Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    13-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante en het zout in het brood van anderen.

     

    Enkele dagen terug schreef ik in mijn blog over Dante Alighieri wat hij vertelde over het brood, gezouten of ongezouten, dat hij als banneling te eten kreeg. Ik zocht die passage op, ze komt uit zijn Paradiso, waarin hij schrijven zal:

    ‘Je zult alles waarvan je het meest hield achterlaten en dit is de eerste pijl die de boog van de verbanning afschiet. Je zult de smaak kennen van zout in het brood van anderen en hoe hard het is de trap van anderen af te komen en op te gaan.[1]

    Hoe we het ook interpreteren: het zout van anderen of, het zout in het brood van anderen, er zijn er vandaag heel wat die hier rondzwerven met deze gedachten en in een meer tragische toestand nog, die have en goed en familie verloren en hier aankomen in vreemde aarde en ontvangen in een vreemde taal. Die zeker niet zoals Dante, ingesteld zijn om diep in hen weg te zinken om hun toestand weg te schrijven in verzen, meer woorden en ideeën zoekend dan naar een bed en een dak boven het hoofd.

    Tot vandaag zijn we nog niet een van deze ontheemden, we kennen nog het geluk in peis en vrede rond te lopen en slapen te gaan in een warm bed met onze kleine zorgen van elke dag. We kennen het einde niet van ons geluk te leven in een gemeenschap die geen bedreiging is, we hebben de vrijheid te zijn wie we zijn, te zeggen wat we te zeggen hebben en het ook te schrijven. Komt het ooit dat we, opgejaagd, hier rondlopen zullen?

    Gelukkig denk ik dan, wordt er minstens aan gedacht niet een stap te ver te zetten opdat zo iets ons niet plots overvallen zou.

    Ik schuif dit tussen mijn geschriften door, gehaast en in sourdine - ook met een zekere tegenzin - enkele lijnen maar om het lot niet volledig uit te schrijven en ook om zeker het niet te provoceren.

    Zo ik zette het neer om daarna te vergeten dat ik het ooit geschreven heb. Zwartgalligheid ligt me niet, het lot van velen wil ik niet als spiegel voor mij houden en dan vooral niet, denkend aan kinderen zoals Roosje, welke hun lot zou kunnen zijn of worden. À propos, ik hoorde, Roosje is twaalf en niet elf.

    Ik heb in feite niets te verbergen, niets te vertellen, niets vooruit te zien, ik heb niet een inzicht te hebben in wat ooit komen kan. Ik heb enkel te zijn vandaag, met morgen nog ver af en, het kan gebeuren dat morgen ook vandaag zal zijn en ook de volgende dagen, niet zoals van hen die opgejaagd verschijnen aan onze poorten.

    Aldus gebeurt het dat mijn blogs soms toch iets gemeen hebben met de blogs ervoor, wat vandaag het geval is. Alles hangt af van gebeurtenissen/gedachten die er aan vooraf zijn gegaan, en vandaag is er nog de echo nog van mijn dag van gisteren.

    Dit is dan mijn vrijheid te schrijven over wat me te binnen valt, ongeacht wat het is. 

     

      [1] Tu lascerai ogni cosa diletta / più caramente; e questo è quello strale / che l’arco dello esilio pria saetta./ Tu proverai s come sa di sale / lo pane altrui, e come è dura calle / lo scendere e ‘l salir per l’altrui scale (Paradiso : Canto XVII: 55-60)

     

    13-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poetin de verschrikkelijke.

     

    In mijn goede dagen heb ik ooit vooropgesteld dat de evolutie die plaatsvindt in het Universum, niet alleen een uiterlijke, zichtbare evolutie is, maar dat er ook een ander aspect van evolutie is, gekenmerkt door een dieper en verder doordingen tot de geest van de mens, wat neerkomt op een verbreding van die geest. Deze verbreding had als gevolg dat,  in de loop van de voorbije millennia, de mens geëvolueerd is van aap tot Neanderthaler tot ‘homo sapiens’. Ik beweer dus dat dit een evolutie is die de mens ‘ondergaan’ heeft en niet zelf heeft bewerkstelligt.

    Wellicht is dit een boude uitspraak die inhoudt, dat deze evolutie in de mens,  zich verder zetten zal om uiteindelijk uit te monden in een ‘homo sapiens, sapiens’.

    Wat dit betekenen kan is, dat de mens een betere,  ruimere kijk krijgt op het Universum en zich meer en meer voelen zal als een deel ervan. Dit betekent ook dat we sedert het ontstaan van de homo sapiens, we ons meer en meer verbonden voelen met de mensen om ons heen en dat het respect voor onze evennaaste, blijvend, in welke mate dit ook moge zijn, toenemend is naarmate we verder en verder binnenglijden in de tijd.

    Dit ervaart elk van ons, het is een ‘kosmische’ eigenheid - en geen andere - die zich genesteld heeft in onze gevoelswereld.

    Me hierop baserend zeg ik dat wie dit, op de dag van vandaag, niet in zich ervaart om ernaar te leven, zich afzondert van deze kosmische lijn, zich zelfs uitsluit als mens, een onmens wordt, een ‘negativiteit’ die niet waard is te leven want hij bevindt zich voortdurend buiten de kosmische lijn van verbetering, hij gaat er zelfs tegen in.

    Een eerste voorbeeld ervan was Caïn de moordenaar van zijn broer Abel die hiertegen inging en velen hebben hem hierin gevolgd in de tijden erna toen het begrip van een kosmische inbreng nog niet ver genoeg was doorgedrongen.

    Waar ik met mijn betoog er wou toe komen is wat er vandaag te zeggen valt over Poetin, hij ook stelt zich op totaal buiten de lijnen uitgezet door het Universum, hij is niet het leven dat in hem opborrelt waardig, hij is loslopend wild, en de wijze waarop hij loslopend is, is duidelijk onmenselijk.

    Poetin heeft zich uitgesloten uit wat we de mensheid noemen, hij is niet meer één van ons, hij is niet meer van de Kosmos.

    *

    Ik dacht, terwijl ik deze tekst schreef aan ‘East of Eden’ het boek van John Steinbeck, en wel aan de fameuze passage erin, de woorden van de ‘Lord’ gelicht uit Genesis 4: 6 en 7 uit de King James’ versie van 1611:

    ‘Why art thou wroth?   And why is thy countenance fallen? If thou does well shall thou not be accepted? And if thou does not well, sin lieth at the door; And unto thee shall be his desire, and thou shallt rule over him[1]

    Het is het Hebreeuwse woord ‘Timshel’ dat centraal staat in ‘and thou shallt rule over him, het laatste deel van de zin, dat ook centraal staat in ‘East of Eden’.

    Over de vertaling ervan wordt lang gediscussieerd. Ik herinner me de geschiedenis ervan, een groep Chinezen die Hebreeuws zijn gaan studeren om de precieze vertaling te vinden en uiteindelijk tot het besluit komen dat het laatste deel van de zin vertaald moet worden door ‘thou mayest rule over him’[2]. Wat betekent dat de mens de vrijheid heeft zelf te beslissen over goed of kwaad. Hij kan dus zelf kiezen of hij deel is van de lijn uitgezet in de Kosmos of niet.

    Poetin koos voor dit laatste. Hij zette zich buiten de Kosmos, hij is niet meer een van ons.

     

     

    [1] Genesis 4: 6 en 7: ‘Zult gij hem meester kunnen blijven?  (Willibrordus Bijbel) / ‘te rendras-tu maître de lui ? (Whatch tower Bible and tract Society of Pensylvania) / ‘y a qui tienes que dominar’? (Biblia de Jerusalen)/ ‘mais à toi de dominer sur lui’.(Bible Osty.)

    [2] ‘East of Eden’: But ‘Thou mayest’! Why, that makes a man great, that gives him stature with the gods, for in his weakness and his filth and his murder of his brother he has still the great choice. He can choose his course and fight it through and win.” Lee’s voice was a chant of triumph.

    12-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijven zoals Brahms.

     

    Gisteren was een uitzondering, maar wat voor een soort blogs schrijf ik wel als ik andere blogs om me heen waag te lezen. Kan het niet wat aangenamer, wat lichter van inhoud? Hoeft het altijd zo hoogdravend, zo anders dan anders te zijn, alsof ik niet van het dagelijkse leven zou zijn, alsof ik zweven zou en de kleine dingen niet zou zien, of beter, niet zou aankunnen ?

    En vandaag, vroeg deze morgen, dacht ik, hoe vreemd het ook moge lijken, aan Dante en het brood dat hij at dat ongezouten was - of was het omgekeerd, was het gezouten, terwijl hij gewoon was ongezouten brood te eten - zoals hij het terloops noteerde, terwijl hij zijn Commedia schreef, dag in dag uit, en het als een verstoteling uit zijn stad, het moest doen in het huis van vreemden, of toch bijna vreemden, en ondertussen te denken had hoe het verder moest met zijn verzen, zijn rijmen, zijn verhaal, zijn zoeken naar de gepaste personen, om die in zijn Hel, zijn Vagevuur of zijn Paradijs te zetten, erop lettend de verkeerde persoon niet te ontmoeten in de verkeerde plaats, en dit, stel je voor, tien jaren of meer lang.

    Hoe ik hem tracht te begrijpen, hoe ik ook al jaren, een leven lang, iets stevigs tracht te schrijven, een vast patroon binnen te halen waar ik me zou kunnen aan houden om één doorlopende blog te schrijven en niet meer verplicht zou zijn, omdat ik het niet anders kan, elke dag een nieuw verhaal te beginnen dat wel geen verhaal is, maar een bezinning, een tekst waarin ik soms verdwaal en anderen laat verdwalen.

    Weinigen zijn er die me er iets over kwijt willen, noch over wat ik vertel, noch over hun verdwalen in het labyrint dat mijn woorden zijn.

    Dat dus de Muze me genadig weze telkens ik ga neer zitten om me wakker te schrijven, terwijl ik verwrongen zit in zinnen en woorden die ik te schikken heb met, gelukkig ditmaal nog op de achtergrond, het vioolconcerto van Johannes Brahms. En, als ik er aan denk, op de muziek ervan, een lang gedicht te schrijven dat, zoals Brahms het schreef in noten op een notenbalk, ik het schrijven zou als een lang verhaal  in verzen die kleuren en beweging van gedachten zijn.

     Maar de moeilijkheidsgraad ervan schrikt me af, zelfs als ik het concerto van A tot Z uit mijn hoofd zou kennen zoals de schitterende violoniste - ik noteerde haar naam niet - zoals Brahms, mijn woorden breed uitstrijkend over het landschap van Vlaanderen, over de wegen en de landerijen, de bossen, de stromen, in een lang bewegen van woord in woord, er toe zou kunnen komen de aanzet van het concerto, het langoureus weemoedige ervan, weer te geven en het verder uitdiepend, een wereld oproepen van zeeën en wilde stromen die zich van de bergen naar beneden storten om uit te lopen in diepe gronden over valleien en lage landen, wachtend, ogenblikken lang op die éne strijk van de viool waaruit daarna een spettering van klanken barsten zou.

    Alsof Ik, dit ooit zou kunnen.

     

    11-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezieling bij de jeugd.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

    Wat bezielt een kind dat componeert in beeld en kleuren alsof het de noten waren voor een sonate of zelfs voor het begin van een symfonie, noten zo uit haar opgestaan lijk een veld waterlelies uit de vijver.

    Hoe is ze al ingesteld als ze een wit blad neemt en begint te tekenen, welke drang zet haar ertoe aan, de eerste lijnen, de eerste vormen neer te zetten van wat ze nog niet weet wat het worden zal.

    Ze heeft een vaag idee en eraan werkend, erover nadenkend, leeft en groeit de idee: het aangezicht van kinderen, dat ze in elkaar schuift en neerzet in één gelaat in elkaar gegoten, perfect op haar manier, heerlijk overkomend: ogen uit alle windstreken die kijken, open en vrank, een blik die vraagt naar wat er van de wereld is, en wat zij ons te zeggen hebben.

    Veel tijd heeft ze niet nodig, uit de aangezichten groeit het overige veld, harmonisch en kleurrijk gespreid over het blad en het wordt een tekening in klank en beweging.

    Ze is elf en haar naam is Roos.

    Ze is haar eigen meester, het is haar creatie, een geschilderde tekening, enig, lijn na lijn, kleur na kleur, beeld na beeld in detail opgesteld. Spontaan heeft ze genomen al wat bij haar, eraan werkend, is binnen gevloeid, haar hand, haar vingers glijdend over het blad en er is ontstaan, zonder de minste hapering, wat ze wou dat ontstond omdat ze uitzonderlijk de vaardigheid bezat om het te doen. Ze was niet meer een leerlinge, ze deed het op een wijze, o, zo lichtvoetig en toch zo gevoelig en veelzeggend in een palet van kleuren eigen aan een groot meester.

    Ze verraste haar ‘omie’ ermee. Deze zag het gebeuren onder haar ogen, deze niet begrijpen kon dat ze op haar leeftijd al tekende wat op korte tijd ontstond, dat kleine ding van een meisje, de parel van haar dagen, Roosje, die even maar een tekening opzette en voltooide in een mum van tijd.

    Het was ook mijn verrassing toen ik de tekening binnen kreeg van de ‘omie’. Het sprankelende erin is enkele dagen blijven liggen in mijn gedachten tot ik er achter kwam dat de tekening me vergezelde op mijn wandelingen in het landschap van het woord.

    Hoe rijk de tekening is opgebouwd, hoe vlot het spel van lijnen én van kleuren, een versnapering in de wereld die van het beeld is, niet de wereld van  het kind-zijn, maar van een beginnende volwassenheid.

    Doe ik er verkeerd aan haar talenten op te hemelen, brengt het haar iets bij?

    Ik weet het niet, ik ben afgegaan op de, mag ik het zeggen, de verering van de omie, en met reden, voor de kunst van haar kleindochter, Roos Goorman.

    Ze is de parel die zij er in ziet en die wij, als toeschouwer, in een zekere zin ondergaan.

    Het treft mij in het bijzonder omdat ik er mezelf in terug vind. Ik ook sta elke morgen voor een wit blad dat ik vullen moet met het in gang zetten in mij van een creatief proces.

    Ik zeg haar hier, en ze kent me heel vaag, bravo Roos, kleine meid maar grote kunstenares.

    Bravissimo!

    10-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een God die zich niet laat vermurwen.

     

    Ik sta verbaasd dat er nog schrijvers zijn die God lichtzinnig zien als zijnde ‘iemand’ die het voor het zeggen heeft, die zou optreden als het hem bevalt, en zich wegtrekken als zijn tussenkomst het meest dringend is, en, zoals vandaag, waarom hij zich niet duidelijk zichtbaar opstelt tegen Poetin en consoorten.

    Ik denk dat de Paus het al weten moet dat gebeden hier niet helpen, dat de God die we aanroepen, eigenlijk niet veel zaaks is, maar liefst - zijn rang staat op spel - het altijd nog niet laat blijken en verder gaat in wat we het ongewisse zouden kunnen noemen en dit, zelfs met zekerheid.

    Waarom, antwoord ik hen, waarom niet, al was het maar één ogenblik, denken dat God een metafysische God is, dat zijn uiterlijke, zijn lichaam, het ganse Universum is en er ook noodzakelijkerwijze, een binnenste moet zijn, dat enkel geest kan zijn.

    Zoals ons lichaam een mini universum is met er binnenin of er omheen, het deeltje - eruit overgenomen - spiritueel vermogen dat ons eigen is.

    Ik zelf kan, in elk geval, leven met deze idee. Al had ik wel gewild dat er nu een God was die Poetin meer dan op de vingers tikken zou, weet ik, zonder de minste twijfel, dat ik deel ben van dat uiterlijk én innerlijk Universum en dat ik  dat innerlijke, God zou kunnen noemen ware het niet dat die naam zich verankerd heeft in de Bijbel waarin hij voor komt als een God die handelend optreedt en, zoals ik zie en hoor, vandaag, definitief uitgeschakeld wordt, zijn kerken leeg gehouden of als goddeloze ruimtes gebruikt.

    Dus,  waarom, als er nog over ‘in God geloven’ gesproken wordt, men het altijd heeft over de God die, vanuit zijn observatiepost in de wolken, gesitueerd boven de aarde, ons in het oog houdt.

    Heeft men nog steeds niet ingezien dat het precies die God is, waarover zij, die er niet in geloven, spreken en dat ze niet verder denken dan aan die God, als over Hem geredetwist  wordt?

    Persoonlijk vind ik het achterlijk, is het pregalileïaans, deze God uit te dagen, want natuurlijk heeft de schrijver gelijk als hij zegt dat deze niet bestaat.

    En, dit is eigenlijk alles wat ik er nogmaals over kwijt wil, omdat ik een zoveelste blog te schrijven heb en ik zeggen wil dat  het gebruikelijke gebed in niets helpen kan.

    We beginnen dit te weten, dan toch heel wat onder ons. De waarheid over het bestaan van een God, vooral dan deze van Spinoza, wordt ons duidelijk, hoewel het voorbarig is zich te wagen aan een te definitief afgelijnde voorstelling. Want elke zekerheid die naar voor wordt geschoven is slechts een pogen, zoals trouwens die van mij, om nader te komen tot wat ooit – indien dit ooit komen zou – als De Waarheid kan gebeiteld worden in het hardste marmer.

    Ik ben dus weinig verder gevorderd met een definitieve uitspraak over die fameuze God, waar al duizenden jaren over geredetwist wordt.

    We zien de echte niet, omdat we blind geslagen zijn door die God die moet aanbeden en uitgedragen worden onder een baldakijn over straten met lentebloesems bestrooid: de God van onze jeugd.

    Gelukkig echter dat Hij er was (er geweest is), want wat we ook doen Hij zit in onze genen, en meer bij diegenen die hem afstoten dan bij diegenen die zijn aanwezigheid stilzwijgend, onder een hen eigen vorm, niet alleen dulden maar met de hoogste verwondering waarnemen.

    En als Michel Onfray in zijn boek over de ‘ateologie’[1], ik kocht het destijds en las het in Spanje, elk magisch denken verbiedt – impidiendo el pensamiente magico - dan had hij moeten beginnen met het lezen van de ‘QED, Quantum Electrodynamics, the strange theory of light and matter’, van Richard Feynman[2]. Pas na Feynman kun je eventueel beginnen denken wie God is en wat Hij is, en niet na de Bijbel te hebben gelezen.

    Voor mij is het in het domein van de metafysica dat wetenschap en religie zich moeten ontmoeten. Komt die ontmoeting er niet dan vrees ik het ergste, want  een beschaving zonder het sacrale bloedt leeg, is ten dode opgeschreven.

    Ik denk dan ook aan hen voor wie de God van oudsher, hun redding is, hun hoop en hun sterkte en die ik, zij het van ver, volgen blijf met, ik beken het, een zeker heimwee.

     

    [1].Michel Onfray: ‘Tratado de ateología’, traducción de Luc Freire, Editorial Anagramma, Barcelona 2006. [2]Richard Feynman ‘QED’, Penguin Books, 1985

     

    09-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terwijl we bezig zijn.

     

    Terwijl ik even de ogen sluit op het drama Poetin-Oekraïne heb ik een taart gebakken. Veel zaaks is het niet, een taartvorm en erin gelegd een cirkel bladerdeeg, met erover, wat bloem uitgestrooid en wat olie (nodig of niet?) uitgestreken, en dan de gedroogde pruimen geopend zoals een chirurg het zou doen, of beter, de steen, het hart, eruit genomen, het vlees van de pruim in reepjes gesneden en, na wat gaatjes in de deeg geprikt, zo mooi mogelijk geschikt op de bladerdeeg, terwijl de oven opwarmt.

    Je bent bezig, al je aandacht gaat er naar toe, maar toch denk je aan Bernanos, aan die zin van hem, die zin die je nimmer verlaat van le curé de Crécy: ‘les petites choses n’ont l’air de rien mais elles donnent la paix’.

    En je denkt, ze brengen ons niet alleen innerlijke rust maar ook wat gefilosofeer over de stenen die ik overhield en die daar liggen op een hoop, klaar om weggegooid te worden, en elke steen houdt een pit en ik weet dat de smaak van de pit licht bitter is en ik weet vooral dat elke pit een pruimelaar in potentie is. Ik ben dus eens te meer geconfronteerd met het wondere van een pit die boom kan worden, die in zijn structuur, in de kleinste van zijn particules een boom is met bloesems in potentie, bloesems met stampers en meeldraden, en dat er na het bevruchten, het wondere van de natuur, een nieuwe pruim  met steen en vlees tot stand zal komen.

    Het wonder van het wonder, dat we helemaal niet meer als een wonder - waarom zouden we? - zien: een pruimelaar in bloei, het op elkaar ingaan van stuifmeel en stamper, dat meest precieze ogenblik van het bevruchten.

    Van het denken aan het wonder van het bevruchten, verlos me Heer, want het houdt me bezig. Maar ook verlos hen die dit niet meer zien. Zo zeg me Heer, wat er is van het zich verstrengelen van stamper en meeldraad.

    En, wat zal ik aanvangen met de stenen die overbleven? Als er ooit in de ruime strook grond  tussen Noord- en Zuid-Korea, dat verboden terrein is, een pruimelaar aanwezig was, dan moeten de vruchten door de vogels uitgedragen geweest zijn over de ganse strook, dan moeten er vandaag duizenden pruimelaars over die strook verspreid, aanwezig zijn. De natuur heeft de mens niet nodig om haar werk te doen, liefst niet. Maar, de mens is er toch om waar te nemen en getuige te zijn van het werk van de natuur en er zich vragen over te stellen hoe het komt dat alles zo geregeld werd en hoe het geregeld werd, hoe alles op elkaar is afgesteld, wat wijzen moet op een Regelaar van al wat is, die uit ‘niets-aan-materie’ vertrokken is om de materie te doen ontstaan.

    Wat kan het ‘niets-aan-materie’ dan anders geweest dan geest, spirit, kennis, uitzicht op wat het Omega zijn zal.

    Een pruimentaart bakken is dus niet zo eenvoudig, het is ook nadenken over wat is en wat komen kan, zelfs als wij er niet meer zullen zijn.

     

    08-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe ik mijn dagen.

                       

    Hoe ik mijn morgens vul toon ik op duidelijke wijze, het is dus geen geheim meer voor jullie. maar de laatste dagen valt het me voor het eerst op, dat schrijven de geest te veel bezig houdt en dit niet alleen psychisch maar ook en vooral fysisch, dat de houding bij het schrijven afmattend is, omdat je telkens, na een massa schrijven, verstijfd in de rug opstaat zodat je lichaam pijn is, een pijn die maar niet zo vlug voorbijgaat.

    Je kunt er ter verdediging aan toevoegen dat wat je doet, ofwel gek is ofwel nodig is, maar dat het, het restje leven is dat je nog houdt, en dat schrijven voor jou betekent het neerzetten van woorden op de mooiste plaats en in de meest geschikte rondingen.

    Hieruit weg vluchten is geen oplossing, nu niet meer, ik had het - had ik wijs geweest - vroeger moeten doen, nu ben ik gedoemd verder te gaan en, te verbazen niet om wat ik doe, maar omwille van mijn regelmaat afgesteld op de regelmaat van de aarde, de handen en de geest, gekneveld en vastgebonden op mijn stoel, woorden ademend.

    ‘Je moet even stoppen’, zegde me onlangs een goede vriend, ‘stoppen met schrijven om je te herbronnen in nieuwe lectuur’. Ik wil wel, maar de tijd dringt, ik ben geen veertig of vijftig meer om te herbronnen.

    En dan, wat kan ik meer vertellen dat wat ik te vertellen heb: mijn kleinburgerlijk leven was wel een oorlog beschoren maar deze liet geen diepgaande indrukken na. H, d gehucht waar ik woonde lag verscholen tussen bossen en velden. de oorlog is eraan voorbij gegaan, zonder een schot, hoogstens een V1 die was afgedwaald en terecht is gekomen op een oude schuur dichtbij; hoogstens het onverwacht bezoek van een paar, het geweer in aanslag, ‘Feldgendarmen’ die de gedroogde tabak bladeren van mijn vader kwamen opeisen; hoogstens een kalf dat werd afgeslacht in de keuken, een eik die werd afgezaagd even na middernacht in het bos, in het putje van de winter en het sneeuwde, en vader en ik de in stukken gezaagde stam door de sneeuwstorm naar huis droegen. Dit is wat me, samen met andere kleine voorvallen, is bijgebleven.

    Een terloops gebeuren dat enkel de huiskamer haalde en dat ik nu hier te grabbel gooi, vader gedenkend en moeder en broers en het ouderhuis en de sneeuw en de vrieswinters en, de zondagnamiddagen in de zomer, uitgestrekt in het gras onder de appelaar, dromend, zoals ik nu, weinig meer dan droom ben als ik dit schrijf, ditmaal laat in de nacht.

    Ook omdat ik niets anders te schrijven had en omdat de hunker naar die tijd van toen ineens is open gebloeid op flarden uit die jeugd van mij.

    Heilzaam, voor enkele ogenblikken een grote stilte in mij neergekomen.

     

    07-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lofzang aan het leven.

     

    Heb ik woorden achtergelaten, de tijd niet zijnde of de tijd wel zijnde, bij het kloppen van mijn hart, het jagen van mijn bloed: het zijnde, mijn begeestering mijn sacrale wolk waarin ik opgenomen, de tijd niets anders dan mijn schrijven, ik vastgezet, ik de adem van de bomen, ik in osmose met al wat van het leven is, in atomen en elektronen uitbazuinend dat ik meer van de sterren ben dan van de aarde.

    Dat ik opgestaan ben uit de volheid van wat niet anders te bepalen is dan de immer stuwende, dwingende kracht die de Kosmos is, die de totaliteit is van al wat is en zijn zal.  Niets meer en niets minder, ik, wij allen, dooraderd met de geest die van uit de Kosmos zich heeft vast geankerd in onze  leden, dieper nog in onze geest. Wij, allen, als gezegend.

    Dat ik erin, dat het totaalbeeld van mijn ik, erin verweven zit; dat ik wel daden stellen kan maar dan dat die daden maar de uiterlijke vormen zijn van wat mijn innerlijke is.

    Of, zoals ik elke dag binnenkom bij jullie, gevoed door de poëzie van het woord, ik jullie ermee omhangen wil. Ik, losgelaten lijk een jong veulen dat voor het eerst op de weide komt, tijdloos, zoals ik tijdloos wil al wat ik geschreven heb.

    Herhalend wat in mij is vastgehecht van vroeger en zich niet laat verwijderen, zelfs niet door het neerschrijven ervan wat maar een bleke afdruk zou zijn van wat ik meedraag in mijn dagen.

    Verwonderd dat ik geworden ben meer inhoud dan wat wordt uitgebeeld, meer het gedicht dan het verhaal dat voorbij vliedt. Meer zijn dan te bestaan als een hoge eik eenzaam in de vlakte, een spiegelvijver tintelend van licht, de adem van mijn dagen, handtekeningen ingelijst.

    Sperwer zijn en neerduiken op zijn prooi, happend naar lucht dat leven is, me vermenigvuldigend nu het nog kan in lettertekens over alles heen gegooid, zoals het nimmer was nu nader komend, of de tijd die nog overblijft, zich uitspreidend, vertragend opdat hij nog lang duren zou; nog lange tijd weg blijven zou, hij die komend is, voorlopig nog uit het zicht verdwenen.

    Schrijf ik maar. Schrijf ik maar mijn vlug beleven van het ogenblik dat zich opent voor mij lijk een donkere orchidee zich opent om orchidee te zijn, ik schrijvend om meer mens te zijn; niet wetende wat ik beter zou kunnen doen om niet woordeloos achter te blijven, opgesloten in de kamer van mijn lichaam, terwijl buiten in de tuin, in de straten, in de velden van de wereld, lijk een vuur dat de brousse binnensluipt, het grote Leven zich ten toon spreidt in al zijn heerlijkheid, het sacraal gebeuren van elke dag dat onze geest wakker houdt en ons verplicht verder te zien dan wat er te zien is. Gegeven dat het ons werd ingegeven te bereiken wat uiterlijk niet te bereiken is, maar innerlijk geborgen, toch zichtbaar is.

    Schrijf maar al wat er te schrijven is, elk woord is een opvang voor de tijd die anders verloren waait in het oneindige.

    Vertoon je als een zendeling die de tijd bewaren wil voor als hij, er niet meer zal zijn. Je ogen dicht gehouden, je mond gesloten, maar je woord dat overgebleven, schitteren zal in het vroege licht, dat binnen schieten zal als je de gordijnen openschuift om aan te komen zoals altijd, bij het Woord dat in den beginne was.

    Het begin dat tot nu begin gebleven is, want niets is af en niets is voltrokken, terwijl, we houden het zo, de dood een eigenschap van het leven is.

    06-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het palliatieve in je dagen.

     

    De laatste dagen laat ik binnenkijken in het diepste van mijn gedachten, alsof ik geloven zou er de wereld mee te kunnen veroveren, maar denk niet dat ik er niet bewust van ben dat het maar wat zeepbellen zijn die ik de lucht in stuur, met erin de weerspiegeling van mijn geestelijke  omgeving waarin droom en realiteit vermengd liggen.

    Ik heb dus elke illusie afgelegd, heb de Ugo in mij het zwijgen opgelegd en wil worden wie ik ben, met beide voeten op de grond. Maar ik weet ook dat dit wishfull thinking is dat dit niet lang vol te houden is, dat ik dan beter zwijgen zou als het is om hier gewoonweg en niets meer dan dat, rond te lopen op deze aarde.

    Ik herinner me wat Christian de Duve schreef in zijn ‘A l’écoute du vivani’, dat een wereld zonder het sacrale een dode wereld is - wat ikzelf al ettelijke malen gezegd en geschreven heb - en ik beken dat, als ik aldus overkom als een schrijver van ‘vreemde’ zaken, dat het is omdat ik als schrijver bewegen wil in het domein van het sacrale dat ook dat van het kosmische is.

    Er gebeurt iets met mij als ik schrijf, iets dat jullie voelen moeten als je me leest. Misschien is het precies of om deze reden dat jullie me blijven lezen of, wat even goed vast te stellen is, dat jullie me niet meer lezen.

    Tot daar toe. Het is om mezelf dat het gaat, het is mijn leven dat ik leid en opvoer in mijn geschriften. Ik heb geen lessen te krijgen van anderen, je leest me of je leest me niet, maar verlang niet dat ik me omvormen ga om meer lezers te verwerven. Ik zou het trouwens niet kunnen na al die jaren dat ik bezig ben met in de lucht te schrijven, een ideologische eenzaat in zijn luchtballon die opstijgt elke morgen.

    Eigenlijk houd ik niet van hem, je mag het weten. Hij dwingt me er te zijn in de allereerste plaats als schrijver van een morgenrelaas dat alle kanten op kan, of moet kunnen, en, ik heb hem te volgen wil ik in leven blijven; wil ik niet wegzakken in het lege van er te zijn zonder er te zijn, verlaten door iedereen en weg in een soort palliatieve toestand zoals thans een goede vriend van mij, waarvan ik hoor dat hij in een dergelijke toestand verkeert - de dokter die hem, een ouderling die hij niet gekend heeft,  opgeeft - in de palliatieve afdeling van het ziekenhuis.

    Hij heeft enkele maanden minder dan ik, En ik schrijf naar hem toe omdat we samen Schotland hebben verkend tot het meest noordelijk dorp op het mainland; Bourgondië hebben doorkruist, er alle Romaanse kerken hebben bezocht van Brancion tot Chapaize tot Druyes-les-Belles-Fontaines; tot het hoogtepunt, la Madeleine in Vézelay; omdat we samen in Yemen zijn geweest en geslapen hebben op een brits in openlucht aan de oevers van de Rode Zee; tot gedineerd met hem en andere vrienden in de Senaat in Parijs, dit dankzij hem. Alle, zonder uitzondering, grote merkwaardige momenten in ons leven.

    Als hij, nu nog levend leven houdt, niet vergaat onder de morfine dan moet hij eraan denken zoals ik er aan denk. Het is, na het sterven, het enige dat we gemeen hebben in morgens zoals deze, hij in zijn palliatieve onzekerheid en hoe vraag ik me af? Ik, hem verliezend als de zoveelste vriend die ging, met mijn woorden erover hem en mijn pijn om hem.

    Alsof ik, ik nog een wereld aan leven had.

    Of, hoe mijn dag zich zal vullen met hem en met de dagen dat we samen waren, wij als broeders voor elkaar? En, komt hij er nog uit, hoe zal hij het stellen, hoor ik hem nog?

     

    05-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onaf.

     

    Ik ben geen verteller, ik heb niets te verhalen, mijn elitair gedoe, mijn handel in woorden, zoals ik het cru noemen durf, druipt de muren af en toch wordt het nog gelezen en begrepen. Maar er komen geen drommen op af, men vraagt me geen handtekening, vraagt niet mijn mening over de toestand in dit land. Ik sta dus niet in het middelpunt van de belangstelling. En ook, wat indien het zo ware, wat indien ik bestormd werd met vragen over wat ik schrijf, hoe zou ik reageren, ooit?

    Eigenlijk, alles op de keper beschouwd, en ik meen het, is het maar goed dat ik ongekend en onbemind blijf, dit is hier mijn plaats, deze die ik verdien, want ik ben geen Eco, geen Coetzee, geen Hertmans of Nooteboom, ik zal het ook nooit worden. Ik ben maar een arme man die zich nog enkel in zijn gedachten, in zijn herinneringen verplaatst - wat heel weinig is - en verder, gelukkig is soms, met wat hij nog te bieden heeft elke dag.

    Nu, gelukkig zijn is veel gezegd als het routine wordt, en dit is het in een zekere zin geworden, een dagelijkse uitdaging, te vertrekken op een bepaalde plaats in de tijd om aan te komen op een andere plaats in een andere tijd. Het is heerlijk om het zo te zien en het zo te beleven als het teken dat ik er nog steeds ben, en het duidelijker weet dat ik er nog ben, als ik schrijven blijf.

    En ik tracht nog altijd variatie te leggen in mijn woorden en gedachten. Ik spit - betracht het toch - telkens in andere aarde en wat tevoorschijn komt kan verrassend zijn. Echter ik moet het bekennen, weinig meer dan verrassend, want ik slaag er niet in, al wat ik als vermeende waarheid geschreven heb, samen te vatten in een blok woorden. Ik wou - verbaast het jullie? - zoals Einstein, de essentie van al wat ik al geschreven heb terugbrengen tot één formule die de wereld zou ingaan als in mij ontstaan en in mij gegroeid.

    De formule zou, vertrekkende van de plaats van waar we komen, handelen over de plaats die we innemen en de plaats waar we aankomen moeten, over de essentie van het ‘Zijn’ én het ‘Worden’.

    Mijn ganse bundel geschriften is een zoektocht geweest en gebleven om hierop een antwoord te vinden. Ettelijke malen heb ik gemeend de correcte formulering te hebben gevonden, maar tot een uiteindelijk vast besluit ben ik nooit gekomen. Het is bij een tasten gebleven, bij de zin van Timotheüs. Maar terwijl Timotheüs het had over de waarheid van wat er was, wil ik het hebben over de betekenis van het ‘Zijn’ dat een ‘Worden’ is, een bewegen naar wat Teilhard noemt, een Omega.

    Ik zie het ronduit als een ontstaan uit de Big Bang - ik zou het durven zien als, zelfs in potentie ervoor - toen al waren we er aanwezig in wording en dit in-wording is nimmer gestopt, heeft de tijd nodig gehad om te komen tot het ‘Zijn’, het punt waar we nu zijn aangekomen.

    Een beweging evenwel die we nimmer verlaten hebben en nimmer verlaten zullen, we blijven wordend, we zijn als mens niet ‘af’, al zijn we wel onderweg. Maar waren we ‘af’ als mens, waren we in het Omega, er zou geen oorlog zijn in Oekraïne.

    Mijn formule is dus dat we er nog altijd zijn als wordende, volledig, tot in het merg, in de greep van de Kosmos. In volle evolutie: in het begin met de zon als centraal punt, daarna met de vraag naar het begin van alles en, van vandaag af, weten dat we met alles verweven zijn, en veel later misschien, dat onze persoonlijkheid versmolten is met deze van het Heelal.

    Maar dit laatste ligt (utopisch) heel ver af.

    04-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Timotheüs.

     

    Leer zo veel je kunt maar de waarheid zal je nimmer kennen’, schreef Timotheüs[1], de gezel of apostel van Paulus, in het begin van onze tijdrekening.

    Ik maak ervan: schrijf oude man, schrijf zo veel als je maar wilt, het is toch in het ijle dat je schrijft, je tijd is voorbij om de waarheid te ontdekken, zelfs te benaderen en, al denk je dat je nog vele dagen hebt, ons verrassen met je woorden zul je niet meer.

    Dit is dan het soort waarheid, waarachter ik me verschuil, en ook mijn onvoorzichtigheid te volharden in mijn pogen dichterbij te komen, alleen al door met deze blogaffaire door te gaan en te blijven doorgaan alsof het de belangrijkste zaak ter wereld was, alsof ik hiermede de wereld redden kon van de ondergang, die de horizon verduistert.

    En vraag ik me af, na al die tijd hoe wordt er neergekeken op mij, is het als iemand die iets te vertellen heeft of als iemand die zich, ongeacht zijn jaren, blijft uitsloven omwille van, niets anders dan enkele lijnen woorden in meer?

    Een lijn, een vlucht van woorden die ik, amper geschreven, al moet vervangen door een andere vlucht van woorden, een vlucht, zoals van de reisduiven die vandaag in Bourges en morgen in Angoulême gelost worden, die een ogenblik het licht verduisteren en daarna verdwijnen in de wolken. Zo gaat het ook met mijn woorden, tenminste zo voel ik het nu duidelijk. En als ik dit plaats na wat ik gisteren schreef, of de dagen ervoor, dan is de kleur ervan verschillend maar de inhoud op elkaar afgestemd.

    Zo, wat wil ik er mee bereiken in feite?

    Wel ik zeg het jullie, open en bloot, zoals het nu gaat - en ik weet het maar ik weet het niet genoeg – mijn ijdelheid strelen en oppoetsen: zeggen, kijk nu eens wat ik kan en hoe ik het volhoud!

    En oprecht, ik voel me, soms als een Nooteboom maar ook soms niet; Soms als een sukkel die naar woorden grabbelt om toch maar verder te kunnen en te eindigen waar hij niet dacht te eindigen, zoals het elke dag gebeurt.

    Daarom ook Timotheüs, die meegesleurd door de woorden van Paulus, die hij half begrijpt - zoals wij Paulus half begrijpen - die de waarheid zoeken blijft en niet dichter komt, hoe hij ook schrijft, hoe hij ook zijn woorden aan elkaar hecht en welke beelden hij er wilt mee te bereiken, hij zoekt een waarheid om te weten dat wat hij hoort en vertelt wel een waarheid heeft.

    Dit is ook mijn geval als ik stellingen verkondig en als waarheid achterlaat. Het is sterker dan mezelf, want ik zie nog altijd niet in, nog altijd niet, wat ik anders nalaten zou in de morgen van welke dag ook.

    Het is, maar jullie zullen het begrepen hebben, een poging telkens, dit dal van tranen even te verlaten, gezegend, lijk een arend zwevend  in het eeuwig blauwe van de luchten.

    Oneindig, even voor een tijd.

     

    [1] Ever learning and never able to come to the knowledge of the truth. (2 Timothy 3, 7,  King James’ Bible).

    03-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sneeuw in april.

     

    Hoe kan ik, 365 dagen lang, elke dag mijn blog beginnen met een nieuwe zin?

    Ik stelde me nooit deze vraag. ik denk dat ik het kan over een lange periode, maar dat het nu en dan wel eens gebeurt dat ik op een vorige terugval, én, dat je het aanvaarden kunt en zo tactvol bent me er niet op te wijzen.

    Laat het ons zo houden, het is mooi zo en het zal wel normaal zijn ook. Wat ik wel weet is dat ik nog nimmer begonnen ben zoals nu, dat dit totaal nieuw is, ook voor mij. Maar dat ik nog niet weet of het iets in meer gaat opbrengen.

    Hoe leef ik nog anders dan lijk een wandelende tak in een boom, kleurloos in zijn omgeving, als ik niet zou kunnen spreken over wat leeft in mij, over wat zich nog roert in mij. En deze roerselen verberg ik niet, maken dat ik blijf schrijven en handelen alsof ik nog al de tijd van de wereld heb. Het gebeurt wel dat ik nu en dan eens ontwaak en weet in welke nauwe schoentjes ik me bevind, maar deze ogenblikken zijn voorbijgaande, hebben een korte impact en lossen zich op.

    Ik heb evenwel de indruk dat er heel wat personen aanwezig zijn in mij en dat ze allen hun zeg willen hebben en ik hen om de beurt aan het woord laat wat dan resulteert in de verscheidenheid van wat ik overlaat.

    Hoe complex de schrijvende mens wel is. Hoe hij aangezogen wordt door het ene en niet door het andere, verward soms door het weinige als door de veelheid aan mogelijkheden en daarenboven kijken blijft, de ogen groot open: gisteren, de stekelbes in bloem, de aalbes, de rabarber opgeschoten, de uitgroei van de haag wild en krachtig. Het hoopgevend deel van mijn wereld, van de dingen die ik opmerk in de dag en zich weerspiegelen in de bedrijvigheid die ik in mij wakker voel terwijl het nu, een etmaal verder,  plots aan het sneeuwen is. Hou je vast, grote vlokken sneeuw die gedreven door de wind naar beneden vallen en blijven liggen op het rode van de nieuwe bladeren van de haag, zich vasthaken op de tulpen en in de bloesems van de appelaar.

    Zo deze morgen, wakker geworden en beginnen schrijven wat me te binnen viel, de luchten gesloten, met vlekken donker en lichter grijs, zoals de gevoelens in mij, een deel dankbaar, een deel verwarrend, een deel te veel en een deel te weinig.

    Het is een dag van het jaar 2022. Het is wat ik deze ochtend* als inleiding op deze dag zal geschreven hebben. Het stille gebeuren van de mens die ik ben, denkend aan de titel van een boek waarmede ik me meer en meer vereenzelvig: ‘De stille man’, van Van Hoogenbemt.

    Als ‘stille man’ zal ik nu gaan ontbijten na bijna vijfhonderd woorden geschreven te hebben. Aldous Huxley schreef er elke morgen duizend vóór het ontbijt. Ik houd het bij de helft ervan, meer ben ik niet.

    *Deze ochtend van 1 april, zijnde mijn blog van 2 april.

    02-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A never ending story.

     

    Ik heb verleerd te lezen zoals ik vroeger las. Mijn geschrijf van elke dag is de veelvraat aan tijd, is een noodzaak, maar is ook, alles samengenomen, de ruiker bloemen van elke dag die ik me aanbied, vroeg ik de morgen.

    Waar ik de woorden ga halen weet ik niet, ik heb sterke twijfels - jullie weten het al lang - over de oorsprong ervan, en niet alleen over de oorsprong maar ook en nog meer over de aard ervan, over de reden waarom ik schrijf als over wat ik schrijf.

    Maar ik loop geen boekenwinkels meer af, ik kom niet meer binnen in ‘De Slegte’ waar ik een trouwe cliënt was, en de recensies van nieuwe boeken lees ik nog zelden en als ik ze lees blijven ze zonder gevolg, zo heb ik nog altijd niet Stanislas Dehaene opgezocht, vooral omdat hij me weghouden zou van het essentiële dat me in de dag bezig houdt.

    Op gebied van lectuur ben ik dus graatmager, want ik sla geen voedsel meer op, mijn laatste was Nooteboom die ondertussen verdween in de schemering van dagen erover.

    Niet dat ik niet presteer, niet dat ik niet bezig ben van morgen tot avond, dat ik niet begaan ben met de woorden en de inhoud van wat ik in de morgen heb voortgebracht; dat ik het niet herlezen zou in de namiddag of naar de avond toe, zodat het me de dag door vervolgen blijft tot het ingelogd staat voor de volgende dag.

    Ik ben als een schaker die voldoende de tijd neemt om een volgende zet te doen, en eens deze gedacht nog eens nagaat of het wel de goede zet is, al rekening houdend met het antwoord erop.

    Of, hoe ingewikkeld ik leef als het op schrijven aankomt. Jullie moeten me al voldoende kennen op dat gebied, ik ben geen vreemde meer, ik ben een vertrouwd iemand geworden die velen onder jullie heel vroeg in de morgen gaan opzoeken alsof het hun ‘matines’ waren die ze nodig wensen om hun dag te beginnen. Zijnde de ogenblikken waarop we elkaar ontmoeten en opgaan in elkaar: mijn gedachten zich mengend met deze van jullie.

    Weet dat ik dit in mijn gedachten heb als ik schrijven ga, wat ook niets nieuws is voor jullie, maar ik houd eraan dit te herhalen, ook als een regel voor mij om naar te leven.

    Het is ook in deze regels dat ik het lezen heb ontleerd. Ik kom er niet meer toe zoals het vroeger wel gebeurde, op te gaan in een boek, het te ‘verslinden’. En dan zeker niet zoals ik het deed in die verre jeugd van mij, toen ik er zelfs toe kwam me te gaan verstoppen, niet alleen op de hooischelf, zelfs tot in het korenveld, het boek bestoven met stuifmeel dat nu nog aan de vergeelde bladen van bepaalde boeken in de onderste rekken van mijn boekenkast kleeft. Zoals er zinnen en personages uit die  boeken –Jules Verne, Karl May, Ernest Claes en vele anderen - als stuifmeel zijn blijven hangen in mijn herinneren, waar ik ze ook regelmatig nog ontmoet als ik even terugzink in de knaap die ik was, zelfs in de persoon die ik werd en wie ik thans ben; evenveel als het ‘stuifmeel’ dat ik opdeed aan gedachten bij schrijvers als  Gilliams en Streuvels, als Solzhenitsyn, als Grossman,  als Daudet, Bernanos, Borges, Vittorini, om toch Dante niet te vergeten, noch T.S. Eliot, noch Mulisch noch honderd anderen maar, er zijn er duizend en meer nog die ik niet las en dit weet ik met grote zekerheid. Dit is mijn zwak punt.

    Ik ben op een bepaald punt in mijn leven, afgedaald in mezelf en ben er verdwaald in een wereld waar ik moeilijk nog van los kom. Ik verwijt het me maar dit verwijt helpt me niet en zal me niet veranderen. Ik zal het moeten blijven stellen met enkele uitzonderingen, een Hertmans, een Nooteboom en verder wat geblader in boeken die ik soms meeneem van boven naar beneden en van beneden naar boven en daarna, ongeopend, terug te plaatsen waar ze horen te staan.

    Tussendoor evenwel, een blog schrijvend, en eens deze geschreven, denkend, terwijl ik begaan ben met andere zaken, met andere teksten, aan wat ik zal schrijven voor  een etmaal later.

    A never ending story.

     

    ,

    01-04-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste dag van de maand

     

    De laatste dag van de maand, zoals er ooit een andere  laatste dag komen zal, deze van het leven, hier en op andere plaatsen; met ‘deze hier’, een hoogtepunt voor jou.

    Het is nog niet zo ver maar hij komt eraan, er wordt afgeteld, het is het enige dat je weet met grote zekerheid, een zekerheid die verdoezeld wordt door wat is van de belofte van elke nieuwe morgen, want de verwachting is dat hij komen zal in een droom van de nacht. Opgenomen en meegevoerd de luchten in naar Orion, het sterrenbeeld dat je lief is al ken je het niet als plaats om er te verblijven, maar de farao’s gingen er heen, wisten ze, en ze wisten heel wat, de reden waarom ze piramiden bouwden, denken we en een sfinx vooraf.

    Je schrijft het over die droom omdat het je nu zo verteld wordt, jijzelf raadde het niet, maar nu het er staat, staat het er heel goed, kun je je fiat geven en afsluiten hoe het laatste van jou verlopen zal, in stilte en in overeenkomst met het nieuwe waar je binnen wordt geloodst, of het zegevierend  zal zijn weet je niet, je kunt het hopen, maar beter niet verwachten, zodat je geen ontgoocheling wacht om de hoek.

    Wat je er ook over denkt, hoe je, je laatste dag ook tegemoet ziet, het is een bevreemdend iets, het afhaken, het loskomen van het leven dat je bezieling was. Bevreemdend de dingen achter te laten die na jou  blijven zullen: het licht dat keert in de morgen, de geluiden van de vogels in de haag, het rumoer van straat en wereld. Ook het middag- en het avondnieuws dat blijven zal, zoals het altijd is geweest, nu ontdaan van jou, dat verder lopen zal dag na dag gelezen. Je het niet meer horen zult, je het niet meer nodig hebt te weten, en al wat is dat blijven zal tot ver na jou, zoals alles gebleven is na mijn broer, toen hij zich heeft laten gaan het laatste uur dat hij uitgekozen had.

    Het is even zwelgen te weten dat alles verder lopen zal, de aarde om de zon, de zon een gloed in de morgen en een gloed in de avond en jij er niet meer bij, jij er niet meer neergezeten met een boek of een pen in de hand, je verspreidend in een landschap van woorden in en over jou, innerlijke klanken oprijzend uit dat gemoed van jou, dat afgebroken wordt, de zeilen los in de windloosheid van dagen en eeuwigheid over jou.

    Wie zul je nog even zijn in de schaduw van wat het leven was van jou voor anderen om je heen, hoe schuchter zul je er nog wandelen blijven tot je verdwenen bent, opgelost in de tijd die van de wereld blijven zal, jij eruit weggenomen tot de nacht erover van vergetelheid.

    Je dringt er niet op aan, je wenst geen beeltenis van jou achter te laten, wat woorden, ja, wat gedachten die er al waren ver voor jou, maar die je hebt opgeraapt waar ze te vinden waren en doorgegeven naar zij die komen zullen, of er al zijn, na jou.

    Wat ik nu geschreven heb schrijf je maar eenmaal. Het is iets unieks, een momentum. Maar, niet dat ik er mee slapen ga.

    31-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Ceder.

     

    De Libanese ceder die vroeger in de tuin stond is weggehaald, hij was te hoog gegroeid en betekende een gevaar voor het huis van de gebuur. Ik mis hem, ik mis hem zoals ik nog altijd een vriend mis die me meevoerde met hem.

    Ik weet hoe de ceder er stond in de lente, fier en blij, in kleuren uitgebalanceerd, nu, al zijn takken uitlopend in lichtende, geelgroene takuiteinden. Ik groette hem elke morgen als ik het raam opende. Veel zegde ik niet, mijn blik was voldoende en hij wist dat ik er was, dat we er samen waren. Ik meende te zien - of wilde zien - dat hij zelfs even bewoog in zijn takken, en ik dacht onvermijdelijk – een mens wordt opgesmukt met herinneringen – aan de verre, prachtig levende ceder in de hoek van de binnentuin van de abdij van Moissac, alsof beide bomen, zuster bomen waren, komende uit het zelfde zaad en hetzelfde licht. Deze van Moissac treurend nu, zoals ik als gevoelig man erom treur, hem nog altijd zie in gedachten, terwijl er nu een open ruimte is die reikt tot op de Oudenberg waar elke morgen de zon opstaat: een ander gesprek dat ik houd nu, met de oneindigheid.

    Verbeelding die ik opzoek als ik schrijven ga en ik bewogen wordt door de complexe wereld waarin we leven, want wat weten we over de vele mysterieuze golfbewegingen van welke aard ook die zich, dwars doorheen ons lichaam, dwars doorheen alle muren - en dit weten we met zekerheid - manifesteren en, in aanraking komen met de golfbewegingen - welke weten we evenmin - van ons lichaam, en meer nog met deze van onze gedachtewereld.

    En waarom precies, vraag je me, die ene bepaalde ceder, in Moissac, waar je nooit meer komen zult, je weet zelfs niet of hij er nog staat?

    Omdat, zeg ik dan, het de enige was en is, die me iets vertelde over de tijd dat er nog Gregoriaanse gezangen omheen hem geweven werden op vroege ochtenden, vóór het eerst licht, of op late avonden als de schemer nog even draalde vóór de duistere nacht begon.

    Hij dus een boom, een ceder was, verschillend van alle andere ceders, geïmpregneerd door deze gezangen, in een zekere zin erdoor geheiligd. En ik hem aldus bewaard heb als een relikwie, een aanhangsel van het goddelijke in de natuur.

    De ceder daar tussen de muren, in zijn eenzaamheid van ceder; en toen we er waren, op de grond onder hem, de cederappels met zaad geladen, wachtende op de vreemde man die deze meenemen zou naar andere oorden, waar een nieuwe ceder groeien zou, ontheemd weliswaar. De man had het beter niet gedaan.

    De ceder van de abdij van Moissac is ook van de zoveelste vriend die ging. Hij zat er even neer op een plooistoeltje en aquarelleerde hem in enkele lijnen en enkele vlakken kleur met een gleufje wit er tussen, met een stuk muur erbij en enkele kolonnes met kapitelen en, maar dat zag je niet, ze waren erin verscholen, de gezangen die, terwijl hij werkte, tot hem kwamen van uit de kloostermuren. Terwijl ik toekeek, terwijl ik in gedachten werkte aan een haiku, de zoveelste die ik poogde er over te schrijven.

    Ook nu nog, is een haiku niet ver af:

    De ceder was er
    nadien, in kleur getekend
    op een Schoeller blad.

    Als je, mijn vriend-lezer, er ooit komen zou, ga en groet de ceder, zeg hem dat een man op hoge leeftijd, vergaan van heimwee, over hem een haiku geschreven heeft, een morgen in de lente.

    30-03-2022, 01:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vijver die rust is
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

     

    Elke morgen resumeer ik, in een eerste zin, het vervolg op mijn leven. Al heeft het er schijnbaar weinig van, het is terwijl ik schrijf, zo voel ik het aan, ‘toda mi vida’ dat aan het woord komt bij het opstaan. Ik ben dan tegelijk  op vele wegen en op vele plaatsen; ik ben dan van hier en van ginds, van landschappen en van ingetogen zijn; ik ben dan, zoals altijd, met woorden gevuld, woorden die zeggen wat er te verhalen valt over mezelf en over de wereld en daarenboven, ikzelf ontvankelijk voor toestanden die er zijn en er beter niet waren.

    De weergalm van dat alles blijft komen en keren in golfbewegingen en straalt uit op de plaats waar ik ben. Zo gebeurt het dat, in de late namiddag, de vijver waar we zitten, stilte en bewegen is, zoals wij, rust en roerselen van hart en geest, en ook, inzicht en toevlucht er te vertoeven.

    en een stukje eeuwigheid te zijn, in ons neergekomen, omdat het goed is er te zijn onder vrienden, er neer te zitten, te denken aan en te spreken over kleine dingen die voorbij gaan en andere, die te zwaar zijn, te verzwijgen, omdat er geen plaats voor is, geen oordeel over te vellen is.

    En wat meer is, wat het sacrale benadert, er rond te lopen met open blik, innerlijk vertederd, de grassen te zien groeien en de bloemen die al opgekomen zijn op het punt zich te openen en bloeiend al, de witte dovennetel, boterbloem, en iris en begin van eendenkroos, duizendblad en koekoeksbloem en andere waarvan ik de naam vergeten ben, omwille van mijn jeugd die zo ver af al ligt - hoewel eigenlijk nog dichtbij - om het hart ervan terug te roepen toen ik in de wijde wereld waar ik woonde, in de weide liep achter de vlinders aan, nameloos kind en niets meer, verrukt om het vele.

    Maar we zijn hier wel, in peis en vrede vandaag. En ook hebben we gezien wat is van het licht naar de avond toe,  als de wind gaat liggen en het water zich effent tot een spiegel, met nog in de hoeken bloesemblaadjes, zoals het altijd moet geweest zijn, in de jaren ervoor, en de luchten soms regen waren die de aarde daar zo nodig heeft om uit te lopen in een tapijt van groen tot geelgroen in de bomen en tot in het diepste van wij die er zijn.

    Wij die luisteren. Het ruisen van de luchten stil gevallen  en kijken hoe het licht wordt opgeslorpt, wordt uitgedund en weg geveegd, donkerte die komt en gaan zal om als licht terug te keren.

    Zo is het ook dat nu de vijver inwerkt op wat ik schrijf, dat ik dit ogenblik niet zou zijn wat of wie ik ben, ware er de vijver niet, waren er de vrienden niet, jong nog en krachtig en vol beloften en ik hun woorden, hun tekens en houding overnemend en gemengd met die van mij. Menend hun ouderdom te houden, hun gelijke te zijn in jaren, ogenblikken, bij een glas wijn uitgelaten.

    De vijver zal er zijn tot ver na ons, onaangeroerd, gestold in de tijd en, denken we, iets blijft erover van wie we zijn en waren, al was het maar een tak gebogen, een korrel zaad er achtergelaten, veel hoeft het niet.

    Maar hoe het morgen zal zijn weten we nu nog niet: de avond lijk een tulp gesloten.

    29-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven en het lot ons beschoren.

     

    Wat ik gisteren achterliet was pure waanzin, waren de gedachten van een zeer oud man die aan het zweven was, die veel, veel verder dan halverwege, bijna op het einde van de weg, gekomen, en een droom van hem meende te moeten uitschrijven, een angstdroom maar niets meer dan een droom in deze holle tijden, hol omdat ze uitgehold worden en ook omdat ik niet weet hoe ze gaan eindigen en, of ze nog gaan eindigen.

    Ook omdat ze mijn gedachten, als die er nog zouden zijn, overhoop halen en me blijven beroeren van morgen tot avond, tot nacht. In dit smalle licht in de duisternis, wie ben ik nog, welke waarden verdedig ik nog, waarvoor sta ik nog in de bres? Ik heb me nooit in mijn leven zo lamlendig gevoeld als nu, moedeloos, sprakeloos, zonder zin in iets, vooral dan zin om verder te gaan met dit schrijven hier, ware het niet voor jullie; voor mijzelf hoeft het niet meer. Ik ben de leegheid zelve.

    Hoe verhaal ik me in de wereld van nu; wie was ik die ik gisteren was en wie ben ik nu? Weinig meer dan een mengeling van negatieve dingen die over mij blijven hangen, die ik niet schikken kan naar de mindere toe om enkel deze, de minder negatieve, over te houden.

    Toch, toch is het van de resurrectie, van de opstanding dat ik de smaak kennen wil vooraleer hier af te sluiten, is waar ik naar toe schrijven wil om geen ontgoocheling te zijn. Ik heb voorlopig alleen het beeld van mijn zwaktes getoond, niet dat van mijn sterktes die onderhuids gebleven zijn, half versmacht maar wachtende op een moment van genade.

    Tot hier dus waar ik deze morgen, in de meer dan vroegte gekomen ben. Maar dan ook niet verder. Zoals ik corona achter mij heb gelaten wil ik ook het geval Poetin, dan toch in de mate van het hoogst mogelijke, achter mij laten.

    Heb dan in gedachten, geloof me, deze morgenschemeringen opgehangen aan een draad in het volle licht, de letters ervan zijn een na een losgekomen en weggewaaid met de wind. Enkel, hoe weet ik niet, de klank van het onuitgesprokene is nog gebleven, voor een tijd.

    Ik weet nu dat ik, waar ik ook sta, in welk gemoed ik ook verkeer, de wolken hoogst nodig heb, de nachten en de maan en de planeten en de sterrenstelsels, alle toekijkend  tot het bevruchtende eruit tot mij komt en mijn bezieling wordt.

    Een gebeuren dat me niet ontglippen mag. Ik omhels het, en ik vergrijp me eraan, keer op keer. Dit is wat mijn leven is, het overige zijn maar flarden van ongemakken die me bereiken en me benevelen met een onevenwichtigheid die me doet wankelen.

    Ademend en, de tijd geklemd houdend van het zaad dat kiemt, van de bloem die zich opent, van de vrucht die rijpt en de vrucht die valt.

    Het bewegen van het bewegingloze, of het ongeziene omgezet, om te begrijpen wat is van de dingen; het niet aanraken ervan omdat het niet aan te raken is dan alleen met wat inhoudelijk ingehouden woordenleemtes.

    Houden en niet houden, aftasten en niet aanraken, bespieden wat niet bespied kan worden, al weet je dat het er is, zijn machteloosheid verscholen in zijn woorden. En te mijmeren over wat er was en over wat er niet was en wat er nog aan toegevoegd kan worden, in nieuwe woorden en in andere tekens. Al wat van het leven is, al wat van de natuur is in ons, nu meer dan ooit in stilte en ruimte, overweldigt met geuren en kleurklanken die zijn én van het leven én, van de dood die niet wijkt en nimmer wijken zal.

    Impressies die van de wereld zijn om aan te tonen wat er te vinden is als je het woord even oplicht om te zien wat er onder ligt, de dronken dromen van onze aanwezigheid hier op aarde, die zich nimmer sluiten zullen.

    28-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De arme ouderling die ik ben.

     

    Als Zelenski zijn wil krijgt en er in alle steden - beginnen we met deze van het Westen - op donderdag 31 maart een betoging op gang komt, dan zou het er een moeten zijn gebaseerd op Westerse maatstaven, liefst hoogstaande, daarom, met enkel als klankborden de namen van grote Russische componisten,  schrijvers, geleerden of andere namen met betekenis.

    Het is een idee van deze nacht. Ik stelde me, meer dan eens de vraag, hoe een optocht in stilte - of eventueel onderlijnd door de muziek van een Russische componist - door de starten van de hoofdsteden, overkomen zou, welk effect zou dit hebben indien enkel gezwaaid zou worden met de namen erop van Strawinski, Rachmaninov, Shostakovich, Poesjkin, Tolstoj, Pasternak, Sholokhov en noem maar op, er zijn er genoeg, samen met één grote slogan in het Russisch: Niet Poetin, wel … gevolgd door een resem namen die de kern uit maken van de ziel en de geest van het Russische volk.

    Het zou het beeld zijn van de oorlog van het Westen tegen Poetin, het beeld van de rede tegen de kanonnen en de destructie van Poetin. De enige die we voeren kunnen deze van de geest, de geest die overwinnen kan.

    Waarom vermeldt Charles-Michel dit nooit, waarom spreekt Biden dit nooit uit, denken ze er niet aan zich te richten tot het Russische volk opdat doordringen zou tot hen dat we niet hun ondergang willen, zoals hun machthebbers beweren, maar dat ze deel uitmaken en blijven uitmaken van onze cultuur en we dit zo houden willen?

    Hoe kan ik deze boodschap verspreiden opdat ervan enig effect zou te zien zijn in de optochten - als deze zouden plaatsvinden - en opdat ze, hoe ook, hun weerklank zouden krijgen in Rusland zelf, maar dan niet als ‘faked propaganda’ maar als een sterk teken van de ingesteldheid van het Westen tegenover het Russische volk?

    Ik vraag het jullie: hoe dring ik door tot mensen zoals Alexander De Croo, zoals tot om het even wie met de nodige zeggingskracht hier  in het Westen.

    Hoe zeg het me. Opdat we oorlog kunnen voeren op onze wijze.

     

    27-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief aan mijn achterkleinkinderen.

     

    Het is mijn echtgenote die me er op wees dat ik enkel ‘zotte’ dingen schrijf die weinigen begrijpen/lezen, maar dat het tijd werd dat ik eens iets schreef voor mijn achterkleinkinderen die ik niet zal zien opgroeien zoals ik het wel willen zou.

    Wat ik gisteren schreef zijn maar schemergedachten, zijn maar mogelijkheden die mettertijd een verdere, ruimere uitstrijk zullen krijgen. Twintig, dertig, vijftig jaren verder zullen we de realiteit van wat ons lichaam is duidelijker onder ogen hebben. We zullen het gaan zien als een sterrenstelsel in het klein, een wolk van minieme deeltjes, innig met elkaar verbonden en even innig inwerkend op elkaar, een wolk gelijk, zonder duidelijke omlijning/grenzen. In een dergelijk beeld kunnen de  ‘energievelden’ waar ik met goochel, aanvaardbaarder opgenomen worden.

    Ik meen dus er te mogen op vooruitlopen en te schrijven wat ik schreef, nogmaals, hoe onwaarschijnlijk dit ook moge zijn. Vele zaken zijn onwaarschijnlijk als men zijn gedachten onbeperkt en onkritisch volgen blijft, als men laat gaan wat op jou afkomt, ongeacht wat het is en hoe het overkomen kan. Je maakt altijd gebruik van de vrijheid die je gelaten wordt als schrijver, er wel de nadruk op leggend dat het gedachten zijn van het ogenblik  en op andere ogenblikken gewijzigd kunnen worden, dat je de waarheid niet in spé hebt.

    Wat ik hen, mijn achterkleinkinderen, hiermede heb willen duidelijk maken is het feit, dat mijn wereld van kennis maar een deel -deeltje misschien - zal zijn van de wereld die zij zullen kennen in normale omstandigheden. Alleen weet ik niet, gezien de toestand waarin deze zich thans bevinden of deze omstandigheden normaal blijven zullen. Ik sluit mijn ogen en mijn verstand als ik dit schrijf, maar er lopen hier gekken rond, niet zoals ik, die spelen met gedachten maar anderen die spelen met de meest barbaarse wapens. Dit wijst ook op de wereld waarin ik schrijf, de angst om wat er te gebeuren staat, indien.

    Ja, indien om het even wat, alles kan aangegrepen worden als een dreiging in deze dagen. Het ergste is dat ik het ergste vrees.

    Ik schrijf dus met enerzijds de gedachten gelogeerd in wat van de Kosmos is en enkel van hem, en de gedachten uitkijkend naar wat van de mens is, een bepaald individu die is opgestaan onder ons.

    Alles is dus wankelbaar, onvoorzienbaar de toekomst die op ons afkomt en ons meeslepen zal in welke richting dit ook moge zijn. Mijn leven is er een van vrede geweest in het Westen, enkele minieme jeugdjaren uitgezonderd voor mij. Mijn vrees is groot dat je jeugd er ook door getekend gaat worden.

    Eerder doffe vooruitzichten voor een overgrootvader die aan zijn volgelingen denkt. En dit voor weinige keren dat ik openlijk en vrij aan jullie denk. Vergeef het me als ik het te onachtzaam zou geschreven hebben.

    26-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Energievelden.

     

    Er hebben altijd heel wat boeken op mij liggen wachten.  Nu ook van Stanislas Dehaene, zijn ‘Face à face avec son cerveau’, dat ik aarzel om te kopen omdat er, dagelijks, ook nog heel wat te schrijven én te herzien valt. Echter, het lezen biedt me nieuwe inzichten, leert me hoe anderen er in slagen hun schrijversproblemen op te vangen, maar ik zou nu vier uren per dag moeten werken om te doen wat ik gepland heb, en bij ondervinding weet ik dat vier uren intens bezig zijn gedurende een etmaal zeer uitputtend is voor mij. Ik heb dus weinig keuze. 

    Het feit hier is dat Stanislas Dehaene me zeer intrigeert omwille van een bepaalde reden, en ik hem toch opzoeken wil om zijn antwoord te kennen op een blijvende vraag van mij: waar zijn onze herinneringen opgeslagen, in of buiten onze hersenen?

    Ik vind dat het goed is dit te weten, omdat ik stelselmatig heb verklaard dat onze herinneringen in een wolk omheen ons lichaam drijven en ze ons, van tijd tot tijd, als ze het passend vinden, benaderen, zoals dit gisteren bij mij het geval was. Waarom het precies deze waren weet ik niet, maar ze waren er zo sterk dat ik, als gedwongen, ze genomen heb.

    Iemand zoals ik die elke morgen vertrekt met heel weinig bagage heeft er nood aan die ingevingen - want dit zijn ze - te volgen en  mee te nemen op zijn tocht.

    Ik sta dus voor mijn publiek op de planken, telkens aangekleed met wat ik in mijn leven heb gelezen, ontdaan van al wat ik niet gelezen heb en dit is ontmoedigend veel. Aldus ben ik aangewezen op de ideeën die in mij zijn ontstaan, ideeën zoals deze die ik hier verkondig ontstaan uit wat de Kosmos en bijna uitsluitend deze, me leerde.

    Heb ik het bij het rechte eind, of neem ik hiermede een te hoge vlucht of nog, zijn het maar wat zinsbegoochelingen, wie zegt het me, Stanislas Dehaene?

    Er is weinig, maar toch een kleine, en wellicht enige kans, dat mijn achterkleinkinderen deze woorden hier van mij, ooit lezen zullen, twintig jaar of meer, verder. Ze zullen geconfronteerd worden met ideeën die ontstonden ver voor hun tijd, in een periode dat de opgang in kennis met exponentiële snelheid vooruit schoof.  Wellicht zullen ze meer dan wij ingesteld zijn op het feit dat alleen het meest onwaarschijnlijke in de natuur waar kan zijn. Ik zie dus dat ze me volgen zullen en een beeld hebben waar hun overgrootvader mee bezig was. Een van ‘God’ verweesd man achtergelaten in de catacomben van het leven.

    Want het is een wereld in ‘vreemde’ wording die ik zal achterlaten, die ik, als de tijd me nog enkele seizoenen gunt, ondergaan zal, om daarna  met nog wat resten van resten over te blijven, een naam in een register als die zou overgebleven zijn.

    Maar je weet maar nooit. Wat ik deze morgen in de lente van 2022 hen zeggen wil is, - en ik denk stevig aan hen als ik dit schrijf - dat alles wat ik ben en was beschreven ligt, niet in mijn hoofd of hersenen, want dan kan het sterven, maar in de energievelden omheen mij, velden die me niet verlaten zullen.

    En dat, wat ik vandaag neerschrijf uit dit energieveld is opgerezen, louter voor hen.

     

    25-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs