Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    19-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit noodzaak

    9 april

    Zonde uit noodzaak.

     

    .Ik schud me uit om een blog te schrijven, ik verbaas mezelf als ik er in slaag, vooral wanneer ik geconfronteerd word met de stugheid van geest waarover ik het had, gisteren dan. Het is echter een ontgoocheling als ik zie op welke wijze de Centrale Computer mijn woorden heeft overgebracht. terwijl mijn handelingen nochtans hun zelfde stramien volgden.

     

    Wat ik vandaag doe is zonde uit noodzaak, is breken met mijn wijze van leven over de laatste tien jaar. Ik zal wel  niet stilvallen, ik zal verder schrijven maar tot en met 20 april niet onder de vorm van een dagelijkse blog

     

    Het is niet zonder rijp beraad, dat Ik dit besloten heb, maar mijn dagelijkse blog slorpt te veel van mijn tijd op in de voormiddag - in de namiddag ben ik te leeg om te schrijven - tijd die ik nu gebruiken zal voor een even belangrijk werk dat al te lang is blijven liggen.

     

    Als alles zijn normaal verloop kent - si Dieu me prête vie wist men vroeger -lees je me terug op Paaszondag 21 april. Tot dan, vrienden, ik hoop dat je me niet vergeten zult.

     

    Mijn excuses hiervoor, indien nodig.


    19-04-2019, 18:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zonde uit noodzaak.


     

    Ik schud me uit om een blog te schrijven, ik verbaas mezelf als ik er in slaag, vooral wanneer ik geconfronteerd word met de stugheid van geest waarover ik het had, gisteren dan. Het is echter een ontgoocheling als ik zie op welke wijze de Centrale Computer mijn woorden heeft overgebracht. terwijl mijn handelingen nochtans hun zelfde stramien volgden.

     

    Wat ik vandaag doe is zonde uit noodzaak, is breken met mijn wijze van leven over de laatste tien jaar. Ik zal wel  niet stilvallen, ik zal verder schrijven maar tot en met 20 april niet onder de vorm van een dagelijkse blog

     

    Het is niet zonder rijp beraad, dat Ik dit besloten heb, maar mijn  blog slorpt te veel van mijn tijd en denkwerk op in de voormiddag - in de namiddag ben ik te leeg om te schrijven - tijd  en denkwerk worden nu gebruikt  voor een even belangrijk werk dat al te lang is blijven liggen.

     

    Als alles zijn normaal verloop kent - si Dieu me prête vie wist men vroeger - lees je me terug op Paaszondag 21 april. 


    Tot dan, vrienden, ik hoop dat je me niet vergeten zult.

     

    Mijn excuses hiervoor, indien nodig.

     


    09-04-2019, 05:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    08-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over wat was en niet was.


     

    Het is het uur van de confrontatie met de stijfheid van het lichaam en de stugheid van de geest, het ‘ceremoniële’ van elke dag waar ik niet aan ontkom. Ik hoef niet te zeggen waaruit dit bestaat, de stijfheid en de stugheid zijn er en ik moet er mee leven, ik moet me er uit bevrijden, er uit verrijzen, als een vuurvogel, schreef ik eens. 

    In feite, wat schreef ik nog niet nu ik hier terug tracht op te staan, een struggle om op een waardige wijze te overleven, het werk van elke dag, vooral  van elke morgen. Zeg ik, tot vervelens toe?  Wat onjuist zou zijn..

    En toch herbegin ik, zelfs als ik niets te vertellen heb, zelfs als ik beginnen moet met een blik op hoe het met mij is gesteld. Niet goed eigenlijk, niet om te gaan wandelen in de velden en te zien hoe alles open bloeit van de grassen tot de madeliefjes, tot de  struiken en tot de bomen en de luchten er boven, maar niet de bloei van het lichaam, de broosheid ervan wil ik toedekken met woorden.

    Zij vol mijn woord, zij van alle dagen van mijn leven. Wees mijn rijkdom, de enige die ik nog overhoud. Wek me op, laat me opstijgen tot de plaatsen die ik mijn leven lang heb willen bereiken, maar er niet ben in geslaagd. Mijn tijd is kort geworden, ik nader het punt dat ik besluiten moet en briljant is het niet. Zo, het zal me moeite kosten. Of, mijn woord, ware het niet beter het te verzwijgen, het toegedekt te laten en het mee te nemen als ik heen zal gaan?

    Joyce ook is er met geconfronteerd geworden, op zijn manier dan: 

    ‘There are sins or (let us call them as the world calls them) evil memories which are hidden away by man in the darkest places of the heart but they abide there and wait[1].

    En het gaat hem meer om wat ik niet deed dan om wat ik deed, wat het nog erger maakt:  sins, or evil memories for doing what I didn’t do. 

    Dit alles, deze morgen, zijn gedachten die opgedoken, meer uit de stijfheid en de ermee verband houdende pijnen van het lichaam - ik overdrijf hier want er zijn er andere bij anderen die ik ken - en minder uit de stugheid van de geest, die schrijvend zich heeft losgewrikt en zich heeft klaar gemaakt om de dag in te gaan. Zoals het licht , de helrode gloed van licht die oprijst achter de reuzen van bomen voor het raam. Mijn geest er deel van wil zijn en, mijn  hart, mijn moede hart, hem hierin volgen wil, altijd maar volgen wil. Hart en geest samen verrijzend zoals ik het vroeg. En zoals het elke morgen gebeurt.

    Tot mijn heil en mijn vergeten van wat niet was.



    [1] Uit zijn Ulysses. en het vervolg om te bewijzen wat literatuur vermag :

     

    ‘He may suffer their memory to grow dim, let them be as though they had not been and all but persuade himself that they were not or at least were otherwise. Yet a chance word will call them forth suddenly and they will rise up to confront him in the most various circumstances, a vision or a dream, or while timbrel* and harp soothe his senses or amid the cool silver tranquillity of the evening or the feast at midnight when he is now filled with wine. Not to insult over him will the vision come as over one that lies under her wrath, not for vengeance to cut off from the living but shrouded in the piteous vesture of the past, silent, remote, reproachful.

     

    *a bible word for tambourine.


    08-04-2019, 08:13 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over wat niet was.


     


    Het is het uur van de confrontatie met de stijfheid van het lichaam en de stugheid van de geest, het ‘ceremoniële’ van elke dag waar ik niet aan ontkom. Ik hoef niet te zeggen waaruit dit bestaat, de stijfheid en de stugheid zijn er en ik moet er mee leven, ik moet me er uit bevrijden, er uit verrijzen, als een vuurvogel, schreef ik eens.


    In feite, wat schreef ik nog niet nu ik hier terug tracht op te staan, een struggle om op een waardige wijze te overleven, het werk van elke dag, vooral  van elke morgen. Zeg ik, tot vervelens toe?  Wat onjuist zou zijn.


    En toch herbegin ik, zelfs als ik niets te vertellen heb, zelfs als ik beginnen moet met een blik op hoe het met mij is gesteld. Niet goed eigenlijk, niet om te gaan wandelen in de velden en te zien hoe alles open bloeit van de grassen tot de madeliefjes, tot de  struiken en tot de bomen en de luchten er boven, maar niet de bloei van het lichaam, de broosheid ervan wil ik toedekken met woorden.


    Zij vol mijn woord, zij van alle dagen van mijn leven. Wees mijn rijkdom, de enige die ik nog overhoud. Wek me op, laat me opstijgen tot de plaatsen die ik mijn leven lang heb willen bereiken, maar er niet ben in geslaagd. Mijn tijd is kort geworden, ik nader het punt dat ik besluiten moet en briljant is het niet. Zo, het zal me moeite kosten. Of, mijn woord, ware het niet beter het te verzwijgen, het toegedekt te laten en het mee te nemen als ik heen zal gaan?


    Joyce ook is er met geconfronteerd geworden, op zijn manier dan:


    ‘There are sins or (let us call them as the world calls them) evil memories which are hidden away by man in the darkest places of the heart but they abide there and wait[1].


    En het gaat hem meer om wat ik niet deed dan om wat ik deed, wat het nog erger maakt:  sins, or evil memories for doing what I didn’t do.


    Dit alles, deze morgen, zijn gedachten die opgedoken, meer uit de stijfheid en de ermee verband houdende pijnen van het lichaam - ik overdrijf hier want er zijn er andere bij anderen die ik ken - en minder uit de stugheid van de geest, die schrijvend zich heeft losgewrikt en zich heeft klaar gemaakt om de dag in te gaan. Zoals het licht , de helrode gloed van licht die oprijst achter de reuzen van bomen voor het raam. Mijn geest er deel van wil zijn en, mijn  hart, mijn moede hart, hem hierin volgen wil, altijd maar volgen wil. Hart en geest samen verrijzend zoals ik het vroeg. En zoals het elke morgen gebeurt.


    Tot mijn heil en mijn vergeten van wat niet was. 

     



    [1] Uit zijn 'Ulysses'. En het erop volgende, om te bewijzen wat literatuur vermag :


    ‘He may suffer their memory to grow dim, let them be as though they had not been and all but persuade himself that they were not or at least were otherwise. Yet a chance word will call them forth suddenly and they will rise up to confront him in the most various circumstances, a vision or a dream, or while timbrel* and harp soothe his senses or amid the cool silver tranquillity of the evening or the feast at midnight when he is now filled with wine. Not to insult over him will the vision come as over one that lies under her wrath, not for vengeance to cut off from the living but shrouded in the piteous vesture of the past, silent, remote, reproachful.

     

    *a bible word for tambourine.

     

    08-04-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Da Vinci in de abdij van Tongerlo


     

     

    Een e-mail van Artdependence Magazine die ik regelmatig ontvang en regelmatig open, brengt me een totale verrassing: ‘The full story behind Leonardo’s Last Supper’, in een artikel van Christina Esquerra van 4 april 2019. Ik waag niet het artikel van Christina Esquerra volledig over te nemen, maar ik houd het ter beschikking van al wie interesse heeft. Ik denk ook dat je het vinden moet op Artdependence Magazine via Google.


    Het verhaal, ingekort, komt hier op neer dat Lodewijk de XIIde het ‘Laatste Avondmaal van 1495 heeft gezien in de Basilica di Santa Maria della Grazie in Milaan[1], dat hij opdracht heeft gegeven het weg te nemen van de muur en het naar Parijs over te brengen maar dat de fresco niet te verwijderen was en dat er toen een kopie werd geschilderd op canvas. Na de dood van Lodewijk de XIIde, werd het schilderij op doek te koop gesteld en werd het gekocht door de abt van de Abdij van Tongerlo waar het zich nog altijd bevindt, maar echter dringend moet worden gerestaureerd.


    Je vindt alle gegevens hierover bij Google, ‘Abdij van Tongerlo’. De Amerikaanse kunstcriticus, Jean-Pierre Isbouts heeft een fundraisingcampagne gelanceerd voor de restauratie van het werk, hiervoor is 500.000 € nodig. Al twaalf Vlaamse bedrijven en organisaties zouden interesse getoond hebben. 


    Jean-Pierre Isbouts, National Geography, schreef een boek en maakte een film over het werk van Da Vinci, hij vertelt hierover aan Christina Esquerra, dat het werk van Leonardo revolutionair was:


    ‘Up to that point artists depicted the Last Supper as the institution of the Eucharist, the Christian mass. In Ghirlandaio’s versions of the Last Supper, for example, you have Christ breaking bread - which in itself is not a very interesting thing to depict - while the Apostles sit there not doing anything. 

    Leonardo comes into the genre wanting action, drama. Thus, he breaks with the iconography of the Last Supper as the institution of the Eucharist and depicts the moment in the gospels when Jesus says: “one of you will betray me.” This bombshell announcement brings all these different human responses into the work.

    It was a radical change, and it made everyone at the time want to have a print copy of the work. According to Leo Steinberg the Last Supper was probably one of the first illustrations in history that enjoyed wide distribution. It kept Leonardo’s memory alive. 

    Artdependence toont een belangrijk detail in het doek, Johannes neigend naar Petrus, die aan ‘Johannes’ de vraag stelt wie is het die Jezus gaat verraden. Ik trachtte de foto over te nemen op mijn blog maar ben er niet in geslaagd. Hierop is evenwel heel duidelijk te zien dat de Johannes een dame is, niemand minder dan Maria Magdalena, een van de twaalf apostelen op het doek. Er is geen twijfel mogelijk en toch wil men het niet zien, toch blijft men het hebben over Johannes, als de leerling waarvan Jezus het meest hield.

    Ik denk dat dit, nu het werk terug in de belangstelling gaat komen naar aanleiding van de 500 ste verjaardag van de dood van Leonardo, 1452-2 mei 1519, ook het boek van Dan Brown gaat te berde komen, dat dit voor de Kerk geen goede zaak wordt, misschien wel voor Jezus.




    [1] Van deze fresco, schrijft het Nieuwsblad dat er ook een artikel aan wijdde, is vandaag nog slechts 20 percent zichtbaar door pigmentvervaging, aldus Isbouts. ‘Het is Isbouts die tot zijn verbazing de internationaal nauwelijks bekende kopie ontdekte in de abdij van Tongerlo. De figuren van Johannes, links van Jezus op het werk en Jezus, midden op het werk, zijn zelfs allicht door Da Vinci zelf geschilderd, want die zijn gemaakt zonder schets eronder. De 45 vierkante meter grote replica hangt al sinds 1545 in de abdij.


    07-04-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar we staan




    Het is niet aan mij om te zoeken naar een meer inhoudelijke vorm van geloof, als ik hoor dat hier nog slechts 5% van de bevolking regelmatig op de dag des Heren, of zelfs, zoals het nu gebeurt, op de dag ervoor, het misoffer bijwoont. Voor de Kerk is dit een stilaan sterven als ik er aan denk hoe het vroeger was in mijn jeugd, toen er de zondag, een sliert van mensen, velen met de missaal onder de arm, te voet op weg waren naar de zondagmis.


    Het is me duidelijk dat twijfelgedachten, gestoeld in het dogmatische, onze Westerse wereld hebben gebracht tot waar we ons thans bevinden: losgeslagen en ontheemd, zoekend naar nieuwe begrippen en nieuwe formules. Zoekend naar een nieuw paradigma, vertaald naar onze tijd toe, een totaal nieuwe horizon die aanvaard kan worden zowel door gelovigen als niet-gelovigen.


    Als ik dan terugvind in mijn geschriften van 2012, dat 35% van de leerlingen in de Gentse stadsscholen Islamlessen volgen tegenover 30% die moraal volgen en nog amper 26% die katholieke godsdienstlessen volgen - ik haalde dit uit een artikel van De Standaard van 10 februari 2012 - dan ril ik en ik kijk vooruit. Vraag ik me af welke de gevolgen zullen zijn vijftien à twintig jaar verder. Want wat geldig is voor Gent zal het wellicht ook zijn voor heel wat steden in dit land.


    Ik lees ook dat de Amerikaanse filosoof en neurowetenschapper, Sam Harris, in zijn boek, ‘Het morele Landschap’, ‘The moral landscape’,- een boek van 2010 - schrijft, en ik deel zijn vrees, dat Europa het gevaar loopt om weldra een ‘kalifaat’ te worden, en betoogt hij verder, dat we onderweg zijn naar een mondiale moraal, waarvoor we, aldus Harris, geen transcendente God nodig hebben. Maar dan heeft hij het verkeerd voor, dan heeft hij zonder de Islam gerekend. Hun God gaan ze nimmer afgeven, integendeel ze zullen ons de keuze niet laten, ze zullen hem ons opleggen als de enige.


    Wat ik hier schrijf is een wanhoopskreet. We hebben altijd getracht  ons los te wrikken van een God die zogezegd tussenkwam en blijft tussenkomen hier op aarde, er zijn hiervoor in zijn naam, oorlogen en wrijvingen genoeg geweest en er zijn er andere op komst als het zo verder gaat.


    Ik stel me dan ook de vraag wat er gebeuren zal met het 'Laatste Avondmaal ' van Da Vinci, een mijlpaal in de christelijke geschiedenis - dit is voor morgen! - of, het ‘gerestaureerde’ Lam Gods van Van Eyck. In welke wereld zullen deze  werken en vooral dan onze klein- en achterkleinkinderen   terecht komen?


    We doen iets voor de natuur om ons heen, maar wordt er ook ernstig gedacht aan wat ons te wachten staat op sociaal, intellectueel, cultureel en religieus gebied?


    Wordt er gedacht aan wat ons te wachten staat als die 35% gaan uitzwerven in zovele gezinnen?


     


    06-04-2019, 08:59 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bloessems




    Ik wordt belaagd door het woord, belaagd door de boeken in de kamer. Ze dringen zich op, ze vragen om ingezien te worden. Toch ignoreer ik ze, ik laat ze want ik weet dat als ik me laat verleiden ik terecht kom in een andere wereld die me verwijdert van het dagelijkse dat ik vandaag heel bedeesd en vluchtig wil houden.


    Ik denk in deze dagen dikwijls aan een haiku, een kort gedicht dat ik zie als een haiku maar niet beantwoordt aan de regels ervan. Het gedicht gaat over een Chinese dichter die buiten op het terras, over zijn boek op de tafel, in slaap is gevallen - het overkomt ons allemaal - en als hij wakker wordt, je raadt het, hij bedekt is met kersenbloesems. Het is een beeld dat ik koester, omdat ik die dichter wil zijn. Omdat ook ik in slaap wil vallen op een boek, bedekt wil worden met om het even welke bloesem en blijven zo, ingeslapen voor altijd. Een vriend zou er over schrijven:


    Toen, hij was al van jaren, heeft hij zijn oud Frans boek op zij geschoven, heeft hij zijn hoofd gelegd op zijn beide armen op tafel en is hij ingeslapen, terwijl het stil bloesems regende en hem en het boek toe dekten en dit voor altijd. Zo we hem gevonden hebben, zo hij is heengegaan.


    Het kan gebeuren, niets is meer veelzeggend wanneer de kerselaars in bloei staan. Herinner je de bloesems in de film ‘The last Samoerai’,  is er iets poëtischer en, is het geen eigenschap van de poëzie alles aan te kunnen: de tijdspanne van de bomen in bloesem te vergelijken met de tijdsspanne van het leven. Een passage in de film, het hoogtepunt van wat poëzie kan zijn.


    Zo gebeurde het ooit dat ik de wagen had geparkeerd onder de Japanse kerselaars in bloei. Dat het, terwijl ik binnen was, plots hevig was gaan regenen en toen ik terug naar de wagen kwam, was deze niet meer wit maar roze, bekleefd met kersenbloesems. Ik reed weg, het venster open, een gelukkig man, door de straten van de stad. De mensen keken verrast en sommigen applaudisseerden zelfs.


    Het zijn kleine, tere zaken die gebeuren kunnen als het lente is en het regent en je hebt een witte Citroën die je achteloos parkeert onder de Japanse kerselaars in bloei, en er een plotse regenbui is met veel wind, en dit op een dag dat je pas een haiku hebt gelezen over een dichter die bij het lezen van een boek in slaap gevallen is, en  in zijn slaap met bloesems wordt bedekt.


    Een verhaal om eeuwig te vertellen en zich eeuwig in te beelden. Je weet het wel als een ijdele hoop maar je houdt het een paar tellen, voorbijgaand, amper wezenlijk als het moment van de bloesems. Amper wezenlijk ook mijn betrachten - in feite zijn dit grote momenten - jullie te bedekken, jullie te omwikkelen met woorden die roze bloesems willen zijn. Soms, lukt het me, soms niet, soms zijn ze helemaal niet roze, maar altijd zijn ze, het oordeel van een teruggetrokken  bloesem-mens die groot wil doen, woorden rondstrooiend waarvan hij hoopt dat ze door velen zullen gelezen worden, wat echter niet het geval is.


    Ik schrijf dit neer, en eens geschreven neem ik er afstand van. Is het niet meer mijn zaak, is het de zaak van wat roze bloesems meegevoerd door de wind en de regen en neergekomen over jou, ingeslapen op het boek onder je armen, zoals bij die Chinese dichter, duizend jaar geleden.

     


    05-04-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een leven lang.


     

    ‘Klara’ vroeg in de morgen: ik dacht Eric Satie maar het was Maurice Ravel, de soms lichtvoetige, de speelse. Kon ik maar, even maar, die speelsheid laten binnen dringen in mijn woorden, ik zou me er goed bij voelen, vernieuwd, verjongd, maar het is een wereld die ik verloren waan, waar ik aan voorbij ben gegaan, nu een lange tijd al. Ik vraag me zelfs af of ik die ooit gekend heb. Ik zat en zit nog altijd waar Pessoa zijn dagen doorbracht, in de wereld van de ongerustheid. De wereld van het wankele, het onzekere, waarin ik telkenmale op het punt stond te verdolen, maar er toch ben uitgeraakt, heelhuids dacht ik, maar zekerheid heb ik niet.


    Maar in de speelse lichtheid - zo voelde ik het toch - van de Ravel[1] vanmorgen bezit ik niet meer, het zijn de jaren. Het is, al is het amper een begin van lente, de herfst neigend naar de winter zelfs die er met vlagen al is. Ik geraak er moeilijk uit, dan toch de laatste dagen niet, een soort van voorgevoel dat me omkneld, zoals een begin van stijfheid in mijn rechterknie die storend is voor mijn evenwicht.


    Aanzie me niet als staande aan de Klaagmuur. Het is maar dat ik me tonen wil, onhandig in lichaam en in geest, wat blijken moet uit wat ik achterlaat als een spoor van wie ik ben.


    Ik was gisteren aan de vijver, de openheid van het land als een balsem. Ik voelde het licht op mijn handen. Ik zag de meidoorn, de wilde kerselaar ‘als met late sneeuw bedekt’ - T.S.Eliot - maar ik voelde niet het licht binnen in mij. En de woorden die ik zocht kwamen niet, een stugheid die hangen bleef. Alsof ik de lente niet herkennen wou, niet voelen wou in mijn doen en laten.

    Ik voelde me goed toen het regenen ging, toen de wind en de regen de witte bloesems meenamen waar ze een tijdje drijven bleven op het water, liggen bleven in het gras aan mijn voeten. Hoe ik ooit van een lichtheid was weet ik niet meer; hoe ik ooit van het grote leven was, weet ik niet meer; hoe ik er toe gekomen ben duizend pagina’s vol te schrijven evenmin. Weinig weet ik nog hoe het ooit was. Alsof er een laken van stilte over mijn herinneren lag.


    Ik voel, nu de woorden komen, beter hoe het gisteren was. De woorden die zich ergens in mij hadden opgestapeld die ik nu teruggevonden heb, na Ravel te hebben gehoord. Misschien was Ravel zelfs niet nodig geweest, stonden ze te trappelen, klaar om genomen te worden door de eerste de beste die er langs kwam, die ik was, gelukkig. Een bevinding die ik opgetekend wou om te bewaren voor een later of voor wie er naar luisteren wil, al zijn ze weinig talrijk die me lezen nog.


    Zo worden mijn dagen uitgeklaard. Wat van gisteren was, ook van vandaag is en ook van morgen, als het weer eens ochtend is: een snoer van uren en momenten aan elkaar geregen.


    Een leven lang.


     



    [1] Maurice Ravel: ‘Le Tombeau de Couperin’, deel 3 Forlane, Piano Julien Libeer.


    04-04-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gedacht en niet geschreven wordt



     

    Old men ought to be explorers

    Here and there does not matter

    We must be still and still moving

    Into another intensity

    For a further union a deeper communion[1]

     

    Wat ik, ‘old man’ maar al te graag interpreteer als een dieper binnen dringen in het mysterieuze van leven en sterven, om te komen tot een grotere levensintensiteit, en een grotere verbondenheid met het minuscule als met het immense: ‘explorer’ zijn tot in het ongerijmde. Mijn blog van elke dag is er het bewijs van.

    En ook: ‘we must be still and still moving’. We moeten rust zijn en altijd geestelijk in beweging. Zoals we lezen in logion 51 van het evangelie van Thomas[2]

    Si l’on vous interroge:

    Quel est le signe de votre Père qui est en vous?

    Dites-leur

    C’est à la fois un mouvement et un repos.

     

    In het boek ‘Infinite in all Directions’, van Freeman Dyson had hij gelezen over Socinus, een Italiaanse ‘heretic’ die leefde in die hoogst gevaarlijke (althans voor hem) XVIde eeuw. Socinus waagde het te beweren: ‘that God learns and grows as the universe unfolds’.

    Of God, het Al dat is, nog iets te leren heeft betwijfel ik, maar dat Hij zich openvouwt in de zoekende mens, wil ik graag aanvaarden omdat de mens aldus dichter komt tot het beeld dat het Al wilt dat de mens heeft ervan. Er zijn dus duidelijk twee dimensies, de dimensie in rust van het Al dat tijdloos is en de dimensie in beweging van het Al in de mens. 

    Het korenveld van Van Gogh, en de manier waarop het geschilderd werd komt voor mij neer op de beweging van het Al in de mens Van Gogh. Toen hij het korenveld schilderde, was het niet de sukkelmens Van Gogh die schilderde, het was de substantie van Van Goghs geest die schilderde. Hij geloofde, huizenhoog, dat wat hij deed waardevol was, dat wat hij schilderde het teken was van de geest van het Al in hem. In dit aspect alleen was hij een groot schilder die zijn tijd een generatie voor was. En hij wist het, hij wist dat hij zichzelf verloor telkens hij aan het schilderen ging, dat hij het niet was die schilderde maar de geest in hem die bezig was tot alles gezegd was wat hoefde gezegd. Daarna, de fractie tijd erna realiseerde hij zich de mens die hij was, geconfronteerd met alle ongemakken niet alleen deze van zijn lichaam, maar het meest deze van zijn bestaan als onsuccesvol, onbegrepen, schilder.

    Zo het korenveld verdween en Van Gogh verdween uit de zichtbare, tastbare wereld, en een nieuw korenveld is opgerezen en een nieuwe, nu begrepen Van Gogh is opgestaan dankzij het zich in de mens openvouwend Al. Van Gogh aldus te zijn, hoe minimaal ook, het spiegelbeeld van de levende, groeiende bewegende van het Al in de mens. (Noteer terloops dat er zijn die een boek schreven over het ‘Het’. Ik schrijf hier over het Al.)

    Het is duidelijk, de dode Van Gogh leeft. Hij leeft in de geest van zijn doeken die zijn naam uitademen, hij leeft in de geest van hen die voor zijn doeken staan, hij leeft in de geest van zij die die bewuste namiddag aan zijn graf en dit van zijn broer Theo stonden geschaard, terwijl het licht verzwakte, terwijl het regenen ging over hun graf, terwijl het regenen ging over de velden, over Auvers-sur-Oise en over de weg, langs waar hij die middag - het was in juli - met zijn schildersmateriaal op de rug en een zwaar iets in de zak, voorbij was gekomen.

    Zo, het korenveld en de woorden van mijn blog, vermengen zich. Mijn laatste regel, is zijn laatste penseeltrek, misschien was het de laatste grote kraai die hij tekende. En hij wist toen, na de laatste kraai, wat er gebeuren ging. 

    Ettelijke malen heb ik getracht de laatste gedachten van Van Gogh te achterhalen: des nachts als de slaap niet kwam, des morgens bij het eerste licht dat binnenviel. En telkens meende ik dat ik, dichter en dichter bij de realiteit van het gebeuren kwam, alsof het mijn gebeuren was. Maar de gedroomde tekst is de perfecte tekst, precies omdat hij niet geschreven of niet werd gedacht. Dit wist Fernando Pessoa maar al te goed als ik lees bij hem:

    J’ai composé tout en me promenant, bien des phrases parfaites dont je ne me rappelle pas un mot, une fois rentré chez moi. La poésie ineffable de ces phrases tient-elle à tout ce qu’elles ont été, un bref instant, ou bien, au contraire, au fait même qu’elles n’ont jamais été?[3]

    En ik heb niet vertaald wat al een vertaling was.



    [1] T.S.Eliot: Four Quartets, East Coker, 200-206

    [2] L’Evangile selon Thomas, Editions Metanoia, 1975

    [3] Fernando Pessoa : Livre de l’Intranquilité.


    03-04-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En toen was er Van Gogh.



    Er is geen vreugde vandaag om wat ik doe of laat, er is bij momenten enkel de toonloosheid van al wat is en van al wat komen gaat. Ik vraag niets, ik hoop op niets, ik ben maar wat te zijn.


    Ik  denk dat ik de kracht niet meer heb, het inzicht niet meer om me er tegen te verzetten. Het overviel me gisteren, de nacht heeft geen raad gebracht en het is blijven hangen tussen de plooien van de uren. Wat zal  ik vertellen over de tijden die waren als er geen tijden meer zijn die zijn. Niemand zegt ooit hoe het met hem is gesteld, niemand geeft zich ooit volledig bloot, de diepste roerselen van de ziel blijven geborgen, je neemt die mee in je graf.


    Vincent Van Gogh had er een antwoord op. Hij schilderde in Auvers-sur-Oise, zijn ‘Champ de Blé aux Corbeaux’: het rijke leven dat zich uitte in zijn kleurenpalet, hier een vol geel, rijpend korenveld onder een dreigende lucht, met een zwerm slungelige kraaien. En het was, toen het af was, dat het schot afging dat echoën bleef tot bij ons en hij, gewond, is teruggekeerd en gaan neerliggen is in dat kamertje in ‘l’auberge Ravoux’, om er te sterven in de geuren van zijn schilderwerken waarvan toen, niemand wou, de tijd ervan nog niet gekomen zijnde.


    Niet dat dit een voorbeeld is, wel hoe het gebeuren kan dat op een gegeven ogenblik de radeloosheid toeslaat en je er toe gedwongen wordt afscheid te nemen met een pas geschilderd korenveld vóór het onweer losbarsten gaat. Hij had, lang genoeg geleefd om niet meer vergeten te worden.


    Je stond in dat onooglijk kamertje met het bed en de stoel. Je stond ook aan zijn graftombe die hij deelde met zijn broer, Theo. Het was een namiddag in de lente naar de avond toe en het regende, een stille lenteregen, onhoorbaar. Je bent gewandeld tot de plaats in de velden waar het korenveld zou geweest zijn, met op de hoek van het veld, onder glas, een afbeelding van het schilderij. En het regende, om je het te blijven herinneren aan het gevecht met zich zelf dat hij daar moet gestreden hebben, schilderend in een furie, om te besluiten, de kraaien er boven, terwijl de dood hem omcirkelde en bezit van hem nam. Evenwel niet van zijn werken.


    Hoe komt men er toe moe geschilderd te zijn  en geen ontfermen meer te willen kennen. Hoe denkt men eraan, de trekker over te halen, zo maar?


    Ernest Hemingway in zijn ‘For whom the bell tolls’ heeft het over zijn vader die ook de trekker had overgehaald en over de revolver die hij in het meer heeft gegooid. Hij schrijft ook  in zijn boek, zo iets zou hij nooit doen. En toch, later, als de leeftijd hem bij het strot hield, heeft hij het toch gedaan. Ik ken er niet de omstandigheden van, maar wat ook, hij respecteerde niet wat hij geschreven had. Zullen we het hem vergeven?


    De wegen van de levende mens zijn ondoorgrondelijk, evenzeer die van de stervende. Fernando Pessoa juist voor zijn vertrek, vroeg zijn bril om er mee te sterven. Dacht hij die te gebruiken waar hij aankomen zou, of was het een van zijn laatste troeven die hij uitspeelde?


    Hem vergeven we het zeker.  

     


    02-04-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Er zijn van die dagen.


     

    De reis gaat verder, ik ontdoe de dagen van hun naam, zie hoe het licht de dingen tekent en hoe de dingen me benaderen, niets is wat er de vorige morgens niet was, een vlucht duiven misschien, de roep van de overvliegende aalscholvers misschien, maar onvermijdelijk is er het schrijven dat me wacht, het gebeuren dat zich onveranderlijk opdringt.


    Denk ik dan: man je gaat er aan ten onder, op een dag zul je vertrekken zonder aan te komen, zul je onderweg ergens steken blijven, in het midden van een zin, in het midden van een woord zal je adem stokken en wie zal dan verder schrijven de luchten in, de dagen verder, de maanden naar december toe?


    Ademnood is schrijversnood, je weet wat het is maar je schuift het op zij. Je denkt, het is nog niet voor mij bestemd, toch niet vandaag, morgen kan het of de dag erna, maar niet vandaag, niet nu, het ogenblik van dit eeuwige, opstandige nu, van het zijn in het nu ogenblik, er in opgetild, er in vastgezet en weer losgelaten, keer op keer in een volgend nu.


    Wachtend op het woord is je dag zoals hij gisteren was en toch ook  niet want je wachten is niet wat het gisteren was. Het is een aaneenschakeling van verschillende wachten, de dag door, de nacht in.


    Hoe je leeft is hoe je bent, losgeslagen of bepaald in wat je dacht en  hoe je er waart op ingesteld. Je torent er niet boven uit, je bent geen feniks, je ploetert maar wat in je woorden om in leven te blijven, nog niet te vergaan in ledigheid. Je wilt strijdend ten onder gaan. Een ijdele gedachte waar geen mens beter van wordt en, rust is je niet gegund, geen sikkepit, de tijd is er om gebruikt te worden niet om ingeslapen rond te lopen. En als het zo is, als je het zo zeker weet, waarom klaag je dan?


    Jij zelf hebt het opgezocht, het is niet naar je toe gekomen, het heeft niet gezegd, ik ben hier je hebt me te nemen, neen, je interpreteerde als een must, de uitdaging die plots is opgerezen uit de bladzijden van een boek. Trouwens, vraag je nu maar af, wie je zou geweest zijn ware dat boek er niet geweest: een arme sterveling. Niet dat je er nu beter aan toe bent, maar je hebt toch iets dat een houvast is om mee binnen te varen in de zee van dagen over jou. Stel, dat het er niet ware geweest: je dagen leeg, hoogstens gevuld met de woorden van anderen om naar op te kijken. Nu heb je het voorrecht op te zien naar de woorden van jezelf, de woorden die er waren, die er altijd zijn geweest in de wereld om je heen.


    Denk, dat je uit de massa opgerezen bent om woord te zijn, in de schaduw weliswaar van de groten van de aarde en je weet, de plaats van nu is de plaats die je was voorbehouden, het licht van hen heb je niet bereikt, al wou je wel, al lag het in je betrachten, in de wijze waarop je je hebt ingezet en je je hebt opgesteld. Maar meer was niet voorzien voor jou in het Boek dat van het leven is.


    Je kunt vergaan in deze leuze, geen ‘plus est en vous’, maar, contentez-vous de ce qui est en vous’ want meer bereikt je niet en houd dit je voor gezegd.


    Wat is er van de dag van 1 april, waar je de zotten brengt waar je maar wil. Ik ben niet zo ver gegaan. Ik ben gebleven binnen de openheid van het nu ogenblik dat ik uitgerekt heb tot het uiterste punt ervan om het volledig leeg te halen. Een soort gebed tot de Heer, of de Dame, of het Zijn van het Universum.


    Ik voel me er niet goed bij. Er zijn van die dagen.


    01-04-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verwondering.



    Klara vraagt me elke dag verwonderd te zijn en ik doe mijn best om, zelfs verwonderd te zijn over mijn verwondering er nog altijd te zijn. Dit met een knipoog naar het leven toe. Al weet ik niet  wat het ‘leven’ is noch wat het is ‘te leven’. Maar de verwondering ken ik, het is helemaal niets nieuw, ik schrijf er dagelijks over of alludeer er op. In feite, en men begrijpe me niet verkeerd, wil ik zelf verwondering zijn over wat ik schrijf. Ik was dit wellicht toen ik meende te mogen opstellen dat er  nooit een schepping is geweest en ga maar verder.


    Is het aanstellerij, is het allesbehalve nederigheid, is het zo maar iets uitgekraamd op goed valle het uit? Wie zegt het me als ik het niet zeggen zou, zelfs met overtuiging dat het niet zo is.


    Mijn kameraad van vele jaren aan de zee in San Juan Alicante, sprak me over wat hij wist wat de zee betekende als hij er was met mij, en zelfs, als hij er alleen was, hij er een sterk gevoel had dat ik er was en dat hij spreken kon met mij, soms luidop, zegde hij, maar meestal in gedachten. Zelfs als hij thuis was en er neer zat in de tuin, of er rondliep dacht hij aan de ogenblikken dat we samen waren daar op die plaats op de rotsen met de zee voor ons, immens tot aan de einder, immer aanrollend tot aan onze voeten. Hij had dat gevoel niet met zijn echtgenote, hij had dit enkel met mij als we er zaten en als we spraken over wat er was in de wereld; zelfs als we er waren, zwijgend, gevangen in gedachten. Hij sprak me over het wonder dat de vriendschap is. Hij was enkele jaren ouder dan ik maar ik voelde even goed wat hij voelde over het wonder van het ‘vriendzijn’. Hij is heengegaan na een korte ziekte. Ik heb hem toegesproken als hij opgebaard lag tijdens de mis in de kerk. Ik heb hem verteld hoe ik me voelde bij hem, naast elkaar gezeten, soms met een boek in de hand en wat het is een vriend die heen gaat. Hij was een gelovig man, al spraken we er weinig over, maar. Ik ,wist het omdat ik hem bezig zag in de kathedraal in Alicante waar we elke zondag de mis bijwoonden. Hij sprak me dan over ‘zijne’ moeder, die een heilige was, wist hij, die heel wat had meegemaakt in haar leven.


    We zagen elkaar enkel daar aan de zee en de rotsen in San Juan, op een plaats ‘Cabo de las Huertas’, de Kaap der Tuinen. In Vlaanderen woonden we op een boogscheut met de wagen van elkaar, maar we zochten elkaar niet op alsof we verschillende personen waren hier in dit land. Maar eens, ginds op de rotsen aan zee, waren we ingesteld op elkaar, de zee was de sacrale band die ons samenhield.


    Verwondering dus over wat van de vriendschap is tussen twee mannen op leeftijd. Na de wandeling, op een terras een koffie drinkend, of een biertje, of een glas wijn, of, uitzonderlijk op grote momenten, een ‘Carlos primero’ brandy. Moments of happiness, we kennen ze. Verwonderd zijn over die momenten van geluk die lijk lentebloesems vallen over ons.


    Ik weet dat hij ginds op die bijzondere plaats aan zee, wacht op mij, zoals een vader die wacht aan de hemelpoort op de komst van zijn zoon. 


    31-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het zijn van de tijd zelf



    Er is een zeker spanningsveld als ik het einde van de maand benader. Een terugblik ook, een afwegen van wat eens te meer voorbij is, een deel dagen, zijnde ditmaal een vierde van het jaar. Het is ook een nieuw vertrek in een nieuwe ruimte van tijd die zich openen gaat. Ik hoop dan telkens op een verse bevruchting van de geest door wat ik ontmoeten zal op mijn weg, nu ik meer en meer gekluisterd word aan binnenwegen.


    Een vriend, een paar dagen geleden bracht even mijn hoofd op hol toen hij met vuur sprak over de beroemde 38 fresco’s van Giotto illustrerend het leven van Maria, die zich bevinden in de Capella degli Scrovegni, gelegen in de Giardino dell’Arena in Padova. Hij zegde me dat hij deze driemaal heeft bezocht, wat veel betekenend is. En ik, zoals hij erover uitweidde, benijdde hem, als ik eraan dacht, in plaats van de kunststeden te bezoeken, ik me offerde aan de bergen van de Valais, en ik dus weinig meer te vertellen heb dan wat ik van de bergen daar heb overgehouden. Mijn vervoering was van een totaal andere aard, ze kende niet het verheffende van wat de mens vermag, wel het verhevene van wat de natuur vermag. Hij genoot en ik onderging. Ik weet wel dat je, zoals je niet alle boeken lezen kunt, je ook  niet alle kunstwerken kunt zien, dat beperking de regel is, maar ik weet toch dat mijn beperking overmaats is als ik vrienden hoor vertellen over hun bezoek aan de Hermitage in St.Petersburg of de kastelen van Tsjechië, of de fresco’s van Giotto. Ik voel me dan a poor man teruggetrokken en onder zegel geplaatst.


    Hoe kom ik eraan me te storen hiermede. Heb ik Giotto niet bezocht ik heb toch in Frankrijk de gotische kathedralen bezocht, ik heb er toch de romaanse kerken bezocht en ik heb toch gezocht te verklaren waarom uit het romaans de gotiek is gekomen, zoals uit de Bijbel de Verlichting is ontstaan. Heb ik dus de schilderijen van de Hermitage, heb ik Giotto niet meegenomen in de bergen, ik had er toch de bergen zelf en al wat er mee verband houdt en er is immens veel te beleven wat die aangaat. Weliswaar je bent er anders, zoals je altijd anders bent eens weg van huis, eens weg, in ouderdom gegroeid, uit het landschap van je jeugd. We spreken er nog over, we halen terug wat nog terug te halen is, ook:


    The bitter apple and the bite in the apple.

    And the ragged rock in the restless waters,

    Waves wash over it, fogs conceal it;[1]


    We hebben te leren aanvaarden het leven dat was en zoals het was in al zijn schakeringen, zelfs deze die we blijvend afdekken willen, verbergen willen in een laag van mist. Er is toch geen ontkomen meer aan want, Time the destroyer is time the preserver.


    Zo zijn we nu eenmaal ingesteld, het verleden weegt op het heden en het heden tracht er zich voortdurend van te ontdoen. In de mate dat we er in slagen beleven we het heden, het nu dat van het ogenblik is en enkel van het ogenblik zelf . Dit is de grote kunst die weinigen bezitten, en het is nu eenmaal ook zo dat je met de jaren meer en meer terugblikt op wat was, dan op wat nog komen gaat. Wat er tussen ligt blijft meestal achterwege. 



    [1] T.S.Eliot: ‘Four Quartets, ‘The dry salvages’, vers 117-119 en 115


    30-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het zijnde in potentie



    De eerste zin die me te binnen valt is altijd  toonaangevend. Ik dacht eraan dat wat ik schrijf een lappendeken is van teksten die komen en gaan en afhankelijk zijn van het ogenblik zelf dat ik ga neerzitten. Na zovele jaren wordt het dan een warboel te weten wat ik al schreef en hoe ik het schreef en hierbij is het onvermijdelijk dat ik me herhaal.

    Dit was gisteren het geval, toen ik Paul Davies’ boek in de hand hield en ik ging herlezen wat ik onderlijnd had en hierin mijn inspiratie vond. Het is het geluk dat ik heb, dat ik altijd bij het lezen, het voor mij meest opvallende heb aangestipt. Het zijn zinnen die het boek schragen en mijn gedachten voeden. Zo gaat het nu eenmaal in het leven. We bouwen verder op wat we vinden bij anderen, of we voegen er iets aan toe, of, wat ook gebeurt, we breken het af of zetten het in een andere coloriet. Hier is geen ontkomen aan.

    Maar hoe arm zouden we niet zijn indien we elke dag vertrekken zouden van uit het niets, van uit een leegte, een donkere holte, zoals voor velen het Universum is ontstaan. Geloof hen niet, zoals je niet geloven moet - ik zeker niet - dat er geen voedingsboden is voor wat ik schrijf; dat mijn woorden niet klaar liggen, zodat ik ze maar op te rapen heb. Zo moet het ook gebeurd zijn met het Universum. Er was geen schepping uit het niets, dit kan niet, er was het materialiseren van wat er was, het geleidelijk aan blootleggen van wat er was. Hoe het er al was blijft een raadsel zoals het een raadsel is dat ik er in slaag mijn vijf honderd woorden te schrijven die ook geleidelijk aan blootkomen, alsof ik maar met een doek het stof erop weg te vegen heb opdat ze er zouden zijn;

    Het ontstaan van het Universum moet ook zo iets geweest zijn maar dan op een totaal andere schaal. Het was er, het is er altijd geweest in een of andere, zoals mijn woorden, bestaande vorm. Het was er in potentie en het potentiële heeft vorm gekregen.

    Zeg ik jullie dat het my lucky morning was. Zeg ik jullie dat ik om vijf uur ben opgestaan, het hoofd, dacht ik, leeg; dat ik beginnen schrijven ben en dat je nu leest wat er gekomen is, niet uit het niets , maar uit wat er in potentie in mij aanwezig was. En was het niet in mij, het was er dan toch ergens.

    Zo was het gisteren, maar toen dacht ik nog niet aan wat ik nu geschreven heb. Zo zal het, hoop ik, morgen zijn, telkens opnieuw, tot ik stilvallen zal, het ogenblik dat ik niet meer de kracht zal hebben de woorden te gaan halen waar ze wachten om genomen, om uitgestreken te worden. Een schilder, een beeldhouwer, een componist is op eenzelfde wijze ingesteld, als hij de kracht heeft, of wat ook dat nodig is, neemt hij over wat er voorhanden is, bij de ene wat meer dan bij de andere.

    Ik noemde dit vroeger ‘creatief zijn’, wat het schijnbaar is. Ik zou dit nu een andere naam willen geven, het is de eigenheid te gaan blootleggen wat er ‘onderhuids’ is. Een eigenheid die niet aan elk van ons in een zelfde mate gegeven is.

    Maar dit is dan een ander verhaal, even diepzinnig. Ik schrijf er geen andere.


    29-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Davies en de New Physics




    De meeste boeken die ik bezit zijn van vóór 2010, toen ik met mijn blogs begonnen ben. Dit betekent dat ik blijf teren op wat ik, in de vorige eeuw (!), tot en met het begin van de XXIste heb ontdekt, heb onthouden, verwerkt, en gecommentarieerd. Het betekent helemaal niet dat ik geen oog heb gehad voor het nieuwe dat zich aanbood, maar de essentie is van vroeger, is de humus van waaruit ik opgegroeid ben.


    Destijds, en nu nog, was en is Paul Davies voor mij een belangrijke leermeester. Vooral zijn ‘God and the New Physics’[1] heeft me heel wat bijgebracht. Een zin bijvoorbeeld die hij haalde bij  Niels Bohr is me altijd bij gebleven:


    ‘Anyone who is not shocked by quantum theory has not understood it.’


    Ik meen wel de diepere zin van de New Physics begrepen te hebben. Ik meen zelfs er elke dag mee geconfronteerd te zijn als ik met een duw op de knop van het doosje in de hand, het hekken open, of als ik mijn mails verstuur naar alle uithoeken van de wereld, vele zaken verwijzen me vandaag naar het bevreemdende van de Nieuwe Fysica.


    En wat ik al herhaalde malen heb willen zeggen, als ik er, als met  kennis van zaken - wat ik niet heb -  over spreek, zijn de woorden van Davies, woorden die ik haal uit zijn ‘Preface’ bij zijn ‘God and the New Physivs’:


    ‘… no doubt many of my colleagues would strongly disagree with the conclusions I attempt to draw. I respect their opinions. This is simply one man’s perception of the universe; there are many others. My motivation for writing the book is that I am convinced there is more to the world than meets the eye.


    Dit zijn de woorden die ik duidelijk zou willen onderlijnen als zijnde ook die van mij. Om te beginnen, beweren dat ik begrepen heb wat de kwantumtheorie betekent zou ik zeker niet durven zeggen of schrijven, maar ik weet dat het toch mijn beeld van God en van het Universum radicaal heeft gewijzigd, dat het mijn visie op de dingen heeft open gescheurd, dat ik nu weet dat er muziek en mystiek binnenin de dingen zit. En in deze zin is het een enorm belangrijk iets. En dat ik, als mens, een belangrijk deel uitmaak van al wat is, dat ik er in mijn materiële vorm deel van uitmaak en zeker ook in mijn onzichtbare immateriële vorm, deze van de denkende mens.


    Het is een gedachte die ik koester: ik, zwemmend in de wereld van ‘het denken’, de wereld van de geest, die ik nu zie als de wereld van wat is binnenin de particules van het atoom in al hun verscheidenheid. Een gedachte die enorm veel mogelijkheden biedt. Ze licht een tipje op van de donkere sluier, zelfs al weet ik, dat ik nog niet op de drempel ervan sta en dat ik de tijd niet meer heb om verder te komen, dat dit ene tipje, toch iets is dat beloftes inhoudt. En wat meer is, ik weet dat het in de goede richting wijst.


    Ooit las een vriend priester de mis in een soort kapel in de catacomben van Rome. Hij sprak toen in een korte homilie, voor de vuist, over God en hij sprak deze voor hem, als priester, toch vreemde woorden. Er is, zegde hij, een wand tussen God en de mens, een glazen wand maar deze is bedampt langs de kant van God.


    Ik schrijf dit in het licht van de morgen, midden in de levende, wondere natuur, die zijn tentakels heeft, gedrenkt in de kwantum fysica. Gedrenkt in de geheimenis van atoom en elektron en misschien meer nog, in de deeltjes die nog te ontdekken zijn om, eens ontdekt, op zoek te moeten gaan naar nog dieper gelegen aspecten van het wondere geheel. En dit alles opwellend van uit de ondergrond naar de dagelijkse gebeurtenissen die ons gevangen houden en waarmede we bezig zijn.

     

    Echter, terwijl ons lichaam op weg is naar zijn eindpunt, is onze geest vliedende, zoekt hij alle mogelijke middenwegen op die hij nemen kan, vrij en tijdloos, de eeuwigheid aan zijn voeten liggend.

     

    Er is inderdaad heel wat meer in de wereld dan het oog kan zien en dit is het, dat de queeste voedt en in beweging houdt.



    [1] Paul Davies: ‘God and the New Physics’. Ed. J.M. Dents and Sons,Ltd.London, 1983.


    28-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Evangelie van Johannes: 13, 19, 20.

    i

     

    Wat zet me er toe aan te spreken over het liefdesleven van een man die geen liefdesleven hebben mocht? Wat win ik er bij, als het geen verlies zou zijn?


    De reden waarom ik gisteren in mijn blog André Pézard heb opgevoerd en wat hij vertelde over het fresco van Giotto: ‘Jezus en Maria Magdalena in de Hel’ moest gezien worden als een inleiding die me brengen moest naar het ‘Laatste Avondmaal’ van Leonardo Da Vinci, een fresco dat me heeft geïntrigeerd en nog meest van al omwille van het feit dat Leonardo het gewaagd heeft de aanwezigen op zijn fresco te schilderen zoals hij het gedaan heeft, met een vrouw - onmiskenbaar een vrouw - gezeten rechts naast Jezus. Het moet dus in die tijd, einde XVe eeuw, een gekend feit geweest zijn door iedereen aanvaard.


    Eigenaardig is wel dat - tot en met Dan Brown - iedereen, en zeker in de Kerk,  dacht dat het Johannes was die daar zat. Johannes die dus over zichzelf zou geschreven hebben dat hij het was die de meest ‘geliefde’ discipel van Jezus was.


    Ik ben Dan Brown niet gaan herlezen. Wel het Evangelie van Johannes, hoofdstuk 13, vers 23, zoals ik gisteren geschreven heb. Ik ben zelfs de tekst ervan gaan zoeken in de vier Bijbels in mijn bezit:


    In de eerste plaats, in mijn Willibrordus vertaling 1975. Hier staat er heel  duidelijk: ‘de leerling die door Jezus werd bemind’  - ik denk niet dat Jezus een man beminde - ‘ de discipel lag dicht tegen Jezus aan’, lezen we. Iets wat Da Vinci niet heeft gedaan, op zijn fresco, leunt de discipel aan bij Petrus.


    In mijn King James’ Bijbel van 1611, lezen we in 13, 23, letterlijk het zelfde: the disciple whom Jesus loved, leaning on Jesus’ bosom’. Dus niet de minste twijfel mogelijk.


    In La Biblia de Jerusalen, die een vertaling is uit de Franse versie, la Bible de Jérusalem’. Hier heerst de correcte vertaling, hier ook is het: ‘Uno de sus discípulos, el que Jesús amaba, estaba a la mesa al lado de Jesús’, sobre el pecho de Jesús. 


    In mijn Osty Bijbel wil men twijfel zaaien - de tekst is minder vloeiend ook: ‘A table, tout contre le sein de Jésus  se trouvait un de ses disciples, celui que Jésus préférait’. Er is een enorm verschil tussen ‘aimer’ en ‘préférer. Het is duidelijk dat met deze woorden geschermd werd, want in een voetnoot bij de tekst wordt er aan toegevoegd, tussen twee comma’s, ‘celui que Jésus aimait’. Osty in zijn vertaling heeft alles gedaan wat mogelijk was om te laten uitschijnen dat het Johannes was die Jezus prefereerde.


    In de vier Bijbels is het echter in hoofdstuk 19: 25 dat de oplossing duidelijk gesteld wordt. Het is de passage aan de voet van het kruis - het gaat hier enkel om de tekst van het Evangelie van Johannes - aan het kruis zijn aanwezig: zijn moeder, de zuster van zijn moeder én, Maria Magdalena, dus geen Johannes te bespeuren. En onmiddellijk erna in 19: 26: ‘Jésus donc voyant sa mère et près d’elle, le disciple qu’il préférait, dit à sa mère… (op wat hij zegde kom ik terug). ‘Le disciple qu’il aimait’ kan dus onmogelijk Johannes geweest zijn, maar Maria Magdalena die er aanwezig was.


    Ik heb dit willen uitschrijven omdat het een voor mij belangrijke passage is wat de persoon van Jezus betreft. Het brengt hem terug tot zijn mens-zijn. En wat de woorden van de Willibrordus 1975 aangaat, de laatste door Jezus aan het kruis gesproken tot zijn Moeder en de leerling, Maria Magdalena, in 19: 26: Toen Jezus zijn Moeder zag en naast haar de leerling die hij lief had, zei hij tot zijn Moeder: Vrouw, zie daar uw zoon. 27: Vervolgens zegde Hij tot de leerling: zie daar uw Moeder. En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich in huis. Of voor mij een duidelijke woordspeling: ‘ jij, Maria Magdalena, zult voortaan haar zoon zijn.’


    Ik moet er om te besluiten aan toevoegen dat Hoofdstuk 20 opnieuw verwarring zaait. Hierin is er sprake van Maria Magdalena die de eerste is de zondagmorgen, zijnde de eerste dag van de week, om het graf te bezoeken, ze ziet dat het graf leeg is en loopt in allerhaast naar Simon Petrus en, ‘naar de leerling die Jezus lief heeft’ om hen te verwittigen. Wat dan weer de twijfel doet oprijzen.


    In elk geval Leonardo Da Vinci moet meer geloofd hebben in de gegevens van hoofdstuk 13 en 19 en niet in deze van hoofdstuk 20; en wij zijn hem hierin gevolgd.


    Hij heeft dus, en met geldige reden volgens Johannes, Maria Magdalena een plaats gegeven naast Jezus op zijn fresco. En we weten nu waarom ze zich op het fresco neigt tot Simon Petrus - en niet ligt aan de borst van Jezus - omdat die haar de vraag stelt wie het is waarvan Jezus zegt dat hij hem verraden gaat.


    Ik kan nu, met een gerust gemoed(?) deze zaak afsluiten met een voetnoot en definitief klasseren.


     

    Aanvullende Tekst:

     

    Een lezer, Roger Tas ,wees er me op dat André Pézard (1893-1984), ‘onnauwkeurig’ was. Hij schrijft me. De beroemde fresco’s van Giotto bevinden zich in de Capella degli Scrovegni, en die is gelegen in de Giardino dell’Arena in Padova, inderdaad op de plaats van het Romeinse amfitheater (arena). De kapel werd in het begin van de 14e eeuw gebouwd in opdracht van Arrigo (Enrico) Scrovegni, als “Wiedergutmachung” voor de schande van zijn vader Reginaldo die als woekeraar erg rijk was geworden. Dante ontmoet die Reginaldo in de Het (Canto XVII, 64-67).


    Giotto kreeg de opdracht de kapel van fresco’s te voorzien. In 38 taferelen wordt het leven uitgebeeld van Maria (van voor haar geboorte, met het verhaal van haar ouders, Joachim en Anna, tot aan de geboorte van haar zoon Jezus) en Jezus (van zijn geboorte tot zijn Verrijzenis, Hemelvaart en Pinksteren). Ook Het Laatste Oordeel is afgebeeld. Het tafereel waar Pézard naar verwijst is niet de Nederdaling in het Voorgeborchte (want dat heeft Giotto hier niet geschilderd), maar wel de Verrijzenis (Noli me tangere). Jezus is triomfantelijk opgestaan uit het graf en draagt het pennoen met het kruis en de tekst “Victor Mortis”. Maria Magdalena ligt geknield aan zijn voeten.



     


    27-03-2019, 07:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maria Magdalena en Da Vinci


     

    Over wat schrijf ik anders dan over zaken die ik belangrijk vind en die ik bewaren wil op een plaats van mij. Zo ben ik jaren bezig geweest met de lectuur van Dantes ‘Divina Commedia’. Vele passages hierin zijn me bijgebleven. Zo de geschiedenis van Francesca en Paolo; de roekeloze reis van Ulysses tot voorbij de ‘grensstenen’ geplaatst door Hercules (tussen Spanje en Marokko); de opsluitng en hongerdood van graaf Ugolino en zijn twee kinderen en twee kleinkinderen; én het nederdaling van Christus in de Hel, in het Voorgeborchte - ondertussen afgeschaft door de Kerk - en het is die doortocht die ik hier op het voorplan brengen wil.


    Het is Vergilius die dit vertelt aan Dante in Canto IV van het Inferno “Toen ik hier nog maar pas was aangekomen[1], heb ik hier een machtig iemand zien binnenkomen, gekroond en met het teken van de overwinning” [2].


    En, zegt hij nog de ‘gekroonde’ heeft met zich meegenomen: de schim, en hij noemt ze op, van Adam en zijn zoon Abel, deze van Noah, van Mozes, van Abraham de patriarch, van koning David, van Israël met zijn vader en zijn kinderen en van Rachel voor wie hij zo lang dienen moest. En vele anderen en allen maakte hij gelukzalig. Maar ik wil dat je weet dat er vóór hen geen menselijke zielen werden gered. Vergilius en Dante wandelen verder, en op een ogenblik Dante, fier, zegt dat ze zijn in het gezelschap van Homerus, Horatius, Ovidius en Lucanus, en ze onderweg praatten over dingen waarvan het hier (op aarde) beter is erover te zwijgen dan er daar over te spreken’.


    André Pézard, in zijn werk  ‘Dante, Oeuvres complètes’ éditions Gallimard, 1965, vertaalt ‘gekroond en met het teken van de overwinning’, door ’portant couronne et pennon de victoire’ en voegt er aan toe : dat deze twee details, ‘couronne et enseigne’, kroon en vaandel, te zien zijn op een fresco van Giotto, in de arena van Padua, waar Christus, vergezeld van Maria Magdalena, neerdaalt in het Voorgeborchte van de Hel, houdende in de hand een vaandel met een kruis en met de woorden ‘victor mortis’.


    Da Vinci volhardde aldus in zijn geloof dat Maria Magdalena, de geliefde/de vrouw was van Jezus en dat het maar logisch was dat zij het was die naast Jezus zat op zijn Laatste Avondmaal. Hij zal zich hierbij gesteund gevoeld hebben door het verhaal van het Laatste Avondmaal in het Evangelie van Johannes:

    21. ‘Toen Jezus dit gezegd had werd Hij ontroerd en verklaarde: Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u een van u zal Mij overleveren. 22. De leerlingen keken elkaar aan, in het onzekere wie Hij bedoelde. 23. Een van de leerlingen, degene die door Jezus bemind werd, lag dicht tegen Jezus aan …

    Degene onder de leerlingen ‘die door Jezus werd bemind’, lezen we[3], wordt in 19. 25 en 26 geïdentificeerd als Maria Magdalena. Er is niet de minste twijfel mogelijk; Jezus en Maria Magdalena waren een koppel. Of ze gehuwd waren en of de bruiloft van Cana er verband mee houdt laat ik over aan de Bijbelkenners. Eigenaardig is het evenwel dat Maria, de moeder, als ze er was als genodigde, zou verwittigd geworden zijn dat er geen wijn meer voorradig was.

    Ik heb dus, op basis van het Evangelie van Johannes, niet de minste twijfel dat wat Da Vinci geschilderd heeft in zijn ‘Laatste Avondmaal’ waar er een dame gezeten is naast Christus, absoluut strookt met de waarheid die ik vind bij Johannes.

    Of er kinderen waren is een andere zaak, maar een gissing in deze richting lijkt me niet onwaarschijnlijk. Ook niet voor Dan Brown.




     [1] Vergilius overleed in 19 voor Chr.

     [2] Io era nuovo in questo stato / quando ci vidi venire un possente /

     con segno di vittoria coronato ( Inferno, canto IV: 52-54). 

        [3] 23.’Now there was, leaning on Jesus’ bosom, one of his disciples, whom Jesus loved’ lezen we in de  King James’ versie van 1611. Deze leerling       verschijnt in 19.  25 samen met Maria, zijn moeder en haar zuster, als Maria Magdalena, aan de voet van het kruis. Deze aanwezigheid wordt verder bevestigd in 19. 26 ‘as the disciple standing by,  whom he loved’.

     


    26-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    25-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zodagnamiddag in de lente


     

    Sprakeloos, woordeloos, me weggeborgen gehouden in de plooien van de dag en gewacht, hopende dat de klank van het licht  mijn wereld naar binnen zou openen. Maar niets bereikte me, niets of niemand kwam aankloppen om binnengelaten te worden.


    Ken je deze gevoelens, willen en niets dat komt? Geen lichtpunt, geen openbaring. Een student die niet weet hoe te beginnen aan zijn verhandeling. Ken je dit?


    In het dagboek dat mijn oudste dochter, Patricia, me schonk, waar het openvalt, een zin van Alan Watts: ‘We are all on the process of waking up! Are you ready to wake up and find out who you really are?


    En vraag ik me af: ‘Sta je nog steeds achter je statement van, nu al een paar dagen terug, de durf die je toen hebt getoond en die je ondertussen, dankzij Titus Burckhardt, hebt bevestigd gevonden, in de woorden van Ibn Arabi, geboren in Murcia in 1165:


    The fact that the terrestrial position of the human being, serving as the fixed point to which will be related all the movements of the stars, here symbolises the central role of man in the cosmic whole, of which man is like the goal and the center of gravity.[1]


    En er zullen er zeker heel wat zijn die dit gedacht en geschreven hebben. In elk geval, ik sta er achter en blijf er logisch denkend achter staan: de mens - niet de mens als dusdanig maar de geest in de mens - moet gezien worden als het centrale punt in de Kosmos. Al het materiële omheen hem tot in het oneindig oneindige, is noodzakelijk opdat hij er ‘geestelijk’ zou kunnen staan.

    Maar als het zo is, hoe leven we ernaar, vooral als je gewacht hebt tot een ver gevorderde leeftijd om het te ontdekken, hoe ga je om met deze levensregel?

    Of is het niet zo dat we geleefd worden, dat alles wat die regel betreft vanuit de Kosmos zelve op ons afkomt; dat het al altijd zo geweest is en het altijd zo zal blijven; dat we vast zitten in die stroombeweging van het eerste ogenblik na de Big Bang af - en dit moet ik al geschreven hebben. 

    Hoe we er zullen uit te voorschijn komen weet ik niet; evenmin of het de mens op de planeet Aarde zal zijn die verder zal worden opgevolgd tot op het eindpunt, weet ik niet; er zijn trouwens plaatsen, planeten genoeg waar de geest van de mens, de nieuwe dan, kan gedijen. Misschien zijn er plaatsen al waar die geest veel verder staat dan hier bij ons op aarde.

    Het zou dus moeten volstaan het te weten, het te beseffen  welke rare vogels we zijn om er naar te leven, ons te omwikkelen met die wolk van geest die de aarde in zijn greep heeft; niet alleen toe te zien maar ook er vast in te geloven om dus geen remmende factor te zijn.

    Noteer, dat ik dit in de eerste plaats opteken voor mezelf, dat ik het zie als een stroming die ik te volgen heb. Ik wil er niemand mee belasten, als dit ooit een belasting zou kunnen  zijn. De stroom is er wil je je laten meevoeren, je doet het bewust; wil je het ignoreren, je doet het onbewust, maar meegenomen wordt je. Daar is geen ontkomen aan.

    Ik denk niet dat het verkeerd zal aflopen, ik denk niet dat er in de Kosmos, wat de geest ervan betreft, iets kan verkeerd gaan. Misschien wel hier op Aarde, maar wat betekent de Aarde als planeet in de Kosmos, nada. De geest in de mens op aarde daarentegen is van kosmische origine, hij is niet enkel van de aarde, hij is van alle plaatsen, van alle planeten waar leven mogelijk is, hij is wat de uiteindelijke uitkomst betreft ongenaakbaar.

    Het is de visie die we hebben op deze zondag van 24 maart, naar de avond toe. 


    [1] Titus Burckhardt : Mystical Astrology according to Ibn Arabi, translated from the French by Bulent Rauf, Beshara Publications, 1977, pag.10.

     


    25-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat van mijn beginnen is



    Onder elke blog verschijnt de melding ‘Geschreven door Ugo d’Oorde’, het is de fout van de beginner die ik was en die ik meedraag sedert ik met een blog begonnen ben. Echter geloof me, er zijn meer teksten geschreven door Karel Mortier dan door Ugo d’Oorde, hoewel de lijn tussen beide soms moeilijk te trekken valt want altijd hebben ze wel iets gemeen.


    Zo zijn we beiden nu begaan met een blog over het laatste schilderij van Vincent Van Gogh, een schilderij waarin we Van Goghs afscheid van het leven menen te lezen. Een van de komende dagen/weken geef ik hiervoor het woord aan Ugo en kan hij zich uitleven.


    Ondertussen begin ik me zorgen te maken over wat ik begonnen ben. Een blog die ontstond in antwoord op één zin van José Saramago die ik negen jaar geleden las in Le Monde, in verband met het verschijnen ven dezes ‘Cahier’ of ‘Cuaderno’- een verzameling van zijn blogs - waarin hij op de dag van zijn 86ste verjaardag schreef: ‘Ik omhels de woorden die ik schreef, ik wens ze een groot leven toe en herbegin mijn schrijven daar waar ik het gelaten heb’. Ik was toen, de dag van 18 mei 2010, zo dwaas te schrijven:


    ‘Ik ook omhels vandaag de woorden die ik schreef, wens ze een lang en groot leven toe en ik begin nu, omdat ik niet kan stoppen met schrijven, mijn schrift, mijn cuaderno, dat doorlopen zal, zo hoop ik toch, tot het einde van mijn dagen.


    Vandaag is mijn wandeltocht met het woord als gezel nog altijd gaande. Is het veeleer niet, omdat ik me wil laten opmerken als schrijver, als iemand die iets te zeggen heeft wat nog niet werd gezegd, en dit op een eigenzinnige wijze, een Einzelgänger in de literatuur, zoals elke schrijver er denkt een te zijn?


    Ik mis mijn broer Daniël die veel te vroeg is weggegaan. Hij was mijn mentor, hij zou me al lang gewezen hebben op mijn fouten, al lang gezegd hebben: ‘Man, stop ermee, je schrijft ouderwets over ouderwetse zaken die nog pasten ten tijde v   an de Verlichting en dan nog op een wijze die niemand nog interesseert. Je schrijft zoals een zondagsschilder die zijn doek vult met fotografische koeien en bomen, met een kerktoren middenin, zonder voldoende background. Misschien met een vleugje Gilliams, een vleugje T.S.Eliot, maar meer niet. De rest komt uit je kleinburgerlijk zelf, en het ergste is, wat je schrijft is niet te begrijpen voor de mens van vandaag, zoals het evenmin te begrijpen was voor de mens van gisteren. Destijds, in je zelfgeborgenheid schreef je zonder argwaan, schreef je omdat je hand stond naar het schrijven. Vandaag met dat fameuze blog van jou, schrijf je vanuit je wereld naar je eigen wereld. Je schrijft als vastgeketend op de contouren van een cirkel, langs je lezers heen, je raakt hun klederen, maar heb je, je ooit al afgevraagd - en nu met je ‘statement’ van gisteren en van de dagen ervoor - of je binnendringt langs de poriën van hun geest, de poriën van hun hart?


    Ik denk dat hij ongeveer dit, ware hij er nog geweest, me zou gezegd hebben. En dan die andere broer, de jongste van ons drie, Georges, deze zwijgt. Wat zou die kunnen zeggen: ‘Man maak dat ik in jou nog mijn broer herken?


    24-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A Statement


    Ik ga zelden met lege handen naar de vijver, noch met een leeg hoofd. Wat ik gisteren gewaagd heb te schrijven, dat er een Universum nodig was opdat de mens, de geest in de mens, zou kunnen bestaan, zindert nog na in mij. Het zijn meer dan boude woorden, gedragen en gevoed door de eerste zin van het Evangelie van Johannes: ‘In den beginne was het Woord, en ik gisteren schreef dat het Woord zich heeft veruiterlijkt in een Universum dat levend is, dat bewegend is, dat groeiend is opdat hieruit de mens zou kunnen ontstaan, en in de mens, de geest van de mens die het Woord is.


    Dit is zoals ik het zag gisteren, dit is waar ik de klemtoon heb gelegd. Meer was er niet maar ook niets minder. En dan nog dit: de beweging die van het Universum is, is ook deze van het Woord, deze van de Geest in de mens.


    Ik moet deze gedachte, nu ze neergeschreven staat, vergeten en verlaten omdat ik me, als denkend mens, opgenomen voel in een draaikolk waar ik, naar de essentie van mezelf toe, niet meer uitkom.


    Ulrich Libbrecht zou me een Taoist genoemd hebben, en ik denk dat hij gelijk heeft, dat je van het ogenblik dat je begint te denken dat in den beginne het Woord was, je ook denken kunt dat in den beginne Tao was, en je verloren bent voor het westen, dat je een oosterling wordt, een volgeling van Lao Tseu, een volgeling van de oosterse Jezus.


    Ik nam deze namiddag, wetende wat ik schrijven ging, een boek van Titus Burckhardt mee naar de vijver. Mijn vrienden waren aan het vissen, ik zat op het terras in de zon. Ik wist dat om me heen de sappen aan het stijgen waren, dat de botten aan het zwellen waren, op het punt open te barsten. Ik dacht dat wat ik geschreven had het gevolg was van de lente, dat ook mijn geest was open gebarsten en dat ik nu zwijgen kon en alles op zijn beloop laten voor  een lange tijd.


       Maar er was een reden waarom ik een klein boekje heb meegenomen. De oosterse herkomst van die eerste zin van Johannes wordt versterkt door het feit dat de beschrijving van het Hemelse Jerusalem uit de Apocalyps, een afspiegeling is van de mandala van het Paradijs van Vaikuntha, de hemelse woning van Vishnu, zoals het beschreven staat in de Skanda Purâna.


      Het parallellisme van deze mandala en de voorstelling van het Hemelse Jerusalem is te frappant en het is het nog meer als beide teksten vergeleken worden. Dit weet ik nu omdat ik het lees bij Titus Burckhardt[1] wiens boek ik ontdekte in ‘ la chambre des preux’ van die oude chalet in Grimentz, en later heb gekocht.


       Dan ook, de eerste zin van Johannes is eigen aan het oosten, Ulrich Libbrecht zou dit zeker bevestigen. Het is ‘a statement’ waarmede elk boek zou kunnen/moeten beginnen. 



    [1] Titus Burckhardt : ‘Symboles, Recueil d’Essais’, Arche, Milano 1980, p.29.  ‘Le parallélisme avec notre image de la Jérusalem céleste est frappant;  il est encore plus explicite lorsqu’on compare les textes sacrés correspondants’.

     


    23-03-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs