Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    28-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn nada's

     

    Het gebeurt dat je mensen ontmoet met wie je spreken kunt over onderwerpen die het gewone van de dagen ruim overstijgen. Je geest komt los en opent de geest van de anderen, de geest van zij die denken zoals jij. Maar, en dit is het verschil met jou, zij kennen niet allen, de nood om hierover te schrijven.

    Wat zou de waarde zijn van een boek dat een dergelijk draagvlak kent en dat in feite, gezien je ook de gedachten en de redenering van de anderen moet schrijven, neerkomt op een alleenspraak met jezelf, zoals Dante de woorden optekende van Vergilius - hij noemt hem: tu duca, tu signore, tu maestro[1] én van de zielen met wie hij sprak en dan nog wel, al wat hij bedacht in strak gemeten verzen in 100 canti opgesteld.

    Ik durf zeker niet beweren dat ik de kunst van Dante ook maar in de verste verte benader, maar het kan dat hun reacties heel diep gaan, rijker zijn dan die van mij, en een springplank zijn naar nieuwe gedachten die oprijzen en opgetekend worden. Zij zijn de stille denkers, jij bent ‘der Einsame im Herbst[2], de eenzame, in zijn cel, bezeten door het schrijven. Hoe komt het, stel ik me dan de vraag, dat voor mij het schrijven een levensnoodzaak is geworden, een soort ziekte die me afzondert van de niet-schrijver en ik  me daarenboven nog vermeid in de dingen die ik schrijf.

    En ik niet alleen, lezers nemen mijn woorden over - zoals het gebeurde een paar dagen terug - en brengen die binnen in hun geschriften, zodat er, wat de ideeën betreft er een osmose plaats vindt van zijn woorden met die van mij, het hoogste dat ik verhopen kan. Ik heb dan duidelijk niet voor niets geschreven, mijn woorden werden gesmaakt en opgehangen als een schilderij in de kamer van de lezer, waar ze hun definitieve vorm krijgen en ook hun rol te vervullen hebben in een andere omgeving.

    Zo niet zijn de woorden die ik neerzet geen lang leven beschoren. Ze blijven treuzelen in een zeer beperkte kring, ze worden niet uitgedragen al was het maar binnen het Nederlandse taalgebied, Het deert me echter schijnbaar niet, want ik blijf schrijven, zoals vandaag, al weet ik niet altijd waar ik ga uitkomen.

    Zeggen dat ik destijds Saramago nodig had om deze dagelijkse blogs te schrijven. Hij was mijn voorbeeld, want vóór hem had ik nog niet gehoord van de mogelijkheid ervan. Het verschil toen was dat hij wist dat zijn blogs – hij schreef ook niet elke dag - zouden gepubliceerd worden. Wat hij echter niet wist is dat hij me met zijn ‘nada’s’ van toen, zoals hij ze noemde, zou inspireren  om hem met mijn ‘nada’s’ na te volgen.

     

    [1] Inferno: Canto secondo (139-142) : ‘Or va, ché un sol volere é d’ambedue : / tu duca, tu signore, tu maestro / cosi gli dissi , e poi che mosso fue, / entrai per lo cammino alto e silvestro.

    [2] Gustave Mahler, ‘Das Lied von der Erde’

    .

    28-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op het raakvlak van het metafysische.

     

    We volgen even nog, omdat we het ervaren als een soort uitdaging, George Steiner in zijn ‘Errata[1] als hij schrijft:  Comment le Tout Autre peut-il agir sur nous à fortiori nous donner quelque signe de son existence, absolument inaccessible?

    Alsof het aan ‘le Tout Autre’ is om zijn bestaan te bewijzen, ‘de nous donner quelque signe de son existence’, als het aan ons is om Hem te vinden en uit te zoeken wie Hij is en wat Hij verlangt van ons. Want, noch de catastrofen ten tijde van de Exodus, noch de stilstaande zon en maan van Joshua, noch het gebeuren met de schaduwklok van koning Achaz, zijn bewijzen voor ons, evenmin voor Steiner, maar worden door zijn volk nog immer als tekenen van zijn aanwezig zijn gezien.

    Wij echter zijn ervan overtuigd, zijn ervan doordrongen, dat Zijn onvoorstelbaar, ongelooflijk goed geordend Universum - wij, lichaam en geest inbegrepen - alles heeft om als een sluitend bewijs van zijn bestaan te fungeren. Evenwel als we spreken over een ‘Hem’, dan hebben we geen persoon op het oog, zeker niet, wel een aanwezigheid.

    Trouwens welk meer overtuigend bewijs dat uitgaat van ‘Le Tout Autre’ zouden wij op heden in staat zijn te lezen, te zien én te aanvaarden als een nog duidelijker teken van Zijn (of Haar) bestaan, dan het Universum zelf?

    En ook wie beelden we ons wel in dat we zijn, nu we amper de mensaap zijn ontgroeid, opdat we nu al bij machte zouden zijn de vraag te stellen en het antwoord hierop te kennen? Beckett’s ‘En attendant Godot’ - waarmee hij het einde van de oorlog bedoelde - klinkt hier omgekeerd voor ons, het is: ‘het Gans Andere wachtende op ons’. Wat voor mij betekent, zo ver het enigszins nog kan, door te gaan, zelfs al weet ik, niet alleen omdat de tijd die me rest heel kort kan zijn, maar ook omdat ik het gevoel heb, op het einde van mijn zoektocht te zijn aangekomen. Mijn hoop is dus deze van Hokusaï dat elke dag, elke maand, elk jaar in meer een verdieping van het ‘zijn’ in mijn geschriften betekenen mag.

    Mijn God, wat een eerzuchtig man ik geworden ben: denken dat er vóór de Big Bang, een zijn, een wil, een kracht aanwezig was, én zeggen dat dit zijn, of wat ook dat het was, zichzelf wou zien in de mens, en dat dit de reden was voor die fameuze Big Bang die een Universum baren zou opdat de mens , de denkende, dromende mens erin zou rondlopen, om zich een beeld te vormen van wat het Universum - zijnde het beeld van het ‘zijn’ van vóór de Big Bang - is en, hierin de grootheid ontwaren van wat het ‘zijn’ is.

     Dit is dan toch in a nutshell, het mysterie dat omheen het tot ontstaan komen van de Big Bang hangt en zeggen dat ik dit schrijf in de dagen dat de wereld kreunt onder de Covid 19 pandemie.

    Wees gerustgesteld, mijn vriend, ik ben me er van bewust, maar er zijn ogenblikken als ik schrijf dat mijn hoogdravendheid geen grenzen kent, het maakt allemaal deel uit van het poëtische in het leven, van het weten dat we niets weten dan toch niet met absolute zekerheid.

    Wat ons geluk is.

     

    [1] George Steiner: ‘Errata’, (an examined life) Gallimard , 1998

    27-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Hunker naar.

     

    Ik blijf nog even op mijn domein aan gedachten toegespitst op de reden waarom ik schrijf, over wat ik schrijf, met vandaag in mij het antwoord van Ilya Prigogine op de vraag over ‘het begin van alle beginnen’:

    Pour moi, la transition entre le pré-univers et l’univers, est avant tout un problème de passage du vide, qui contient déjà des particules en puissance à des particules réelles[1]’.

    Het is op die fameuze ‘zevende dag’ dat deze Big Bang passage plaats vond en, althans volgens Prigogine, het in wezen reeds bestaande, bestaande werd en, wat oneindig meer is, nog steeds als ‘het bestaande’ wordende is. Die fameuze ‘zevende dag’ loopt nog altijd.

    In zijn ‘La Langue Hébraïque restituée’ uit de XIXde eeuw, vertaalt Fabre d’Olivet[2] het allereerste woord van de Bijbel, ‘Bereshit’, door ‘en puissance d’être’, en dus niet zoals er staat in de Bijbel door ‘in den beginne’. Hij bekrachtigt hiermede de visie van Prigogine.

    Ik blijf dit maar herhalen omdat het een prachtige gedachte is om een dag te beginnen, een gedachte die een basis is voor al wat er geschreven wordt; van waaruit alles vertrekken moet of, anders geformuleerd: het Universum is er altijd geweest, het was er in potentie en is er thans, in realiteit. Heeft Hawking dat ooit geschreven? Hij moet er zeker aan gedacht hebben, maar hij heeft het, bij mijn weten, nooit zo openlijk gezegd als Prigogine: ‘ minuscule deeltjes, in potentie aanwezig, die materie zijn geworden; materie die kosmos is geworden, en uit deze immensiteit aan Kosmos is de mens opgestaan en simultaan de geest in de mens, in potentie aanwezig in het eerste woord van de Bijbel, ‘bereshit’.

    Zo bestaat het dat in onze geest onvermijdelijk, de nagalm van dit ‘bestaan in potentie’, als een hunker is blijven hangen. Max Horkheimer noemde dit: ‘die Sehnsucht nach dem ganz Anderen’. Of, als een even grote hunker in die fenomenale zin van Sint Augustinus: ‘Indien je me niet gevonden had je zou me niet hebben gezocht.’

    De echo van wat ‘bereshit’ is blijft nazinderen in ons, de denkende mens, deze van Rodin, zoals ik onlangs zegde. In feite als ik het naga, wat ik elke dag schrijf is een lang doorlopend verhaal over het ‘zijn’ als mens op deze aarde met een blik op zijn herkomst en op de reden van zijn bestaan en dit in staccato op elkaar volgend.

    Ware er die echo, die hunker niet geweest de mens zou nimmer hebben gezocht om te vinden, of nog, hij zou nimmer Stonehenge hebben gebouwd, noch Avebury, hij zou nimmer tweeënnegentig menhirs hebben opgericht in de Almendres, geen tempels hebben gebouwd, geen moskeeën, noch romaanse kerken, noch gotische kathedralen; er zou nimmer een Divina Commedia geschreven zijn en George Steiner zou niet zijn hoofdstuk XI van zijn ‘Errata’ geschreven hebben, en ik ga verder, ik zou nimmer geschreven hebben zoals ik schrijf; Zelfs, ik zou nimmer een jota op papier hebben gezet er zou immers geen enkele reden geweest zijn om het te doen.

    De mens is die hunker, deze van het Universum

     

    [1] Ilya Prigogine: ‘De l’être au devenir’. Edition Alice, Liége, 1998.

    [2] Fabre d’Olivet: ‘La Langue Hébraïque restituée’, Collection Delphica. EditionsL’Age d’Homme, fac similé du manuscrit de 1828

    26-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In volle ernst.

     

    Das ganz Andere kan bekeken worden van uit een andere hoek, niet als het Zijnde maar als een Iets dat IS. Vanaf een bepaalde leeftijd ben ik beginnen denken aan een wereldbeeld dat alles omhelzen zou. Ik houd het nu bij het Cosmotheandric principle van Raymundo Panikkar[1] – de drie-eenheid: Kosmos, God en Mens - en het is van uit deze ingesteldheid en (zoveel mogelijk) binnen de lijnen ervan dat ik schrijf over het Onzichtbare dat de geest is.

    Mijn landschap wordt aldus dooraderd door dit paradigma. Waar ik vandaag ben aangekomen, heerst er een zeer sober weten, dat deze drie elementen: mens, verbonden met de Kosmos en als dusdanig, verbonden met de geest in de Kosmos me eigen zijn - mijn interpretatie van het Principle. Dit is voor mij de diepste en de verste realiteit die ik meedraag, waaraan ik niet ontkom. Ik kan niet zeggen dat ik niet een stukje Kosmos ben, ik kan niet zeggen dat ik niet een deeltje geest van de Kosmos ben. Ik kan enkel zijn wie ik ben en er naar handelen in eer en geweten.

    Alles op de keper beschouwd heeft deze idee weinig of geen invloed op mijn dagelijkse handelingen en gedachten, ze is onderliggend, ze is er in afwachting op wat ooit gebeuren zal als ik het aardse leven verlaat en ze haar uitwerking zal hebben op wat gebeuren zal met die geest van mij die als element van de geest in de Kosmos onsterfelijk is, eeuwig is. Dit is de grote zekerheid die het Cosmotheandric principle voor mij betekent.

    De verlossende troost die we hebben al weten we niet wat een voortbestaan als geest betekenen kan. We gissen maar, een gissing die vele kanten uit kan, maar toch een belofte inhoudt. MIsschien een reïncarnatie in een kind bij zijn conceptie/bij zijn geboorte of, terug opgenomen in de massa geest omheen de aarde, misschien als een entiteit van geest die mijn stempel draagt?

    Ik krijg van omheen mij - is het van Robert die onlangs het stoffelijke verliet, is het van Hubert die me nog altijd bezoekt, is het van Guy  die onlangs langs kwam met zijn inktzwam - een soort schouderklopje dat me zegt, bezig te zijn in de goede richting te denken. Is het zo, is het zo niet, het gevoel is er toch, zo opgedoken opdat ik het neerschrijven zou. Opdat ik weten zou dat onze geest verder leeft op een of andere wijze waar we ons hier geen zorgen hoeven over te maken.

    Ik weet, mijn vriend, dat deze woorden, zwevende woorden zijn, dat ze in de wereld van het zichtbare geen houvast hebben, wel in de wereld achter de dingen, een wereld die er is maar in een totaal andere vorm, een totaal andere geladenheid waar we bij leven geen vat op hebben. Maar het zijn gedachten die me bezoeken en me bekoren nu ik de oever van de stroom die ik oversteken moet aan het naderen ben.

    Ze zijn eigen aan mij, niemand hoeft ze over te nemen, ik draag ze met mij mee op deze gezegende morgen van 25 november. Een dag die schijnbaar althans niet begint zoals de vorige dagen, maar als een dag die me schrijven liet wat ik schreef en dat ik hier achterlaat als een (hoogte)punt dat ik bereikte.

    Niet lichtzinnig maar in volle ernst.

     

    [1] R. Panikkar: The cosmotheandric principle :  Fritjof Capra and Steindl-Rast with Thoma Matus:  ‘Belonging to the Universe’,   Penguin Books 1992

    25-11-2020, 05:56 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussenpersoon.

     

    Ik moet niet lezen wat Rudolf Otto bedoelt met ‘das ganz Andere’, ik houd er mijn eigen, ruime mening op na, als iets dat er is, dat er altijd geweest is - van vóór de Big Bang zelfs - en er altijd zijn zal, iets dat elke rede overstijgt, onberekenbaar is en onovertrefbaar. En wat mij betreft, het is er bijna altijd als ik neer ga zitten om te schrijven en vooral als ik niet weet wàt te schrijven om verder te kunnen.

    Het is dus niet iets dat altijd in mijn gedachten aanwezig is, iets waar ik voortdurend zou mee bezig zijn. Neen, en verre van. Ik leef zoals elke doorsnee mens hier leeft, begaan met de dingen om hem heen. Maar dit zijn gewone zaken en je bent weinig ingesteld om hierover te schrijven omdat het te laag bij de grond is en je gewoon bent het schrijven te zien als iets verheven, iets kosmisch, iets zoals Eco het zag en die kon het weten.

    Schrijven, schilderen, beeldhouwen, componeren, het uittekenen van om het even welke plannen, elk werk van de geest, betekent altijd dat we een ander landschap betreden waar andere regels gelden, regels die onveranderlijk vastliggen, die ons ingegeven werden, misschien zelfs bij de conceptie. Het is het landschap van ‘das ganz Andere’, namelijk dit van het Zijnde, dit van de stroom van energie die alles in beweging houdt, ook de geest in ons.

    Het is in deze stroom dat ik me dompel om verder te gaan, steeds maar verder dan ik ooit geweest ben. Dit is de essentie van alles. Het is om deze reden dat ik schrijf, een andere is er niet en het is gegrepen door de stroom dat ik leef eens ik schrijvend ben en de gedachten in mij tracht te volgen.

    Zo ben ik deze morgen opgestaan omdat ik ademen wou al schrijvend, ademend op de flank van de berg die ik elke dag te beklimmen heb, in de luwte van alle gebeuren, geborgen in mijn schelp, waar ik zoals Shakespeare, een koninkrijk bezit. De ogen gesloten, maar de geest wijd open, luisterend.

    Of het zin heeft daar zoveel mogelijk te vertoeven en elke dag uit te bazuinen dat ik me daar bevind, stel ik soms in vraag. Ik denk evenwel dat het wenselijker is mijn gedachten uit te schrijven dan ze te laten wegdrijven als lucht. En ook, eens ze geschreven staan, het beter is ze door te geven zoals ze er staan, omdat je denkt dat ze het verdienen.

    Maar het is geen verdienste van jezelf, jij bent maar de tussenpersoon die het mogelijk maakt de gedachten die je ontvangt van het ‘Ergens’, op te vangen, te materialiseren in woorden en aldus het rondstrooien ervan als zaden mogelijk te maken.

    Ik denk niet dat ik meer ben dan die tussenpersoon. 

    24-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Stilte van het 'Ganz Andere'.

     

    Aan George Steiner ontleen ik uit zijn ‘Grammars of Creation’ (Faber and Faber Ltd, paperback 2002), p. 14, de zin van Giovanni Boccaccio uit dezes werk over het Leven van Dante:

    ‘I assert that theology and poetry can be said to be almost one and the same thing: indeed I say more: that theology is nothing more than a poem of/on God’.

    Waar Steiner dan aan toevoegt ‘that philosophical discourse is a music of thought’.

    Vreemd kan het lijken, een filosofisch betoog geprojecteerd op een religieuze achtergrond in een poëtische vorm, de wereld in te sturen. Een soort webcam te zijn en het panoramisch beeld  van wat me bezig houdt te laten verschijnen op het scherm van mijn blog, in de hoop dat het gedetecteerd wordt door enkelen. Zoals de zeemansvrouw de webcam opzoekt in vreemde havens waarop de boot van haar geliefde - deel van haar geest en lichaam – binnen vaart, zo wou ik ook dat mijn webcam-blog zou worden opgezocht.

    Ik ben er me ruim van bewust dat ik schrijf over dingen waar normaal weinig over gesproken of gediscussieerd wordt, maar wat ik schrijf is deel van mijn zoektocht naar het 'Ganz Andere' van Rudolf Otto (1869-1937). Al is het ook zo, dat hoewel we ons een globaal beeld kunnen vormen van de Kosmos, we heel wat meer moeite hebben inzicht te krijgen in de uitgestrektheid ervan en evenmin zicht te hebben op de mysterieuze krachten die er in aanwezig zijn. Krachten die toegewezen worden aan een antropomorfe God, ingekaderd met woorden en verhalen en aan wie George Steiner, in zijn boek ‘Errata’ vooral zijn ontoegankelijkheid en zijn zwijgen verwijt. Wat volgens mij nonsens is.

    We vergeten hierbij dat we voorlopig, schijnbaar nog niet in staat zijn welk teken  ook – al was het maar het kiemen van een zaadkorrel - te zien en te vatten als een teken ‘komende van Hem’ en tevens als het bewijs van zijn bestaan. En sprekend over die mysterieuze krachten  is er nog de schamelheid van het woord om te zeggen want we wensen te zeggen.

    Dante, die jarenlang mijn gezel is geweest, zegt dit, o zo duidelijk in zijn Paradiso, Canto XXXIII, 121 tot 123:

    Oh quanto è corto il dire e como fioco
    Al mio concetto! E questo, a quel ch’io vidi
    È tanto, che non basta a dicer ‘poco’.

    Oh, hoe kort is het wat ik te zeggen heb
    en hoe schamel het beeld dat ik erover heb,
    zo dat ‘weinig’ zeggen, niet volstaat.

    De schamelheid van mijn woorden draag ik mee met mij,gespreid over al mijn woorden, maar toch blijf ik ‘Zijn’ stilte aftasten, hopende, op gezegende ogenblikken, even maar, een fractie maar, er in binnen te dringen, een immanentie te bereiken die een begin is van een doorbraak.

    En wat de poëzie aangaat blijven we ons situeren op de golflengte van Boccaccio, dat al wat waard is geschreven te worden en bewaard te blijven, een religieuze geladenheid moet kennen of dan toch, op een of andere wijze, contact moet hebben met de wereld van het sacrale die een raakvlak heeft met het elitaire. Het sacrale en het elitaire dat de dingen omsluiert met een maatstaf in meer, van waaruit, lijk komende uit de brandende braamstruik, een sprankel van Zijn stem te horen is.

     

    23-11-2020, 07:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog over het herhalen.

     

    Van de zwammen en de paddenstoelen is de inktzwam me het liefst. Vraag me niet waarom maar ik voel het zo aan, misschien is het omdat de inktzwam het beeld terug roept van Guy M., een vriend die is heengegaan, voor wie de inktzwam een lekkernij was waarover hij met het water in de mond spreken kon en er ons telkens op wees hoe die diende gesneden en in de boter gebakken te worden. Ik denk wel dat dit de enige reden is, want ikzelf aarzel om deze, vers opgedoken kegels, wit als sneeuw, te plukken en ben er nog nooit toegekomen deze ‘lekkernij’ te eten omwille van het uitzicht ervan. In feite heeft het weinig nut dit hier te vermelden, het is eerder aan mijn overleden vriend dat ik denk en niet aan de inktzwam. Het resultaat is dat ik beide meedraag in mijn geschriften van de dag. Maar ik heb heel wat andere herinneringen aan hem, de wijnoogst in de Valais bijvoorbeeld, Gustav Mahler, de foto van de slapende man in de hangmat en zovele andere, voor de helft weg nu omdat hij er niet meer is. Hoewel ik denk dat hij het is die me vertellen deed over de inktzwam en als ik dit hier schrijf, ik ook denk dat het zo is. Zelfs als niemand mij hierbij volgt. Wat ook het zijn dingen die waard zijn herhaald te worden.

    Des te meer omdat de dingen waarover ik uitweiden kan uitgeput raken. Ik zegde dit al en een goede vriend pikte de draad op en zegde me in een e-mail dat herhaling van wat men al schreef een normale behoefte is, een noodzaak zelfs. Hij verwees me, in een kort maar  schitterend essay naar Cézanne die 91 maal ‘la montagne de Sainte-Victoire’ schilderde. Deze doeken bezitten elk een eigenheid alsof het telkens een andere berg betrof of, een doek geschilderd door een andere Cézanne.

    Mijn geschriften ook kennen deze kenmerken. Ik behandel hetzelfde onderwerp maar ze komen over als door een ander geschreven  en zijn ze het niet - de stijl is identiek - dan werden ze toch geschreven met een andere ingesteldheid.

    De vriend die me op deze  wijze Cézanne tekende is ook schilder, sterk beïnvloed door het werk van Maurits Van Saene is hij, zoals Cézanne door zijn berg, bezeten door de zee. Hij komt er niet los van. Hij schildert de zee en de luchten erover, in lijnen en banden kleurschakeringen waarin de lichtinval het levend element is, bepalend voor de kleuren die zijn woorden zijn, het penseel is zijn pen , de kleuren zijn  inkt, hij schildert poëzie. Hij ook herhaalt zich voortdurend, hopende ooit het meest perfecte poëma te bereiken, zijnde het effect van het grote licht over de golven.

    Trouwens elke dag in het leven is een herbeginnen, een vertrekken uit een massa grondgedachten, die lijnen zijn of kleuren of vormen. Bij mij zijn het woorden, ik heb niets anders. Ik herhaal me in mijn woorden die mijn innerlijkheid vertolken en, niet te vergeten, in mijn zintekens, mijn komma’s, mijn kommapunten, mijn dubbele punten, deze zijn bepalend voor de betekenis van het woord én voor het ritme van de teksten, het ritme dat functioneert als de lichtinval.

    We willen allen kunstenaars zijn, elk op zijn gebied en ik heb het voorrecht hier omringd te zijn door schilders, beeldhouwers en poëten. Allen zitten we in hetzelfde schuitje we varen uit, in onze eigen werken en blijven erin rond toeren. In feite hebben we een totaal nieuw leven nodig om te bestaan op een andere wijze van kunstenaar-zijn, om werken te maken, totaal verschillend van wat we gewoon zijn te maken.

    Minnaert was zo een iemand. Op een dag evenwel heeft hij het fijn korrelig doek vervangen door een jutedoek en zijn werken zijn een totaal nieuwe wereld ingegaan. Een nieuwe Minnaert is toen ontstaan, evenwel is hij heengegaan vooraleer hij uitgeschilderd was. Had hij het bij het rechte eind? Ik denk het, hij schilderde tot zijn dood nieuwe Minnaerts, hij herhaalde zich. Op het einde bleef hij steken in zijn nieuw werk, werd hij een Cézanne, een Van Saene, een Alechinsky 

    We zijn allen wachtende op een herboren worden. Ondertussen zit de vernieuwing in de herhaling.

     

    22-11-2020, 06:50 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bevreemdend het schrijven.

     

    Omdat in en omheen de zichtbare wereld, de onzichtbare wereld van gedachten zich wentelt en keert;

    omdat deze wereld roept om neergeschreven en zichtbaar te worden en aldus een voedingsbodem te zijn voor nieuwe gedachten die er zullen uit oprijzen lijk witte paddenstoelen uit de aarde;

    omdat de geest in ons, levend wilt blijven, zich verdiepen en vernieuwen wilt en dit ons wakker houdt;

    omdat er nog zoveel te lezen, te begrijpen, te verwerken is,

    het grote mysterie van het bestaan oneindig veel facetten vertoont en de lichtinval op bepaalde facetten ons soms overhoop haalt;

    omdat we denken dat de Groot Levende, onopgemerkt, onverklaarbaar, onvoorstelbaar, ontegensprekelijk niet is wie of wat we denken dat Hij is, maar veel meer is;

    Om al deze redenen, en andere nog,  versplinterd in deel- facetten, deze voor ons gotisch getinte gedachten, gotisch omdat de gotiek verwijst naar het metafysische, het transcendente, het hoopvolle. Blijven we, mens onder de mensen, het woord uitdagen en uitdragen, ook deze van deze morgen.

    Terwijl het licht, het deemoedige licht van de herfst de dingen beademt die zijn, en blijven zullen tot lang na ons: de bomen en de hagen, de grassen en de weiden, de velden en de luchten en wij erin opgenomen, erin versmolten, zoals erin opgenomen en versmolten de gedachten van zij die hier getuigden over wat was, in het heden als in het verleden als in de tijden die komen:

    Zo, wat is er van de mens
    die schrijvend zich bewust is van de hand
    die in een minimaal bewegen over de lijnen gaat,
    rimpels op het water, als daar eenden drijven
    en irissen openbloeien in de kant.

    Onze honger naar het woord gestild,
    in een vorm gegoten,
    getemperd in de hoeken,
    de transmutatie van de geest in ons
    gedroogde bloemen in wat boeken,
    gebeeldhouwd, aan Rodin gedacht.

    En aan het venster van het licht
    de lijsterbes, eens een sprietje maar,
    nu vol vruchten voor de merels,
    de groei het wonder van de tijd.

    De geest, ons vreemd vermogen.
    Hoe het gebeurt
    is wat ons meer en meer hier bezig houdt.

    21-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van nu af, tijd genoeg.

     

    We zijn herkauwers van wat we lazen, van wat we schreven, van wat we dachten; herkauwers zelfs van het herkauwde. Hieraan komt ook geen einde. We zijn wie we zijn en zijn op het herkauwen ingesteld, we slepen het met ons mee in onze dagen, welke ook en waar ook, het overlapt het nu van ons Dasein, voortdurend; omdat het gegrepen zit in het nu van het zijn.

    Wat we niet weten is waar het herkauwde zich opstapelt opdat het er altijd zou zijn, voor een groot deel gedoken wachtend op een teken om op te duiken op het meest onverwachte ogenblik, zo maar, zonder overgang aan kloppend om genomen te worden, en je erop ingaat om ermee weg te wandelen tot in je dromen, tot op plaatsen waar je nimmer waart en nimmer komen zult, zeker, nù niet meer, nu je, je in een laatste fase van je leven, je, je aan het uitleven bent, zeer gematigd weliswaar, zoals het hoort en zoals het wenselijk is.

    Herinneringen die voorbij schuiven, en onvermijdelijk, denkt je aan Mr. Chips als je dit schrijft - and the hours seems to pass like lazy cattle moving across a landscape - en dit wel niet jou geval is, je denkt niet aan lazy cattle, je gedachten zijn lijk jonge veulens in de weide in galop. Niet in te tomen soms. Maar je stelt je erin, zo lang de woorden maar blijven komen en ze enige inhoud hebben om te bewaren, al weet je niet waarom. Al ken je niet de drijfveer die je gaande houdt en je meesleept naar vertes die eerder wazig zijn dan geëtst zoals de boom in de vlakte, als op oud vergeeld papier.

    Wellicht komt dit hier ook, herschreven uit een herkauwde tekst; heb je weinig nog dat als uiterst origineel kan gezien worden, gelezen kan worden. Ben je gekomen op het einde van je Latijn. Wellicht is dit zo, maar je bent koppig, je wilt maar verder en verder, het oneindige is zelfs voor jou te dichtbij.

    In het huis zegt men je, to calm down, maar je weet niet meer wat dit betekent en je wenst het ook niet te weten. Het niets doen ware nefast voor jou is je antwoord, het antwoord van het woord in jou. Maar, hoe ga je verder de dagen in, nu alles schijnt gezegd te zijn?

    Het licht vanmorgen schijnt me een blijheid toe, het is geen lach, geen uitbundigheid, het is het licht van de leeftijd die je hebt, gematigd maar toch helder genoeg in het witgrijze van de luchten, het omkranst je met een schijn van zilver op je handen, een balsem van een gebogen geluk; een geluk naar binnen toe waar het een gloed is van innerlijke bevangenheid van alle woorden die je al schreef, waarmee je je omringt om erin te verdwijnen voor een lange tijd, neer liggend, denkend aan wat was en niet aan wat nog komen moet, of dan toch dit laatste verjagend.

    Zoals het hoort, nu dan toch en ook morgen. Van nu af is er voor alles, tijd genoeg.

    Ik denk aan de Elias van Gilliams. Elias en tante Henriette op weg naar het landhuis in een hevige storm. Voor hen uit, een boom ontwortelt, andere bomen in de dreef meesleurend. Ze staan er in sprakeloze omarming. En tante Henriette: Elias, nu hebben wij tijd genoeg.

     

    20-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terugkijkend

     

    Ik leef met de zekerheid dat mijn blogs op een bepaalde dag gaan stilvallen bij gebrek aan materie, lijk de bouw van een kathedraal in de vroege middeleeuwen dagen-, maandenlang is stilgevallen bij gebrek aan steenhouwers, fondsen, materialen, meesterbouwers.

    In feite, als ik Richard Dawkins lees - die ik bovenhaalde na Herman De Dijn en zijn relaas over Spinoza - was dit niet zo erg want hij vindt onze kathedralen maar een tijdverspilling, zoals alles wat met religie te maken heeft.

    Ik vrees dat ik mijn blogs ook zal moeten gaan zien als onnodig, als totaal overbodig dwz, zonder het minste raakvlak met de literatuur van het ogenblik en dan zeker niet met wat ik in de SdL las over de namen op de shortlist voor de Bookerprice die vandaag wordt toegekend.

    Het zijn maar wat losse  teksten, minuscule essays over het leven, die zich nu aan het opstapelen zijn om daarna lijk een kaartenhuisje in elkaar te storten, of dan toch, eens ik er niet meer zal zijn, weg te deemsteren in de plooien van de tijd.

    Wat er eventueel nog van resten zal is een vage herinnering die nog enkele dagen zal meegedragen worden om daarna te worden opgelost samen met het verdwijnen van mijn naam. Ik zou er een verlengstuk kunnen aan maken als ik al mijn blogs, van bij de aanvang, zou gaan bundelen tot een geheel. Ik zou er een dagboek van 1.000 pagina’s kunnen mee vullen, maar dan wat, wie zou het nog ter hand nemen? Er wordt al veel te veel geschreven, de kans om aan bod te komen is miniem als je niet een ex-president bent van de USA, zoals Barack Obama, die nu met zijn dagboek in vierentwintig talen vertaald, zoals ik hoorde - het eerste deel ervan - is naar buiten gekomen.

    Ik troost me met de gedachte dat dit nu eenmaal zo is en zo blijft. Als ik denk aan de boeken in de bibliotheken van de wereld, is dit boek ook maar van voorbijgaande aard, ook dit boek zal, eens gelezen, ongeopend blijven als een van de vele boeken in hun rek. Hier is geen ontkomen aan, geen redding is mogelijk, al wat geschreven staat wordt mettertijd overspoeld door andere werken.

    De tijd van een boek is de tijd  van het verschijnen, achteraf wordt het zelden nog geraadpleegd of ter hand genomen tenware het een waardevol iets was waar regelmatig naar opgekeken wordt, zoals ik naar Dawkins, of James Hilton, of naar Spinoza en Dante. Maar dit is niet mijn geval, mijn woorden hebben enkel waarde bij het verschijnen ervan daarna wordt het zoals de nevel in de morgen of, soms uitgestrooid lijk kersenbloesems in de lente.

    De enige waardevolle zin van mijn woorden is het ogenblik van het ontstaan, van het neerschrijven. Daarna valt de stilte erover, zoals bij Hamlet.

     

    19-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Er komt sleet op.

     

    Jij, mijn vriend, die deze blogs of brieven, dagelijks of, nu en dan leest, wil ik zeggen dat je geboren bent op een plaats en herboren wordt op alle plaatsen waar je je ooit bewust bevond; dat je bent van al die plaatsen en van al die bewuste ogenblikken; dat alles in en over elkaar ligt, het heden voortkomende uit het voorbije en het komende uit het heden, realiteit en droom zich vermengend, zodat wat hierover geschreven wordt, de kleur en de smaak heeft van melk in koffie, en koffie in melk, crèmekleurig: de realiteit niet duidelijk afgelijnd, maar droom en verbeelding als een voile erover gespreid.

    En een bemerking hierbij, even belangrijk en voortvloeiend uit het bovenstaande, een blog of brief begint niet met het eerste woord van de eerste regel, een blog begint met al wat er is aan voorafgegaan, geschreven of niet geschreven, in gedachten ontstaan en verder evoluerend in gedachten, tot de dag dat het geschreven wordt en vaste vorm krijgt, althans voor een tijd, want niets belet je terug te keren tot wat er staat en eraan te sleutelen.

    Zo ontstaat deze blog hier niet op deze dag, maar is hij al lang geleden begonnen. Om maar te zeggen dat alles in mijn leven - en dit geldt ook voor jou leven - zijn verste wortels heeft én bij mijn ouders, grootouders en de vele geslachten ervoor én, onvermijdelijk doorweven is met de stand van planeten en sterren op het ogenblik van mijn geboorte, dit weet ik, zelfs al is er hierover niets bewezen.

    We zijn dus allen een uiterst complex geheel, komende uit het verleden op weg naar het komende en dit komende reeds aanwezig in het heden, dan toch de diepste en fijnste  wortels ervan, zoals ik ook met jou verweven ben, al is het maar op een minimale wijze er is verwevenheid, ik schrijvend, jij me lezend, een band die zich vormde en zich verder vormt om misschien af te breken op een dag dat je mijn geschriften te ontoegankelijk gaat vinden, te dwaas, te ver gezocht, of te diep gegrepen.

    Ik tracht me te houden in het vaarwater van het bekende, maar soms raak ik verzeild op een zijrivier en verdwijn ik even in het ongerijmde, in de vele mogelijkheden die er  zijn. Ik ben er van bewust maar nogmaals ik ben op dat gebied zoals de schorpioen op de rug van de kikker, het is sterker dan mezelf te zijn en te schrijven zoals ik ben en schrijf, ik volhard. Ik ben te nemen of te laten, er is geen tussenweg voor jou zoals er ook geen is voor mij. Dit is de afspraak die ik gemaakt heb met jou, in goede en slechte tijden, de goede die er waren.

    Hoe het verder verlopen zal weet ik niet, een zekerheid heb ik niet, zou er trouwens niets aan veranderen. De dingen zijn zoals ze altijd geweest zijn, ze hangen af van Vrouwe Fortuna. Spinoza wist dit ook, zelfs Dante wist dat ze eens toegeeflijk is en eens afwijzend. Zo gaat het nu eenmaal in het leven.

    PS. Mijn echtgenote zegt me vanmorgen dat je geen tien jaar lang elke dag een blog kunt schrijven zonder je te herhalen. Ik weet dat ze gelijk heeft.

    Et alors que faut-il que je fasse?

    18-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.November.

     

    Er is telkens een soort dreiging als ik ‘november’ schrijf, het woord heeft een andere inhoud dan december of januari, dan toch voor mij, dan toch deze morgen, als ik, pas ontwaakt, mijn blog heb ingelogd, de slaap nog in de ogen - ik was gisteren vergeten het te doen - een slecht teken, dit vergeten.

    Maar toch is het zo, ‘november’ heeft een klank die ik niet graag hoor, heeft een ondergrond, een zompige ondergrond waarin je wegzinken kunt, zoals in de graskant omheen de vijver als het veel geregend heeft, al was het wel niet het geval als ik er was, gisteren, laat in de namiddag, als ik  steunend op mijn stok  wandelde omheen de vijver en na een derde van de weg ben teruggekeerd, de pijn in mijn rug, weet je, soms niet te dragen, niet weg te denken. Dit wandelen ook  is een ‘Geschichte’ maar dan een met een einde.

    En toch ook was er groot leven in mij, toen ik, met mijn vriend Johan rond het vuur zat, buiten, en de avond een begin van nacht werd en ik sprak met hem over de kleine dingen van het leven, zoals het zitten rond het vuur en te horen hoe de wilde eenden neerstreken op de vijver en te zien hoe de wind een gloed van vlammen joeg in de stronken in het vuur en hij me vertelde over wat van zijn jeugd was en van zijn latere jaren en ik luisterde terwijl ik dacht aan de vuren van vroeger, op andere dagen in andere tijden. Vuren, gedoofd in mijn gedachten, nu terug gekomen. En dit alles, wij sprekend, met lange momenten van stilte er tussenin.

    Niet zo dikwijls gebeurde het dat we alleen er waren, samen omheen een vuur en zeker niet een dag in november, en we toen niet wisten dat het november was, noch welke dag, noch welk jaar het was. We zaten er voor elkaar met het vuur in een ijzeren vuurhaard tussen ons, en wij, met weinige woorden erover.

    Je weet het niet heb ik toen gezegd, hij met een stok een blok hout verschuivend, maar het leven wordt me zwaar, gelukkig dat mijn geest er is om me recht te houden als ik zou willen gaan neerliggen in een wolk van niet meer bewegen; een wolk van juist maar zijn en stilaan uit te doven zoals het vuur hier tussen ons dat de morgen niet zal halen.

    Hij veel jonger dan ik, geschrokken misschien of ook niet, wel wetende dat ik dichtbij gekomen ben. Maar, zegt hij, jij wordt er honderd, alsof hij me hiermee troosten wilde. Dit is niet meer zo heel ver, heb ik gezegd, en dat is het wat me stoort, precies die honderd, in welke toestand zal ik er zijn als ik denk aan mijn toestand van nu, en hoe ik er nog was vorig jaar en de jaren ervoor.

    Zegt hij me: vier jaar geleden heb je me gezegd, daar aan de vijver, en hij wijst de plaats aan met zijn stok, dat Trump zoals hij het volk bespeelde, vier jaar later herkozen zou worden en wellicht ware het gebeurt, ware corona er niet geweest. En zegt hij nog  het is alsof die vier jaren, gisteren waren.

    Ik zal in de ban geweest zijn van zijn woorden toen, heb ik gezegd, ik voorzag niet hoe vreemd en gek hij uit de hoek kon komen, maar vandaag denk ik geen vier jaar verder meer, nu denk ik hoogstens nog aan de dag van morgen, dit is ver genoeg.

    Blijf denken aan morgen, zegt hij me, morgen is altijd dichtbij, want een nacht is niet zo lang. Wie aan morgen denkt zal er nog lang zijn om eraan te denken. Ondertussen zijn we hier, Venus kijkt naar ons van in het zuiden en het zijn grote momenten die we beleven samen, hic et nunc. Komen die momenten nog ooit terug? Jamas, nooit, en voegt hij er nog aan toe, zelfs als ze terugkomen ze zullen niet meer zijn zoals nu. Nu zijn ze enig.

    Ik kijk naar Venus in het zuiden, maar het is niet Venus, het is Mars. Venus is nu Morgenster, pas later, in mei, komt ze terug als Avondster,(Sterrengids). But who cares?

    17-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eine Geschichte ohne Ende.

    .

    Een  paar dagen terug, de boom voor het morgenvenster stond nog vol in zijn groen blad, vandaag resten er nog maar enkele gelende bladeren. Hoe vlug het soms kan gaan, een paar dagen, een paar uren, en het licht breekt door de takken. Ook, en dit is een andere vaststelling, zie ik elke morgen hoe de zon opschuift naar het zuiden toe en weet ik dat ze zich op een bepaald punt keren zal naar het oosten toe. Alles, van het kleinste tot het grootste is in beweging, fungeert as a living being, en wij, tenminste zo we er oog voor hebben - want velen hebben dit niet - zijn getuige ervan. En voortgaande op wat ik gisteren schreef had dat living being er kunnen zijn zonder dat er iemand, de mens, was om dit vast te stellen, om erover na te denken én zijn conclusies te trekken.

    Welke betekenis hieraan toe kennen, wat een verschil maakt het uit of het nu gezien wordt door de mens, of door een giraf of door een aap?

    Als je wil, geen enkel, en toch zijn de giraf en de aap er niets mee, wekt het bij hen geen enkele gedachte op, ze zijn er, ze maken er deel van uit, maar zijn niets meer dan er deel van zijn. De Mens ook is er deel van, maar hij wordt er door geprovoceerd, hij wordt er door wakker gehouden, hij denkt erover na, hij is een Spinoza in het diepst van zijn gedachten. En, hij is er van in den beginne. Hij is er aanwezig van in het eerste elektron, van in het eerste atoom, anders zou hij er niet geweest zijn want de evolutie, doorgemaakt door wat het Universum van nu is, loopt in één  ononderbroken lijn en, loopt verder.

    En opdat zijn zou wat is, was er vóór alle beginnen, een Essentie, een Zijn, dat materie werd, dat Universum werd, dat mens werd, wat het doel van de Essentie was: de mens, een vorm van Universum, een mini-mini universum, noodzakelijk bestaande uit de materie ervan en uit de geest ervan.

    De Essentie van het begin kreeg aldus een vorm, en hieruit kwam te voorschijn als hoogste punt, als einddoel, de mens van geest en lichaam: een lichaam dat onderhevig is aan de maatstaven van al wat materie is; de geest untouchable zijnde.

    Dit is dan wat ik te vertellen heb over het ‘zo maar’ van Herman De Dijn, over het groot lot uitgekomen in Monte Carlo van Jacques Monod. Ik geloof niet dat we er zouden geweest zijn als levend wezen van materie én van geest, als we van in den beginne niet voorzien waren om er te zijn, vooral dan, als denkend wezen.

    Dit is dan mijn visie. De visie van de geest in mij, maar ook deze van de geest omheen mij en wellicht méér van de geest omheen mij dan de geest in mij. Want de geest in mij is van de geest van het Universum, mijn moeder en mijn vader.

    Ik ben eens te meer heel ver gegaan, verder kan ik niet, verder kan ik onmogelijk, want gelukkig - en zo werd het voorzien, es ist eine Geschichte ohne Ende.

     

    16-11-2020, 05:30 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza (1632-1677)

     

    In de Knack van 4 november, volgt Simon Demeulemeester een discussie tussen twee Spinozisten, Herman De Dijn (°1943) en Tinneke Beeckman (°1976). ‘Deze bekijken Spinoza elk van uit een andere hoek. ‘Herman De Dijn die hem ziet als een conservatief iemand en Tinneke Beeckman als een vrijdenker’.

    Het wordt een discussie op het filosofische vlak die ik volg met interesse omdat ik me ook een beetje Spinozist voel en dezes ideeën over God en het Universum op een bijna identieke wijze heb gevolgd en beleefd. Hij bewoog zich als een van de eersten buiten de God van de Bijbel met een blik op de Kosmos en het is vooral op dat vlak dat ik hem heb gevolgd en gewaardeerd, en nu hem ook, in zijn voetsporen verlengen wil naar de eenentwintigste eeuw.

    In de loop van het gesprek worden filosofische standpunten belicht, die hoewel uiteenlopend toch alle gericht zijn op de figuur van Baruch Spinoza als een pionier van de verlichting, vooral dan zijn blik op de religie met de nadruk op zijn onpersoonlijke God die hij zag, gelinkt aan het Universum en duidelijk niet als de schepper ervan, maar ik laat de Spinoza van de zeventiende eeuw over aan de Spinozisten en ik tracht verder te kijken, Spinoza heeft zijn tijd gehad, hij was de man van de  verlichting, de baken ervan.

    Ik volg die Spinoza van toen niet meer omdat de ganse filosofische wereld vandaag voorbij gestreefd wordt - in een zekere zin besmet wordt - door wat de New Physics ons leren of zouden kunnen leren. Als ik hier inga op bepaalde discussie-aspecten tussen de twee filosofen dan is het omdat ik de blik gericht op het komende, evenwel met groot respect voor begrippen die voorheen als waarheid konden gezien, maar de dag van vandaag anders kunnen/moeten geïnterpreteerd worden.

    Ik leef me dus niet in, in de Spinoza van de zeventiende eeuw, zoals Herman De Dijn en TInneke Beeckman, maar ik heb toch uit elk van hun betoog een aspect gelicht dat ik anders zie.

    Een eerste is van Herman De Dijn die zegt:

    De échte verlichting zit in het beeld dat hij aan de Bijbel ontleent, namelijk dat van de pot en de pottenbakker. Wij zijn allemaal potten gemaakt door een pottenbakker. Niet jij beslist hoe en wat en wie je bent, de pottenbakker doet dat. Nu, Spinoza zou Spinoza niet zijn mocht hij het daarbij laten. Want natuurlijk bestaat die pottenbakker voor hem niet echt. Toch niet als scheppende god. De pottenbakker is de natuur en die produceert maar wat, die schept niet doelbewust – je zou het kunnen vergelijken met de blinde horlogemaker  van evolutiebioloog Richard Dawkins. Dat je tot verlichting kunt komen, aldus Spinoza, heeft dus alles met onvermijdelijk toeval en geluk te maken. Je hebt gewoon een brein en een geest toebemeten gekregen die dat kunnen.’

    Ik neem een zin hieruit, namelijk : ‘de natuur en die produceert maar wat, die schept niet doelbewust’

    Als dit van Spinoza komt en bekrachtigd wordt door De Dijn dan denk ik dat een Spinoza van de eenentwintigste eeuw er een andere mening zou op nagehouden hebben. Als er iets is dat doelbewust schept tot in het minste van zijn geledingen - maar scheppen is een verkeerd woord - dan is het de natuur, dan is het, het evolutieproces dat ingecalculeerd zit in wat is van de natuur, en dan is de mens wél doelbewust ontstaan uit dat evolutieproces en zeker niet ‘zo maar’. En wel omdat hij broodnodig was, want zonder hem was er geen Universum - er was er wel een maar er was niemand om erover te getuigen dat er een was, zo wat zou de zin ervan kunnen geweest zijn? - want het is de mens die zin geeft aan het bestaan van een Universum, hij hoort er noodzakelijk bij, onafscheidbaar bij, Dante wist dit al.

    En wat Richard Dawkins betreft en zijn ‘The Gods delution’ vind ik een magere vergelijking, als ik denk aan zijn zeven mogelijkheden[1] om te oordelen over God, maar deze dan van de Bijbel, en niet deze die Spinoza op het oog had. Trouwens ik ga evenmin akkoord met Dawkins als hij zegt, en De Dijn schijnbaar ook, dat alles ontstaan is uit de materie, ook de geest.

    En dan wat de passage van Tinneke Beeckman betreft die antwoord op de vraag: Waarom vindt u Spinoza nog relevant? Met:

     Om te beginnen omdat Spinoza’s ethiek een soort levenswijsheid bevat waarin elk individu zijn weg kan vinden. Filosofie als praktijk, zoals in de oudheid, en niet enkel als theorie. Veel mensen hebben iets aan hem omdat hij een enorm psychologisch inzicht had in onze emoties en passies. Daaruit vloeit mijn tweede reden voort: Spinoza was als verlichtingsdenker zijn tijd ver vooruit omdat hij besefte dat mensen geen rationele wezens zijn, maar worden gedreven door passies. Veel van de postmoderne kritiek op de verlichting, bijvoorbeeld geïnspireerd op Friedrich Nietzsche, is precies dat de verlichting de rationaliteit van de mens overschat. Volgens die kritiek werd de wetenschappelijke kijk een nieuw onrealistisch geloof dat onderschatte hoe de mens wordt gedreven door emoties én hoe weinig inzicht de mens daarin heeft. Dat inzicht vind je wel bij Spinoza. Tot slot was hij ook politiek erg relevant, door zijn idee van fundamentele gelijkheid, die aansluit bij onze tijdgeest: niemand heeft van nature het recht op macht over de ander. Daarop baseert hij de democratie. En het strookt met zijn naturalisme: de mens maakt deel uit van de natuur. Hij is dus niet het centrum of het doel van de schepping. Dat ging in tegen de Bijbelse, theologische visie.’

     Ik weerhoud: ‘De mens maakt deel uit van de natuur. Hij is dus niet het centrum of het doel van de schepping…’

    Ik heb de Bijbelse visie niet nodig om te weten dat de mens meer is dan deel uitmakend van de natuur, hij is er een kopie van, hij is én de materie ervan én de geest ervan, hij is er een integraal deel van. Indien alles herleid zou worden tot de meest minieme deeltjes van het ‘zijn’, dan zou hij zelfs niet worden opgemerkt als mens, zo groot is zijn uiterlijke als innerlijke verbondenheid ermee. Ik bedoel dus dat je niet over de mens kunt spreken zonder oog te hebben voor de zeer intieme band die hij heeft als materie en geest met  het Universum in zijn totaliteit, en wat meer is, voor mij is hij het doel, zeker de geest in hem, van dit Universum. Ik heb dit in het verleden regelmatig herhaald in mijn geschriften en ik blijf het doen. Zonder de mens is er GEEN Universum.

    Deze gedachten, wat zijn plaats betreft in het Universum en zijn verbondenheid ermee, dank ik aan de Spinoza in mij van nà de 'New Physics', wie weet waar ik was uitgekomen ware hij er niet geweest?

     

    [1] Om op de Dawkins van De Dijn terug te komen: Richard Dawkins in zijn ‘The God delusion’ van 2006, houdt er een spectrum op na van de menselijke mogelijkheden van geloof in God. ‘It can be presented by the following milestones along the way’ schrijft hij en we vertalen:

    1. Sterke theïst. 100 % zekerheid van het bestaan van God. Zoals C.G.Jung het zegt: Ik geloof niet, ik weet.
    2. Zeer hoge waarschijnlijkheid, maar dichtbij de 100%. De facto theïst. Ik kan het niet weten met zekerheid, maar ik geloof sterk in het bestaan van God en ik leef mijn leven in de onderstelling dat Hij bestaat.
    3. Hoger dan 50% maar niet veel hoger. Technisch agnostisch maar in de richting van theïsme. Ik ben zeer onzeker, maar ik ben geneigd te geloven in God.
    4. Exact 50%. Volledig onpartijdig agnostisch. Het bestaan van God of zijn niet-bestaan is even waarschijnlijk.
    5. Lager dan 50 % maar niet veel lager. Technisch agnostisch maar in de richting van atheïsme. Ik weet niet of God bestaat maar ik ben sceptisch.
    6. Heel lage waarschijnlijkheid, dichtbij zero. De facto atheïst. Ik kan het niet weten met zekerheid maar ik denk dat God zeer onwaarschijnlijk is en ik leef mijn leven alsof hij niet bestaat.
    7. Sterke atheïst. Ik weet dat er geen God bestaat met dezelfde overtuiging als Jung het ‘weet’ dat hij er is.

    15-11-2020, 07:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het uitdoven.

     

    Ik  durf van mijn leven zeggen dat het niet kort is geweest, integendeel, maar ook, dat het een lange aanloop heeft gekend om uiteindelijk aan te komen in, wat ik noem, zijn eindfase, de nagloei van alles wat er is geweest en nog is, en met een blik naar mijn einde toe; een vunzen nog, met enkele opflakkeringen en een stilaan doven in mijn laatste woorden.

    Zo zal het geacteerd staan in het kruis over mij dat er onvermijdelijk aankomt, eens, én met een spijt om het schone van het leven dat ik achterlaat, én met een zekere nieuwsgierigheid om eindelijk te weten - maar het zal eerder een ondergaan zijn - van wat erna komt en dat ik nu al zie als een groot helder iets, als een wegglijden in het dons.

    Niet dat ik uitgeleefd ben, niet dat ik alles gezegd en gedaan heb wat ik wou doen, verre van; neen, er zijn nog duizend zaken die ik zou willen doen, maar ondanks het feit dat ik aangekomen ben waar ik sta, ondanks het feit dat ik mijn dagen geteld meen, toch loop ik hier rond alsof ik me van dit alles dat me te wachten staat, niets is en niets komen zal. Ik ignoreer het niet maar ik verwacht het nu nog niet, ik geef me nog elke dag een oneindigheid die me toelaten zal nog een hoop dingen te af te werken.

    Het is dus geen kwestie van nederig mijn lot te aanvaarden en er naar toe te leven, neen, het is voortdurend doen alsof er niets boven mijn hoofd hangt en ik nog tijd zat heb om normaal verder te gaan, de dood veraf zijnde en zeker niet wachtend op mij in Isfahan waar ik rustig heen kan gaan.

    Boude taal die ik gebruik, maar het is hoe ik me voel in de dag als ik schrijf, er is geen haast om af te maken wat er nog ligt, ik heb het gevoel dat ik nog de tijd heb om de jaren blogs van 2010 tot 2020 te herzien en de belangrijkste eruit over te houden, een bundel bladen die zou figureren als ‘une recherche du temps utilisé’, want verloren was de tijd niet. Tenminste zo voel ik het niet aan.

    Mijn brief van vandaag - ik dacht te schrijven over een Spinoza-artikel in ‘Knack’, maar dat is voor morgen of overmorgen al naar gelang - is er dus een , de zoveelste, geschreven in een dagboekstijl, een eerlijk me bloot geven aan jou, omdat het in mijn aard is je te vertellen wie ik ben in het diepste van mijn gedachten - was het Willem Kloos niet die schreef dat hij een God was in het diepste van zijn gedachten? Nu zo ver ga ik niet - maar ik vind toch heel wat aan roerselen van de geest, als ik diep kijk in mij.

    Ik verheug me nu reeds met de woorden die ik schrijven ga over het Spinoza-artikel in de ‘Knack’ van 4 november, dat een vriend me toestuurde. Hij weet al hoe ik me voelde toen ik het las. Ik moet het nu nog juist de gewenste vorm geven.

    Morgen al, misschien.

     

    14-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Mein geduld hat Ursach'

     

    Van vele dingen, zijn het de boeken die hij las die leven in zijn herinneren. Niet zo zeer, het boek in zijn totaliteit, maar wel bepaalde zinnen of passages eruit die opduiken op de meest onverwachte ogenblikken  en drager zijn van wat hij elke dag achterlaat als geschrift. In feite, het moet gezegd, dat zijn geschriften zijn wat overblijft van de dag, nu  ik niet meer te gaan heb van hier naar daar, geen afspraken meer na te leven heb, geen voordrachten te geven, geen reizen meer voor te bereiden, alles ligt binnen het zich openen en sluiten van de dagen, hij wachtende op de nodige tekenen die gedachten kunnen voortbrengen.

    Ik ben dus niet veel meer dan een man op zoek naar woorden die hem verrassen, die ook de lezer zullen verrassen. Maar het zijn in de eerste plaats woorden voor mezelf, ik ben het die in de eerste linie staat om te lezen wat er vers geschreven staat, waarbij ik me telkens afvraag - in vele van mijn brieven zeg ik dat - hoe het komt dat er staat wat er staat: is het Ugo, die het geschreven heeft of ben ik het? Dit is ten minste de idee die Borges me ingefluisterd heeft. Een idee die te nemen of te laten is, want de schrijver ervan heeft zich al teruggetrokken en ik kan hem niet meer terugroepen om het te verbeteren of aan te vullen.

    Van dan af ben ik op mezelf aangewezen. Het moment van de inspiratie is gone en haal het maar eens terug. Ik denk dat een schilder, een componist -  ik luister meer naar muziek dan dat ik lees de laatste tijd - dit onvermijdelijk ook beleven moet het stoppen van de klanken of de beelden die binnenkomen. Er wordt ineens iets afgesloten, een kraan wordt dicht gedraaid, je bent op jezelf aangewezen voor wat je er nog wenst aan toe te voegen.

    Ik wil altijd een minimum van 500 woorden bereiken, voor minder doe ik het niet, maar het kost me soms heel wat. Ik loop dan rond, zoekend naar een vervolg terwijl ik met andere zaken bezig ben, denkende dat de zinnen  wel komen zullen als ik er blijf mee bezig zijn, dat ze plots oprijzen zullen van achter een hoek van het huis, of van achter een haag, of een lichtpunt zullen zijn geprojecteerd op een donker doek. Ik blijf hopen, ik ben niet diegene die het laat liggen voor de volgende dag, want ik weet dat die dag even goed gevuld zal zijn en dat het dus best is niets uit te stellen. Wat je ook helpt is het weten dat wie zoekt vinden zal. ‘Mein Geduld hat Ursach’ schrijft Ernst Jünger in zijn ‘Auf den Marmorklippen’ en dit is een wijze raad, zelfs al is het Duits spraakkundig niet correct, zoals een vriend me zegde, maar het komt uit de taal van het volk en ik heb het zo onthouden en ook toegepast. En het blijft me helpen. Trouwens ik weet dat je van mij geen wereldschokkende gedachten verwacht, al wou ik soms die wel verkondigen kunnen, maar ik zit, zoals wij allen vast geankerd in wat van de tijd is.

    Van de tijd die niet is.

     

    13-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jean Sibelius: zijn vioolconcerto.

     

    Ik heb ditmaal - ook de vorige jaren misschien - 11 november aan mijn geschriften laten voorbijgaan. De velden witte, opstaande stenen van de dodengraven in het land rondom Ieper, ook deze van de eiken en de grijze platte stenen met, hier en daar, enkele heel ruw gehouwen kruisen in de aarde van Langemark, dit alles en nog heel wat meer aan mij laten voorbijgaan. Ik was er nochtans dikwijls toen ik in Ieper woonde. De dood wandelt er door de velden als je de stad verlaat in welke richting je ook gaat of rijdt, de graven komen je tegemoet.

    Vanmorgen, luisterend naar het vioolconcerto van Sibelius duiken plots de beelden van vroeger op, blijven ze hangen, zie ik de graven terug in het licht van de herfst, in het licht dat door de nevels heen dringt lijk, een laatste roep of schreeuw van zij die er gesneuveld liggen. Ik volg de melodielijn van de viool en duidelijker dan ooit zijn er de graven en de stem van hen die er liggen, met de wind en de vroege zon erover.

    Ik heb de muziek nooit zo gehoord, nooit zo geïnterpreteerd, ik vermoed ook niet dat Sibelius die gravenvelden kende en dat hij die beschrijven wou. Maar in werd er, ingaande op het you-tube-verhaal  van een vriend - een beeldreportage van de streek waar hij woont, de Vlaamse Ardennen - werd ik naar het concert geleid,  gleed mijn cursor erover, et la musique de Sibelius, le concerto, fut.

    Ik heb het beluisterd, de muziek is passend tot het einde van de eerste beweging, het allegro moderato van het concerto. Voor mij is het duidelijk, als er ooit een reportage gemaakt wordt over de grafvelden rondom Ieper, zoals deze van mijn vriend over de Vlaamse Ardennen, dan is het de muziek van Sibelius die (het best) passen zou bij de beelden, want de muziek, in zijn aanhef benadert en onderlijnt de sfeer van een 11 novemberdag zoals wij die in het westen kennen, ook in Amerika denk ik, ook in Australië, ook in Canada. Het is de dood die verweven zit in de klanken

    Trouwens, wat de kerkhoven betreft, ik ben er altijd door geïntrigeerd geweest, bezeten zelfs, vooral de oude, schijnbaar verlaten kerkhoven, zoals er zijn in Schotland midden in de velden of verscholen achter wat bomen of struiken. Zo is er een op het eiland Mull - te bereiken met de ferry van uit Oban - op de weg naar Fionnphort, waar je de boot neemt naar Iona, the holy Isle[1]. Een totaal verlaten kerkhof, schijnbaar althans; Ik ben er met twee vrienden Guy M. (+) en Jean)François C. een eerste maal gestopt, we hebben erin rondgelopen en ergens achter een steen lag er een marmeren vrouwenbeeld met een kindje op de arm, maar het hoofd ontbrak; Ik heb het beeldje laten liggen, waar het lag,  tot ik er, twee of drie jaar later, met een andere vriend, Pierre H. er ben langs gekomen. Het beeldje lag er nog op, dezelfde plaats. Ik wou het laten waar het lag, maar Pierre zegde niet sentimenteel te doen

    en stopte het in de koffer van de wagen. Het bevindt zich thans in de tuin van mijn dochter Ann.

    Van een ander kerkhof, dichtbij het Giverny van Claude Monet, vond ik de scherven van een klein oud vaasje. Ik heb die meegenomen, heb de scherven gelijmd en het vaasje staat thans naast mij, ik bewaar er mijn drie vulpennen in, Twee die ik soms nog gebruik van de jaren zestig en een gekocht in Harrods, waar ik nooit met geschreven heb, maar toch bewaard.

    Ik hou van die dingen, ze wijzen me op mijn leeftijd. Ik word er wijzer bij, gelatener, vooral op een dag zoals deze.

     

    [1] Isle of Iona :  the Birthplace of Celtic Christianity. Where Saint Colomba settled in 563 ad. To built Iona Abbey and spread Christianity to the Celts; Next to the Abbey you’ll find a small graveyard where 48 medieval kings are buried, including Macbeth. ( Bron, Google).

    Ik zag het als mijn pelgrimstocht als Kelt als ik boven op de hoogste top van het eiland stond.

     

    PS. De beschermengel op mijn blog van gisteren heb ik pas gisteren ontdekt om 20.20. Het is geen idee van mij geweest. Misschien was het de man die ik heb zien staan aan de vijver.

     

    12-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vreemde man.

     

    Een nieuwe dag met nieuwe beschouwingen over wat is, over wat was, over wat zou kunnen geweest zijn, maar stilte over wat komen gaat, grote stilte. Zoals er stilte is aan de vijver, geronnen stilte van de natuur die in elkaar aan het zakken is, behoudens het watervlak, een rilling nog van leven en van het leven erin tot de reiger op de rand ervan, opgevlogen.

    Wat we weten is wat we schrijven, ook wat we denken dat er is: de ruimte van het er-zijn, het er-zijn dat alles omvat, alles in zijn greep houdt, mezelf inbegrepen omdat ik er deel wil van zijn, mezelf légend van mezelf, van al wat is van mij - wat ik denk van mij te zijn - alles vergetend , mezelf erin oplossend, erin opgenomen en niets méér zijnde aan inhoud, dan wat is van al wat zichtbaar is: de luchten en de aarde, de grassen en de rieten, de struiken en de bomen en ik die er zit op een hoek van de tafel, voor mij uitkijkend. Niets meer dan het ‘daarzijn’ van de man op een schilderij van Michel Borremans, gedachteloos, het kleine ogenblik van het er nog zijn tussen het leven en de dood, uitgerekt in wat is van het tijdloze ervan.

    Het ogenblik, zoals ik er zit, van het niet meer weten wie ik ben, van waar ik kom of waar ik heen wil gaan en niet de minste noodzaak te weten wat was en wat nog komen gaat, niets meer dan er nog even te zijn, even nog en nog even, om dan heen te gaan om terug mezelf te zijn, alsof ik was binnengegaan in het zijn van het er-niet-zijn, er ogenblikken heb vertoefd en nu teruggekomen in het zijn van elke dag.

    Wie was het die daar zat op de hoek van die tafel, was ik het wel? Of was het iemand die uit mij naar buiten getreden was en daar was gaan zitten, terwijl ik aan het schrijven was, of aan het denken in de kamer, of rondlopend in de velden, of wandelend omheen het watervlak, kijkend hoe die man daar zat onder de bomen en hoe de bladeren neerzegen over hem, lijk woorden geschreven in het Sanskriet.

    Je zult het nimmer weten, maar ook, je zegde het al, je schrijft maar wat je weet, waarop dit dan een uitzondering is, iets geschreven om te weten wat er is van het beeld van de man op de hoek van de tafel waar je het over hebben wilt, omdat je niet weet hoe hij er kwam, opgedoken uit het niets dat even goed het bosje er achter kon zijn of, evengoed er gekomen, uit de tijd gestapt, de tijd die er ooit geweest is maar nu al lang voorbij, een potloodtekening uitgewist door het licht van de dagen er overheen.

    Toch weet je dat hij er was, neergezeten op de hoek van de tafel die er nog altijd is, alleen hij is er niet meer.

    Vreemd is dit gebeuren, je tekent het op, je had het evengoed kunnen verzwijgen, nu maakt het, het voorwerp uit van gissingen. Eigenlijk is het beter zo. Er rest iets voor het nageslacht.

     

    11-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Karel of Ugo

     

    Het is niet op hoge leeftijd dat je een losheid verwerft, of dromerig schrijven gaat, neen, je woorden zijn eerder een afspiegeling van je lichaam, ze neigen naar een stijfheid, eerder naar een onbeweeglijkheid waarin je weg zinkt als persoon. Of het iets te maken heeft met het feit dat ik soms de hij-vorm gebruik in plaats van de ik-vorm weet ik niet, het gebruik van een van deze vormen gebeurt spontaan, is niet van op voorhand bedacht.  In het eerste geval ben ik het die schrijft, er is geen twijfel over, in het tweede geval is het een complex iets, is het eerder iemand in mij die de ik-vorm opzij schuift, iemand die toeziet op de gedragingen van die ‘ik’ en zegt wat die doet of denkt. Het is de toeschouwer die schrijft, de toeschouwer die voor een deel ook de lezer kan zijn.

    Jorge Luis Borges schreef er een aardig stukje over die in het Engels werd overgenomen in 'The Mind's I' van Douglas R. Hofstadter en Daniel C. Dennet[1]

    'Borges and I' is de titel van het korte essay van Borges die begint met te zeggen: ‘The other one, the one called Borges, is the one things happen to'.

    ‘Ik, zegt die hij, Ik wandel in de straten van Buenos-Aires en zie de dingen om me heen. Borges  ken ik van de naam op de lijst van de professoren of van de naam in een biografisch woordenboek. Ik, ik hou van zandlopers (hourglasses), van achttiende-eeuwse typografie, van de  smaak van koffie, van Stevenson; hij (Borges) deelt deze voorkeuren, maar voor hem zijn het maar de attributen van een toneelspeler. Er is wel geen vijandschap tussen ons beiden, ik leef, ik laat mezelf leven opdat Borges zijn literatuur kan bedrijven en zijn literatuur justifieert mijn bestaan'.

    Prachtig, niet? De ‘ik’ die zich laat leven opdat Borges zou kunnen schrijven, en dankzij dit schrijven blijft de ‘ik’ in leven.,

    En de 'ik' gaat verder: 'het kost me niets, te zeggen dat wat hij schreef niet zonder waarde is, maar dit kan me niet redden, wellicht behoort wat goed is tot niemand, ook niet tot hem, maar tot de taal en de traditie. Trouwens ik ben bestemd om uiteindelijk te vergaan, enkel een deel van mij kan overleven in hem'.

    En dan: 'Little by little, I am giving over everything to him, though I am quite aware of his perverse custom of falsifying and magnifying things.’

    Ikzelf gaf mijn ‘hij’, mijn dubbelganger, mijn man die schrijft een naam, ik noemde hem Ugo d’Oorde. Maar eigenlijk ging ik te ver, het was, ofwel ik, Karel die schreef, ofwel Ugo. Ik zal overblijven in wat Ugo schreef, hij niet in wat ik schreef want daar heeft hij niets mee te maken. Ik denk ook niet dat Ugo zich voelt als een toeschouwer die nauwlettend toekijkt op wat Karel doet, er is tussen beiden nog altijd een soort filter, hoewel er overeenstemming is, neemt Ugo niet de vaart die Borges ons voorhoudt.

    Hoewel ik absoluut-absoluut geen Borges ben, herken ik mezelf in wat hij schrijft, weet ik ook, zoals Borges, dat mijn leven én dit van hem, maar de vlucht is van ‘Bede's sparrow through the banqueting-hall on a winter’s day’; dat ik alles achterlaten zal en dat, wat die 'ik' en die ‘hij’ betreft, alles tot de vergetelheid behoort,  behoudens, misschien,  wat er geschreven staat.

    Op het einde van zijn essay zegt Borges, en van hem alleen kun je zo iets verwachten: 'I do not know which of us has written this page'. Wel, wat deze onderliggende brief betreft weet ik het heel duidelijk, het is Karel die deze schreef.

    [1] Basic Books, Inc. Publishers, New York, 1981.

     

    10-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijdloze 'Memling'

     

    Eens te meer, eens te meer, de dagen schuiven op met een niet in te beelden snelheid. Een tijdje geleden schreef ik 1 november, nu al 9 november. Stopt die dan nooit eens voor een week of een maand of, is dit nu precies niet het bewijs dat de tijd niet is; dat het maar een uitvindsel is van de mens om de zaken beter te kunnen rangschikken in wat voorbij is en wat nog komen moet, niets meer dan dat? Destijds, en ik denk er pas nu aan, bleef ik weken, maanden met Martin Heideggers ‘Sein und Zeit’ van 1927 op mijn schoot. Ik hield er schijnbaar weinig van over want het was me totaal ontgaan tot deze morgen toen ik terug op weg was om te schrijven dat Tijd en Zijn één begrip is.

    Om het te bewijzen weten we dat, wat er is tussen het voorbije en het komende, het NU is; dat het enige Zijn dat is; dit van het ogenblik is en dat het Nu-ogenblik, de enige tijd is die er is, het Nu van mijn schrijven.  

    Ik blijf schrijven op de scheidingslijn tussen wat was en wat komt, tussen het voorbije en het komende. In feite is er dus enkel het nu, er is geen andere tijd: het wondere Nu dat én het verleden wordt én het komende inhoudt, of zoals de eeuwige T.S. Eliot het schreef in zijn ‘Four Quartets:  Burnt Norton: 

    Time present and time past
    Are both perhaps present in time future,
    And time future contained in time past.
    If all time is eternally present
    All time is unredeemable.

    Of alle tijd is de nu-tijd en deze is on-recupereerbaar. Ik heb dus de vorige daen, niets origineels gezegd, ik heb alleen maar herhaald wat velen al voor mij hebben gezegd; En als Eliot met zijn ‘perhaps’ in de tweede versregel, een toegeving heeft gedaan dan was het - denk ik - alleen omwille van het ritme.

    En in een bepaald verband hiermee weet dat Ik altijd een grote voorliefde heb gehad voor de ‘Sibylla Sambetha’ van Hans Memling. We weten dat het, het portret is van één van de elf dochters - er waren ook vijf zonen - van het gezin Willem Moreel en Barbara van Vlaenderberghe. En ik heb altijd het portret waardevoller gevonden dan de Mona Lisa van Da Vinci, en wel om het ontoegankelijke ervan;

    De Mona Lisa, zit daar en kijkt naar ons, ze verwacht, glimlachend, dat we naar haar zullen opzien. Maria Moreel daarentegen, kijkt niet naar ons, ze kijkt binnen in zich zelf, omdat het daar is dat er iets gebeurt. Iets dat zij weet en ook iets dat de schilder weet.

    Van het eerste ogenblik af, dat ik het schilderij gezien heb in het Brugse Hans Memlingmuseum, vermoedde ik dat die twee verliefd waren op elkaar en dat Memling, het berusten in  het onmogelijke van hun liefde voor elkaar, heeft vastgelegd in de houding van de handen, en de dromerigheid van de blik in Maria’s ogen. In elk geval, wat je er ook moge over denken, haar blik vertelt meer dan de glimlach die Da Vinci overhad  voor de Dame en de Dame voor hem. Ik zou zelfs durven stellen dat de Mona Lisa een momentopname is, en Maria Moreel een voorbeeld van de tijdloosheid van het zijn. Ze zit er en ze wordt nog altijd geschilderd, nog altijd bemind.

    Dit is echter maar één aspect van het schilderij, opvallend zijn de alchemistische kleuren van haar kleding, rood, zwart, wit - wijst het op een perfectie? -  zijn de zeven ringen die ze draagt aan haar vingers en de gouden hanger met zeven bollen of cirkeltjes, maar hier een betekenis aan geven kan ik niet. Ik heb er ook niet naar gezocht. Haar gelaatsuitdrukking, die ook deze van Memling moet geweest zijn, is me toereikend genoeg om dit schilderij hoog te achten en erover te schrijven opdat je weten zou hoe ik me er bij voelde, lang geleden in mijn jonge jaren toen ik nog wist wat het was, als jonge man verliefd te zijn.

    PS. Een afbeelding van het schilderij vind je op Google: ‘Sibylla Sambetha’

     

    09-11-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs