Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    19-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De schorpioen.

     

    Wat ik gisteren heb voorop gesteld: het bewustzijn van het Universum dat geleidelijk aan, tot stand komt in het bewustzijn van de mens – de mens deel van het Universum, zoals de planeten en de sterren – echoot nog na in mij. Ik zelf schijn nog niet begrepen te hebben hoe ik er toe gekomen ben dit aldus te formuleren. Is het zo, is het zo niet? Het staat er toch, het werd vandaag gelezen, begrepen of niet begrepen, beoordeeld of op zij geschoven omdat het maar wat woorden zijn die los staan van de realiteit van elke dag, ook van de realiteit die het leven is, die de dood is.

    De realiteit die de dood is. Laat het Universum toe dat een part van zijn bewustzijn zou verloren gaan bij het afsterven van een lichaam dat een deel is?

    Het is een even gevaarlijk terrein dat ik hiermee betreed, waarop ik geen antwoord geven kan of wil, omdat je het antwoord van mij, al moet kennen, omdat het bewustzijn een dermate ‘fine-tuning’ is dat het ontsnapt aan onze kennis die nog ontoereikend is. Maar ooit begrijpen zullen we, het evolutieproces in die richting is aan gang, il nous faut que de la patience et de l’audace de croire. We hebben dus ook onze rol te vervullen, geloven dat we evolueren naar meer geest, naar meer bewustzijn en er naar handelen.

    Ik schrijf dit. Ik stel me de vraag waarom ik altijd over dergelijke zaken schrijven wil; waarom ik, per sé, je mijn gedachten wil opdringen; waarom ik me telkens bewegen moet in sferen die niet alleen onbereikbaar zijn maar ook bijna ontoegankelijk, ondoordringbaar? En toch waag ik het erover te schrijven, en toch denk ik dat je me leest omdat je, me kennende, het verwacht van mij.

    ‘Ik lees je elke dag, maar ik begrijp niet alles wat je schrijft’ wordt me gezegd. Begrijp ik zelf wel wat ik waag te schrijven, bv wat ik gisteren heb opgetekend? En verder, heeft het enige zin het te schrijven, het niet over te laten  aan de wetenschap die alles erover weet en erover schrijft zoals in het artikel van Philipe Goff van gisteren dat je gelezen hebt of niet.

    Een zaak is zeker, en het verwondert me, voor eenmaal heb ik gisteren niets gezegd over God, heb ik gedaan alsof hij niet bestond, of liever alsof hij nog niet bestond, maar zich aan het vormen was via het bewustzijn van de mens. Een nog zwaardere gedachte als deze waarmede ik mijn blog begonnen ben.

    Ik denk aan wat Frans Sierens, een van de vele vergeten schrijvers van bij ons, die me op een dag zijn detective verhaal ‘De sterke geur van terpentijn’ schonk, gededicaceerd met een stevige zin van Hemingway over een kikker die het gewaagd had een schorpioen mee te nemen op zijn rug om een rivier over te steken:

    ‘The frog felt an atrocious piercing pain. The scorpion had stung it. As it sunk below the surface, taking the scorpion with it, it cried out with its dying breath: ‘Is that logical?’ ‘No’, said the scorpion, it’s not. But what would you? I can’t help it. It’s my nature.’

    Ik ben die schorpioen, ik ook kan niet andere dan schrijven over dingen die maar niet lijk manna uit de hemel vallen. Stoort het je?

    19-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De speerpunt van het Universum

     

    Een lezer en dus een vriend, die zijn roots verlegd heeft naar Normandië of is het Bretagne? Vestigt mijn aandacht op een artikel van Philip Goff, dat verscheen in het Aeon tijdschrift (https://aeon.co/essays/cosmopsychism-explains-why-the-universe-is-fine-tuned-for-life?):

    Is the Universe a conscious mind ?’ (Cosmopsychisme might seem crazy, but it provides a robust explanatory model for how the Universe became fine-tuned for life.’)

    Het is geen gemakkelijke tekst (3.400 woorden) om lezen, het kostte me een deel van de avond en een voormiddag. Ik heb het even laten bezinken alvorens het op te nemen als blog.

    Ik denk dat elke particule van het Universum weet wat het moet doen, hoe het zich moet aanpassen en integreren in het geheel; het is hen ingegeven, maar wat ik ooit moge gezegd hebben in het verleden, nu me de vraag wordt gesteld, aarzel ik hierop te antwoorden. Een positief antwoord zou betekenen dat, gezien elke particule het weet, de totaliteit, het Universum, het ook moet weten. Maar weten wat moet, betekent niet dat er een bewustzijn is, een dier weet ook wat het doen moet, maar of het weet dat het er is en dat het er morgen niet meer zal zijn, betwijfel ik.

    Vandaag ben ik dus geneigd te zeggen: ‘I don’t think that the Universe has a conscious mind, but the consciousness is becoming, is in progress of formation.’Wat een zoveelste boude uitspraak is van mij.

    En keer ik naar Philip Goff die begint met te zeggen: ‘A strange fact about our Universe gradually made itself known to scientists: the laws of physics, and the initial conditions of our Universe, are fine-tuned for he possibility of life.’

    En Philip Goff somt enkele noodzakelijkheden op opdat leven zou mogelijk zijn. En ik voeg er aan toe dat het Universum een belangrijke stap verder is gegaan dan the possibility of life; dat uit het leven de mens is ontstaan en dat mens bewustzijn betekent, en is dit niet tezelfdertijd het bewustzijn van een deel van het Universum.

    Maar ik verlaat de tekst van Goff – jullie kunnen die verder lezen en luisteren naar alle gissingen die vooropgesteld worden - omdat hij me op een spoor bracht waar ik nog niet aan gedacht had, een spoor dat ik jullie voorleg.

    Het wordt meer en meer duidelijk dat de mens – we zijn geboren uit de stof van sterren - in de lijn ligt van een Universum dat wordende is, én dat aldus ook het bewustzijn in de mens - zijnde deel van het Universum - deel uitmaakt van dit ‘in-wording-zijn’ van het Universum. Is het niet precies dit deel dat ‘the conscious mind’ van het Universum uitmaakt? Is er een andere conscious mind?

    Ik heb de neiging te antwoorden neen, er is geen andere.

    Is er nog een vervolg op het menselijke, universum-gebonden bewustzijn, een ander vervolg dan de homo sapiens evoluerend naar sapiens sapiens?

    Het kan, je weet maar nooit wat er komen kan, maar zoals ik het nu zie, is het, het bewustzijn van de mens, dat vergroeid is met het Universum, want de mens is een onlosmakelijk deel van het Universum.

    Wij als mens, moeten niet vertrekken van uit ons bewustzijn om te weten wie we zijn, we moeten vertrekken van uit het Universum zelf. En hieruit onze conclusie trekken over welke rol we hier te vervullen hebben.

    Ofwel – en dit is de vrije wil waarover we beschikken – er bewust van zijn dat we het bewustzijn zijn van het Universum, ofwel verder doen zoals we bezig zijn, een speelbal van het nutteloze. Tussen die twee ligt een hemelsbreed verschil. En het is niet omdat we als mens de enige zijn met een bewustzijn dat we daarom de gang van zaken in het Universum zouden kunnen beïnvloeden. Wat we wel kunnen is noteren, is vaststellen.

    Denk ik nu aan wat ik gisteren schreef en wat er van overblijft nu ik terug in het grote leven sta: de dag die open bloeit met wat ik hier boven geschreven heb.

    Zo, ik schrijf maar, ik doe maar, ik lees maar. Ik ben de persoon die zich zelf verliest in nutteloze dingen om daarna op te staan in een ander tijdperk, geladen met ideeën die kunnen/willen verbazen. Weinig is er nodig opdat de kleur van het leven zou omslaan van een eendere grijsheid, naar een regenboog van vergezichten.

    Keer het zoals je wilt, wij homo sapiens, we zijn de speerpunt van het Universum.

    18-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ons soms in de hoek duwt.

     

    Het doet me iets vast te stellen, dat lezers van het eerste uur me trouw zijn blijven volgen. Waarom dit zo is weet ik niet precies. Wat ik wel weet is dat ik met hen, wat de inhoud van mijn woorden betreft, op een correcte golflengte moet zitten; dat ik dus een geschrift binnen schuif in hun dagen die ze om een of andere reden appreciëren en ze aldus de gewoonte hebben aangeleerd om me telkens weer te gaan opzoeken om te weten wat ik in petto heb voor hen.

    Het is voor mij duidelijk dat het voor hen is dat ik volhard. Duidelijk ook, dat ik allicht nu en dan, een dag zou overslaan ware het niet dat ik hen niet wil ontgoochelen, wat tevens een ontgoocheling betekenen zou voor mij. Deze gedachte alleen al, is de maatstaf voor mijn regelmatigheid..

     Ik denk nu ook aan de echtgenote van een onlangs overleden vriend. Het was zij die me las toen mijn vriend het niet meer kon. Is ze me blijven lezen, zodat ook hij, me blijven lezen is, en zijn mijn woorden voor haar een weg naar hem toe? Zo, dat hij er nog altijd is, zittend in de veranda en kijkend over het grasveld heen, naar de bomen en het schuiven van de wolken.

    Een beeld dat ook, nu ik het boven haal, deel is van een droefheid die me overvalt lijk een zwaarte op mijn hart.

    Ik verkeer in een toestand die niet slechter is dan mijn toestand van gisteren of eergisteren, maar waarbij al wat is - en er ligt heel wat gestapeld in mij - in het nu-ogenblik overkomt als een ‘zijn’ zonder toekomst; als een zijn met het niets, het totale niets voor mij uit dat, zou Dante zeggen, erger is dan de dood. En ik meen wat ik schrijf. Het plotse gevoel dat me overvalt, aangekomen te zijn op een punt in mijn leven waar het beter is me te verbergen dan me te tonen zoals ik me steeds toon.

    Het is geen bitterheid, geen zwaarmoedigheid, eerder een uitzichtloosheid van het ‘niets-meer-te-verwachten’ te hebben. En, mijn God, wie je ook bent, van het uitzichtloze spaar me Heer.

    Wat me overvalt, begon gisteren namiddag. Ik zat voor het eerst dit jaar buiten op het terras aan de vijver. Ik voelde het in de speling van het licht in het water, de bomen, de struiken, de grassen, wachtend op het mystieke punt om herboren tot leven, open te barsten, en ik, in mijn dode hoek, uitkijkend zonder die verwachting, met een leegte in mij.

    Ik zat er maar, gedachteloos, een stukje mens nog naar zijn einde toe. Die gedachte heeft me niet verlaten, als de laag humus in het bos, als het grasperk waar ik over  loop, is ze aanwezig zonder er duidelijk te zijn, maar ze is er. Ze was er van in de aanvang die ik vandaag aarzelend heb neergezet, zelfs denkend aan hen die me lezen en blijven lezen. In feite is dit laatste het enige dat me nog rest als supplement, naast het normale leven met al zijn gevoeligheden dat ik elke dag leid, samen te zijn met de vrouw die mijn gezellin is, mijn warme toeverlaat.

    Nu, op het einde van mijn betoog gekomen, denk ik dat ik beter gedaan had verder te schrijven over de profeet Ezechiël. Gezegd te hebben, verwijzend naar Mars als oorlogsgod, dat het opmerkelijk is vast te stellen, dat er, na het gebeuren van de zo geheten ‘tien plagen van Egypte’ - die wijzen in de richting van een natuurcatastrofe die plaats vond in de vijftiende eeuw voor Chr. - dat deze catastrofen zich terug zijn gaan manifesteren, in de achtste, de zevende eeuw, ten tijde van de Profeten, Isaïas, Jeremia, Ezechiël.

    Dit is wat de Bijbel ons leert. Niemand heeft er zich echter vragen over gesteld waarom dit zo is, waarom er, gedurende zeven eeuwen, geen meldenswaardige catastrofen meer zijn geweest.

    17-02-2018, 07:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ezechiël

     

    Ik herlas hoofdstuk 1: 4-28, van het boek van de profeet Ezechiël, zijnde die fameuze passage die voldoende rijk aan elementen was voor Erich von Däniken om er enkele meer dan sensationele boeken over te schrijven. Wel heeft hij gelijk als hij zich buigt over deze passage want ze bevat een aardig stukje literatuur: het begin van het boek is grote literatuur, echter of het iets meer is dan een visioen betwijfel ik sterk.

    1:1: Now it came to pass in the thirtieth year, in the fourth month, in the fifth day of the month as I was among the captives at the river of Chebar, that the heavens were openend and I saw visions of God.

    Is dit geen prachtig begin, een reden om verder te lezen en te weten welke visioenen van God het waren die Ezechiël zag, en is het niet even verwonderlijk dat woorden geschreven tijdens het ballingschap van Israël in Babylonië, zes eeuwen voor Chr., bewaard bleven en we die voluit lezen kunnen alsof ze pas gisteren geschreven werden, de inkt ervan nog niet opgedroogd.

    Er zijn er onder ons die zich hebben toegespitst op het minder aangename in de Bijbel, maar de prachtige passages erin hebben verwaarloosd. Wel, hoofdstuk 1 van Ezechiël is er zo een. Wat hij schrijft is uitzonderlijk voor zijn tijd. Omdat het hier gaat over wielen en lichten en gestalten die lijken op deze van de mens.

    Echter, was wat hij zag, realiteit of inbeelding? Maar, wat ook, het was schitterend wat hij schreef.

    Ik ontmoet weinig mensen die zich inlaten met de Bijbel, ken er onder mijn vrienden en kennissen maar één. Ik weet niet wat hij te vertellen heeft over Ezechiël, dan dat hij een profeet van de verdoemenis was die spreekt tot het volk van Israël tijdens hun ballingschap in Babylonië.

    Wie heeft hier nog zorgen mee? Trouwens, nowadays, voor de mens van nu valt er zoveel te lezen of te horen en te zien, en is daarenboven de Bijbel afgeschreven lectuur, is hij, spijtig genoeg, oud zeer geworden, maar Ezechiël is, en dan vooral hoofdstuk 1, a beauty om te lezen. Zou Spielberg dit ooit onder ogen hebben gehad?

    Laat me toe enkele passages uit het Boek te citeren, ik haal die uit de King James versie, die het voordeel heeft – een oude geschiedenis in een oude taal - in oud-Engels geschreven te zijn:

    1: 4: And ik looked and behold, a whirlwind came out of the north, a great cloud, and a fire infolding itself, and a brightness was about it, and out of the midst thereof as the color of amber, out of the midst of the fire.

    1: 5: And out of the midst thereof came the likeness of four living creatures. And these was their appearance: they had the likeness of man.

    1: 6: And every one had four faces and every one had four wings.

    1: 7: And their feet were straight feet; and the sole of their feet was like the sole of a calf’s foot; and the sparkled like the colour of burnished brass

    1: 8: And they had the hands of a man under their wings on their four sides; and they four had their faces and their wings.

    1: 10: As for the likeness of their faces, they four had the face of a man, and the face of a lion on the right side ; and they four had the face of an ox on the left side; the four  also had the face of an eagle.

    1: 15: Now as I beheld the living creatures, behold one wheel upon the earth  by the living creatures, with his four faces;

    1: 19: And when the living creatures went, the wheels went by them: and when the living creatures were lifted up from the earth, the wheels were lifted up.

    Ik ga niet verder en verlaat de Bijbel. Verrast over wat er te lezen staat: het beeld van de eerste man op de maan die terecht komt in een groep maanmensen waaronder Ezechiël, die verbaasd over wat hij ziet, gezanten van God ziet verschijnen. Beken met mij, en ik heb andere passages van hoofdstuk 1 laten liggen, dat wat er te lezen staat, verbazend is en dat het mogelijkheden biedt aan iemand zoals von Däniken om er in het lang en het breed over uit te weiden.

    We vergeven het hem, maar hem volgen doen we niet, want in de volgende hoofdstukken, 2 tot 48, staan er geen dergelijke feiten meer vermeld, wel over de gram van God, en over het onheil dat hen te wachten staat.

    Ik denk echter dat de profeet hier geen voorspelling heeft gedaan, dat hij eerder vermeld heeft wat al voorbij was. Ik denk dat de zevende eeuw vóór Christus, een eeuw van catastrofen is geweest. Het was de tijd van de zonnewijzer van Koning Achaz die terugliep in plaats van vooruit; de tijd van Ulysses en Penelope en de zon die weigerde verder te gaan opdat Ulysses wat langer bij Penelope zou kunnen blijven.

    Dit alles werd opgetekend door grote schrijvers uit de tijd die van de Bijbel was. Dergelijke dingen komen nu niet meer voor, zelfs indien ze zich zouden voordoen, we zouden ze niet geloven, we zijn veel te wijs geworden, we hebben geen God meer nodig, we zijn zelf God.

     

     

     

    16-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het overbodige

     

    De dagen schuiven op, met Mars nog steeds in het zuidoosten, maar nu wat dichter naar het zuivere oosten toe. Wat ik er gisteren over vertelde is ook waar ik vandaag met begaan ben, een van de vele gedachten die dagelijks in en uit stromen en in mij besproken worden. Jaren al is het zo en het bis maar normaal dat ik met deze gedachten, eens opgetekend, er een echo hangen blijft en er de volgende dag mee geconfronteerd word, zoals er van vele zaken een echo overblijft, waaruit je dan kiezen moet.

    Dit is wat je leven geworden is, uit de vele beelden die je tegemoet komen een keuze maken, aan een ervan prioriteit geven en je gaan nestelen voor enkele ogenblikken in het binnenste ervan, alsof het de kern van je ogenblikken zou zijn en er rondom die kern niets anders aanwezig zou zijn. Wat zeker niet is, de kern van je gedachten is geen kern, want wat je neerzet heeft zijn bindingen met al wat was en wat nog komen zal in je leven.

    Not the intense moment / Isolated, with no before and after / But a lifetime burning in every moment…

    zoals Eliot, het zegt[1], of, nog iemand die me vergezelt op mijn tocht, die me onophoudelijk vertelt dat de brandgeur van het voorbije nimmer ver af is, dat een vonk volstaat opdat ik vertrekken zou in een totaal andere richting.

    Mars is al ver, het eerste licht heeft hem weggevaagd, hij werd onzichtbaar maar ik weet dat Mars er is en er nog lang zijn zal tot ver na mij, als hij bezocht zal worden, zoals hij nu al wordt bezocht en uitgekamd wordt door ‘Curiosity’ en andere ‘marslanders’. Maar het komt er aan, ditmaal zal het zijn door de homo sapiens en zullen we eindelijk weten of er op Mars ooit een beschaving is geweest en, of het gebeuren dat wordt opgeroepen in de visioenen van Ezechiël en exploiteerd door Erich von Däniken, een fantast, enige kans maken een deel van waarheid te bezitten, waarbij de wereld en de wetenschap op zijn kop zou komen te staan,

    Maar ik zal er dan niet meer zijn want zo vlug zal het nu niet gebeuren als het ooit gebeuren zou.

    Zo, ik dacht bij het opstaan te schrijven over het laagje ijs op de vijver en ik ben bij Mars gebleven, ik heb de droom verkozen en de realiteit, die elk van ons kent, op zij gelaten om me eens te meer te vermeien in mijn droomlandschap, waar ik liever vertoef dan in de realiteit der dingen.

    Wat wellicht eigen is aan allen die pas tot leven komen als ze aan het schrijven, het schilderen of het componeren zijn.

    Ik denk dan aan een goede vriend die een eerste beitel slaat in een stuk hout, of een eerste penseeltrek zet op een doek: het magische van een begin. In feite even magisch, maar minder spectaculair, dan het ontkiemen van een zaadkorrel, dan – maar dit is ver gegrepen – het ontstaan van het Universum.

    Het is eenzelfde principe dat aan de basis ligt, het ontstaan uit het schijnbare niets, dat dan toch iets moet geweest zijn, want het niets is het niets, en het niets bestaat als het niets. Er was dus, er moet dus, een iets geweest zijn dat in potentie bestond, zoals in de graankorrel die Jules Verne plaatste in de zak van iemand  die vijf weken in een luchtballon had gezeten en op een onbekend eiland was terecht gekomen, na een tijd een veld koren kan worden; zoals mijn vrienden in hun prille aanzet een schilderij aanwezig zagen of een beeldhouwwerk, of wat ook, en ik, voor ik begin een blog geschreven zie staan.

    Het wonder dat van het ‘creatief-zijnde’ is. Het verhaal dat ik bouwde dat er voorheen niet was, enkel het bestaan ervan in potentie. Nochtans dacht ik te schrijven over het laagje ijs op het water van de vijver, maar ik had het niet in de hand, iemand, iets, vond het overbodig.

    En wellicht was het zo.

     

    [1] Four Quartets: East Coker V, Faber and Faber, eleventh impression, March Mcmlviii. Wat van een totaal ander gehalte is dan wat Remco Campert schreef en toch hoog geprezen werd.

    15-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    14-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mars in de morgen

     

    Uit een verwarring van zinnen die ik in gedachten aan het schrijven was ben ik opgestaan deze morgen met, als ik de gordijnen openschuif, pal in het zuiden, een schittering, Mars, de vinnige, de oorlogsgod. Waarom Mars, die naam kreeg toebedeeld is me een raadsel, tenware de talloze YouTubes die we nu raadplegen kunnen en zo gezegd wijzen op het ooit bestaan van een beschaving op Mars, een waarheid vertellen zouden.

    Maar dan nog, waarom, millennia geleden, een god van de oorlog, , en thans een vreedzaam lichtpunt in de morgenhemel. Ik kijk er lang naar, heb er een mogelijk antwoord op als ik denk aan Homeros, maar is die wel te vertrouwen wat Ares en Athena, wat Jupiter betreft? Verder ga ik vandaag niet, al zou ik kunnen.

    Niets van de oorlogsgod dat ons nog rest, de planeet is zelfs geen blik, geen naam meer waard, want wie kijkt er naar en wie weet dat vandaag, het heldere punt in het zuiden aan de morgenhemel de planeet Mars is? We gaan er aan voorbij, zoals we aan zovele zaken uit het verleden voorbij gaan, verzadigd als we zijn met het nieuws van de nacht en dit van de morgen dat ons bereikt.

    En ik loop rond met een verhaal er omheen, het verhaal dat Homeros bracht, waaruit blijkt dat er een gevecht was in de hemel tussen onder meer Ares (Mars) en Athena (Venus). Wie denkt er nog aan, wie zoekt naar een mogelijke reden ervoor, of was het Homeros die zijn verbeelding vrije loop liet en een gevecht op aarde samen liet gaan met een gevecht tussen de goden, tussen twee lichtpunten in de hemel die maar nu en dan tevoorschijn kwamen op het donkere laken van de nacht, maar die Homeros bezig zag in volle dag?

    Hoe waagde hij dit te schrijven, want er is geen Athena, er is geen Ares zichtbaar in volle dag?

    Weinig zijn zij die zich deze vraag stellen - ik zelf denk er pas nu aan - dat de gevechten, zo op aarde als in de hemel, plaatsvonden de zon hoog aan de hemel. Wat een verbeelding voor de blinde Homeros? Of was precies omdat hij blind was dat hij zich het beeld van botsende planeten permitteren kon, een gevecht tussen twee hemellichamen, waarvan hij hoorde dat ze er waren, maar niet wist hoe ze er waren. Dit is trouwens de enige uitleg die ik er voor heb, maar dit moet dan toch vreemd zijn overgekomen bij zijn toehoorders, bij zijn lezers.

    Ik had beter, deze morgen, mijn gordijn niet open geschoven, ik weet niet wat ik verteld zou hebben maar zeker zou ik niet gesproken hebben over Mars en, dan zeker niet uit de gracht gehaald wat ergens, achthonderd jaar voor onze tijdrekening, werd opgetekend.

    Het kan ook de tijd van Akhnaton geweest zijn – de tijd die Robert De Telder (zie o.m. Google) aan Akhnaton gaf – en dan ben ik niet meer zo zeker dat het wel de zon was die Akhnaton als de ene, ware god aanzag, het kan ook Venus, de meest heldere onder de planeten geweest zijn.

    Ik heb dus deze morgen een geschrift na gelaten dat niet ware genoteerd had ik op het donkere laken van de morgenlucht Mars niet gezien. En ik heb me verzekerd van de juistheid ervan, ik ben het gaan opzoeken in mijn Sterrengids 2018 die me heel duidelijk wist te melden dat Mars zichtbaar is in het zuidoosten. Ik dacht dat het pal in het zuiden was, maar waar ook, het was Mars die ik zag, de planeet die meer dan ‘in’ is, de laatste tijd.

    Ook bij mij zoals je lezen kunt, maar dit is hij al lang, echter nimmer als een god van oorlog.

    14-02-2018, 06:54 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis

     

    Ik schrijf een blog, ik log hem in en, ik mag herbeginnen aan de volgende. Echter dan toch niet zonder het gedicht van Remco Campert dat ik overneem – ik hoop dat het mag – uit DSL van 9 februari, met als titel: ‘Notitie’:

    Ik zag een jongetje zitten / verwezen op een stoeltje / bedekt met bloed / en asgrauw puinstof / onder een huis weggehaald / met bommen bestookt / door Assads moordenaarstroep / 

    dit gedicht helpt hem niet / maar het is genoteerd.

    Ik vind het, dankzij de laatste regel, een schitterend gedicht. Ik wou dat ik er ook zulke geschreven had in mijn leven. Maar dat heb ik niet. Die poëzie van het verrassende heb ik nooit ten volle bereikt en of het nog tijd is om er nu voor te gaan, verwacht ik niet meer. Ik heb mijn tijd gehad. Ik heb er niet, zoals Campert, aan gedacht maar, me inspirerend op hem, dit wat ik je zeggen wou:

    De slaap nog in de ogen / heb ik gedacht / hoe wonderlijk het was / te schrijven / wat, ware er Remco Campert niet, / een ogenblik voorheen / geen kans had gehad. 

    Veel is het niet / maar toch, het staat genoteerd. 

    Het heeft wel niet de dramatische ondergrond van Campert, maar weinig is er nodig om te verrassen,  een ogenblik en het staat er om er nog te staan een eeuw later: dit van Assad en van de knaap van onder het puin.

    Het punt is dat het leven niet veel meer is dan de dood en de dood een verlossing uit het leven. Waarom het zo is, wordt genoteerd opdat het zo zou zijn. Ondertussen leven we verder alsof er niets ware gebeurd in Syrië.

    Het is waar we de dag mee ingaan, om aan te komen in een nieuw ogenblik, aan of in een nieuw gebeuren dat genoteerd zal worden, hoe onbelangrijk ook het zijn mag, het zal worden ingelast in een geheel van feiten: de vlek van een gele arnica op een achtergrond van bergen, het tikje blauw op een schilderij van Vermeer waar Proust het over had. Niet veel zeggend maar – in het geval van Proust dodelijk – noodzakelijk. Het zijn de kleine dingen die de grote belangrijk maken en dus het kleine dat onmisbaar is voor het grote..

    Zoals het gedicht van Remco Campert noodzakelijk was voor de dingen die ik vandaag en misschien ook morgen of overmorgen schrijven zal. Het zijn maar vierendertig woorden, ik telde ze, maar spreekt erover en het wordt geschiedenis.

    Zo hebben we al heel wat dingen geschreven die geschiedenis zijn. We hebben er nog weinig aan. We wensen niet terug te blikken, om de geur van het voorbij zijn eens te meer op te snuiven. We houiden ons stoïsch aan wat van vandaag is om beter de dag van morgen binnen te gaan.

    Zo is het altijd geweest, zo hoort het te blijven.

    13-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'De brandgeur van de wereld'.

     

    Sarah Vankersschaever in DSL van 9 februari over de dichtbundel ‘Open Ogen’ van Remco Campert[1]:

    ‘Het klinkt hard, maar het moet gezegd: als je meer verleden hebt dan toekomst is het makkelijkste om je te nestelen bij het knetterende haardvuur van je eigen universum. Het vraagt moed om op je achtentachtigste de brandgeur van de wereld nog binnen te pakken, Campert doet het, met wisselend succes, maar hij doet het.’ 

    Hoe is het met mij gesteld, ik die meer verleden heb dan toekomst. Hoe gedraag ik me als ik keer op keer afreis naar het verleden, is het omdat ik niet wens terecht te komen in de toekomst en ook, heb ik het verleden niet nodig om het heden te beoordelen en eventueel uit te kijken naar de toekomst?

    Ik weet niet - maar ten dele - waar ik me situeer en in welke mate ik ’de brandgeur van de wereld’ nog ruik. Ik zelf heb er geen zicht op, maar ik heb het gevoel dat ik, wat het verleden betreft meer oog heb gehad voor het verleden in het algemeen dan over dit van mij. Maar het is exact, ik schrijf zelden over wat er gebeurt in de wereld, mijn jongste dochter scheen me te verwijten niets gezegd te hebben over de Tesla die nu in een baan om de aarde zweeft, maar wat zou ik er kunnen over zeggen, welke filosofie steekt er achter of welke kosmische geladenheid. Mijn logo is: wil je er iets meer over vernemen, raadpleeg dan de media, maar niet mijn geschriften die houden er zich niet mee onledig. Niet dat ik er niet aan denk en erover oordeel maar erover schrijven, uiterst sporadisch.

    Er is een collega blogger die zijn blog gebruikt om zijn visie te geven over wat er gebeurt, in België meer dan in de wereld. Ik apprecieer zijn woorden en de wijze waarop hij zijn commentaar geeft, maar ik wens hem niet na te volgen, ik heb niet die kritische ingesteldheid van hem en wat meer is, ik heb andere prioriteiten, ik schrijf over ons ‘zijn’ hier op aarde, wat het zou kunnen betekenen en, wat belangrijker is, of we een instrument (!) zijn in de handen van het Universum.

    IK heb dus een totaal ander doel dan mijn collega-blogger en het is voor velen een dagelijkse verpozing als ik zie dat hij de meest gelezene is van de bijna zeven duizend blogschrijvers die voorkomen onder de rubriek ‘Dagboekbedenkingen’. Hij is ook wijzer dan ik, hij wacht zijn beurt af, hij wacht tot hij iets te vertellen heeft. Ik die voorkom in zijn omgeving op de lijst, pers het eruit of ik nu iets te vertellen heb of niet. Ik treed elke dag op tot nader orde.

    Om naar Sarah Vankersschaever terug te gaan, wat is er verkeerd aan te keren naar wat was en hoe het was. Hoe zal zij oordelen later over de wereld omheen haar, zal ze ook niet eerder gaan schrijven over hoe het was in 2017 en 2018, in plaats van zich te vermeien met wat zal zijn in haar achtentachtigste?

    Ik ontdoe me niet van de indruk dat, wat de ouderen op leeftijd te vertellen menen te hebben, geen voldoende zeggingskracht meekrijgt, precies omwille van het feit dat ze teveel terugblikken naar wat was en niet meer gefixeerd zijn op wat is en op wat aan het komen is.

    Wil ik haar nog zeggen dat wat ik ontwaar in wat de toekomst zou kunnen zijn – en ik hoop dat ik me vergis - dat de verlichting die we in het westen verworven hebben, niet opgeslorpt worde door een God die we als de pest missen kunnen.

     

    [1] Remco Campert: ‘Open Ogen’ De Bezige Bij, 48 blz. 17.99€

    12-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Il piè fermo di Dante

     

    Mijn onderwerpen liggen ver uit elkaar omdat ze inspelen op mijn gemoed van het moment. Telkens ik mijn gedachten volg, zoek ik uit te komen op een tekst die eerder een gedicht is dan een prozastuk. Dit is mijn grote bezorgdheid: wat ik te vertellen heb wil ik geschreven zien in de mooiste vorm. Elke kunstenaar streeft er naar, vroeger dan toch, vandaag heeft dit geen belang meer, ik weet het, maar ik ben nog van de oude garde, ik stam nog uit de middeleeuwen, toen schoonheid in was. Het weze me vergeven.

    Het is ook tezelfdertijd, een zoeken, een aftasten van mijn mogelijkheden om op te stijgen uit een dal van woorden en de heuvel op te klimmen, zoals Dante, ‘si che il piè fermo era sempre ‘l più basso’[1].

    Het is voor Dante als voor mij, het beginpunt van een initiatie tot een ander op het leven ingesteld zijn, een poging een levensfaze te bereiken om het alledaagse te verlaten en, wat ik altijd heb betracht, uit te komen in het veld van wat van de kosmos is, omdat wat van de kosmos is, van de geest in de kosmos is.

    Hoe ik dit breng heeft minder belang, het is het feitelijke ervan dat telt, het is, om het te zeggen met het woord van gisteren, mijn signatuur.

    Je weet dat je iets dergelijks van mij verwachten kunt, dat elk geschrift begint op een andere wijze maar dat het zich keert en draait tot het uitkomt waar alles uitkomen moet, in het ijle van de gedachtenwereld waar alles mogelijk is, namelijk de wereld van het poëtische.

    Ik wil alles poëtisch, al wat ik schrijf of zeg, ik wil telkens iets in meer, wil er iets aan toevoegen dat niet in woorden uit te drukken is: een kleur, een gevoelslaag die niet te bepalen is, maar toch over de dingen hangt; een aroma dat in de lucht drijft en hangen blijft daar waar ik voorbij ga met mijn woorden.

    Ik meen dit aroma te hebben ontmoet in de teksten van Noteboom die ik onlangs kon lezen. Ik vind dat aroma ook terug bij Hertmans, zeker bij Gilliams – natuurlijk vind ik het bij Gilliams! – zoals ik het vind bij Proust, bij Bernanos, maar niet bij Lize Spit, zeker niet.

    Dit afstemmen op dit aroma werkt nefast, geeft een wending aan mijn gedachten die het volgen ervan bemoeilijkt. Het is, wat ik wel eens noemen durf, het betreden van het ongerijmde, het onvatbare; van een wereld die er niet is maar er toch is, ergens, ergens tussen al wat is en al wat niet is.

    Daar schrijf ik naar toe, als ik niets te zeggen heb maar wel veel te schrijven. Het is in dat onbekend niemandsland dat ik me begeef om er te zijn, opgelost in het geluchte, zwevend op de wind, lijk een arend, de vleugels wijd open, niets meer te zijn dan het suizen van de wind en zo me laten drijven op de windlagen van de geest.

    Veel meer hoef ik niet te zijn.

     

    [1] Inferno: Canto I, 30:

    Een ‘wondere’, veel zeggende zin van Dante, die vertelt op welke wijze hij de klim begonnen is. Over deze zin kan een essay – F Freccero deed het - geschreven worden. Ik zal het hier niet herhalen, ik schreef er reeds uitvoerig over in mijn werk over Dante van jaren geleden. Wat ik hier kwijt wil is dat Dante de heuvel opging op een wijze waarbij zijn rechter voet altijd de laagste stond. Hij begon dus de klim met de linkervoet en plaatste de rechter er telkens naast. Dit als element van een initiatie-ceremonie als intrede tot een geheime genootschap. Als bewijs hiervan zijn tal van elementen voorhanden.

     

     

    11-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    10-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschreven via mij

     

    Ik ben altijd betrokken bij wat ik schrijf: ofwel kom ik in het stuk voor, ofwel draagt het stuk duidelijk mijn signatuur. Het is dus altijd, hoe ik het ook opvat, op mij afgestemd. Is het narcisme of is het maar normaal dat het zo is?

    ‘Schrijf eens iets waar je helemaal niet bij betrokken bent, maar wel de anderen’, dacht ik vanmorgen. Iets dat gebeurt buiten jou om: een boom van eeuwen die geveld wordt ergens in het regenwoud, of een even oude olijfboom die weggenomen wordt van de plaats waar hij eeuwen lang heeft gestaan en gebloeid, en nu verplant wordt, in een grote brede kuip met ijzeren ringen er omheen, en overgebracht naar het noorden bijvoorbeeld om er, ofwel met veel moeite verder te leven, ofwel te verdorren.

    Zo kun je ver gaan. Zijn er beelden in mij die ik projecteer naar jullie en, jullie bent het die me oplegt ze te schrijven. Ze komen dus niet van mij, maar via mij.

    Zo heb ik de wereld van jullie om over te schrijven, er is niets van mezelf, niets dat mij aanbelangt, noch de boeken die verschijnen week na week en die niet bij te houden zijn; noch de dagbladen en journaals van elke dag en wat er in te lezen staat; noch de berichten, de aanbiedingen die opduiken in de mailbox, open en bloot, die je leest of niet leest, die je wegvaagt. Heel wat zaken zijn er die jullie te horen of te lezen krijgen maar het is zelden het voedsel voor de geest, waar je naar hunkert. Zo je laat het aan jou voorbij gaan.

    Je kunt er wel over nadenken. Je krijgt het beeld van het regenwoud in Brazilië of waar ook voorgeschoteld: de bomen, respectvol en breed uitgebalanceerd, je hoort de hak van de bijl, je hoort de zaag, je ziet de val van de boom. Het zit allemaal in het beeld verweven, het maakt allemaal deel uit van het geruis van de boom die valt en zijn plaats die opgevuld wordt met lucht, de aarde waar hij stond die vri gekomen is.

    Je kunt je in één ruk verplaatsen naar Lissabon, naar de eenzame olijfboom, tegenover – lees mijn geschriften van 21 juni 2010 - la Casa dos Bicos, zetel van de José Saramago-stichting. Je kunt je afvragen of het een verschil maakt of hij nu komt uit het geboortedorp, Azinhaga, van Saramago of uit een ander dorp en of het niet beter ware geweest de urne van de schrijver over te brengen naar de voet van die olijfboom in zijn geboortedorp, in plaats van én de as, én de boom over te plaatsen naar Lissabon. Maar het is nu zo en zo zal het blijven. Hopelijk, zal je denken, blijft de boom, gezegend door wat rest van Saramago, zal hij verder groeien en bloeien en olijven dragen die afvallen zullen en niet worden opgeraapt, wie raapt er nog afgevallen kastanjes of beukennootjes op in deze tijden.

    En dan heb je nog wat je mails betreft, heb je nog indien je ooit schrik zou hebben iets niet te horen of te lezen, de woorden van Jezus ons gebracht door de evangelist Lucas, 8, 17, uit de King James’ Bijbel:

    ‘For nothing is secret, that shall not be made manifest ; neither anything hid, that shall not be known and come abroad.’

    Drie onderwerpen, drie mogelijkheden die vandaag naar voor worden geschoven waar ikzelf, behalve als schrijver, voor eenmaal, niets mee te maken heb.

    10-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Even terug naar wat was.

     

    Ik herbruik soms, niet dikwijls maar het gebeurt, ideeën uit vroegere blogs. Gezien deze zich uitstrekken over meer dan, 7 maal 365 dagen, is het onmogelijk de inhoud van alle blogs bij te houden. Ik herhaal me dit is een zekerheid. Wat ik dus moet doen is alle blogs ooit geschreven, samen brengen in een bundel van 2500 bladzijden, zodat ik via de zoekmogelijkheden van mijn PC weten zou in welke mate ik me herhaal.

    Ik dacht hieraan deze morgen, zoals ik er de vorige dagen heb aan gedacht. Zoals er altijd tal van gedachten zijn die opduiken en weer verdwijnen: dingen die ik nog zou kunnen doen, nieuwe boeken die ik zou moeten lezen en andere die ik zou moeten herlezen.

    Eén gedachte komt steeds weer, ik kan niet meer terug, al zou ik het willen, naar de tijd van de boeken van Jules Verne. Een heuglijke tijd, een tijd van avontuur en verbazing, een tijd van Michael Strogoff en Kapitein Nero en zovele andere.

    Wat een genot moet Verne gekend hebben bij het schrijven van zijn wondere verhalen, vooral dan deze waar hij zijn kennis kon uitstrooien, - ik heb zo een goede vriend die dit ook vermag - en zijn dromen, en er zijn er heel wat: de ‘Reis om de Wereld in 80 dagen’; de reis naar het middelpunt van de aarde, de blindheid van Michael Strogoff die uiteindelijk geen blindheid was, dankzij een zigeunerin, en noem maar op. Uren, dagen van vervoering, van spanning. Een ongekende, onvermoede wereld waar we mee slapen gingen en mee opstonden. Geloven wat we lazen en er dagen mee rondlopen, tot de dag van vandaag toe.

    Waar is die tijd, waar zijn deze gevoelens, wegzinken in een droomwereld?

     Ik draag met mij mee – en, nu zeker, nu ik dit verwoord - het beeld van de hoofdonderwijzer, Meester Van Oudenhove, die me Jules Verne lezen liet en ook die me, na de schooluren, Franse les gaf; die ons, op het einde van het schooljaar, voorlas uit ‘De Witte’ van Ernest Claes. En dan spreek ik van de tijd van vóór de fatale meidagen van 1940 en wellicht van de dagen erna. Mijn God, ben ik zo oud al of, hoe vlug die tijd wel is voorbijgegaan.

    Er ligt naast mij, nu al enkele weken, een bundel tekst, een soort roman, die ik schreef toen ik vijfentwintig was. Ik vond die bundel terug terwijl ik zocht naar wat ik ooit schreef over ‘Elias of het Gevecht met de Nachtegalen’ van Maurice Gilliams, een tekst die ik nog altijd niet heb teruggevonden. Maar wat ik vond is het verhaal van het kind, van de knaap die ik was, waarin ik met verbazing lees over mijn jonge jaren, gaande tot een beginnende verliefdheid; over Emma het meisje in de geburen, en over mijn vrienden van toen, Raymond die pater werd in Japan, en Robert die droomde schilder te worden.

    De tekst die er van overbleef - ooit heb ik hem ingestuurd voor een literatuurprijs, maar hij kreeg een ontoereikend, wat ik nu begrijpen kan – werd herhaaldelijk verbeterd en herschreven, delen geschrapt en andere er aan toegevoegd maar zoals ik het nu zie, totaal voorbijgestreefd en waardeloos. Daarna is er een grote verwarring, om niet te zeggen verloochening geweest van alle dromen, toen ik met beide voeten in de realiteit van het leven stond, en waaruit ik ben opgestaan met Gilliams en Mahler. Maar dit ook ligt nu al heel ver in mijn verleden.

    Als ik nu - voor mezelf doe ik het - drie personen mag noemen en,  in een zekere zin, vereeuwigen - die mij het sterkst hebben beïnvloed, zonder dat zij er weet van hebben, dan vermeld ik, zonder aarzelen: Meester Van Oudenhove, die me Jules Verne leerde kennen; vermeld ik een zekere Jan De Win, een collega in de Bank, die me Gilliams leerde kennen, en een Leonard Hoedervangers, die me Mahler bij bracht. Later, mais ceci est une tout autre histoire, is er ook T.S. Eliot geweest.

    Wie ware ik, wat zou ik geworden zijn en hoe waren mijn dagen verlopen zonder hen, vooral dan zonder Meester Van Oudenhove en zonder zijn Jules Verne?

    En dan zijn er die zeggen dat het Jezus is die bepalend is geweest voor hun leven. Echter niet - waar ik nu aan denk - voor Stephen Dedalus, uit ‘A portrait of the artist as a young man’ van James Joyce, die wou niet, in het spoor van Jezus verder gaan toen de vraag hem gesteld werd. Maar dit ook is een totaal andere geschiedenis.

    09-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitwijkend naar de wereld achter ons.

     

    ‘It was a beautiful day here to-day, with bright, new, wide-opened sushine, and lovely new scents in the fresh air, as if new blood were rising. And the sea came in great long waves thundering splendidly from the unknown. It is perfect with a strong, pure wind blowing. What does it matter about that seething scrimmage of mankind in Europe? If that were indeed the only truth,one might indeed despair.’

     D.H. Lawrence[1] schreef dit in zijn dagboek op 8 februari 1916, en nu, meer dan een eeuw later, terug boven gehaald door iemand die nog niet geboren was toen de woorden geschreven werden. Zullen mijn woorden, deze van nu, ook nog eens opduiken in het jaar 2118, op een plaats ver weg van de plaats waar ze geschreven werden?

    En, welke betekenis kan hieraan gehecht worden, wie of wat intervenieerde opdat ik vandaag D.H. Lawrence, de man die ‘Lady Chatterly’s lover’ (1928) bedacht, vernoemen zou, heeft hij, wiens lichaam al lang vergaan is tot stof, er iets mee te maken?

    Ik denk veel aan vrienden, aan schrijvers, aan componisten die overleden zijn, wellicht meer dan aan deze nog in leven; het is in elk geval een andere band die me bindt aan hen. Met vrienden zijn het herinneringen die me binden, bij schrijvers zoals D.H. Lawrence, zijn het woorden, maar voor allen geldt een regel, of beter een vraag: hoe komt het dat ik denk aan hen, en in mijn geval hier, hoe komt het dat ik precies op het ogenblik dat de aarde ten overstaan van de zon het zelfde punt bereikt, dat ik de woorden lees en herhaal die D.H. Lawrence toen geschreven heeft; is er iets magisch aan verbonden, of is het louter toeval?

    Ik geloof niet in toevalligheden. Ik had, wat de uiterlijke oorzaak zou kunnen zijn, het boek, ‘The English Year’, uit zijn rek genomen, zo maar, schijnbaar zonder reden, om achteraf vast te stellen dat er toch een reden kon zijn, namelijk, D.H. Lawrence en dezes dagboek.

    Is het een spontaan gebeuren geweest of een uitgelokt gebeuren; een plots opkomend gevoel of een drang komende van uit mijn omgeving die ik, onbewust heb gevolgd?

    Ik opteer voor de lokkende aanwezigheid van wat rest van Lawrence in mijn omgeving, omdat, wat overbleef van hem, zijn essentie, voldoende bewust is dat ik - een bepaald deel van mij - op dergelijke momenten ben ingesteld; omdat hij weet dat hij aldus via mij nog eens vernoemd zal worden, zijn naam gelezen en nagedacht over wat hij allemaal geschreven heeft, waaronder zijn fameus gedicht, ‘Not every man has gentians in his house’, waaraan onze (vriend) Stefan Hertmans een essay[2] heeft gewijd in zijn ‘Putje van Milete’

    Ik houd er aan dergelijke voorvallen de wereld in te sturen omdat ze een kleine kans maken, het wonder van het leven of dan toch een bepaald aspect ervan te belichten.

    Ik herhaal me als ik zeg de toevalligheid van een gebeuren te verwerpen. Er is altijd een aanleiding voorhanden. Wie de dader of de voorbereider is van die aanleiding weet ik niet met zekerheid, het kan evengoed zo wel D. H. Lawrence als de Ierse schrijver, J. M. Synge, geweest zijn die ik ontdekte vooraan in ‘The English Year’ en me verraste met:

    ‘Then I came back to the cottage, with my throat dry thinking in what a little while I would be in my grave with the whole world lost to me’.

    Hij stierf heel jong, J.M.Synge[3]. Ook zijn geest is opgedoken opdat hij nog eens vermeld zou worden, opdat nog eens naar hem zou worden uitgekeken en dan vooral hoe hij de laatste jaren van zijn leven heeft doorgebracht.

    Er is dus, of we het beseffen of niet, een reden voor alles wat gezegd of geschreven wordt. Het zoeken naar de reden is de wereld van het magische betreden.

     

    [1] ‘The English Year from diaries and letters’ compiled by  Geoffrey Grigson, London Oxford University Press, 1967.

    [2] Stefan Hertmans : ‘Het putje van Milete’, Meulenhoff, Amsterdam, 1947,

    [3] J.M. Synge, in full John Millington Synge, 1871-1909, leading figure in the Irish literary renaissance, a poetic dramatist of great power who portrayed the harsh rural conditions of the Aran Islands and the western Irish seaboard with sophisticated craftsmanship.

    After studying at Trinity College and at the Royal Irish Academy of Music in Dublin, Synge pursued further studies from 1893 to 1897 in Germany, Italy, and France. In 1894 he abandoned his plan to become a musician and instead concentrated on languages and literature. He met William Butler Yeats while studying at the Sorbonne in Paris in 1896. Yeats inspired him with enthusiasm for the Irish renaissance and advised him to stop writing critical essays and instead to go to the Aran Islands and draw material from life. Already struggling against the progression of a lymphatic sarcoma that was to cause his death, Synge lived in the islands during part of each year (1898–1902), observing the people and learning their language, recording his impressions in The Aran Islands (1907) and basing his one-act plays In the Shadow of the Glen (first performed 1903) and Riders to the Sea (1904) on islanders’ stories. In 1905 his first three-act playThe Well of the Saints, was produced. Bron: Google.

     

    08-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    07-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verwondering dat het schrijven is.

     

    Jij als lezer, je hebt het al lang begrepen: telkens wil ik iets brengen dat je niet lezen zult in de dagbladen, noch horen zult op radio of tv, want mijn doel is je te vervoeren naar een totaal andere, niet evidente wereld, deze van het zijn, deze die zich situeert op het randje van het zichtbare en zelfs een stap verder nog, over de rand ervan in het onzichtbare.

    Waarom, waarom ben ik zo ingesteld, wat is er verkeerd met mij? Waarom die drang, altijd maar te gaan overhellen naar wat achter de realiteit aanwezig, levend is? Het is, het ‘OK’, in rook – de taal van de Indianen - dat opstijgt over de heuvels, zeggende aan het thuisfront dat er ‘O (zero) Killed’ werden.

    Mijn vergelijking is wel niet zo gelukkig gekozen, maar wat ik schrijf is ook wat rook, omdat het geen vaste voet in de aarde heeft, alsof al wat geschreven wordt vaste voet zou kunnen hebben.

    Wat ik hierover wel weet is dat we, naar wat nu nog rook is, stilaan toeleven, dat de rook dunner en dunner worden zal en zich, binnen een paar generaties, volledig zal gaan oplossen, tenminste zo ons de vrijheid gelaten wordt – zo we niet in de armen geduwd worden van een of andere God – te evolueren naar meer diepgang, om, zoals we binnendringen in de kennis van het Universum, we ook gaan binnendringen in de kennis van het godsbegrip, transparant comme l’air du désert, zoals George Steiner het noemt. Trouwens indien ik niet schrijven zou over wat ik schrijf, ik zou geen schijn van kans hebben gelezen te worden.

    Dit is wat ik er over denk, dit is hoe ik mijn opdracht zie en dit is ook de moeilijkheidsgraad die eraan verbonden is: je binnenleiden in de verwondering van het zijn.

    Ik weet dat ik er niet altijd in slaag, want jullie verwondering is ook die van mij, hoe vreemd dit ook moge klinken, ik verwonder jullie enkel als ik erin slaag mezelf te verwonderen met wat ik schrijf.

    En dit is het bevreemdende waar ik telkens mee geconfronteerd wordt. Daarom ook is er de voortdurende neiging terug te blikken naar wat ik in mij, in de loop der jaren, opgestapeld heb, zoals de jaarringen in de stam van een boom. Ik kan alle jaarringen samen zien en van hieruit vertrekken, maar ik kan er ook één jaarring uit kiezen en deze voorrang geven op alle andere, om van hieruit vertrekkende een sprong te wagen naar de ring die zich aan het vormen is, de nieuwkomer die zich aan het toevoegen is aan alle andere.

    Dit is wat meestal gebeurt, dit is waar het om doen is, zoals de weersomstandigheden/de seizoenen hun afdruk laten in de jaarring, wordt er ook in mij, en tezelfdertijd, een spirituele gelaagdheid aan toegevoegd. Ik beoog niets anders en dit is de reden waarom ik ben ingesteld zoals ik tevoorschijn kom in mijn geschriften.

    Welke kans maak ik gehoord te worden, welke kans maken mijn jaarringen ooit in hun globaliteit gelezen te worden. Wie zal er in slagen ooit deze toevoegingen van mij te interpreteren zoals deze geïnterpreteerd dienen te worden?

    Een vraag die andere vragen oproept. Ik kom er niet mee vooruit, ik blijf wie ik altijd blijven zal, een steller van vragen die ik oplos met andere vragen.

    07-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beginnende bij Freeman Dyson

     

    God is what mind becomes when it has passed beyond the scale of our comprehension.

    God is wat geest gewordt als deze het niveau van ons begrijpen overstijgt. Het zijn de woorden, nu al bijna dertig jaar oud, van Freeman Dyson[1].

    God – of wie of wat we zien als God - is de uitdaging van de mens, is de queeste van de mens. Hij daagt ons voortdurend uit op zoek te gaan naar Hem, opdat het beeld, het absoluut allesomvattende beeld van zijn wie of wat Hij is, groeien zou, zich preciseren zou in de mens.

    Het boek van Dyson dat hij nog maar eens uit zijn rek heeft gehaald - er moeten tal van zulke boeken bestaan - is als het beluisteren van een cantate van Bach bij het buitengaan uit de kathedraal na een Gregoriaanse mis.

    Steven Weinberg[2] daarentegen houdt er een totaal andere mening op na, hij aarzelt niet te schrijven:

    ‘The more the universe seems comprehensible, the more it seems pointless.’ Hoe begrijpelijker het Universum wordt des te duidelijker het ons toeschijnt als zinloos.

    Maar Weinberg moet spijt hebben gehad over deze harde regel tekst - ook Susan Sontag kwam terug op de stelling  ten overstaan van het blanke ras die ze ingenomen had - want Weinberg ook heeft de nachtelijke vlucht gevolgd van Bede’s[3] sparrow, komende vanuit de duisternis, doorheen de verlichte en verwarmde banketzaal van King Edwin om dan weer te verdwijnen in de nacht, en hij vindt dat de verleiding te gaan geloven almost irresistible is.

    Waarom echter zou Weinberg zich inlaten met de kleine huismus van Bede als hij enkele pagina’s ervoor akkoord gaat met de verklaring van Phillip Johnson, namelijk:

    Naturalistic evolution is consisting with the existence of God only if by that term we mean no more than a first cause which retires from further activity after establishing the laws of nature and setting the natural mechanism in motion. 

    Hij vindt dat de idee van Phillip Johnson, die hij ontmoet bij Weinberg, nu precies de idee is die hij heeft verwoord en die hij ook, wat vers 2, 2 uit Genesis betreft, gevonden heeft in de vertaling van Fabre-d’Olivet, waarin het beeld verschijnt van de Elohim, de God die rusten gaat na gedaan te hebben wat hij deed.

    Wat betekent, dat we nimmer meer hopen moeten op om het even welke interventie van Hem. Hij is rustende, Zijn werk, wat én het Universum én de mens betreft, is af, de finaliteit ervan, als er ooit een zou zijn, is wordende, is komende.

    Echter, wij weten niet hoe ‘af’ het is. En weten evenmin of het dichten van het gat in de ozonlaag erin begrepen is, weten evenmin of de mens geen poging wordt zoals de mier er misschien een was, de bij, de dolfijn, het wat-weet-ik-nog er een was, en moet er nog gewacht worden, hier of elders in de Kosmos, op een ander fenomeen dat beter dan de mens op aarde, beantwoorden zal aan het prototype dat God, als spiegelbeeld van Hemzelf, zou kunnen beoogd hebben.

    En dan lezen we in de ‘Four Quartets’ van T.S. Eliot:

    I said to my soul, be still, / and let the dark come upon you / which shall be the darkness of God.'

    Het is in die ‘duisternis van God’, de duisternis om de banketzaal van King Edwin, waar omheen the storms of winter rain and snow are raging, dat enkel voor zij die zoeken blijven, het Licht zal schijnen.

     

    [1] Freeman Dyson: ‘Infinite in all Directions’,Penguin books 1990,p.118

    [2] Peter Weinberg: ‘Dreams of a final theory’ Vintage books, 1993

    [3] Bede: ‘Ecclesiastical History of the English People', Penguin classics, revised edition 1990.

         

    06-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Investeren in lezen.

     

    Ik vraag me soms af, en het is wel mijn volste recht, wat gedacht wordt over iemand die bezield is om elke dag, of hij nu gelezen wordt of niet, een stuk proza te schrijven over de meest uiteenlopende onderwerpen. Wat nog niet zo erg is, maar dan in vele gevallen handelend over God of Kosmos, wat dan wel uitzonderlijk is, en daarenboven het zelden heeft over de voor de hand liggende dingen, precies of er in zijn leven geen zulke dingen zouden zijn.

    Natuurlijk zijn er, natuurlijk heb ik een leven naast mijn blog, maar ik wil altijd wat dieper graven, zelfs al moet ik, zoals gisteren, terugkomen op zaken die ik jaren geleden al geschreven heb.

    In feite denk ik aan geen gewone zaken als ik schrijven ga. Ik heb bv alle moeite om mijn dagboek ‘Spiegelvijver’ bij te houden, omdat ik daar over het algemeen slechts alledaagse gebeuren te melden heb. Ik zou er vandaag wat meer kunnen over vertellen, bv dat de natuur in beweging komt, én in het bosje anijs dat ik in de herfst in de aarde heb geplant, én in het bosje sneeuwklokjes onder de nog schijnbaar levenloze struiken.

    Ik zou ook, wat de vijver aangaat, kunnen vertellen over het verhoogd terras dat aan de voet van de ‘kabuze’ – een afgedankte ruime en daarna ingerichte bouwkeet – door Johan S. en vrienden werd aangelegd. En eigenlijk was dit geen nieuws ware het niet dat ik verbaasd heb gestaan, te zien hoe dit terras werd opgevat en met welk inzicht verwezenlijkt. Gezien hoe, in een paar minuten tijd, het plan ervan getekend werd door Johan en hoe de uitvoering, met balustrade er omheen in inoxidabele materialen, gebeurde. De wijze waarop alles gerealiseerd werd vond ik geniaal, trouwens in een paar dagen volbracht. Wellicht zijn er uren denkwerk aan vooraf gegaan maar het bereikte resultaat is verrassend, is een succes. Hij verbaast me altijd die Johan S., eigenaar van de vijver en het stuk land er omheen, zoals ook de natuur me verbaast, zoals ook het wisselende watervlak met luchten en bomen erin weerspiegeld, me verbazen kan, maar dit is dan van een totaal andere orde.

    De geschiedenis van het terras is dus iets dat ik vermelden kan. Ook zou ik het kunnen hebben over een mail van een vriend die me schreef dat hij getracht had Lize Spit te lezen, maar dat hij verkozen had, na een paar hoofdstukken, het op zij te leggen en liever Yourcenar te gaan lezen, haar ‘L’Oeuvre au Noir’. Ook mijn jongste dochter schreef me over het boek van Spit, naar aanleiding van wat ik verteld had in een van mijn blogs. ‘Lees het niet’, zegde ze, ‘je wordt er geen jota wijzer van en een overdaad aan seks heb je op jouw leeftijd niet meer nodig’. Ik zal dus hun raad volgen.

    ‘L’Oeuvre au Noir’ las ik wel, precies vijftig jaar geleden toen het in 1968 verscheen bij Gallimard. Ik weet dus dat het een machtig epos is dat ons terugvoert, o.m. naar het Brugge van de zestiende eeuw. Het is een verhaal, aaneensluitende druk, van meer dan 300 pagina’s. Ik ben zeker dat er meer woorden in staan dan in de 450 pagina’s van ‘Het Smelt. Ik heb het boek v    an Yoursenar uit zijn rek gehaald, misschien herlees ik er grote delen van, maar zeker is het niet.

    De laatste dagen was er ook Fritjov Capra die ik heb teruggenomen, Weinberg ook, en vooral George Steiner, ‘ Dans le chateau de Barbe-Bleue’[1], een essay over de redefinitie van de cultuur, waaruit ik hier volgende paragrafen die me bij het herlezen getroffen hebben overneem:

    Marchands de slogans et philosophes d’occasion, tels Susan Sontag[2] ont voulu persuader l’Occident que l’homme blanc est la plaie de l’univers, que sa civilisation est une monstrueuse imposture ou, aux mieux, le masque fourbe et cruel de l’exploitation économique et militaire. On nous annonce, sur un ton d’hystérie vengeresse, que notre culture est condamnée, et c’est alors le modèle spenglérien d’apocalypse rationnelle ; ou bien encore que, seule, une transfusion massive de la vitalité et des modes de sentir du ‘Tiers Monde’ la ramèneront à la vie. 

    Een zin die me al een paar dagen bezighoudt, ook het besluit dat Steiner hieruit trekt, namelijk: qu’il ne faut pas attendre un retour spontané à la prééminence ancienne’. Steiner schreef dit in 1971.

    Steiner, Capra en Yourcenar dateren van uit mijn glorie periode toen ik boek na boek las. Ik schreef toen nog niet, ik tekende. Maar al wat ik toen las vormde de humus voor wat ik daarna geschreven heb, en nu nog blijf schrijven.

    Spijt over wat ik las heb ik niet, integendeel het was, vind ik, een goede investering

     

    [1] George Steiner: ‘Dans le chateau de Barbe-Bleue’; originele titel ‘In Bluebeard’s castle, Editions du Seuil, 1971

    [2] Google/Wickipedia: Susan Sontag (1933-2004): ‘The white race is the cancer of human history’.

    05-02-2018, 12:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Begrippen die vragen blijven.

     

    Met Zadie Smith - de dame, schrijfster van gisteren - schuif ik mijn zelftwijfel even op zij.

    Een twaalfde van het jaar is al voorbij: de vlugheid waarmee de dagen en de nachten zich opvolgen is ontzettend, is nimmer te begrijpen. De aarde stopt niet, ze wentelt zich om de zon, wat er ook moge gebeuren, terwijl de zon zich wentelt in de greep van haar sterrenstelsel, dat op zijn beurt wordt meegezogen in de massa sterrenstelsels. De totaliteit van alle bewegen, vertrekkende zegt Umberto Eco, van uit dat ene punt waaraan de slinger van Foucault is opgehangen.

    Een boude uitspraak die ik zo maar te berde breng. Het is het holistisch beeld van het Universum, waarin de mens gegrepen zit.

    En het is bij Fabre d’Olivet[1] - en het is niet de eerste maal dat ik hem raadpleeg - dat ik gevonden heb wat volgt: als God – om Hem te noemen met de naam van de Septuaginta-vertalers, een naam die Hem gegeven werd om de Grieken te behagen - de avond van de ’zesde’ dag, alle plannen overkeek die hij in die zes dagen had gemaakt, dan bevatte het beeld dat hij had, de totaliteit van de Kosmos, uitgezet en gedragen door natuurwetten en evolutie-impulsen; erin ook aanwezig in potentie, de aarde en de mens.

    En het was pas dan, de ‘zevende’ dag, de dag van de Big Bang, dat Hij alles in beweging heeft gebracht. Zo is het dat Fabre het las en vertaalde in Genesis.

    Stephen Hawking noemde die natuurwetten en evolutie-impulsen, ‘the mind of God’.

    Het is dus uit de ‘mind of God’ dat alles is ontstaan, en dat ook het levenszaad zal neerdwarrelen waaruit de mens zal ontstaan, onvermijdelijk dus als deel van de mind of God.

    We kunnen dit anders gaan lezen. God, als mind geïntegreerd in het Universum én, het Universum het materiele uitzicht van God. Of God die duidelijk, onovertroffen duidelijk, zichtbaar is als het Universum.

    De ‘gezanten’ van een paar dagen terug hadden me beter dit voor ogen gebracht en met mij besproken.

    In deze kosmisch-religieuze context zou ik het Genesis-verhaal kunnen herschrijven. Ditmaal echter niet met de visie van de filosoof en schrijver, die Elohim heeft gezien – deze van ‘bereshit bara elohim’, Genesis: 1,1 - de blik gecentreerd op de aarde.

    Ik gooi deze engheid van verbeelden overboord en herschrijf deze, met de visie van iemand die, met een splinter van de ‘mind’ van God die hij bezit als splinter van het Universum, te beginnen bij en met het ene vaste punt, dat van Umberto Eco.

    Maar de ideeën van Eco, van de Genesis van Fabre d’Olivet hier overnemend, denk ik hierbij aan wat Werner Heisenberg, als pionier van de New Physics over deze New Physics zegde:

    Everything I say must be understood not as an affirmation but as a question[2].

    Dit geldt ook voor wat ik hierboven schrijf over het ene vaste punt, over God en over het ontstaan van de Kosmos. Het zijn en blijven vragen waarover vragen kunnen worden gesteld.

     

    [1]La Langue Hébraïque restituée’, Collection Delphica. Editions l’Age d’Homme1975, (Facsimile van de oorspronkelijke uitgave).

    [2] Fritjov Capra: ‘Uncommon Wisdom, Conversations with remarkable People’, Fontana paperbacks, 1988.

    04-02-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manuscripten

     

    Ik lees in de Standaard van 26 januari het artikel van Carlo Van Baelen die veertig jaar lang werkte in het boekenvak. Hij schreef op zijn webside www.rektoeverso.be:

    ‘Voor heel Vlaanderen zijn er geen cijfers, maar als je recente Nederlandse cijfers extrapoleert, zouden 34.000 Vlamingen aan een roman werken en 27.000 aan een novelle. Jaarlijks verschijnen pakweg dertig Vlaamse fictiedebuten bij reguliere uitgevers. Veel anderen zoeken een andere uitweg via self-publishing…’

    Ik geef er me pas nu rekenschap van, de kans dat mijn manuscript aanvaard wordt minimaal in het kwadraat is. Ik moet dus niet verlangen dat ik een vlug antwoord ontvangen zou. Wie vertelt me hoeveel manuscripten de uitgever niet binnenkrijgt op een week tijd?

    En ik citeer verder en ik neem nota: ‘Een uitgever, is iemand die kritisch selecteert – wat ik wens dat met mijn manuscript gebeurt – teksten redigeert, vormgeeft, investeert, het risico op zich neemt en promotie en logistiek organiseert om het boek bij de lezer te krijgen.’

    Wat Van Baelen er aan toevoegt over het risicovolle van self-publishing, neem ik ter harte en aanvaard ik maar al te graag, ik zal er niet op ingaan, ik wens niet dat mijn zelf uitgegeven boeken, na verloop van tijd terecht komen voor een spotprijs op de rekken van De Slegte, eens dit gebeurt is het alsof ze nooit uitgegeven of geschreven werden.

    Dit is dus wat me nu te wachten staat, vroeg of laat ken ik het verdikt, ofwel wordt het verworpen en heb ik voor niets geleefd, ofwel heb ik geleefd om een boek te schrijven dat zal gelezen worden, het hoogste dat ik kan bereiken kon. In het andere geval blijven me niet veel mogelijkheden meer over, want het herschrijven heeft geen zin: ofwel, het in een geheel op mijn blog zetten ofwel, het meest essentiële eruit, met mondjesmaat aan de ether toe vertrouwen waar het zich verspreiden kan lijk bladeren in de herfst bij stormweer. Een meer duidelijk beeld van mijn falen is er niet

    Ik lees dan nog, in zelfde Standaard, wat Zadie Smith[1] schrijft over zelftwijfel:

    ‘Er is geen oplossing voor zelftwijfel. Uiteindelijk moet je schrijven en twijfelen tegelijk’.

    Een gouden regel die ik wil indachtig zijn en propageren in de dagen die me nog resten.

    Ik heb hier niets meer aan toe te voegen. Moet denken aan mijn blog van morgen en misschien zelfs aan die van overmorgen, je weet maar nooit wat er gebeuren kan.

    Uiteindelijk ben ik een van de 61.000 die voor het ogenblik aan het schrijven zijn, een van wie het dakvenster nog verlicht is in de nacht, met maan of een of andere planeet als getuige. Wat al niet min is, rekening houdend met de golven die er van uit gaan en die ons bij het schrijven kunnen bereiken. Gelukkig zij die ze opvangen kunnen, voor hen is de glorie in het bereik.

     

    [1] Zadie Smith (° London 1975): Since she burst spectacularly into view with her debut novel almost two decades ago, Zadie Smith has established herself not just as one of the world’s preeminent fiction writers, but also a brilliant and singular essayist. She contributes regularly to The New Yorker and the New York Review of Books on a range of subjects, and each piece of hers is a literary event in its own right. Aldus Google.

    03-02-2018, 07:31 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over 'Het smelt' van Lize Spit en andere zaken.

     

    ‘Het smelt’ is wellicht een aangenaam en boeiend boek om te lezen, maar zal ik verder gaan? Ik las er nu 46 pagina’s van, weet nu al heel wat, inhoudelijk eigenlijk nog niet veel en er resten me nog meer dan 400 pagina’s zodat er nog heel wat gebeuren moet en het toch beter ware dat ik verder las. Maar ik zal het niet doen, ik ben niet nieuwsgierig om te weten wat er nog zou kunnen volgen. Ik zal het niet doen, of toch?

    Het is, wat ik er ook over denk, een succes boek, zij die het bekroond hebben –- ‘in één klap is ze de literaire sensatie’ - weten waarom. Ik zelf heb in de veertig bladzijden die ik las niet gevonden wat ik verlang van een boek, maar wie ben ik als je kijkt naar de leeftijd die ik meedraag?

    Literatuur schijnt dus heel wat anders te zijn dan wat ik dacht dat ze was en kon zijn en ze, de literatuur, zal wel zo blijven. Wat ik schrijf is een bos, een oerwoud zelfs van gedachten; wat Lize Spit schrijft is een dorp met straten en huizen en mensen erin, en er gebeurt heel wat. Ik heb er geen boodschap aan, zoals zij wellicht geen boodschap heeft aan wat ik op papier zet. In dit opzicht staan we gelijk. Het is voor mij geen ontgoocheling, het bewijst enkel dat ik verkeerd zit en verkeerd zal blijven.

    Zij echter heeft het bij het rechte eind. Zij, op haar jeugdige leeftijd heeft ingezien hoe er geschreven moet worden en vooral over wat om door te dringen tot de massa, en ze is er in geslaagd ook. Zo mijn les is geleerd en mijn toekomst gekend. Zoals deze van Lize Spit gekend is en het is haar uit ganser harte gegund.

    Hoe moet het verder met mij?

    Beter is hoe kan het verder met mij? Ik ben niet zinnens een andere weg in te slaan, ik ben niet zinnens ook maar iets te wijzigen aan wat ik placht te schrijven. Het landschap van de geest dat ik bewandelde blijft mijn landschap of het nu winter is of lente of herfst, ik blijf waar ik ben, ik blijf waar mijn roots geankerd liggen in de aarde.

    En die plaatsen zijn onbeperkt: de bergen, de zeeën, de polders, de heuvels van de Vlaamse Ardennen, ik ken ze allemaal, ze maken alle deel uit van die roots waarover ik het heb. En ze inspireren me, ze zijn de enige rijkdom die me nog rest. In waarde uitgedrukt, zero, in geest uitgedrukt, het maximum dat ik verwerven kon.

    Zo, beoordeel me als een evenwichtig iemand met een voorkeur die als een struikelblok fungeert in de maatschappij van nu deze, voor het ogenblik, van de transgenders dat het laatste snuifje is dat door de media wordt bespeeld, een roman hierover wordt voorzeker voor het ogenblik geschreven, als hij er nog niet zou zijn.

    Dit nog ook: het boek waar ik het over had dat me naar de literatuur leidde en de media die me naar de transgenders brachten is slechts een momentopname van mijn gedachten, is van voorbijgaande aard. Morgen spreek ik er niet meer over. Ik deed het vandaag omdat ik hoopte op zon en licht en ik in de regen en de grijze luchten ben terecht gekomen.

    Er is dus altijd een aanleiding voor alles of, alles is met elkaar verbonden. Veel van wat verbonden is wordt zelfs niet opgemerkt, zelfs de gevolgen ervan niet. Maar deze voormiddag zijn ze me niet ontgaan, werden ze neergezet in enkele woorden. Zoals ik dacht dat het horen zou.

    Wellicht, een jaar of meer verder - als ik er nog zou zijn - zullen ze herlezen worden en zal ik me de vraag stellen wat ik hiermede precies bedoelde en vooral waarom ik er per sé de nadruk wou op leggen?

    02-02-2018, 06:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar ik mee begaan ben

     

    Wat ik schrijf is telkens een momentopname, is van het ogenblik dat ik voel een goede zin of onderwerp gevonden te hebben. Van dan af ontstaat mijn blog. Dit betekent, dat de idee er naar toe nimmer ver weg is, dat ik er praktisch altijd mee begaan ben en dat ik wacht op dat magische ogenblik om neer te zitten en te schrijven.

    Dit is ook de reden waarom mijn onderwerpen zo verschillend zijn, zo uiteenlopend, springend van de hak op de tak. Ik zelf ben er over verbaasd, maar ik laat begaan. Ik ben al gelukkig als ik bezig ben, en eens ik begin geraak ik bijna altijd aan het einde ervan.

    Een gezegend man zal je denken, maar een man – en dat denk ik dan – die niets anders meer vermag dan bezig zijn met het schrijven van een blog. Het vult mijn uren, het vult mijn dag. Waar ik ook ben of wat ik ook doe, ik denk eraan, ik ben er mee bezig. Het is weinig minder dan een obsessie.

    Dit is de reden waarom ik mijn gedachten niet zo graag onderbreek om een boek te lezen, de reden ook waarom ik niet denk in de richting van een gedicht, er is altijd mijn blog dat voorrang krijgt, of hij dit nu verdient of niet.

    Ik had het nog zo niet begrepen, vroeg me wel af hoe het kwam dat ik nog zo weinig las, dat ik er absoluut geen behoefte meer aan had een boek te beginnen, ‘Het smelt’, de succesroman van Lize Spit ligt nu op mij te wachten. Ik las er de eerste pagina’s van om uit te komen op een passage waar de vader uitlegt aan zijn dochter waar en hoe hij zich zelfmoorden kan of zal. Ik schrok ervan, ik dacht plots aan het begin van mijn sukkelboek – want dit is het wel, ik weet het nu - dat begint met een beeld van Stonehenge en wat verder de idee uitdraagt dat alles is ontstaan uit de geest. Ik zit dus op een totaal ander en daarenboven, verkeerd spoor.

    Of ik ‘Het smelt’ verder ga lezen weet ik nog niet, zeker niet nu er ineens een grote hoeveelheid water dat moet ingevroren worden aankomt, waarna het ‘pijpen’ komt op de rand van het bad. Ik denk dat, gezien het succes van dergelijke zinnen, die haaks staan op die van mij, verder lezen me dieper in de put gaat duwen; dat ik nogmaals ga inzien dat ik mijn leven lang verkeerd ben bezig geweest, en wat een gevolg ervan is, dat ik niet meer de vreugde zal kennen die het schrijven van mijn blog me elke dag oplevert.

    Zo gaat ook de wereld aan mij voorbij, blijf ik steken in mijn beperktheid, zonder al te veel armslag en teer ik op wat ik jaren geleden gelezen heb of, op het weinige dat ik verneem in de Standaard der Letteren, die soms een week blijft liggen, onaangeroerd.

    Het is werkelijk te laat om hier nog iets aan te veranderen, als het zo verder gaat word ik stokoud en verga ik in mijn woorden. Word ik er door opgeslorpt, verdrink ik er in. En niemand die me helpen kan. Ik wens ook niemand om me te helpen, om me van mijn aanslepende ziekte af te helpen. Ik zal er dus mee sterven, wat ik hoop.

    Ik wou alles in gereedheid brengen voor als ik er niet meer zal zijn. Ik weet dat het gebeuren moet, maar hier ook krijgt de zorg om mijn blog de bovenhand en gebeurt er niets op papier. Al spreek ik erover, al weet ik wat ik wil, tot het uitstrooien van de as aan de vijver waar ik nog, nu en dan, heen ga, hopende dat de luchten me wijzer zullen achterlaten.

    Wat altijd welgekomen is, zelfs nu nog.

    01-02-2018, 06:18 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    31-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Gezanten

     

    In de voormiddag, zoals het wellicht overal nu en dan eens gebeurt, aan de voordeur het bezoek van twee gezanten, niet deze van God, zoals deze ten tijde van Sodoma en Gomora, maar gezanten van Paulus die zijn woorden rond deelden aan de (niet meer)-gelovigen. Tevergeefs wellicht.

    Zeg ik, dat ik eerst verrast was als ik hen zag staan, omdat ik hen niet verwachtte, maar dat ik me goed voelde toen ze me vroegen, na zich te hebben voorgesteld met Leo en een naam die ik vergat, of ik de Bijbel kende, en ik hen antwoordde dat het Boek der boeken, dit van 1611, naast mij op de tafel lag en dat ik nog een Franse, een Nederlandse en zelfs een Spaanse Bijbel had.

    Wat hun schijnbaar niet interesseerde want het was niet over die Bijbel dat ze spreken wilden maar over de Brieven van Paulus, wat heel wat anders is.

    Leo had een elektronisch ding bij, a tablet, en las me, na enig zoeken, de woorden die een verwittiging inhielden aan het adres van hen die naar het Woord van de Heer niet luisteren zouden, terwijl de andere zonder naam, bevestigend knikte en toekeek.

    Het was niet de eerste maal dat ik dit hoorde. Ik antwoordde hen dat ik Paulus gelezen had, dat ik wist dat hij beweerde Jezus te kennen, niet als de Jezus van Paulus, maar als de Jezus die God hem had ingefluisterd.

    Ze waren verbaasd dit te horen, verbouwereerd zelfs waren ze, maar ik heb hen gezegd dat woorden geschreven tweeduizend jaar geleden, vandaag anders geïnterpreteerd worden. Denk maar, heb ik gezegd, aan de geschiedenis van Sodoma en Gomora, het bezoek van de twee gezanten van God, zoals jullie ook twee gezanten zijn van Paulus, en wat er met hen gebeurde en met die arme vrouw van Lot die veranderde in een zoutpilaar[1]. Nu, er zal jullie niet overkomen wat de gezanten van God overkwam, ik vertel dit maar om te zeggen dat de woorden van toen vandaag anders worden ingevuld.

    Maar repliceerde Leo, het zijn de woorden van Paulus, geïnspireerd door God, die van alle tijden is, die alles weet, ook hoe alles zal verlopen in de wereld, en Paulus zegt ons hoe we handelen moeten opdat we er correct zouden naar leven.

    Ik had hen kunnen antwoorden dat alles, als we Psalm 139 mogen geloven, al geschreven staat, maar ik heb gezwegen, ik heb het maar gedacht want ik was er zeker van dat ze de psalmen niet gelezen hadden, zoals ze ook de geschiedenis van Sodoma en Gomora niet kenden.

    Ik heb, heb ik gezegd – in feite heb ik meer gesproken dan zij – nood aan woorden, nood aan ideeën om te begrijpen, maar niet aan deze over een God van voor Galileo, deze zijn voorbij gestreefd. Indien er vandaag, een nieuwe Paulus opduiken zou, dan zou hij ons spreken over het Higgs deeltje en de betekenis ervan, en naar hem, mijn goede mannen, zou ik met veel interesse luisteren.

    Ze zijn weggegaan en hebben me een foldertje gelaten dat ik, met respect voor de moed die ze opbrengen, bewaren zal als ‘signet’, als bladwijzer, in mijn agenda.

     

    [1] Genesis: 19

    31-01-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs