Uit een verwarring van zinnen die ik in gedachten aan het schrijven was ben ik opgestaan deze morgen met, als ik de gordijnen openschuif, pal in het zuiden, een schittering, Mars, de vinnige, de oorlogsgod. Waarom Mars, die naam kreeg toebedeeld is me een raadsel, tenware de talloze YouTubes die we nu raadplegen kunnen en zo gezegd wijzen op het ooit bestaan van een beschaving op Mars, een waarheid vertellen zouden.
Maar dan nog, waarom, millennia geleden, een god van de oorlog, , en thans een vreedzaam lichtpunt in de morgenhemel. Ik kijk er lang naar, heb er een mogelijk antwoord op als ik denk aan Homeros, maar is die wel te vertrouwen wat Ares en Athena, wat Jupiter betreft? Verder ga ik vandaag niet, al zou ik kunnen.
Niets van de oorlogsgod dat ons nog rest, de planeet is zelfs geen blik, geen naam meer waard, want wie kijkt er naar en wie weet dat vandaag, het heldere punt in het zuiden aan de morgenhemel de planeet Mars is? We gaan er aan voorbij, zoals we aan zovele zaken uit het verleden voorbij gaan, verzadigd als we zijn met het nieuws van de nacht en dit van de morgen dat ons bereikt.
En ik loop rond met een verhaal er omheen, het verhaal dat Homeros bracht, waaruit blijkt dat er een gevecht was in de hemel tussen onder meer Ares (Mars) en Athena (Venus). Wie denkt er nog aan, wie zoekt naar een mogelijke reden ervoor, of was het Homeros die zijn verbeelding vrije loop liet en een gevecht op aarde samen liet gaan met een gevecht tussen de goden, tussen twee lichtpunten in de hemel die maar nu en dan tevoorschijn kwamen op het donkere laken van de nacht, maar die Homeros bezig zag in volle dag?
Hoe waagde hij dit te schrijven, want er is geen Athena, er is geen Ares zichtbaar in volle dag?
Weinig zijn zij die zich deze vraag stellen - ik zelf denk er pas nu aan - dat de gevechten, zo op aarde als in de hemel, plaatsvonden de zon hoog aan de hemel. Wat een verbeelding voor de blinde Homeros? Of was precies omdat hij blind was dat hij zich het beeld van botsende planeten permitteren kon, een gevecht tussen twee hemellichamen, waarvan hij hoorde dat ze er waren, maar niet wist hoe ze er waren. Dit is trouwens de enige uitleg die ik er voor heb, maar dit moet dan toch vreemd zijn overgekomen bij zijn toehoorders, bij zijn lezers.
Ik had beter, deze morgen, mijn gordijn niet open geschoven, ik weet niet wat ik verteld zou hebben maar zeker zou ik niet gesproken hebben over Mars en, dan zeker niet uit de gracht gehaald wat ergens, achthonderd jaar voor onze tijdrekening, werd opgetekend.
Het kan ook de tijd van Akhnaton geweest zijn – de tijd die Robert De Telder (zie o.m. Google) aan Akhnaton gaf – en dan ben ik niet meer zo zeker dat het wel de zon was die Akhnaton als de ene, ware god aanzag, het kan ook Venus, de meest heldere onder de planeten geweest zijn.
Ik heb dus deze morgen een geschrift na gelaten dat niet ware genoteerd had ik op het donkere laken van de morgenlucht Mars niet gezien. En ik heb me verzekerd van de juistheid ervan, ik ben het gaan opzoeken in mijn Sterrengids 2018 die me heel duidelijk wist te melden dat Mars zichtbaar is in het zuidoosten. Ik dacht dat het pal in het zuiden was, maar waar ook, het was Mars die ik zag, de planeet die meer dan ‘in’ is, de laatste tijd.
Ook bij mij zoals je lezen kunt, maar dit is hij al lang, echter nimmer als een god van oorlog.
|