Over wat schrijf ik anders
dan over zaken die ik belangrijk vind en die ik bewaren wil op een plaats van
mij. Zo ben ik jaren bezig geweest met de lectuur van Dantes Divina Commedia. Vele passages hierin
zijn me bijgebleven. Zo de geschiedenis van Francesca en Paolo; de roekeloze reis
van Ulysses tot voorbij de grensstenen geplaatst door Hercules (tussen Spanje
en Marokko); de opsluitng en hongerdood van graaf Ugolino en zijn twee kinderen
en twee kleinkinderen; én het nederdaling van Christus in de Hel, in het
Voorgeborchte - ondertussen afgeschaft door de Kerk - en het is die doortocht
die ik hier op het voorplan brengen wil.
Het is Vergilius die dit
vertelt aan Dante in Canto IV van het Inferno Toen ik hier nog maar pas was aangekomen[1], heb
ik hier een machtig iemand zien binnenkomen, gekroond en met het teken van de
overwinning [2].
En, zegt
hij nog de gekroonde heeft met zich meegenomen: de schim, en hij noemt ze op,
van Adam en zijn zoon Abel, deze van Noah, van Mozes, van Abraham de patriarch,
van koning David, van Israël met zijn vader en zijn kinderen en van Rachel voor
wie hij zo lang dienen moest. En vele anderen en allen maakte hij gelukzalig.
Maar ik wil dat je weet dat er vóór hen geen menselijke zielen werden gered. Vergilius
en Dante wandelen verder, en op een ogenblik Dante, fier, zegt dat ze zijn in
het gezelschap van Homerus, Horatius, Ovidius en Lucanus, en ze onderweg
praatten over dingen waarvan het hier (op aarde) beter is erover te zwijgen dan
er daar over te spreken.
André
Pézard, in zijn werk Dante, Oeuvres complètes éditions Gallimard,
1965, vertaalt gekroond en met het teken van de overwinning, door portant couronne et pennon de victoire
en voegt er aan toe : dat deze twee details, couronne et enseigne, kroon
en vaandel, te zien zijn op een fresco van Giotto, in de arena van Padua, waar
Christus, vergezeld van Maria Magdalena, neerdaalt in het Voorgeborchte van de
Hel, houdende in de hand een vaandel met een kruis en met de woorden victor mortis.
Da
Vinci volhardde aldus in zijn geloof dat Maria Magdalena, de geliefde/de vrouw
was van Jezus en dat het maar logisch was dat zij het was die naast Jezus zat
op zijn Laatste Avondmaal. Hij zal zich hierbij gesteund gevoeld hebben door
het verhaal van het Laatste Avondmaal in het Evangelie van Johannes:
21.
Toen Jezus dit gezegd had werd Hij ontroerd en verklaarde: Voorwaar, voorwaar.
Ik zeg u een van u zal Mij overleveren. 22. De leerlingen keken elkaar aan, in
het onzekere wie Hij bedoelde. 23. Een van de leerlingen, degene die door Jezus
bemind werd, lag dicht tegen Jezus aan
Degene
onder de leerlingen die door Jezus werd
bemind, lezen we[3],
wordt in 19. 25 en 26 geïdentificeerd als Maria Magdalena. Er is niet de minste
twijfel mogelijk; Jezus en Maria Magdalena waren een koppel. Of ze gehuwd waren
en of de bruiloft van Cana er verband mee houdt laat ik over aan de
Bijbelkenners. Eigenaardig is het evenwel dat Maria, de moeder, als ze er was als
genodigde, zou verwittigd geworden zijn dat er geen wijn meer voorradig was.
Ik heb dus, op basis van het Evangelie van
Johannes, niet de minste twijfel dat wat Da Vinci geschilderd heeft in zijn
Laatste Avondmaal waar er een dame gezeten is naast Christus, absoluut
strookt met de waarheid die ik vind bij Johannes.
Of er kinderen waren is een andere zaak, maar een
gissing in deze richting lijkt me niet onwaarschijnlijk. Ook niet voor Dan
Brown.
[1] Vergilius overleed in 19 voor Chr.
[2] Io era nuovo in questo stato / quando ci vidi venire un possente /
con
segno di vittoria coronato ( Inferno, canto IV: 52-54).
[3] 23.Now there was, leaning on
Jesus bosom, one of his disciples, whom Jesus loved lezen we in de King James versie van 1611. Deze leerling verschijnt in 19. 25 samen met Maria, zijn
moeder en haar zuster, als Maria Magdalena, aan de voet van het kruis. Deze
aanwezigheid wordt verder bevestigd in 19. 26 as the disciple standing
by, whom he loved.
|