft zijn blog altijd de dag ervoor – dat hij de avond ervoor, ondanks de gewoontes die zich hebben opgebouwd, vergeet zijn tekst in te loggen. Daarom ook is zijn eerste werk in de morgen na te gaan of alles wel degelijk opgenomen werd, klaar om gelezen te worden. Het uitzicht van mijn blog van 27 augustus is wat onverzorgd, dit heb ik deze morgen vastgesteld, maar ik laat hem, ik wijzig niets aan de lay-out ervan, ik ben tevreden dat hij is wat hij is.

     

    28-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    27-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marc Sleen en T.S.Eliot

     

    Omdat het de dag en het uur was dat ik het zou terugvinden ontmoette ik, in mijn dagboek van 1993 - dat ik, om geen andere geldige reden, de avond ervoor uit zijn rek had genomen - gekleefd op de binnenkant van het couvert, het knipsel uit de ‘Wonderboy’, het zoveelste stripverhaal van de briljante Marc Sleen[1].

    Het is strip 125 en 126 en het gaat over de ontmoeting van Adhemar met Wonderboy, op de daktuin – ‘’s zomers verkies ik op de daktuin te studeren’ – met aan zijn voeten, boeken als: ‘A.Gore Jr; W.James Amerikaanse Psychologie; H.Longfellow, The Beffroi of Bruges’; een Samuel Beckett.

    En dan, wonder boven wonder, Adhemar die een boek van T.S.Eliot opneemt – ik, neem de wolkjes over - en vraagt: ‘O, lees jij ook T.S.Eliot?’

    En Wonderboy: ‘Mijn lievelingsdichter, mijn livre de chevet. Four Quartets’ van Thomas Stearns (1888-1965) is nooit ver uit mijn buurt. Het is een hoogtepunt uit zijn poëtisch oeuvre… Maar ook een mijlpaal in de wereldliteratuur. Hij is onbeschaamd elitair. Herinner je je uit East Coker:  in order to possess what you do not possess, you must go by the way of dispossession’.

    En, voegt Adhemar er aan toe: ‘And what you do not know is the only thing you know’.

    ‘Meesterlijk!’ Zegt Wonderboy: ‘The only wisdom we can hope to acquire is the wisdom of humility: humility is endless.’

    ‘Mooi! Een spelletje schaak?’

    ‘Graag.’

    Tot daar de schitterende Marc Sleen. Wie, onder de kenners van T.S.Eliot, heeft deze tekst, een unicum wellicht in de geschiedenis van het stripverhaal, gelezen en gekoesterd, uitgeknipt en bewaard?

    Ik zelf leerde T.S. Eliot kennen op een uitzonderlijke namiddag in ‘Smith and Son’, een Engelse boekenwinkel in de hoofdstad. Ik stond aan de stand ‘Poetry’, ik had een dun boekje, ‘Four Quartets’, uit het rek genomen en las de beginregels ervan, toen, precies op dat ogenblik, een hand op mijn arm werd gelegd en ik opkeek in de groot open ogen van de vrouw, van het jonge meisje voor mij. Wat werd er gezegd toen, in welke taal? Woorden die gevoelens waren, die ons overhoop haalden tot heel lang erna. We zijn een thee gaan drinken erna op de eerste verdieping. Later zou ik er regelmatig terugkeren om een thee te drinken, met een boek naast mij, een boek dat ik niet las, omdat er de herinnering was.

    De drie-eenheid van het zijn, het ogenblik van het nemen van de dichtbundel, de hand op mijn arm en de ogen diep in mij. Een film die zich vasthaakt in jou en regelmatig wordt afgespeeld, ook op 21 april van het jaar 1993 toen je het stripverhaal las, ook vandaag, nu je het knipsel als een waardevol document opneemt in je blog en je het een totaal nieuw leven geeft dat echoën zal in de vele kamers van de geest, verspreid over vele plaatsen, maar deel uitmakend van de Grote Geest die het Universum is. 



      [1] De Standaard van 21 april 1993

    27-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dagboeken wat er mee?

     

    Ik heb een rek dagboeken staan waaruit ik er, nu en dan eens, een ter hand neem. Ik blader er even in en keer er telkens, als een verloren man, uit terug. Ofwel, wat er staat is in de geschreven vorm moeilijk leesbaar, en dan sta ik voor de tekst zoals ik stond voor de stapel boeken op een foto, genomen met smartphone om 02.00 uur, ofwel schijnt, bij ontcijfering ervan, de tekst me waardeloos toe. Het enige dat ik dan zou willen uit overhouden zijn de foto’s, knipsels en tekeningen er in, wat eigenlijk het meest toegankelijke is. Het overige? Ja, wat met de woorden die uit mij zijn geborreld, wat doe ik er mee als ik vaststel dat er weinig bruikbaars in steekt, dat het daar niet is dat ik moet gaan zoeken om te weten over wat ik elke dag zal gaan schrijven.

    Is het dan allemaal verloren moeite geweest? Ik weet het niet, wat er op het rek staat, zijn documenten die, in blok genomen, de waarde hebben van er volgeschreven te staan. Ze verwijzen alle naar een enigszins gestoorde geest die dacht, met zijn woorden, de wereld binnen te treden, of dan toch, dat hij met het bijhouden van zijn dagboek, literair goed bezig was en hij aldus als schrijver naam zou verwerven. Waarin ik me dus schromelijk heb vergist.

    Ik heb dus dertig jaar ‘largely wasted’, want waar ik mee bezig was, was louter oog verblinding, het meest nog oog verblinding voor mezelf. Zo, na al die jaren, waar sta ik dan vandaag? In plaats van zoals in het verleden, mijn geschriften geborgen te houden, heb ik nu het stadium bereikt van een zekere overmoedigheid en maak ik gebruik van de mogelijkheden die me geboden worden om uit te zwermen, ten minste toch naar mijn vrienden toe, om hen, zonder omwegen – wat een zekere moed vraagt - te zeggen hoe ik ben en hoe ik me voel. Ik schrijf dus niet meer in het blinde weg, ik schrijf met een duidelijke spanning in mij, om te slagen in mijn opzet, verrassing te zijn, het liefst literair en poëtisch. Zijnde de uiting van de staat van gratie waarin ik me op bepaalde ogenblikken in dit, mijn leven, soms bevind en die, - ik voeg dit er graag aan toe - de vreugde van mijn dagen uitmaken.

    Zo ben ik vandaag ontwaakt, heb ik het licht zien groeien en de warmte ervan gevoeld op mij, ben ik gaan schrijven en heb ik, eens te meer, dingen verkondigd die om diverse redenen beter verzwegen waren gebleven.

    In feite geef ik me er rekenschap van, dat wat geschreven werd een brief is aan mezelf. Het verwijt dat ik me toestuur in verband met ‘the years largely wasted’ met zaken die geen aarde aan de dijk hebben gebracht, die me vastgehouden hebben in een soort van potentievolle droom waarvan ik dacht dat hij zich aan het verwezenlijken was, maar die achteraf, maar uitviel zoals een droom gewoonlijk uitvalt: vlug te vergeten, en vooral, vooral er niet te gaan op bouwen, zelfs en zeker niet een huis in de woestijn.

    Ik heb in mijn leven, wel grote schrijvers gekend, grote poëten, heb hen met grote dankbaarheid gelezen en meegedragen waar ik ging. Maar, en dit is mijn drama, ik was te minuscuul om in hun voetsporen te lopen.

     

    26-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het woord

     

    Ik heb nergens om te gaan, heb nergens te zijn of te blijven. Ik zwerf over dorp en land, langs de vele wegen, uitkijkend naar een bijzonder woord dat alles verklaren zou wat er te weten is en te onthouden.

    Een woord dat alles bevatten zou, het jonge en het oude, het bekende en het onbekende, het levende en het stervende, met het woord er middenin wijzend naar wat van het ene is en naar wat van het andere.

    Alsof een dergelijk woord er zijn zou, houd ik het voor bestaande en loop ik de dorpen af, de hoge huizen waar ik kijken ga, de plaatsen er een muur van boeken gestapeld, waar ik zoeken kan, de tijd nog vaag bestaande, de seizoenen weggekeerd, geëlimineerd: het woord dat me bekoren zou, zodat ik er geen ander meer moet vinden.

    Ik heb nergens te gaan om ergens te zijn. Ik vond waar ik blijven wou, heb de boeken uitgelezen van de woning om tot het einde van mijn dagen volumineus te zijn in mijn herinneren van wat was en waaruit voortkomen zal al wat nog niet is, wat zich nog niet heeft gemeld in feiten en gebeuren, maar onvermijdelijk van wat nog komen zal.

    Ken ik de richting, ik ken er de aankomst van, de verhevenheid, die gemeten aan de avond, de sterrenhemel zal zijn, de maan en de planeten die er zullen staan als kleine goden om naar op te zien en als een stille gezel te kronen.

    Winden ook, van ver gekomen, en luchten die je redding zijn, voltrekking van wat je te verwachten hebt van talen die je leren zal om op te gaan in alles wat je lezen zal van Donne tot Eliot, van Hertmans tot Auster. De overige laat je maar, er is al veel te veel geschreven wat op gedichten lijkt, of op nocturnes van pijn en gelukzaligheden, want meer is er niet dat te ontdekken valt op deze aarde, verschroeid en verspild, ‘a wasted land’, om te houden en ook te laten.

    Alsof er enkel bomen waren om te groeien, oud te worden en een bos te vormen waaruit een nieuwe Dante zal tevoorschijn komen om je te vergezellen, leeuw en panter te verjagen en met jou de heuvel op  te gaan, ‘de vaste voet altijd de laagste’[1], naar het licht toe dat je omhelzen zal, zoals je een vriend omhelst die je in lang niet meer hebt gehoord of hebt gezien of, een vriend die je verlaten gaat voor andere oorden.

    En aangekomen je de rust er kennen zal, uitgerekt en in geduffeld, in dat ene woord dat is en door velen onbesproken blijft omdat het zo innig is en mooi om er altijd te zijn, avonden en nachten, morgens in de herfst en in de winter.

    Het woord, het woord, dat verlossing is, vergeten en terug gevonden, dat de volheid is, je adem is in vreemde dagen als je boven op de heuvel staat, het licht een aureool om je heen, om je te tekenen, jij een zoutpilaar, vervreemd van allen en van alles.



    [1] ‘Si che il pié ferme sempre era il più basso’ Dante : Inferno Canto I, 30
     
     

    25-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het werk van de kunstenaar

     

    Wat doet een schilder, een beeldhouwer met zijn werken die zich opstapelen in zijn huis en atelier. Velen komen er naar kijken, weinig zijn zij die vertrekken met een werk. Dit belet echter niet, dat de kunstenaar verder gaat met het maken van nieuwe, betere, sterkere werken, want eens het creatieve in hem ontwaakt is stopt het niet meer, loopt het verder als een vuur dat niet geblust kan worden, het wordt zijn adem, het is zijn leven.

    Het resultaat van dit creatief zijn is er, en nu wat, hoe gaat hij er mee om? je bent er elke dag mee geconfronteerd. Je vraagt je af of het goed is, of het waardevol is, je twijfelt vandaag maar morgen zie je dat het groot is, enig is en je kijkt er naar met vreugde in jou. Het is een deel van je lichaam, van je geest, iets dat uit jou is opgestaan, meer dan een kind van jou omdat je het zelf heb moeten, niet alleen concipiëren, maar maken met je handen. Het is iets dat jij hebt toegevoegd aan wat al bestond en dat zonder jou er niet zou geweest zijn.

    Je weet dat het geen bloem is, geen plant, geen boom, geen vrucht of geen zaad, maar je weet dat het werk leeft, het leeft in jou als je er naar kijkt, het leven erin, komt uit jou, ben jij zelf. Het staat er of hangt er, het kijkt je aan met dankbaarheid, fier er te zijn, wat het ook moge zijn dat je maakte of wat het betekenen kan, het is. Het is er, waar jij ook bent, en jij bent er waar ook het aanwezig is. Het is meer dan een foto van jou, het is je eigenheid, je ganse persoon, of je er nu nog bent of niet, het is onweerlegbaar jij en niets of niemand anders. Het is niet meer iets door jou gemaakt, maar het is de uiting van wie je bent, het spiegelbeeld van wat je waart toen je het maakte.

    De eeuwigheid die van de kunst is, is de eeuwigheid van de kunstenaar. Hij blijft leven in zijn werken, zijn hand, zijn geest, zijn elektronen zijn blijven kleven aan het beeld, het schilderij, zijn het lichtend element van wie hij was en hoe hij werkte met het zweet op de rug om toch maar die ene golf of kronkel in het beeld, die ene fijne, witte noodzakelijke lijn op het doek aan te brengen, precies op de plaats waar het hoorde, het handteken van de geest dat het werk onsterfelijk maakt.

    Ik heb grote bewondering voor de kathedraalbouwers, voor de architect die de plannen tekende voor de steenhouwer, die steen na steen beitelde, elke steen een kunstwerk op zijn eigen, om dan deel te zijn van een wonderbaar iets, een kathedraal. Het werk van een gemeenschap van kunstenaars van wie hoogstens de naam van de architect is gekend, deze van de steenhouwers, hoogstens een teken dragen, en enkel met dit teken, dat naamloos is vandaag, zijn gekend.

    Denken we aan hen, steenhouwers, beeldhouwers, meesterbouwers, architecten, als we de kathedraal betreden, deze van Durham, Chartres, Köln? Ik denk het wel, ze worden niet vergeten, overweldigd als we zijn door het enorme kunstwerk dat de kathedraal - en dan vooral de eerste gotische onder hen -  is.

     

    24-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    23-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verhaal van een manuscript

     

    In mijn voorbije dagboeken kan ik de boeken herontdekken die ik las dag na dag, ook hoe ik die las en wat ik er uit haalde, eventueel voor later. Wat ik er in optekende waren dus maar, zoals dit nog altijd het geval is, bedenkingen die twintig à dertig minuten van mijn dag uitmaakten. Ik stel me nu de vraag wat ik wel deed, de uren nadat ik mijn bedenkingen had geschreven? Wellicht niet veel, schijnbaar niet belangrijk genoeg om er aandacht aan te schenken. Het is echter een verkeerde vraag. Ik deed in de dag wat ik doen moest, ik was druk bezig met mijn werk in de bank en met de ontmoetingen en gebeurtenissen na de bank, tot het moment kwam dat ik in alle rust neerzat voor mijn dagboek en begon te schrijven wat me op dat precieze ogenblik te binnen viel. Het is altijd zo geweest en het zal altijd zo blijven. Het moment dat je je opent op jezelf, en dit is het.

    Op het einde van vorig jaar heb ik een poging gedaan om me te openen op de perspoon die ik had kunnen zijn, te openen op het leven dat ik had kunnen hebben en dit in de omstandigheden die ik dacht dat die persoon ontmoeten kon, beleven kon, erop reageren kon.

    Zelfs bewerkte ik mijn jeugdherinneringen om die binnen te schuiven in het leven van de persoon die ik uitdacht. Alles was fictie, behoudens enkele feiten die zich reëel hadden voorgedaan en die ik verwerkte als deel van die persoon.

    Het was een boeiende periode geweest. Ik voelde me als een echte schrijver, die geïnspireerd door het leven dat hij had gekend en de boeken die hij gelezen had, uit zijn dagen stapte om binnen te treden in de gedachten en handelingen van een ander, die hij wel was, maar dan toch ook niet. En ik slaagde erin mijn duizend woorden per etmaal te schrijven. Om na drie à vier maanden de honderdduizend woorden te bereiken die ik voldoende achtte. Het was dus, in woorden uitgerekend, een zeer vruchtbare periode geweest.

    Het manuscript was er eerst in een min of meer brute staat; vrienden, hebben het gelezen, hebben me gewezen op bepaalde fouten erin, zo literair als taalkundig. De verbeteringen werden aangebracht en nu bestaat het manuscript enkel nog op mijn harde schijf en wacht ik af.

    En blijf ik wachten omdat ik niet goed weet wat er mee aan te vangen, Wel werd me gesuggereerd het te verspreiden in een e-bok-vorm, maar ik aarzel, ik wens mijn tekst uitgegeven te zien op een waardige wijze, gedrukt op degelijk papier en met een sprekende lay-out.

    Maar, uiteindelijk, alles wel overwogen, wat heeft het opgebracht? Niet veel meer dan een manuscript van ongeveer driehonderd pagina’s dat daar nu ligt, wachtend om toch nog eens door mij, voor de zoveelste maal te worden herzien, waar ik echter, voor het ogenblik, de moed niet toe heb.

     

    23-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Regen soms

     

    Hij loopt rond in het huis, doet wat hij doen moet en denkt aan wat hij schrijven gaat nu het een morgen is van regen zoals het gisteren een avond was van kamperfoelie en van verwelkte rozen. Of van geuren die van vuren waren en van appelen in de schaal, van wijnen. Hij was er toen om te horen hoe de tortels in de bomen, hoe de luchten open nog, de sterren een gedicht dat niet zou geschreven worden.

    Maar hij wist dat het er was. Het was er aanwezig, steeg op uit de grond, uit de grassen. Het vertelde helemaal niets, maar het was er als een boek dat wachtte op een stapel om geopend te worden en gelezen, het eerste woord en het laatste; woorden die geuren zijn, ongekende aroma’s van winterbloemen als van sneeuw; woorden echoënd over wat er zijn kon, maar er nog niet was, zelfs misschien niet komen zou, alhoewel?

    Omdat van vele zaken er geen herkomst is, geen aanleiding om er te blijven; omdat van vele dagen er niets over is, dat ons verblijden kan en nu er stilte is waar vroeger leven was. Heeft hij gezocht naar de betekenis van alles, wel wetende dat er geen reden was om te zoeken naar wat er niet was; dat alles te nemen was zoals het kwam, aangestormd of zich infiltrerend langs vreemde wegen waar nog niemand van terug gekomen is.

    Vreemde woorden in vreemde talen geschreven en uitgewist of bekrachtigd, omgezet in beelden die te begrijpen waren, te vatten in klonters, vormloos van inhoud of van verhaal, zoals hij het, het liefst begreep van in zijn cel waar hij zich opgesloten had.

    Hij er toe gekomen was te schrijven wat nog niet geschreven stond, hier of op een andere plaats. Vooral over een gedicht dat nog niet was, misschien er nooit komen zou, omdat het niet hoefde, omdat het er was zonder er te zijn, verborgen, als tussen de plooien van pij of mantel.

    Dacht hij dat hij alles hernemen zou, later, als hij in de bergen was of aan zee, of in de weide liep, of aan de vijver zat met de meeuwen die, ver afgedwaald er op het water dreven.

    Achteloos zijn dagen voorbijgegleden, hij heeft ze niet geteld, wel opgetekend, vastgelegd op schijven waar ze nimmer het licht nog zien, al zullen ze ooit nog opgedolven te worden door ontdekkingsreizigers, op dagen zoals deze, als het regenen, gaat vroeg in de morgen, het gedicht aankloppen komt en ontvangen wordt omwille van het verrassende en nu omgezet, tot het eeuwige wil behoren.

    Oude handen zijn het die dit beweren, die uit de velden zijn gekomen¸ geladen met beelden die er gisteren nog niet waren en er ook niet konden zijn omdat er niemand was die de velden doorkruiste om ze te lezen. Een wandelaar misschien, een bosloper die naar woorden zocht om te vertellen, niet wat hij zag, maar wat er niet was om te zien.

    Zo haalde hij gedachten boven die anders nooit de dageraad zouden doorkomen. Maar die hij nu dicht bij zijn hart hield, warm, opdat het nog niet wijken zou.

    Het is pas dan dat hij zijn gedicht geschreven heeft. Hij heeft er in gestoken al wat hij te zeggen had. Maar veel was het niet.

    22-08-2016, 00:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wereld van het atoom

     

    Mijn ‘Tao of Physics’ van Fritjof Capra leert me heel wat over het atoom  en de kern ervan, vooral dan over de verhouding van de kern tot het volume van het atoom. Die verhouding is ontstellend. Als, zegt hij, het volume van het atoom vergeleken zou worden met de koepel van Sint-Pieters in Rome, dan zou de kern ervan de grootte hebben van een zoutkorrel. Een zoutkorrel in het midden van de koepel en in de ruimte omheen de kern, de elektronen, draaiend en kerend (whirling) met een enorme snelheid – 600 mijlen per seconde zegt Capra – niet, zoals planeten om de zon, maar onwezenlijk variërend.

    Het bevreemdende van de natuur begint hier. Het standpunt innemend van het atoom is alles ruimte, is alles een grote holte. Muren bestaande uit moleculen, gevormd door atomen, zijn geen muren, stalen wanden zijn geen wanden, de minste golf van een afstandsbediening gaat er dwars doorheen en opent deuren en hekkens. Hoe is het godsmogelijk – het precieze woord – dat alles er uitziet zoals het is, vast, stevig, soepel lijk een korenhalm, ruisend lijk een boom, en wij kloek en stevig gebouwd, als alles gemaakt is uit atomen klevend aan elkaar, voortdurend via hun elektronen inwerkend op elkaar.

    Met het beeld van de wereld van het atoom voor ogen, een beeld dat we enkel zien kunnen met deze van de geest, maar dat daarom niet minder reëel is, over welke werkelijkheid spreken we dan. Gehecht als we zijn aan wat we zien rondom ons, vastgeketend aan het beeld dat ons lichaam is, maar wat we zien is niet de echte realiteit: een lichaam dat sterft is oogverblinding, wat er feitelijk gebeurt met de massa atomen, elektronen, atoomkernen weten we niet, hebben we het raden naar.

    Evenmin weten we welke precieze rol gespeeld wordt door de verzameling atomen dat ons lichaam is, wie er de leiding over heeft? In elk geval niet wij. Ons lichaam is maar de speelbal.

    Dit is wat het stoffelijke betreft, we weten niet wie uiteindelijk het hecht in handen heeft wat het functioneren van het lichaam betreft. Gissingen zijn het, we zijn weliswaar een en al gissing, en zullen het blijven. Maar dat men me niet zegt dat er is niets meer is daarna, dat de atomen en de rest in rook zijn opgegaan, ook en vooral datgene dat de wereld van het atoom bestuurde. Dit is maar al te gemakkelijk, kinderlijk zelfs.

     

    21-08-2016, 00:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A blog a day

     

    Een blog per dag is je ritme. Echter, dezelfde dag een tweede schrijven dat niet een vervolg zou zijn op de eerste, is moeilijk. Het is maar dat er tussen elke blog normaal een etmaal nodig is om je te ontdoen van het ene en ruimte te scheppen voor het nieuwe, een etmaal verder, als het gemoed totaal omgeslagen is, zoals het weer in deze dagen.

    Opduikend uit het duistere van de slaap, de ogen openend, is het boek in jou dat je opent om de zin te lezen waar je je dag mee beginnen zult om je te voeren naar een plaats waar je nog niet geweest bent, een plaats die je pas kennen zult als je bent aangekomen.

    Maar dan verneem je dat je vriend is weggegaan, dat hij, zoals het nu geformuleerd wordt, uit het leven is gestapt. Het lichaam dat hij ter beschikking had gekregen was kaduuk geworden, was niet te dragen pijn, te veel last geworden en de strijd gestreden. En in totale onmacht heeft hij de moed gehad het te verlaten. Je beseft nu dat, zoals je het schreef een paar dagen terug, de herinneringen aan hem, zijn gaan herleven op een bijzondere wijze, dieper en inniger; dat ze zijn vastgelegd voor altijd, met rood lint en rode lak verzegeld.

    Zo gaat het dan, de vele dingen die er geweest zijn en deze waar je van gehoopt had dat ze blijven zouden, worden afgebroken door het leven dat keer op keer de tol eist waaraan niet te ontkomen valt. Een vriend in meer die ging, het wordt leeg om jou.

    En waar je gekozen hebt te zijn, heb je rondom jou de bomen en de struiken, je zit er midden in, en je voelt dat het de plaats is om te zijn en om er nimmer meer te wijken. Om er lang te blijven, te blijven tot je opgenomen wordt, vermenigvuldigd in elektronen en fotonen, klaar om je te verspreiden in de kruinen, tussen de bladeren en je te mengen in de geuren. Jij ook denkt een ogenblik, al is het ongewoon dit te zeggen: mijn tijd hier is opgebruikt, handelen hoeft niet meer, enkel zijn in gedachten, het enige van mij dat blijven zal en opgevangen worden door anderen na mij. Je sprakeloos lichaam, overgebleven op de stoel waar je zat, op de plaats waar je schreef. De tortel naast jou tussen de bladeren is er getuige van.

    Zo zijn er vele dingen die geen uitkomst kennen, ook mijn verlangen niet. Ik ben hier maar om er te zijn. Heb achterwege gelaten wie ik was en heb enkel meegenomen een pen en een dagboek en een busje Spa. Dit is al wat ik nodig heb om te vertrekken als was het naar een onbewoond eiland in de Pacific, want wat meer zou ik meenemen op mijn tocht.

    Ondertussen rijpen de appelen, is de wind opgestoken, is er een haiku die bleef hangen omdat er een lettergreep te veel of te weinig was; omdat je zag dat in een paar dagen tijd, de varkensbes rood glanzend geworden was. Dit alles zijn, dacht je, wat beelden die je nog meenemen kunt om niet vergeten het land waar je bent opgegroeid.

    Vergeef me eens te meer, om wat ik schreef. Het zijn maar wat kronkels in mijn gedachten die ik getekend heb. Het is niet evident elke dag een meesterwerk te schrijven, laat staan een zin die meegedragen wordt in de gesprekken van elke dag.

    Er is meer toe nodig vooral als men schrijven gaat van uit het gevoel dat men voor altijd verdwijnen wou naar een onbewoond eiland.

     

    20-08-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs