Onder
elke blog verschijnt de melding Geschreven door Ugo dOorde, het is de fout
van de beginner die ik was en die ik meedraag sedert ik met een blog begonnen
ben. Echter geloof me, er zijn meer teksten geschreven door Karel Mortier dan
door Ugo dOorde, hoewel de lijn tussen beide soms moeilijk te trekken valt
want altijd hebben ze wel iets gemeen.
Zo
zijn we beiden nu begaan met een blog over het laatste schilderij van Vincent
Van Gogh, een schilderij waarin we Van Goghs afscheid van het leven menen te
lezen. Een van de komende dagen/weken geef ik hiervoor het woord aan Ugo en kan
hij zich uitleven.
Ondertussen
begin ik me zorgen te maken over wat ik begonnen ben. Een blog die ontstond in
antwoord op één zin van José Saramago die ik negen jaar geleden las in Le Monde, in verband met het verschijnen
ven dezes Cahier of Cuaderno- een verzameling van zijn blogs - waarin hij op
de dag van zijn 86ste verjaardag schreef: Ik omhels de woorden die
ik schreef, ik wens ze een groot leven toe en herbegin mijn schrijven daar waar
ik het gelaten heb. Ik was toen, de dag van 18 mei 2010, zo dwaas te schrijven:
Ik
ook omhels vandaag de woorden die ik schreef, wens ze een lang en groot leven
toe en ik begin nu, omdat ik niet kan stoppen met schrijven, mijn schrift, mijn cuaderno, dat doorlopen zal, zo hoop ik
toch, tot het einde van mijn dagen.
Vandaag
is mijn wandeltocht met het woord als gezel nog altijd gaande. Is het veeleer niet,
omdat ik me wil laten opmerken als schrijver, als iemand die iets te zeggen heeft
wat nog niet werd gezegd, en dit op een eigenzinnige wijze, een Einzelgänger in de literatuur, zoals
elke schrijver er denkt een te zijn?
Ik
mis mijn broer Daniël die veel te vroeg is weggegaan. Hij was mijn mentor, hij
zou me al lang gewezen hebben op mijn fouten, al lang gezegd hebben: Man, stop
ermee, je schrijft ouderwets over ouderwetse zaken die nog pasten ten tijde v an de Verlichting en dan nog op een wijze die
niemand nog interesseert. Je schrijft zoals een zondagsschilder die zijn doek
vult met fotografische koeien en bomen, met een kerktoren middenin, zonder voldoende
background. Misschien met een vleugje Gilliams, een vleugje T.S.Eliot, maar
meer niet. De rest komt uit je kleinburgerlijk zelf, en het ergste is, wat je
schrijft is niet te begrijpen voor de mens van vandaag, zoals het evenmin te
begrijpen was voor de mens van gisteren. Destijds, in je zelfgeborgenheid
schreef je zonder argwaan, schreef je omdat je hand stond naar het schrijven.
Vandaag met dat fameuze blog van jou, schrijf je vanuit je wereld naar je eigen
wereld. Je schrijft als vastgeketend op de contouren van een cirkel, langs je
lezers heen, je raakt hun klederen, maar heb je, je ooit al afgevraagd - en nu
met je statement van gisteren en van de dagen ervoor - of je binnendringt
langs de poriën van hun geest, de poriën van hun hart?
Ik
denk dat hij ongeveer dit, ware hij er nog geweest, me zou gezegd hebben. En
dan die andere broer, de jongste van ons drie, Georges, deze zwijgt. Wat zou
die kunnen zeggen: Man maak dat ik in jou nog mijn broer herken?
|