Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    04-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toccata en Fuga

     

    En toch zullen we opstaan / open rukken de geest in ons / om creatief te zijn  in woorden en in beelden 

    als van de aarde het grote gebaar, / de meidoorn in één nacht wit geworden / met late sneeuw bedekt, zoals Eliot het zag.

    En wij, neerslachtigheid, / plots ondergedompeld erin om ook / meidoorn te zijn en open te barsten, / meeldraad en stamper met  stuifmeel bestoven / klimoprank om de nucleus van het zijn. 

    Verbazing echter is geen deel van ons.  

    Ik kon even goed  dit niet geschreven hebben. Het ontstond zo maar om later - maar wat of wanneer is later? - te verwerken. Zinnen te verwerpen en andere eraan toe te voegen of met de woorden ervan, nieuwe ideeën te verkondigen. Vergetend misschien, zoals het zo dikwijls gebeurde, dat het hier poëzie betreft en geen filosofische ontboezeming. Maar wat geschreven is en verspreid, blijft geschreven, zelfs al ben ik er nog altijd meester over, kan ik het weghalen met een veeg van de hand of, opschroeven met weinig zeggende woorden. Maar voorlopig is het er en zal het voorlopig zo blijven.

    Diep in de morgen ben ik opgestaan om op te tekenen zoals altijd, wat me te binnen valt. Mijn hand totaal onzeker, zoals mijn vooruitzichten wat de komende dagen/weken het zijn. Wat ik wel weet, is dat de tijd is voorbij gehold en, wat even erg, zo niet erger is, want ik kan er niets meer aan wijzigen, dat ik tal van zaken onafgewerkt heb laten liggen, zaken die me nu overwoekeren.

    Het leven overgroeit de tuin, maar in mij volgt het leven niet, in mij is er stilte. Wat zin heeft het nog over te nemen hier, wat ik op een vorige dag in mijn leven gemeend heb te mogen schrijven: ‘En toch zullen we opstaan: open rukken de geest in ons’ en dit hier te hernemen, als alles neigt naar rust en afzondering in bezinning.

    Ik hoorde in de cantate van Johan Sebastian Bach: ‘Ich freue mich auf meinen Tod’. Bach ook zal, op een gegeven ogenblik in zijn leven, gedacht hebben dat het genoeg was geweest. Maar toch stopte hij niet met componeren. Was er nog altijd iets nieuws dat hij te zeggen had, dat hij nagalmen liet, hoog en vurig, als de gelovigen op zondagen de kerk verlieten en hij, Bach op zijn troon aan het orgel, wolken klanken openschoof over hen, al was het maar, zijn Toccata en Fuga – destijds opgenomen in de film ‘Fantasia’ van Walt Disney – donder en bliksem was het van de man die zich verheugde op zijn dood.

    Omdat hij wist, omdat hij geloofde, dat het, het grote ogenblik in zijn leven worden zou: zijn binnenstappen in de eeuwigheid van het zijn, in de eeuwigheid die van de geest is. Hij ons aanmoedigt hem te volgen in deze roes van het overstijgen wat van het leven is: het allerlaatste ogenblik van het zijn, de overgang naar het eeuwige dat enkel, ik schreef het gisteren al, van de geest kan zijn.

    Dit is wat ik blijf schrijven, wat ik, ondanks het nakende, ondanks ik het niet kan met de kracht van een Toccata en Fuga, altijd wil blijven schrijven.

     

    04-04-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stof die geest is

     

    Je moet je krachten sparen, raadde een vriend me onlangs aan, je hoeft niet elke dag van het jaar een blog te schrijven, vond hij. Als aandachtige lezer had hij opgemerkt dat enkele van mijn voorgaande blogs kracht en inspiratie misten. En hij had gelijk, hij had het juist gezien.

    Ik weet het, mijn goede vriend, ik weet het dat er leemtes zijn, maar, weet ook dat ik verloren ben als ik ga bladeren in mijn dagboeken en als ik lees, ingekleefd, geknipt uit  L’ Express van 29 juli 1983, onder de titel, ‘Univers - Les nouvelles Frontières’:

    ‘Jamais dans l’histoire de l’humanité, il n’y a eu autant de savants à l’écoute de l’univers. Et leurs moissons célestes nous confrontent à un cosmos vertigineux, qui aurait peut-être été programmé pour finalement produire l’homme’.

    Ik ontwikkelde deze idee al in een van mijn voorgaande blogs, veraf of dichtbij - geschreven weliswaar met een half vraagteken - dat alles erop wees dat de mens; zoals ik het zag het centrum moest zijn van de Kosmos, dat de Kosmos er was omwille van de mens. Maar dat hij amper in het begin van zijn geschiedenis stond; dat de mens van nu slechts een schakel was naar een homo sapiens-sapiens-sapiens, die op komst is. Ik weet; ook dat dit een gewaagde vooropstelling is, maar het leven, zoals het zich ontrolt aan onze ogen, waarbij we dieper en dieper doordringen tot de kern van wat amper nog materie kan genoemd worden, wijst in deze richting.

    En, vandaag, gelanceerd, ga ik te rade bij Fritjof Capra’s ‘Tao of Physics’ (ed.Fontana/Collins):

    ‘In atomic physics we are in fact also confronted with a problem for which no answer can be found because matter at the subatomic level does not react as we are used to. In my very poor (sic) opinion this is only because subatomic matter does not exist but should be called ‘matter-spirit’ – naar aanleiding van het Higgs-deeltje heb ik ook zo iets reeds geschreven in mijn voorgaande blogs - or the matter of the spirit. I think that at the said level spirit becomes visible or observable. And being spirit the particle decides itself (himself) if it will be observable at all or in what form (in wave or particle). I don’t know this for sure and I surely can’t prove it but I only can guess this phenomenon by intuition.  

    De idee over de mens, was dus van 1983 af in mij aan het broeden: matter being spirit, of de geest die zichtbaar wordt als materie, en daarenboven ‘zelf’ beslist onder welke vorm Hij of Het of Zij gezien wil worden. Ik kan dit absoluut niet, evenmin als Capra, bewijzen, maar het is een logisch gevolg van wat de New Physics ons leren.

    Altijd moet ik dit, zoals Capra, intuïtief hebben aangevoeld als een zekerheid, of ik dit nu al heb neergeschreven of niet. Echter indien deze guess van Capra en van mij  juist zou zijn dan is het ook zo dat dit particle spirit, de kleinste bouwsteen is en dat alles, ook het ontstaan van het Universum, gezien moet worden met als vertrekpunt deze particule geest. En kan ik besluiten dat, herleid tot zijn minimaalste materieel aspect de materie geest is en, verder denkend, dat er in feite enkel geest is en nog verder, dat het ganse Universum één grote massa Geest is.

    Als ik dit schrijf op deze zondagmorgen - en het straks inlog voor morgen maandag - ben ik er me van bewust dat ik geen dagbladartikel schrijf, geen tekst om in om het even welke roman op te nemen. Trouwens, weinig talrijk zijn zij die dit lezen zullen en ook, als het je te ver gezocht is, je mag het, met zijn Franse en Engelse citaten gewoonweg overslaan: het is te typerend voor de mens die ik was en gebleven ben.

     

    03-04-2017, 07:33 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.With T.S.Eliot in mind:

     

    Wat me verbaast – zelfs al is er geen enkele verdedigbare reden – is, dat de dagen blijven opschuiven, beginnend bij 1 en eindigend bij 30/31, om daarna terug te vallen op 1 en opnieuw uit te lopen tot 30/31. Voortdurend, zonder ook maar een verzwakking. Elke dag als ik ermee begin, ben ik ermee geconfronteerd, en ook en vooral, hoe vlug het wel gaat: het spanningsveld dat van de tijd is laat me niet los.

    Evenmin laat me los, T.S.Eliot en zijn Bundel ‘Four Quartets’. Hij zit diep in mijn kleren, diep vermengd met alle literatuur die ik ooit las, waaruit hij opduikt om me telkens te verrassen: 

    Old men ought to be explorers / Here and there does not matter / We must be still and still moving / Into another intensity / For a further union, a deeper communion[1] 

    De bundel, ‘Four Quartets’ dat ik, meer dan een halve eeuw geleden in een Engelse Bookshop op de Adolf Maxlaan in Brussel, uit zijn rek heb genomen op het ogenblik dat iemand zijn arm op mijn arm heeft gelegd, is helemaal losgekomen, de bladen zijn vergeeld, maar de inhoud ervan doorstond ruim de tijd – de eerste druk ervan dateert van 1944; de Faber & Faber uitgave, in mijn bezit, van 1959 – en de auteur blijft me boeien, zijn poëzie is meer dan mijn livre de chevet, ze zit in mij gegroeid.

    Een vriend stuurde me onlangs een mail in verband met een van mijn blogs: ‘De kracht van de sterken is dat ze nederig zijn in het denken’. Ik had hem met Eliot kunnen antwoorden: 

    The only wisdom we can hope to acquire is humility, / humility is endless. 

    Ik weet dat we allen ‘explorer’ zijn. Dat we allen weten dat wat we vinden of zouden kunnen vinden, hoogstens een vleugje is van wat er te vinden is en dat, wat ik elke dag de wereld in stuur, de spiegel is van wat ik, op het hic et nunc ogenblik van het schrijven zelf, heb gemeend te mogen vooropstellen. Het is een monoloog, een gesprek met mezelf en in alle nederigheid wens ik  de inhoud ervan te delen met anderen, die zoals ik, zoekers zijn en wiens bemerkingen of aanvullingen – hoewel dit weinig gebeurt – hoop te kunnen delen. Mijn woorden, een gebed zijnde, wachtende op de echo ervan: 

    And what you own is what you do not own / And what you do not know is the only thing you know / And where you are is where you are not.  

    Eliot heeft zonder twijfel de Bagavat Gita gelezen, hij heeft er een deel van zijn wijsheid uit gepuurd. En hij weet dat: 

    For us there is only the trying, / The rest is not our business. 

    Ik volg hem op een zeer respectabele afstand en ik ook, ademend onder de tot leven terugkomende bomen, de bomen van mijn hart, de luchten krachtig en helder over het heuvelende land, met  de kraaien, de afgedreven meeuwen, de speelsheid van de winden: 

    I said to my soul, be still, and wait without hope / For hope would be hope for the wrong thing… 



    [1] ‘Four Quartets’ : East Coker.

     

    02-04-2017, 07:40 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Man die denkt kip te zijn

     

    De BBC vertelt ons over Abraham Poincheval, ‘un artist’, die in een museum in Parijs, begonnen is aan het uitbroeien van 10 kippeneieren. De man broedt nu al twee weken en hoopt klaar te komen na 21 à 26 dagen. Gedurende al die tijd leeft hij zich in, zegt hij, in het leven van een kip die broedt of, maar dit zegt hij niet, kan het ook, dat het een kip is die zich inleeft in het leven van een artist. Wie zal het ons zeggen.

    Ik las dit in een van de berichten van de BBC en ik geloof niet dat het een aprilvis is, want de man, Poincheval, met de toch wel vreemde naam, heeft nog andere, even zonderlinge exploten, die de pers hebben gehaald, op zijn actief. Maar de broedpartij die 3 tot 4 weken duren kan, schijnt me toch bijzonder genoeg om hier het uitzonderlijk karakter van de stunt dubbel te onderlijnen, er aan toevoegend dat hij hierbij geholpen wordt door enthousiastelingen die er voor zorgen, dat hij er warm ingeduffeld bij zit, dat hij op vaste ogenblikken, een half uur per dag, het nest kan verlaten en ook dat hij voorzien wordt van voedsel en drank, welk voedsel of drank wordt niet gespecifieerd, maar hij moet zeker denken dat het kippenvoer is dat hij inneemt. Hoe de rest geregeld wordt, want er is een regeling, kan ik uit de beschrijving ervan niet opmaken, is me ook niet waard er een woord aan te wijden. Het is de natuur die oordelen zal hoe de uitkomst zijn zal: In het meest gunstige geval wordt de man vader van 10 tjilpende kuikens, in het minst gunstige blijft hij over met 10 rotte eieren, een risico dat hij loopt.

    Zich gedurende al die tijd inbeeldend dat hij moederkip is, riskeert hij daarenboven kip te blijven en in dit geval, erna kakelend door het leven te gaan, wat een unicum zou zijn in de wereld van de kunst, gezien het ganse mediagebeuren aanzien wordt als een uiting van kunst; van welke kunst hebben we het raden. Maar dat het kunst is staat vast gezien het uitbroeden gebeurt in een museum. De BBC leert  ons niet in welk museum het evenement plaats vindt, zodat ik nu begin te twijfelen of het dan toch geen aprilvis zou zijn. Maar dan zou de vermelding ervan opgedoken zijn op 1 april en niet dagen ervoor.

    Ik zie op een foto de man zitten, gehuld in een wolk van klederen, onbeweeglijk, een Rodin gelijk. Hij zit daar te broeden, wat een uitzonderlijk zicht is voor de bezoeker van het museum. Het is geen man die daar zit maar een man die denkt een kip te zijn, dus meer kip dan man, wachtend op het grote ogenblik van het breken van de eierschalen, het ogenblik van zijn vaderschap. In de geest van de bezoeker gebeurt de omschakeling van man naar kip: het grote wonder van wat hier de kunst vermag, de mens die zich zelf opoffert om kip te zijn. En de toeschouwer die de kip ziet zitten broeden en denkt dat het een mens is. Wie heeft het bij het rechte eind, de mens, de kip of de toeschouwer, wie zegt het me?

    Stel dat de natuur toegevend is, stel dat de eieren worden uitgebroed, hoe moet het verder met zijn kroost? Want het zou kunnen dat de kuikens een metamorfose hebben ondergaan en denken dat ze de kinderen zijn van hun vader? Moeten ze dan niet logischerwijze worden aangekleed als baby’s en te gepasten tijde naar school gestuurd?

     

    01-04-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verdoofd vs onverdoofd

     

    We zijn al negentig dagen ver in het jaar, waarvan we nog niet weten of het een gezegend jaar zal zijn, want niets wijst er op, integendeel, de derde maand sluit zich op beschouwingen én over het onverdoofd slachten – waarom dan ook niet, voor de voorstanders ervan, het onverdoofd chirurgisch ingrijpen – én over de Brexit. Beschouwingen die lopen, enerzijds over een ‘goddelijk’ aspect van zaken en anderzijds over een ‘Europees’ aspect van zakendoen.

    We hebben de keuze, ons bezorgd te maken over de besprekingen hierover of, ons op te stellen buiten de grenzen ervan en te doen alsof het ons helemaal niet aanbelangt. Voor het ene zijn er de wetten die gerespecteerd moeten worden, zelfs als die indruisen tegen de wetten van een God, voor het andere hebben we vertegenwoordigers, zoals Guy Verhofstadt, die er over waken zullen dat alles verloopt naar de bestaande richtlijnen ter zake, tenminste zo die er zijn.

    Maar je voelt onmiddellijk waar het schoentje wringen zal: voor de enen kan het niet, dat er ooit getornd zou worden aan de wetten van de goden die hoog tronen boven ‘hun’ onderdanen en van daar uit beslissen over de eetbaarheid van het vlees, want het is duidelijk, voor hun beider God is verdoofd geslacht vlees, oneetbaar; voor de anderen kan het niet dat ook maar één toegeving zou gedaan worden aan de Britten die de Europese Gemeenschap willen verlaten. En dit alles, houd je vast, terwijl de Vlaming in deze dagen volop bezig is met wie de Ronde van Vlaanderen, een hoogdag in de wielerwereld, winnen gaat.

    De Brexit zullen we moeiteloos ondergaan; het verdoofd slachten wordt een probleem, want joden en moslims, in dit land, blijven halsstarrig ruziën met de overheid over de wetten, in dit land, aangaande de methode gebruikt bij het slachten.

    Er is dus ontegensprekelijk een verschil wat de aard van een volk betreft. Voor ons gelden de wetten gestemd door het volk, voor de anderen, de inwijkelingen, gelden de wetten van hun God, wat uitermate niet alleen storend is, maar ook gevaarlijk, er kan een oorlog over uitbreken, want deze zijn hier zoals blijkt, niet gekomen om zich te mengen met ons, Vlamingen, Belgen, Westerlingen, en zich aan te passen aan onze wetten en geplogenheden, maar zijn hier binnengevallen met wapperend vaandel met hun beider God aan het hoofd; een God totaal verschillend van de God die wij er op nahouden en daarenboven waarvan de impact op de mensen hier, stilaan aan het verdwijnen is.

    Zij, de allochtonen - we noemen ze bij hun naam omdat ze zich blijvend willen onderscheiden – veroordelen onze wetten en wensen zich te houden aan de wetten van hun God met zijn tempels, moskeeën en minaretten – doren in onze ogen – die, vinden ze, de wetten van ons overstijgen.

    We worden hier aldus voortdurend geconfronteerd met geestelijk gestoorden die nog steeds als na te leven, de geschreven wetten van de zevende eeuw, voor de moslims, en deze van eeuwen ver ervoor, van de joden, aankleven en opleggen. 

    Welke houding moet het westen, moeten wij aannemen: hen zeggen doe maar, volg maar de wetten van uw God, je zult er wel bij varen, met het gevaar er aan verbonden dat ze later, keer op keer verder gaan en uiteindelijk de toepassing zullen opeisen van de wetten die de sharia voorhoudt – zo ver staan ze al in Groot-Brittannië – om ons, een paar generaties verder, totaal te overspoelen met hun manier van leven en van doen en laten.

    Elke zwakheid van het westen, en er zijn al heel wat zwakheden en toegevingen geweest, is een stap in de richting van de wetten van een God die enkel nog bestaat in de hersenmassa van gevaarlijke (heet)hoofden.

    We zijn, zelfs indien er velen nog zouden aan twijfelen, verwittigd.

     

    31-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elke morgen een uitdaging

     

    Ineens is elke morgen een uitdaging. Is het een me overtreffen om te brengen wat ik me heb opgelegd en er is hier geen uitzondering op, ik kan er niets aan wijzigen, ik ben een slaaf van wat moet en eigenlijk, als ik het als buitenstaander bekijk, draagt het moeten, een geur van waanzin. Want wie leest me, wie heeft de tijd, de aandacht, de nood om te gaan zien wat er te lezen staat op die blogpagina van mij? En als er iets is dat aandacht krijgt, wie is er die op een of andere wijze het waagt  te reageren?

    Ik ben en blijf een eenzaam man, een kluizenaar in de woestijn, en wat erger nog is, een bezetene van het woord en het is van uit die bezetenheid dat ik wil blijven verrassen, alsof dit iets zou kunnen wijzigen aan de wereld om me heen; alsof er nood zou zijn aan wat ik te vertellen heb. En toch, ik blijf volharden, heb ik niet de moed te zeggen: stop, ik houd er mee op, het sprookje heeft al te lang geduurd opdat er nog iets zou kunnen aan toegevoegd worden. Maar het is ijdel dit uit te bazuinen, ik weet al lang dat wat ik verkondig niet méér is dan een bericht de ether in gestuurd waar het door enkelen zal opgevangen worden, weinig meer dus dan een bericht in een fles gesloten in zee geworpen.

    Ik wacht op een gebeuren dat me een oplossing zou aanreiken, want ik heb een sterk gevoel te zijn afgedwaald, een meeuw te zijn die te ver het binnenland is in gewaaid, en niet meer weet in welke richting ze keren moet. Het kan, dat dit gebeuren er al is, dat ik het niet zie of, dat het op komst is en dat ik, simpelweg, nog even te wachten heb, zoals ik wachtte deze morgen op de komst van het licht en het blauw van de luchten. Geduld dus, wat gebeuren moet zal gebeuren.

    Het wordt gezegd dat er een tijd van komen is en een tijd van gaan. Ook voor mij, een tijd dat de woorden komen en een tijd dat ze zich verborgen houden en ik diep moet vissen om er nog te vinden. Dit zijn tijden die ik vrees want al ze zich openen, heb je te wringen en te duwen en niet altijd is het geluk aan je zijde. Dit is wat deze morgen me bracht, amper een handvol waar ik normaal een stortvloed had verwacht.

    Aldus toon ik ook mijn schamelheid, heb ik niets meer te verbergen, sta ik open en bloot als schrijver van een blog op dagen dat de hemelen gesloten blijven, en zelfs indien ze zich zouden openen er geen manna neder dalen zal om verder te kunnen gaan.

    Verder dan tot waar ik gekomen ben, tot de grens van het haalbare. Ik zal dus voortaan en voor altijd, een andere weg dan deze van vanmorgen moeten kiezen, een ander landschap moeten binnen gaan, wil ik jullie verbazen in plaats van te ontgoochelen.

     

    30-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verwondering

     

    Het zijn gedachten die zo, onder het schrijven ontstaan, die ik breng. Zaken waar ik voorheen niet aan dacht maar ineens tevoorschijn komen, zoals de vele planten die nu opschieten uit de aarde en ons verwonderen dat ze er zijn, wetende ook dat ze ons een lente, een zomer en een herfst lang verwonderen zullen door hun groei, hun rijping en  hun verdwijnen naar van waar ze kwamen.

    Mijn woorden echter zijn van een andere aard, ze rijzen op, ja, uit wat? Waar zitten ze verborgen en hoe haal ik ze boven en, wie of wat is er aanleiding toe dat ik ze ga opzoeken en dat ik ze vind, gebrekkig overnemend of, triomferend.

    Het blijft me een raadsel waar ik ze ga halen en hoe de zinnen zich vormen onvervaard, onvoorzien, niet uit de grond maar opstijgend uit mijn gedachten waar ik ze hoegenaamd niet aanwezig wist en toch komen ze tevoorschijn, hopen ze zich op en stralen ze uit wat gewenst wordt van hen. Bevreemdend de wereld van de gedachten, bevreemdend de wereld van het schrijven, het schilderen met woorden van iets dat er is zonder er wezenlijk te zijn.

    Dit schrijven is ons teken, het teken van ons mens-zijn: een gegoochel met woorden. De schrijver is een goochelaar met woorden, is een optreden in het landschap van het ijle, van het luchtledige, want waar anders liggen deze woorden ter beschikking opgestapeld. De Heer, volgens het boek van  Job, had een voorraad sneeuwballen - of waren het ‘barads’, vurige stenen - opgestapeld in de hemel om tussen te komen in tijden van nood, o.m. boven Gabaon, maar de woorden die ik opneem, waar liggen deze gestapeld? Een vraag die ik me telkens stel als ik mijn hoop woorden heb afgewerkt: waar heb ik ze gehaald, en hoe heb ik ze binnen gebracht op dit witte blad. Ze zijn er, ze staan er. Een tijd geleden waren ze op een andere plaats en nu staan ze hier te lezen, opgestaan uit mijn hand en vingers. Ik verbaas me nu over de verbazing die ik ken me af te vragen waar kwamen de woorden vandaan die ik geschreven heb. Maar, zeg het me, is dit geen verbazing waard?

    Freeman Dyson vond het een wonder, een groter wonder dan de vlucht van de monarch vlinder van Mexico naar Canada. Maar wonderen zijn de wereld niet uit, al wat is, is een wonder: de ijsvogel, over het water scherend, plots het water grijpt en een visje meeneemt; de dagpauwoog die even rusten komt op mijn arm; en dan uitzonderlijk, de bevruchting van de eicel tot aan het schrijven en van het schrijven af tot het ogenblik van het sterven, alsof het ogenblik erna, niet een even groot wonder zou zijn.

    Woorden en nog woorden en vooral deze die me ontbreken om  te vertellen over het wonder dat we woord geworden zijn. 

     

    29-03-2017, 06:35 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Epiktetos

     

    Mijn gestamel van gisteren was een onverwacht gebeuren, een plots opkomende neerslachtigheid die me in de touwen duwde waar ik machteloos zitten bleef. Heb ik vandaag terug de teugels in handen en kan ik uitkomen waar ik wens uit te komen?

    Ik dacht, ontnuchterd als ik was, aan Epiktetos[1], de stoïcijn die ik vermelde een paar dagen terug. Ik dacht aan wat hij vertelt over Logos of de primaire energie waaruit alles is ontstaan. In feite is hij een voorloper van Spinoza, of eerlijker, Spinoza heeft zich gekanteld in de sporen van wat de stoïcijnen wisten over de verwevenheid van al wat van de kosmos is, de mens inbegrepen.

    Epiktetos tastte op zijn manier naar de aard van alles, de zin ervan en, hoe alles tot stand is gekomen. De Logos was voor hem het actieve beginsel in tegenstelling tot het passieve, de materie; de Logos heerste over de materie en alles was door Hem doordrongen en in en met elkaar verweven. Het was een stellingname die weinig afweek van de begrippen die Spinoza en Kant, als voorlopers van de Verlichting, hebben gehanteerd. Er is dus duidelijk, zoals de Ecclesiasticus het wist, niets nieuws onder de zon.

    De religie of het binnenbrengen van een antropomorfe God in de context van het bestaan hier op aarde, en al wat hiermede verband houdt, is van een totaal andere aard, die haaks staat op de filosofische gedachte van Epiktetos. De religie is van een ander concept, ontstaan in de gedachten van de mens en niet, zoals in de Oudheid, uit de uitstraling van het Universum. Een vondst van de mens, bekoord door het noodzakelijk bestaan van een humane God die alles in de hand hield maar, zoals bij Epiktetos, bij Spinoza, niet vertrekkende van uit de kosmos en het kosmisch gebeuren. Het ene, de kosmos, het zichtbare zijnde, en het gebeuren, de Logos zijnde, en beide innig met elkaar verweven alsof alles te herleiden was tot het ene, de Logos.

    Er is dus al die tijd dat de religie het voor het zeggen had in het westen, een tijd geweest dat we niet de kosmos en al wat er mee verband hield als het centrale punt hebben gezien, maar wel God en het is pas van de Verlichting af dat de aandacht terug is gegaan naar de essentie: het universele, het zichtbare dat is. Een duidelijke twee-eenheid: het ‘Wat Is’ en, het ‘Zijnde’ dat, welke naam men er ook aan geven wil, het Zijnde is en blijft. Het Zijnde dat is.

    Het verdwijnen van God uit de maatschappij, uit de mens, betekent niet, of mag niet betekenen dat het Zijnde verdwijnt, al heeft het er alle schijn van, al steekt het materialisme duidelijk de kop op. Hier aan toegeven is een verarming. Zoeken naar de ware betekenis, naar de aard van dat Zijnde is een verrijking, een verheffing van het menselijke, waar we in deze tijden de hoogste nood aan hebben. 



    [1] Epiktetos (° ongeveer 50 na Chr.): gedachten gesprokkeld door een van zijn leerlingen, vertaald en toegelicht door Hein L. van Dolen en Charles Hupperts, uitgeverij Sun.

     

    28-03-2017, 07:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    27-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soms is de dag totaal anders

     

    De morgen is van een grote helderheid maar je geest blijft gesloten alsof deze nog aan het dwalen was in de schemer van de nacht. De dag die begint draagt schijnbaar geen beloftes, geen verwondering waar je naar opkijken kunt. Hoe breng je hem door, hoe geraakt je tot de rand van de nacht die je weer opnemen zal en in een roes van veiligheid brengen neer gestrekt onder de lakens, verdwijnend.

    Wat je ook doen zult, de dag zal verlopen in ongemak, een lang verdwalen in woorden die geen draagkracht zullen kennen want je gevoelens staan heel laag, liggen op de bodem van het zijn. Verdwazing is het woord dat je beheerst en waaruit je zou moeten opstaan om te herrijzen zoals het voorheen zo dikwijls gebeurde al. Wat ging er verkeerd, welke vreemde schaduwen duw je voor je uit en aarzel je te betreden?

    Op je blanco blad worden tekens achter gelaten die te interpreteren zijn, die spreken over dingen die je niet meer in de handen hebt. Het bevreemdende ervan is je maatstaf, houdt je in zijn greep, een donkere holte waarin je wonen gaat om niet meer te zijn dan wat is van die holte. Je weten en je kennis zijn aangekomen op de lijnen van een cirkel waarop je wandelt om uit te komen, keer op keer van waaruit je vertrok, een nergens, een uitzichtloos nergens, en nergens is ergens waar je wordt opgewacht als er geen morgens meer zullen zijn.

    De tijd heeft afgedaan, de wolk die je omhult is van een glazige witheid, een wand gelijk waar je doorheen wil wandelen, maar laag na laag opent zich op een nieuwe laag, zodat voor je uit een wand overblijft en de moeheid van het pogen je overvalt. Stil te zijn, te staan en te blijven, als versteend in een zoutpilaar.

    Wie komt je ter hulp, wie breekt de ban over jou gewikkeld als een trauma dat je niet meer verlaten zal? De twijfelwoorden, waaruit je zin na zin gaat ophalen om toch maar wat leven te zijn, wat meer te zijn dan het bewegen van je hand over het papier, al was het maar een vaag begin van verrukking: je slaagt er niet in.

    Wat rest er je in deze ogenblikken dat de dag nog heel vroeg is, wat rest er je in het grote licht dat voor jou een lange schaduw is waarin de uren staan. Op de muur ervan geschreven dat er geen uitweg is. Je leest de woorden, ze griffen zich in jou, in je gesloten zijn je komt er niet doorheen, dan toch vandaag niet, denkt je.

    Je hebt in de morgen de woorden verlaten waar je aangekomen waart. Je hebt die herlezen in het licht van de vijver. Je houdt nog de impressie ervan als een last op je schouders. De openheid van het zijn heeft nog zijn nevels, niet alles is wegge-ebt, niet alles. Je kunt nu wachten op de nieuwe morgen. Misschien hoeft er geen morgen meer, de stilte in jou hoopt het zelfs.

     

    27-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Onzichtbare

     

    Heb je alles te laten om schrijver te zijn: tekenen, lezen, televisie kijken. Dit alles laten om woord te zijn, ingekeerd en gesloten voor de wereld met wat pianomuziek op de achtergrond, of Klara soms?

    Tot je het bezoek ontvangt van een vriend en je hem vertellen kunt wie je bent, van waar je komt en hoe je je dagen doorbrengt. Hij je een boekje toeschuift van Epiktetos, die je kent van haar noch pluimen, dat je eens lezen moet van pagina 83 af; hij in meer je een tekst voorhoudt die hij schreef als inleiding op een tentoonstelling van je werken, ver, te ver in de tijd, waarin hij het waagde je werk te bekronen met een zin van Paul Klee: ‘Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Wat ik volledig beaam en wat altijd mijn opdracht is geweest, namelijk dat de kunst is, zichtbaar weer te geven wat onzichtbaar aanwezig is, wat trouwens ook de rol is van de poëzie.

    Ik kom aan de vijver, ik loop er omheen, ik kijk naar de grassen, de distels, de ‘koewafels’, de kleine berenklauw die tot leven komen, naar de eerste bloemen: madeliefjes, paardenbloemen, ereprijs, hoefblad en ben vooral geïntrigeerd door de mossen op omgevallen bomen, glanzend groen en o zo teder. Het houdt me bezig, als sterveling met nog wat luttele tijd voor de boeg, maar ik heb geen beeld van wat ik niet raken, niet zien kan: de energie, de levenskracht die mossen, bloemen en planten uitstralen. Ik loop er langs, ik zie wat zichtbaar is en tast naar wat er onzichtbaar aanwezig is, en er in realiteit meer aanwezig is dan wat zichtbaar is. En, als ik schrijf, als ik naar een vorm zoek om te zeggen wat ik zeggen wil, gaat het erom dit onzichtbare te raken, bloot te leggen, omdat ik via dit, het onzichtbare in mezelf kan vinden, mijn levensadem, mijn binding met wat is van de planten, de bomen, het water, de luchten. Niet veel ervan ben ik, een schuchtere poging maar, het enige dat me onderscheidt is dat ik weet dat ik er ben en dat ik er ben om er over te spreken, te schrijven op een tastende wijze, er zorg voor dragend, de waarheid die dit alles is, geen tekort te doen.

    Ik dacht als ik er niet meer zal zijn, zal er niets gewijzigd zijn aan wat van de vijver, wat van de aarde is. Uit de stilte van de grond zal het leven opborrelen en alles zal tot bloei komen: een inademing die de winter is, een lang gerekte uitademing die de lente en de zomer zijn, de herfst de bezinning zijnde, de aanloop naar het afsterven. Wat er ook moge gebeuren, zo is het en zo zal het blijven.

    Zo ook is mijn leven geweest, een inademing om te zijn wie ik werd en een uitademing dat mijn echte leven was, om, zo gaat het nu eenmaal, stil te vallen, opgeslorpt door het eeuwige. Wat er ontstond tijdens deze periode en mijn naam draagt, zijn de sporen die ik trok en naliet, deze zullen er nog zijn voor een tijdje, een korte echo nog van wat was, om daarna uit te sterven, te verdwijnen tot een naam en een nummer in een oud register.

    Dit dan toch wat de aarde betreft. Of er daarna, voor het onzichtbare in mij, nog een ‘hemel’ is, weten we later en zelfs als ik het niet zou weten, het vertrouwen erin is me nu voldoende.

     

    26-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manuscript

     

    Nu mijn manuscript geschreven staat is het, met een zekere afstandelijkheid dat ik terugblik op de tekst ervan, wetende dat ik hem herlezen en eventueel herschikken en herwerken moet. En vooral dat ik me zelf een duw moet geven de moed op te brengen om te doen wat ik moet, gaan beslissen over de definitieve tekst ervan. Een eenvoudige taak is dit niet omdat de tekst beweegt in mij en dus afhankelijk is van mijn gemoedstoestand op het ogenblik van het herlezen.

    In elk geval is het zo dat, eens het blad is gekeerd, het gekeerd moet blijven. Ik mag er niet meer naar teruggrijpen want teruggrijpen is in vele gevallen nog eens wijzigen, wat me geen stap verder brengt.

    Zoals het er nu bij ligt, kan het nog vele richtingen uit. Een groot deel werd doorgegeven als blog, ongeveer de helft ervan. Mijn laatste blog van 23 maart is niet het einde van het boek. Ik houd het einde nog in beraad omdat het afhankelijk is van de eventuele wijzigingen die ik aanbrengen zal, of de accenten die ik leggen wil. De tekst zoekt dus nog altijd naar zijn definitieve vorm. Het is, zoals ik zegde, een levende massa, een boom die nu - zoals de kweeperenboom die ik plantte vandaag – in volle aarde staat en groeien zal, hoe weet ik nog niet, maar alles is aanwezig opdat hij tot bloei zou komen en vruchten dragen, liefst vooraleer de lente zomer is geworden.

    Er aan werkende gebeurt het dan: een zin is nooit de perfectie, een lichte wijziging en de paragraaf moet aangepast, een aanpassing van de paragraaf wil een wijziging van het hoofdstuk. Grote voorzichtigheid is dus geboden.

    Ik heb, vroeger, tekeningen gemaakt waarvan ik nu voldoende weet dat ik er niets mag aan veranderen, geen lijntje in meer of in min, de tekening zou het me niet vergeven omdat wat ik maakte, af was toen ik er mijn naam onder plaatste, Maar er zijn er ook die ik niet zie als af, omdat het geheel me niet voldoet, omdat het een sukkeltekening was en gebleven is. Wat ik er ook nog zou kunnen/willen aan toevoegen of weglaten, ze zal nooit opstaan uit haar lethargische toestand.

    Dit is ook zo met sommige van mijn gedichten. De inhoud is er wel maar de vorm laat me niet los. Telkens ik die herlees struikel ik over het ritme of over de structuur. Ik weet dat ze niet perfect zijn, dat er nog moet aan gewerkt worden. Uiteindelijk blijft het gedicht wachten om terug ter hand genomen te worden.

    In de elektronische uitgave van de dagelijkse Beiaard verschijnt nu om de week een gedicht van mij, genomen uit een ‘Poëtisch Dagboek’ dat ik jaren geleden schreef toen ik aan de zee was in San Juan-Alicante. Ik herwerk deze nu. Een na een geef ik hen hun nieuwe vorm die, eens overgenomen door de Beiaard, bekrachtigd wordt. Eens overgenomen zijn ze niet meer van mij, hebben ze hun definitieve vorm verworven en zullen ze als gestold de tijd in gaan en een eigen leven gaan leiden.

    Pas als mijn manuscript gedrukt zal staan, zal de tekst gestold zijn, gebeeldhouwd staan, kan er niets meer aan gewijzigd. Is hij de boom in groei. Dit is wat ik wens voor mijn manuscript. Zekerheid hierover heb ik niet. Eens af is het de inhoud van het manuscript zelf die hierover beslissen zal.

     

    25-03-2017, 07:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussendoor: de literatuur in de fik.

     

    Waar ben ik eigenlijk mee bezig: een boek, een roman uit vorige tijden, een poging nog om literatuur te bedrijven zoals het gebruikelijk was, terwijl, lees ik, het meer en meer duidelijker wordt dat ‘de literatuur in de fik staat’.

    Het is Veerle vanden Bossche in haar column in de Standaard van 17 maart die zich de vraag stelt of ‘het nog zinvol is bezig te zijn met stilistische brille (sic), in deze tijd van crisis en populisme? Worden schrijvers door de sociale media niet naar de zijlijn geduwd?’

    Het is het gevoel dat ik heb als ik, komende uit de wereld van de actualiteit, binnen stap in mijn boek. Het is een grote sprong die ik doen moet om, van uit de media die zich wringt in alle vormen omheen wat er van morgen tot avond gebeurt in de wereld, een ogenblik van rust en inkeer te vinden en af te dalen in het landschap dat ik voor mezelf heb gecreëerd en totaal los staat van de me omgevende realiteit.

    Ik voeg er nog de bemerking aan toe, aangehaald door vanden Bossche die ze haalde bij recensent, Toef Jaeger van het NRC Handelsblad, die ‘een kentering ziet in de literatuur: ‘de tijd van afstand nemen is voorbij: in deze hoogdagen van alternatieve feiten nemen veel schrijvers steeds meer reële elementen op in hun werk.’

    In de dag - en daarom ook is de morgen het meest vruchtbaar – ontsnap ik moeilijk aan de confrontatie met deze gespleten, strakke, onevenwichtige, verwarrende omgeving, waarin ik een Trump ontmoet, een Erdogan, een invasie van anders-geaarden, een optreden van op terreurdaden gerichte individuen en - en daar gaat het om - de angst naar de toekomst toe eraan verbonden. Allemaal toestanden die me keer op keer in de touwen duwen en uitmonden in feiten die moeilijk te verteren zijn, en die dan door tal van schrijvers worden aangegrepen om ons te vergasten op - zoals vanden Bossche het noemt - ‘dystopische’[1] verhalen’.

    Ikzelf wil niet verder gaan dan er van tijd tot tijd een blog aan wijden, want het is me niet vreemd, de actualiteit bemoeilijkt aanzienlijk het bedrijven van zuivere literatuur, omdat het neerkomt op een vlucht uit de realiteit der dingen. En dan lees ik in zelfde column dat ‘er volgend weekend meer dan honderd schrijvers uit alle windstreken gaan neerstrijken in Brussel om er ‘hun ideeën en hun passie voor literatuur te delen: een ode aan de kracht van schrijven en lezen. Omdat literatuur meer dan ooit zinvol is.’

    Literatuur die zinvol blijft, is het vaandel waar ik me achter schaar, zijnde een poging om literatuur te bedrijven zoals ik denk dat literatuur moet bedreven worden.

    Een vriend, Rik v. D. die begaan is met wat ik schrijf, wist het me heel duidelijk te zeggen. Hij mailde me een woord van Horatius: ‘Drink nu, als jongen, met een zuiver hart al deze woorden, stel u nu open voor wijze mensen. De geur waarmee de kruik doordrenkt wordt als ze nieuw is, bewaart ze lang.’

    Ik zou zelfs zeggen, voegt Rik er aan toe: ‘levenslang, want meermaals blijkt hoe de kruik, de geuren uit onze jeugd, bewaren blijft, geuren die zorgen voor de bevruchting én van onze gevoelswereld én ook van onze creativiteit, van welke aard ook, we kunnen niet zonder. Hij voegde er zelfs een schitterende haiku aan toe die ik mag overnemen: 

    Licht speelt met stilte / Avondmist vult de vallei / Kraaien vliegen laag. 

    Het boek dat ik schrijf draagt nog de geuren en de smaken van mijn jeugd, het is er uit opgestaan, niet uit het gewone ervan, wel uit het verhevene dat de maatstaf is: het verhevene dat zich in al zijn facetten heeft willen tonen. Het is losgehaakt uit de wereld van vandaag. Het is van een andere, totaal andere aard, het handelt niet over de realiteit van de media, het handelt over wat er schuil gaat achter deze realiteit van elke dag, het handelt over de wereld die ons stilaan ontnomen wordt, deze van de bezinning, deze van het evenwicht in ons doen en laten.



    1] Dystopie: toekomststaat van verderfelijk karakter (Van Dale).

     

    24-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Et je trouve la femme...

     

    'Et je trouve la femme plus amère que la mort, parce qu’elle est un piège et son cœur est un filet, et ses bras sont des liens…'

    Aldus leert ons de Ecclesiasticus in la bible Osty, maar als hij er de King James op naslaat komt het hem voor dat dit niet geldt voor ‘de’ vrouw maar voor ‘de vrouw die een valstrik is haar hart een vangnet en haar armen banden zijn’.

    Maar de zin werd toch neergeschreven en opgenomen in het Boek der boeken. Hij kan denken wie dat schreef en het is een zin om, bovenaan een paragraaf te schrijven: ‘Is de vrouw bitterder dan de dood?

    Hij ziet haar in gedachten naar hem toekomen. Haar slank lichaam gegrepen in een witte bloes die een knoopje te ver onachtzaam open is op haar bruine hals, gehuld in een lange gebloemde rok die neervalt tot op haar enkels en elke handeling van het lichaam opvangt in een golfbeweging die keer op keer haar been bloot laat tot aan de knie.

    Hij ziet de lach in haar heldere ogen. Hij ziet haar lippen licht geopend, haar losse haren dansend over haar schouders, hij ziet de levensvreugde die ze uitstraalt, die ze rondstrooit naar hem toe. Hij ziet haar zo duidelijk, zo intens, omgeven met een rand van licht, in de straat van het dorp met de Blanc de Moming op de achtergrond, met de Besso en de besneeuwde kam die doorloopt over de Col Durand tot de Pointe de Zinal.

    Hij weet hoe het aanvoelen zou als hij haar tegen zich houden zou. Hij weet, hoe haar mond zich openen zou als hij haar kussen zou, en hoe het zou zijn binnen te komen in haar, met een grote tederheid en haar, met zijn verlangen te doorboren. En hij weet dat deze vrouw niet bitterder is dan de dood maar dat het binnendringen in haar, in de zachte vochtige wijding van haar schoot, te maken heeft met de dood maar veel meer, oneindig meer, met het leven, het zwellende, sidderende leven. Zich storten in haar is zich storten in de ijlte, een verdovende val in het oneindige, de dood rakend.

    Neen, denkt hij, de vrouw is niet bitterder dan de dood en ook is de dood niet bitterder dan de vrouw maar de twee-eenheid van man en vrouw is als de twee-eenheid van leven en dood.

    Droom maar denkt hij: ze staat voor hem, hij opent zijn armen om haar te ontvangen. Zo vol is zijn eenzaamheid. Maar denkt hij nog, als je haar leest, weet dat ze geen boek is dat je dan daarna terug in de kast kunt plaatsen.

     

    23-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Droom

     

    Haar telefoon deze morgen uit wat ze noemt haar kasteel in Bourgondië waar ze instaat voor de binnenhuisarchitectuur. Haar stem klinkt zacht. Ze verlangt hem terug te zien maar heeft nog enkele dagen werk vooraleer ze weg kan. Er is een vreugde over hem. Hij vraagt waar haar kasteel gelegen is. Ze geeft hem de naam van een dorpje op de weg van Charolles, naar Anzy-le-Duc. Ze geeft hem meer details maar zegt hem ook dat het eigenlijk een grote herenwoning is met een prachtig park. Hij moet het dorpje eens opzoeken op de kaart. En dan vraagt ze hem: ‘Ugo, denk je aan mij?’

    ‘Anja, ik werk, ik lees en schrijf met jou omheen mij, kom vlug, ik heb je nodig.’

    ‘Ik kom, Ugo, ik kom, ik verlang naar jou.’

    De klank van haar stem blijft de kamer vullen, lang nadat ze heeft opgelegd. Hij tracht verder te werken maar ze duikt altijd op tussen de regels, zodat hij buiten moet in de tuin met de merel die laag opvliegt van onder de struiken. Wordt Anja zijn bestemming. Is het met haar dat hij verder wil? Is het, zoals hij soms denkt, dat het de wetten van het Universum zijn die hen hebben samengebracht en dat dit Universum welwillend toeziet op hen beiden. Maar is dit niet te ver gedacht, te veel verhoopt?

    En het boek, is het omwille van hun her-ontmoeting dat het boek zich geschreven heeft en is dit gebeuren het einde ervan? Hij durft in elk geval vooropstellen dat hij zonder het boek niet de Ugo ware geweest die hij geworden is. En, moet hij Eluard bijtreden, besluiten dat het een afspraak was.  

    Hij zoekt naar het dorp op de Michelin-kaart. Hij kan er zijn vinger op plaatsen alsof hij haar aldus raken kan. Hij ziet dat het gelegen is in de streek die hij jaren geleden heeft bezocht met Pierre H., zijn vriend en architect, op zoek naar Romaanse kerkjes. Pierre om er een schets van te maken - een potloodschets van Chapaise hangt naast het rek met boeken - en hij om nota’s te nemen in zijn dagboek. Haar plaatsje ligt dicht bij Anzy-le-Duc, waar ze uren hadden vertoefd binnen en omheen de kerk met de prachtigste (en meest gewaagde) kapitelen uit de twaalfde, dertiende eeuw.

    Hij herinnerde zich dat er op de weg naar Anzy-le-Duc, een ruim herenhuis te koop stond, gelegen midden een verwaarloosd park met waardevolle bomen, zelfs een ginkgo biloba. Pierre was er zeer door geboeid en ze hadden het bezocht. Het gebouw zelf dat totaal verlaten was, had ruime kamers en een heerlijke woonruimte met een breed venster dat uitgaf op de tuin en op het heuvelende landschap. Hij had toen gedacht aan Zhivago en het grote raam in de kamer van Varykino. Het was het huis dat hij had willen bewonen had hij het geld gehad en dan nog de moed om zijn moeder te verlaten, de kinderen en kleinkinderen en ook de vrienden en kennissen. Maar het zal wel dit huis niet geweest zijn dat de allures had van een klein kasteel, dat ze nu aan het herinrichten was voor landgenoten die zich daar wilden vestigen.

    Droom maar, denkt hij, droom maar dat je er wonen gaat met haar, dat je daar, licht en land en luchten helpende, werken gaat aan een totaal ander boek, met haar aanwezigheid in het huis.

    Zo, droom maar, het is heerlijk zich eens te laten gaan: jij werkend aan je boek en zij tekenend en plannen makend in de kamer ernaast; je wilt haar zelfs de kamer laten met het weidse uitzicht, om dan, de hunker naar elkaar op een punt gekomen dat deze niet meer te houden is, gelijktijdig naar elkaar toe komen en jij haar houden zou op het grote bed.

    Haar zo houden dat de kracht van al wat hij uitgewerkt had zou binnendringen in haar en al het creatieve in haar zich mengen zou met het creatieve in hem. Lijk zijn bloed en verlangen zich mengen zouden met haar bloed en haar verlangen en aldus de vrucht van hun opgaan in elkaar, een nieuwe stuwkracht geven zou aan de scheppende roerselen diep in hen. Enkele woorden van haar zouden voldoende zijn. Ze zou zich om hem heen slingeren en aldus ook omheen dit nieuw te schrijven boek van hem.

    Maar het is goed even te dromen dat hij werkelijk aan het schrijven was, met Anja werkend in de plaats ernaast, en bij tussenpozen de muziek die hen bereikte vanuit de woonkamer vermengd met het knetteren van de vlammen in de haard en de geur van eikenhout.

     

    22-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Omweven

     

    Hij denkt, moet alles nu doordrenkt worden met haar, moet alles nu geschreven worden in functie van haar, alles, van morgen tot nacht of, is het te verwachten dat ook deze tweede ontmoeting wegebben zal om uit te deinen over de dagen en de jaren die hij nog tegoed heeft? Echter onmiskenbaar is het dat zijn donker hart, lichter geworden is, dat er een groot verlangen in rondhangt. Als hij dan ziet hoe de natuur met kracht de aarde bevrucht en hoe de tuin in enkele dagen tot leven gekomen is, dan woelen ook in hem nieuwe energieën.

    Hij had haar duidelijk gezegd dat zijn eenvoudig huis wagenwijd voor haar openstond en hij had er mee bedoeld dat dit hart van hem, dat al zovele malen vlugger had geklopt, vrij was voor haar en vooral dat ze doorgedrongen was tot in zijn geest, dat zijn gedachten omfloerst waren met haar, ze groeide al lijk een kamperfoelie om al wat hij was en zou zich blijven slingeren om wat komen zou.

    In feite, dacht hij, is ze nooit, sinds die lange afdaling over de gletsjer, over het pad in de berghelling, langs de metalen ladder tegen de wand, over het moreen, over de cabane du petit Mountet, is ze nooit volledig uit mijn gedachten geweest. Is ze mijn enige toevlucht geweest op donkere dagen en duistere nachten.

    Hij gaat zoeken naar de lange tekst, een novelle bijna, die hij geschreven had de laatste dagen van die uitzonderlijke maand augustus, gezeten aan de oneffen stenen tafel op het terras, met het licht dat zachter wordt naar de avond toe als de zon gaat dalen achter de ’Roc d’Orzival’ en de zaden van het wilgenroosje, lijk lichtende vliegjes door de lucht gaan zweven.

    Maar niets ervan vindt hij terug. En als hij zoekt in zijn dagboek van die dagen, een blanco pagina met in het midden, lijk een foto van haar, een gedicht dat hij overgeschreven had uit het tijdschrift van het personeel van de Bank of England, zonder naamvermelding van de schrijver ervan: 

    Yearning is on me now / wonder comes in a wave / Amazement and joy are rising / As a foaming wave in my breast / And enchantement comes to drive me / Half drunk and belovedly mad.
    Who brought this yearning on me /
    And knocked me drunk and crazy? / ’t was you, hope, none but you. 

    Maar verder bladerend vindt hij haar naam terug op elke pagina, omweven met woorden die verlangen zijn en pijn en vreugde, ook omdat er een warmte was in hem, een roze gloed waarin ze hem bleef tegemoet komen in het licht van elke morgen. Thans, wachtend op een telefoon, een brief, een teken van leven van haar. Wie is het die dit grote verwachten binnenschoof in hem? 

    De mens en zijn niet te stelpen verlangen dat hem gevangen houdt: zijn gedachten murw gehouden in een cirkel waarin alles opgezogen wordt naar het centrumpunt dat zij geworden is. Hij sprak tot haar: je bent Rilke en je bent Eliot, en ik dank Wie of Wat ik danken moet al weet ik niet die Wie of dat Wat zijn kunnen, maar alles is dank om wat ik ben, om wat ik doe, om wat ik schrijf. En mijn dank ben jij die thans moet denken aan mij, zoals ik denk aan jou.

    Anja, voor jou is ook deze middag, een schittering van licht en rijdt je misschien naar je droomhuis toe denkend aan mij, om me te omhelzen en me te houden. En durf ik blijven vooropstellen dat mijn terugkeer naar Schleiper, omwille van dat ene potje inkt een beslissing was die niet van mezelf uitging en dat onze ontmoeting zeker geen toeval was. Of, heeft het in feite wel zin een bepaald gebeuren in je leven centraal te stellen, zijn niet alle daden en gedachten, zijn niet alle beslissingen, hoe onbeduidend ook, even noodzakelijk opdat alles zou convergeren in een gebeuren waarvan we denken dat het ons leven zal veranderen?

     

    21-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het begon.

     

    En dan vertelde ze hem hoe ze dacht dat het begonnen was. De gardien van de cabane had haar gewaarschuwd dat de beklimming van de Besso alleen, wel kon, maar dat de afdaling, zonder begeleiding, heel gevaarlijk was. Op dat ogenblik ben je teruggekomen met Robert en Gustave en zag ik je met de rugzak en de touwen los erover gebonden, ik zag je als een echte alpinist, misschien was dit het moment dat alles begonnen is. Daarna kwam alles in een stroomversnelling: de gardien die de vraag stelde aan Robert die instemde, een cordée van vier voor de Besso kon, had hij gezegd en we hebben kennis gemaakt, herinner je. En hij herinnerde zich, een jonge dame, dertig misschien, bruin gebrand gezicht en armen, uitnodigend vrouw, een goede klimster had de gardien gezegd, ze komt hier al jaren.

    Mijn eerste stap, mijn ‘misstap’, is geweest, toen ik je in de namiddag alleen zag zitten in de zon en ik de moed heb gehad bij jou te komen omdat je me intrigeerde; je was een landgenoot en je was vertrouwd met de bergen. De gardien had me gezegd dat je in de voormiddag - het was gestopt met regenen – ‘le Mamouth’ had beklommen, wat toch niet zo eenvoudig is, vooral de sortie vóór de top. Had ik toen niet met jou alleen geweest, jij zittend met een boek op een rotsblok, terwijl je vrienden naar hun ‘champ de génépi’ waren, zoals je me vertelde, dan was ik niet bij jou gebleven na het avondmaal.’

    Het was een groot moment toen had hij haar gezegd,  we waren ineens beiden ziek van de sterrenhemel boven ons en wellicht beiden eenzaam, en de bergen verruimen die, het is een openstaande eenzaamheid, daarom ook groet men elke wandelaar die men tegenkomt in de bergen.’

    ‘En ik, ik wou je kussen toen je me goede nacht wenste en je me zegde: morgen gaan we samen aan elkaar gehouden door een touw, de Besso veroveren en samen afdalen langs die fameuze chemin des dames’.

    ‘Ja, maar het verliep totaal anders omdat, zoals jij het zag, het anders verlopen moest, want zonder het gescheurde ligament van Robert en zijn transport per helikopter, samen met Gustave naar Zinal, ware ik nooit de ganse namiddag met jou alleen geweest. Je kent de hele geschiedenis.

    En ‘mijn’ misstap, had hij geantwoord, was dan te wachten op jou, want als ik niet teruggevlogen ben met de helikopter dan was het omdat ik er mijn gedachten had opgezet om met jou, over de gletsjer – de gletsjer die een soort heilige plaats was voor mij - de afdaling te doen.’

    ‘Ik was gelukkig’, antwoordde ze, ‘gelukkig zoals nimmer tevoren toen ik zag dat ik met jou naar beneden kon en ik herinner me dat je me op de terugweg op de gletsjer iets heel liefs hebt gezegd. Ik stond voor jou, ik kon je raken, ik kon je raken met mijn lippen en toen is je hand even over mijn wang geweest en heb je me gezegd : Anja, lieve Anja wat doe je me aan. Meer niet. En ‘s avonds terug in de chalet bij mijn ouders, met Jupiter, zo wist je, pal in het zuiden boven de Dent Blanche, was je mijn stilte, omdat ik voelde dat wat met mij gebeurd was ook met jou gebeurde en alles zo zuiver was en toch zo groot, zo ruim.

    Ik herinner me, had hij geantwoord, en ik wil me blijven herinneren, de cabane du Grand-Mountet, de gletsjer, de lange afdaling, de Navizence waar we gestopt zijn, en waar we onze blote voeten in het koude water hebben gehouden. Ik herinner me, ook de tranen.’

    ‘Waarom die tranen?’ had ze hem gevraagd.

    ‘Het waren tranen van hoop, Anja, tranen van innigheid voor jou en voor het hele Universum, waarvan ik nu wist dat jij er ook integraal deel van uitmaakte en dat ik aldus nog meer en nog inniger verbonden was met jou en met het voorbije.’

    Hij vertelde haar dit en voelde de prikkeling in zijn ogen, ze keek hem aan, haar hand gleed naar zijn hand toe op de tafel: ‘En ook met het komende?’ vroeg ze.

    Alles kon opnieuw beginnen: een wereld opende zich, zijn boek was niet meer zijn eerste zorg. Hij zag hoe plots de zon binnenschoof, hoe alles kleur en leven kreeg. Hij voelde zijn ogen vochtig worden en er was een lange stilte tussen hen. Nu dacht hij, nu: ‘Vooral met het komende’ sprak hij.

    ‘Goed, Ugo, heel goed. Weet je, ik ben blijven hopen op een terugzien. Eerst niet wetende of ik je zou gaan opzoeken, maar was niet bij machte iets te doen. Het volgend jaar zijn we teruggegaan naar Saint-Luc. Ik wist dat je de bergen in augustus niet laten kon en wist ook dat je ergens in Grimentz of in Zinal moest zijn. Ik ben tweemaal naar Grimentz gereden, maar ik vond je er niet, hoewel je naam opgetekend stond als lid van een of ander ‘société’, ik vond je ook niet in Zinal, men had je er die maand niet gezien. Maar het is niet te noemen hoe mijn leven dan een duw heeft gekregen, ik leefde in een andere, vollere dimensie, jij bestond ergens, waar wist ik niet, maar je bestond.’

    En ze ging verder: ‘jij’, zegde ze, ‘sprak me over het intens beleven van elk ogenblik, het nu-ogenblik zoals je het noemde. Je woorden tekenden me. Allen die er waren vóór jou, en de weinige erna, konden me niet boeien, ze waren allen te ‘terre à terre’ terwijl jij me had leren zweven. Mijn huwelijk, beredeneerd als het was, liep verkeerd af, gelukkig zonder kinderen en ik werd de dochter terug van mijn ouders bij wie ik nu inwoon.’

     

    20-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe de wegen zich kruisen

     

    De wegen van de mens zijn ondoorgrondelijk, ze lopen uit in een richting die je niet kunt voorzien, kruisen de wegen van anderen die je niet bestemd zijn maar, je mist niet diegene die je niet missen mag. En het is ditmaal geen ontmoeting met een boek maar met een levend iemand, met een kloppend hart, een warmte, een echo van de hunker in je die je meeneemt, die een achtergrond vormt voor je woorden en gevoelens.

    Na haar vertrek naar haar werk in Bourgondië zoals ze hem vertelde, was hij gestopt bij de bloemenwinkel en had hij een ruiker witte rozen gekocht die hij in een witte vaas geplaatst had op de tafel voor hem, teken van haar aanwezigheid in zijn huis al heeft hij hiervoor geen rozen nodig. Maar deze bloementuil blijft het centrale punt in het wondere gevoel dat hem ondersteboven houdt. Het is naar dit punt dat hij telkens wegdroomt terwijl hij doende is. Terwijl hij orde brengt op zijn schrijftafel en de boeken stapelt waar ze horen te liggen. Terwijl hij de haard klaar legt voor het uur dat hij haar ontvangen zal, de meubels afstoft en rondgaat met de stofzuiger.

    Welke eenzaamheid kan me nu nog deren, denkt hij. Ik leef hier en zij leeft in de verlenging van mij en ik van haar. Laat het zo blijven. Zo helpe ons Hij die ons hoe ook, heeft samengebracht.

    Chopin op de radio. De piano boven het orkest uit. Altijd heeft hij er moeite mee orkest en piano samen te nemen en te luisteren naar hun conversatie. Hij denkt: Anja is de piano, het orkest is al wat omheen mij is, meubels en boeken, schilderijen en tekeningen, stukken wortels, schelpen en stenen. De stilte ook van de muren en de tuin met de bomen in de wind, de luchten er boven. En zij: pianoklanken drijvend lijk bloesems op het water tussen wilde eenden en meerkoeten.

    Zij rustig hart van jaren: rust is onze bestemming. Laat je wentelen in de herinnering aan haar. De bergen sluiten je in met hun ruimte, met het vroege licht van je late jaren. Je bent met haar op de gletsjer. Het kraken van de ijskorrels onder je voeten, het vloeien van water in kleine ondiepe geulen en dan met groot geruis in brede kloven waar je omheen moet. Zij rustig, hart van jaren: rust is onze bestemming. 

    En, toen ze in de vlakte kwamen waar hun wagens geparkeerd stonden, daar waar de Navizence met grote kracht door ‘les Plats de la Lé’ stroomt, daar waar ze schoenen en kousen uittrokken om te gaan staan in het ijskoude water en hij haar benen zag, naakt tot boven de knie onder de opgetrokken ‘varappe’-broek en hij haar zeggen wilde hoe mooi ze wel was.

    Ze nog even wachtte toen ze in de wagen stapte. Hij stond ter hoogte van haar open raam. Ze keek hem aan, woorden gingen komen maar kwamen niet. Zijn ogen een lichte pijn. Ze startte de motor en reed een paar meters. Toen stopte ze. Ze wachtte tot hij aan haar raam stond, hij dacht tranen te zien of waren het tranen bij hem. ‘Dank voor de gletsjer, het was groot en niet te vergeten, ik zie je’ zei ze nog. Hij voelde het vocht in zijn ogen. ‘Ciao’ en ze reed weg van hem.

    Hij volgde haar, zag haar rijden langs de aarden hobbelige weg, zag hoe ze een paar waterplassen vermeed, hoe ze de smalle brug overstak op de plaats waar de weide rechts van de weg bezaaid is met gevlekte orchideeën en links een klein moeras vol witwollen ‘linaigrettes’. Hij zag haar rijden op de brug over de Navizence, en dan verdwijnen tussen de vele geparkeerde wagens. Dan zag hij dat ze stopte, op de hoger gelegen weg en uit haar wagen kwam, een klein onooglijk iemand die zwaaide, haar zwaaiende hand boven de schaduw uit, in het licht.

    Zij rustig hart van jaren: rust is onze bestemming en Chopin ook moet verliefd geweest zijn als hij zijn eerste pianoconcerto schreef.

     

    19-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het stond geschreven

     .../...

    Ze vertelde hem: ‘Als ik die namiddag van jou ben weggereden, zonder ook maar een teken van mij te hebben achtergelaten, was het omdat ik wist dat elk woord in meer me binden ging aan jou. En dan was er vooral wat ons scheidde, niet zozeer de jaren maar ik dacht dat er in je hart, dat misschien nog weende om de overledene, geen plaats open was voor mij, zoals jij zult gedacht hebben dat er geen plaats was voor jou in mij.’

    Hij wou haar zeggen dat er een grote plaats vrij was nu. Maar ze ging verder: ‘Ik hoorde je gevoelens in de klank van je stem en binnen in mij was er iemand die riep: houd me, houd me, laat me zo niet weggaan. Maar de woorden die konden gesproken worden kwamen niet. Ik weet niet meer hoe ik weggereden ben maar toen ik in de zon kwam, verblind door het licht en de tranen, wou ik stoppen nog en roepen naar jou, maar een andere in mij, is verder gereden. En nu zit je hier voor mij. Ik weet nu waarop ik altijd heb gewacht, het was op dit weerzien met jou en dit weerzien lijkt me nu alsof alles wat ik gedaan heb tussendoor, in het vooruitzicht was van deze nu-ontmoeting, alsof alles getimed was in het leven.’

    Ugo dacht aan het boek in psalm 139, hij dacht aan het vreemde in zijn leven, aan de vele momenten die hij als uitzonderlijk zag: ‘het kan, Anja, het kan, dat we in het oog gehouden worden, misschien door zij die overleden zijn en in een andere wereld leven die onze gedachten beïnvloeden, het kan allemaal. Maar er is nu wat is, en ik ben er gelukkig mee, ik voel me er wonderlijk goed bij, het is een gebeuren uit de duizend om opgetekend te worden voor het nageslacht. Zelfs al vinden er wellicht elk ogenblik van de dag her-ontmoetingen plaats zoals die van ons.’

    ‘Je vindt ze dus niet uitzonderlijk?’

    ‘Neen, laat ons stellen dat ze geschreven stond.’ - Hij dacht van het ogenblik af dat ik ben beginnen schrijven met inkt ‘lie de thé’, maar hij verzweeg dit.

    ‘Al wat we doen is dan in het vooruitzicht van wat er komen moet?

    ‘Ja, en deze in het vooruitzicht van al wat erna zal komen. Achteraf lijkt het toch zo.’

    ‘Denk je, Ugo, dat iemand weten zou wat dit komende ons brengen zal?’

    Hij wist dat hij dit ogenblik altijd houden wou: ‘Het staat geschreven in de lijnen van je handpalm wordt er gezegd en er zouden er zijn die deze lijnen ontcijferen kunnen.’

    ‘In de sterren.’ zegde ze. ‘Het kan, die ganse maand augustus had ik rondgelopen met de idee de Besso te beklimmen maar had niemand om me te vergezellen en toen mijn vriend vertrokken was naar België heb ik, zo maar, op een avond besloten de beklimming van de Besso desnoods alleen te doen, ik zou wel een gids vinden. Een verlangen dat niet te stuiten was, alsof jij me riep vanuit de nevels van je bestaan.’

    ‘Dit kan, het kan dat ik je geroepen heb, al kende ik je niet. Ik was de avond van je beslissing met Robert en Gustave al in de cabane, en misschien heb ik, toen ik de slaap niet vatten kon, gedroomd iemand te ontmoeten zoals jij. En de volgende morgen, regende het en was het weer te onzeker, zodat we de Besso hebben uitgesteld tot de volgende dag, de dag die jij uitverkoren had voor jouw beklimming.’

    Hij zag het café terug met de mensen om hen heen en de juffrouw die op en af liep: 'Ugo, je hebt me de tijd dat we samen waren heel diep geraakt’

    ‘De bergen waren leeg na je vertrek, Anja, het licht was weg, daarbij kwam nog dat de kinderen vertrokken waren; ik heb me opgesloten om te lezen en te schrijven. Saint-Luc waar jij was, lag aan de overzijde van de vallei. Ik wist dat je in een van de vele chalets moest zijn en ik vroeg me af of mijn pijn ook die van jou was.’

    ‘Ja, Ugo, het was anders dan pijn, het was een grote stilte in mij, een niet weten, een aftasten van wat er gebeurd was. Moeder had bemerkt dat er iets verkeerd ging en op een namiddag is ze bij mij op het bed komen zitten om te vragen of het omwille van het vertrek van mijn vriend was. Ik heb haar, in een opwelling, alles vertelt over jou. Ze heeft me gesust, heeft me gezegd kalm te blijven, niets overhaast te doen, te wachten om te weten of mijn gevoelens stevigheid hadden en ook, als het lot het wil zal je hem terugzien.

    .../...

     

    18-03-2017, 06:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Wolk

     

    Is het niet zo, zijn niet alle voorvallen in een mensenleven toevalligheden? Ga dan maar eens na hoeveel toevalligheden er niet nodig zijn opdat één bepaald gebeuren nog meer ‘toevallig’ zou kunnen zijn, zo dat het geen toeval meer zijn kan maar iets dat onvermijdelijk was.

    Hij kon aanvaarden wat Rupert Sheldrake heel schuchter vooropstelt, namelijk omgeven te zijn door een wolk van vormende oorzakelijkheid, Sheldrake noemt dit ‘morfische resonantie’, en dat deze wolk, lijk een soort engelbewaarder toeziet op wat je doet, opdat je uitkomen zou waar je uitkomen moet.

    Die er ook voor zorgt, en dat gevoel heeft hij meermaals gekend, dat hij leest wat hij lezen moet, ontmoet wie hij ontmoeten moet, en dat zijn boek aldus de afdruk wordt van al deze impulsen en een inhoud krijgt die kosmisch getint wordt, zoals Umberto Eco het wenst.

    Zo ook wou hij dit meer dan onwaarschijnlijke terugzien gaan betitelen als het effect van ‘Sheldrake ’s wolk’ - hier durft hij het woord engelbewaarder niet meer gebruiken. Hij had getracht dit met andere woorden te verklaren aan Anja en ze had uitgeroepen dat het ‘Goethiaans’ was, dat Goethe ook over zoiets geschreven had. Wat hem verbaasd had, maar hij aanvaardde dit graag, gezien het van haar kwam.

    Is het dan toch zo dat het komende het heden bepaalt via deze zogeheten morfische resonantie en is hij, dit schrijvende, een even grote ‘heretic’ als Sheldrake? 

    Vandaag schijnt het hem toe dat hij van in zijn jeugd omgeven was door zijn wolk. Immers, van jongs af was in hem de drang tot schrijven aanwezig. Achteraf gezien, weet hij ook dat er nimmer ofte nimmer een ogenblik is geweest dat hij deze idee volledig heeft opgegeven, dat zijn lectuur, zijn diverse pogingen en dan vooral het dagboek dat hij bijhield, à rato van meer dan honderdduizend woorden per jaar, dat dit alles gezien kon worden als een voorbereiding op het grote werk dat later komen moest.

    Maar hij heeft nimmer een zondagsschrijver willen zijn. Hij heeft gewacht tot het ogenblik dat zijn beroepsbezigheden, waaraan hij steeds zijn beste krachten heeft gewijd, afgesloten waren, om met de inzet van zijn hele persoon in gang te komen. Aarzelend eerst, tastend en zoekend, tot hij beseffen ging dat het boek zichzelf aan het schrijven was; een uiterst vreemde idee die hij niet nalaten kan te vermelden alsof het boek zelf wil dat dit wordt opgetekend. En hij alleen weet dat heel wat zaken voortdurend zijn blijven kronkelen en wringen om toch maar niet achtergelaten te worden.

    En waar kwam hij uit: een bundeling van bladzijden over het Inferno, de Hel van Dante; een bundeling van Fragmenten uit zijn dagboeken en, wat gedichten, die totaal los stonden van de poëzie van vandaag, maar enkel wat vrienden en kennissen kregen het toegestuurd.

    Maar zijn wil en verlangen op te stijgen in de ruimte, zijn overtuiging dat, indien anderen het al zouden geschreven hebben, hij, zoals in een Romaanse kerk het licht uit het oosten een andere inhoud geeft aan de ruimte binnenin dan het licht uit het zuiden of het westen, hetzelfde vertellen wou met een andere ingesteldheid, komende van uit een andere dimensie of liever naar een andere dimensie toe.

    Luisterend naar wat ze vertelde over haar ouders, over haar huwelijk en haar scheiding, over haar jeugd en nu haar werk, hoorde hij dat ze als binnenhuisarchitecte nu werkte aan twee belangrijke opdrachten die een groot deel van haar tijd in beslag namen.

    Hij zag de beweging van haar handen terwijl ze sprak, de rustige glans op haar gezicht, haar ogen die hem niet loslieten en de schaduwplaats, die zijn echtgenote gelaten had, werd lichter en lichter. Hij voelde dat de meubels rond hem, de boeken en tijdschriften, de haard die al klaar lag om aangestoken te worden, dat alles zich verstilde in een wachten op wat nu komen kon. 

     

    17-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het gebeurt

     

    Gezeten in de stilte van de schemer-kamer, voor de vlammen van de haard, met het laatste licht over de boeken en de meubels, is ze aanwezig, zoals ze zegde, als een warme witte gloed, een wolk witte orchideeën.

    Hij kan niet los van haar, ze houdt hem. Hij is tot leegte geschreven omdat alles zich naar haar heeft gekeerd. Ze is thans reëler dan ooit, tevens krachtiger van geest, alsof al het verlangen dat ze heeft opgespaard, ineens werd vrijgegeven. Hij weet nu dat ze niet alleen is binnengetreden in hem, maar onvermijdelijk ook in zijn boek dat nu een andere wending gaat krijgen. Wat hij helemaal niet wenst, want hij vreest dat wat geschreven staat anders zou geschreven zijn indien ze er bij ware geweest van het begin af.

    Hij had haar gesproken over wat hem bezighield. Hij had haar gezegd dat er twee zaken waren waaraan hij niet kon ontkomen. Een eerste was het feit dat hij heel waarschijnlijk, zonder er zich bewust van te zijn, was terechtgekomen in het vaarwater van filosofen en theologen en van anderen die er ver voor hem waren en aldus, dingen had verkondigd waaraan hij thans, ineens, zegde hij, twijfelen ging. En een tweede vaststelling was dat hij voorzeker, op sommige plaatsen in zijn betoog, een te hoge vlucht had genomen en hierdoor soms te ver met beide voeten terug op de grond was gekomen.

    Ik ken je als een man van de hoogten, had ze geantwoord, en ook hoe verrukt ze niet geweest was toen ze hem die avond, gezeten voor de cabane, met zoveel vuur had horen spreken over bepaalde passages uit de Bijbel en dan vooral over zijn geloof in het Eeuwige. Eigenlijk heb ik altijd uitgekeken naar iemand die mijn geest beroeren kon zoals jij het hebt gedaan en ik heb nimmer iemand ontmoet die tot mij sprak zoals jij me toen overhoop haalde. Mijn huwelijk was een verloren strijd van bij de aanvang, het louter materiële waarmee ik in mijn huwelijk geconfronteerd werd, lag me hoegenaamd niet. Zo ben ik opnieuw een juffrouw geworden, wachtend op haar prins die niet kwam’.

    En nu, had hij gedacht, is je prins er nu? Maar hij waagde het niet deze vraag te stellen omdat alles zo plots was gebeurd en nog altijd zo onwaarschijnlijk.

    Tot gisterenavond, tot deze morgen zelfs, was hij begaan met een boek dat herinneringen hernam en een levensvisie trachtte uit te tekenen. Alles leek hem goed geordend en de weg in grote lijnen uitgestippeld. Nu Anja er is, kan hij niet meer om haar heen schrijven, kan hij niet anders dan haar binnenlaten. Zijn boek is te zeer gebonden aan de omstandigheden, uit zijn dagen die voorbijgleden lijk wolken over velden en bossen, opdat hij de impact van haar op hem onbesproken zou laten. Wat meer is, vele herinneringen gaan thans terug naar hun eerste ontmoeting bij de ‘cabane du Grand Mountet’, en vooral hun lange afdaling, over de gletsjer naar Zinal. Hij kon nu ook ruim en in volle overgave nadenken, hoe het gekomen was, wat er was aan voorafgegaan: de oneindig vele details die nodig waren geweest.

     In het allereerste geval om te verklaren hoe hij ooit was terechtgekomen in de Valais – een collega die het woord Saint-Luc liet vallen - en hoe het ooit tot een vriendschap was gekomen met Robert Panchard, de gids en Gustave Cotter, de wijnbouwer die samen alle bergtoppen in de omgeving hadden beklommen en bereid waren geweest, de man uit de vlakte, mee te nemen op hun tochten.

    En dan ook, hoe Anja ertoe gekomen was van de bergen te gaan houden en de beklimming ervan. En dit alles was dan nog maar geldig voor hun eerste ontmoeting, maar wat erna, opdat ze elkaar na zovele jaren terug zouden vinden aan de ingang van die Schleiper-winkel?

    Het onmogelijk geachte, was geschied. Dit alleen al is een vreemd gebeuren. Hoe komt het over in een boek, te gemaakt, te verwrongen, te ver gezocht? Maar de feiten zijn er - zoals de feiten van het Exodus-gebeuren - hij heeft deze te verwerken. Denken zelfs, dat het hun bestemming was, en dat deze ontmoeting eigenlijk de meest normale was, zoals er zovele ontmoetingen zijn geweest, gebonden aan een detail, al was het maar de ontmoeting met de vrouw waarmede hij huwen zou en, haar vroegtijdig overlijden.

    …/…

    16-03-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs