Ik heb ditmaal - ook de vorige jaren misschien - 11 november aan mijn geschriften laten voorbijgaan. De velden witte, opstaande stenen van de dodengraven in het land rondom Ieper, ook deze van de eiken en de grijze platte stenen met, hier en daar, enkele heel ruw gehouwen kruisen in de aarde van Langemark, dit alles en nog heel wat meer aan mij laten voorbijgaan. Ik was er nochtans dikwijls toen ik in Ieper woonde. De dood wandelt er door de velden als je de stad verlaat in welke richting je ook gaat of rijdt, de graven komen je tegemoet.
Vanmorgen, luisterend naar het vioolconcerto van Sibelius duiken plots de beelden van vroeger op, blijven ze hangen, zie ik de graven terug in het licht van de herfst, in het licht dat door de nevels heen dringt lijk, een laatste roep of schreeuw van zij die er gesneuveld liggen. Ik volg de melodielijn van de viool en duidelijker dan ooit zijn er de graven en de stem van hen die er liggen, met de wind en de vroege zon erover.
Ik heb de muziek nooit zo gehoord, nooit zo geïnterpreteerd, ik vermoed ook niet dat Sibelius die gravenvelden kende en dat hij die beschrijven wou. Maar in werd er, ingaande op het you-tube-verhaal van een vriend - een beeldreportage van de streek waar hij woont, de Vlaamse Ardennen - werd ik naar het concert geleid, gleed mijn cursor erover, et la musique de Sibelius, le concerto, fut.
Ik heb het beluisterd, de muziek is passend tot het einde van de eerste beweging, het allegro moderato van het concerto. Voor mij is het duidelijk, als er ooit een reportage gemaakt wordt over de grafvelden rondom Ieper, zoals deze van mijn vriend over de Vlaamse Ardennen, dan is het de muziek van Sibelius die (het best) passen zou bij de beelden, want de muziek, in zijn aanhef benadert en onderlijnt de sfeer van een 11 novemberdag zoals wij die in het westen kennen, ook in Amerika denk ik, ook in Australië, ook in Canada. Het is de dood die verweven zit in de klanken
Trouwens, wat de kerkhoven betreft, ik ben er altijd door geïntrigeerd geweest, bezeten zelfs, vooral de oude, schijnbaar verlaten kerkhoven, zoals er zijn in Schotland midden in de velden of verscholen achter wat bomen of struiken. Zo is er een op het eiland Mull - te bereiken met de ferry van uit Oban - op de weg naar Fionnphort, waar je de boot neemt naar Iona, the holy Isle[1]. Een totaal verlaten kerkhof, schijnbaar althans; Ik ben er met twee vrienden Guy M. (+) en Jean)François C. een eerste maal gestopt, we hebben erin rondgelopen en ergens achter een steen lag er een marmeren vrouwenbeeld met een kindje op de arm, maar het hoofd ontbrak; Ik heb het beeldje laten liggen, waar het lag, tot ik er, twee of drie jaar later, met een andere vriend, Pierre H. er ben langs gekomen. Het beeldje lag er nog op, dezelfde plaats. Ik wou het laten waar het lag, maar Pierre zegde niet sentimenteel te doen
en stopte het in de koffer van de wagen. Het bevindt zich thans in de tuin van mijn dochter Ann.
Van een ander kerkhof, dichtbij het Giverny van Claude Monet, vond ik de scherven van een klein oud vaasje. Ik heb die meegenomen, heb de scherven gelijmd en het vaasje staat thans naast mij, ik bewaar er mijn drie vulpennen in, Twee die ik soms nog gebruik van de jaren zestig en een gekocht in Harrods, waar ik nooit met geschreven heb, maar toch bewaard.
Ik hou van die dingen, ze wijzen me op mijn leeftijd. Ik word er wijzer bij, gelatener, vooral op een dag zoals deze.
[1] Isle of Iona : the Birthplace of Celtic Christianity. Where Saint Colomba settled in 563 ad. To built Iona Abbey and spread Christianity to the Celts; Next to the Abbey you’ll find a small graveyard where 48 medieval kings are buried, including Macbeth. ( Bron, Google).
Ik zag het als mijn pelgrimstocht als Kelt als ik boven op de hoogste top van het eiland stond.
PS. De beschermengel op mijn blog van gisteren heb ik pas gisteren ontdekt om 20.20. Het is geen idee van mij geweest. Misschien was het de man die ik heb zien staan aan de vijver.
|