Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    18-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toegankelijkheid

     

    Wat me herhaaldelijk opvalt bij het schrijven van mijn blogs is dat ik, na pas een nieuwe maand te zijn begonnen, ineens vaststel dat ik al voorbij halfweg de maand ben. Het is natuurlijk eigen aan de snelheid waarmede de dagen elkaar opvolgen, en allemaal kennen we wel dit gevoel, echter, zo lang het maar een maand betreft is het te nemen, als het een jaar is, en dat op mijn leeftijd, is het een confrontatie met de realiteit en is het telkens even schrikken.

    Ik sta er dan, zoals nu, even bij stil, maar maak me geen illusies, een tiental blogs verder en ik ben aan mijn zoveelste jaarinventaris toe, waar ik vandaag nog niet wil aan denken, al zal het wel, al zal ik me in stille momenten afvragen hoe mijn jaar verlopen is, waar ik echter nu niet wil op ingaan.

    Ik herlas zo-even mijn blog van vandaag en voegde er nog een zin aan toe om te onderlijnen hoe belangrijk een boek kan zijn. Als ik regelmatig teruggrijp naar Auster – daarna zal ik trachten erover te zwijgen – dan is het ook omwille van het boek zelf; omwille én van het witte glanzende couvert met het beeld van een openstaande deur, én omwille van het gebruikte papier[1], én omwille van de ganse lay-out en de gebruikte letter en grootte ervan. Het boek is een poëem op zichzelf, waren de gedichten op een andere wijze voorgesteld, ik denk niet dat het naast mij zou blijven liggen. Nu is het eerder als een soort talisman dat ik het gebruik en inkijk. Er is iets aanstekelijks aan dat boek. En dan is er nog iets. Het feit dat de Engelse tekst op de linker pagina, zijn evenbeeld heeft in het Spaans op de rechter pagina, maakt dat ik tweemaal het gedicht te lezen krijg, en dit in een totaal ander klankritme en uitstraling. Het kost me heel wat moeite ook, mijn Spaans is verre van perfect, mijn Engels gaat beter, maar de door Auster gebruikte woordenschat is heel subtiel en delicaat, vele van zijn woorden zijn totaal nieuwe woorden voor mij en ik beken dat ik dan ook niet een maar twee woordenboeken nodig heb om me door het gedicht heen te werken.

    Dit alles maakt dat het gedichtenpark van Auster voor mij een fenomeen is. Ik hield er aan dit hier te vermelden om mijn dag te beginnen, omdat ik weet dat ik jullie een uitleg verschuldigd ben nu ik al een paar dagen Paul Auster op het menu heb geplaatst en dit enigszins vreemd moet overkomen, behalve dan bij de vriend die zo inspirerend is geweest me te verrassen met zijn ‘Snowfall and night. The repetition of a murder among the trees’- gedicht.

    Die vriend is een groot beeldhouwer, hij creëert, hij is zoals Auster, maar hij zoekt het niet in woorden maar in vormen en kiest ook, met veel zorg, de materie die hij bewerkt. Zijn beeldhouwwerken zijn niet toegankelijk voor iedereen, maar je houdt ervan, ze intrigeren, je wilt ze dicht bij jou om ze te begrijpen en ze zijn dermate geconcipieerd, uitgewerkt en afgewerkt dat ze, zoals Auster, blijven boeien omwille van hun broze toegankelijkheid die je bezig houdt.

    Het is de binding die ik heb met hen en zij met mij. 



    [1]  El papel utilizado para la impresión de este libro es cien por cien libre de cloro y està calificado ecológico.

     

    18-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Auster en zijn Poëzie

     

    ‘Snowfall  and the night. The repetition / of a murder / among the trees.  The pen / moves across the earth: It no longer knows /what will  happen, and the hand that holds it / has disappeared’. 

    Een vriend stuurde me dit gedicht van Paul Auster. Hij weet dat de poëzie van Auster me intrigeert. Ik dweep er niet mee, maar ze boeit me, en wel omdat ik er, sinds de tijd dat ik hem tracht te begrijpen, geen verhaal in vinden kan. Wat helemaal niet zeggen wil dat ik zijn gedichten niet zou zien als zeer kunstgericht en sterk poëtisch, in tegendeel, maar zijn kijk op de poëzie is uitzonderlijk en, als er dan toch in zijn gedichten een schim van een verhaal zou opduiken dan is het maar even schimmig als het verhaal dat ik haal uit een doek van Alechinsky bijvoorbeeld.

    De verzen die hij me stuurde komen uit het gedicht ‘White Nights’ uit zijn bundel, ‘Collected Poems’ die, samen met hun Spaanse vertaling, al maanden om niet te zeggen jaren, binnen handbereik liggen.

    Zijn gedichten, schrijft Jordi Doce, de vertaler naar het Spaans – hij werkte er aan van 1996 tot 2012 – beginnen gewoonlijk met een zelfde structuur: een gestamel (un balbuceo), een toevallige zin waaraan, eigenlijk losstaande woorden of  zinnen, worden toegevoegd die de deur openen naar een soort autistisch betoog. Zo heb je het voorbeeld hierboven, of andere zoals:

    The dead still die and in them the living’, of, ‘The blind way is etched in your palm’.

    Telkens is het een verrassing, wat het poëtisch element zeer ten goede komt. Maar het geheel blijft voor mij onbegrijpelijk, en wellicht hoeven zijn gedichten niet begrepen te worden omdat ook hij zich beweegt in de oneindigheid van het zijn tussen al wat is en het nulpunt ervan.

    Zijn gedichten zijn als handen die zich openen op woorden. Deze lezen is ze bewonen, is ze bewandelen om terecht te komen in een labyrint waarvan je noch het centrum vindt, noch, eens je er zijt binnengegaan, de uitgang. Maar ze betoveren je, precies omwille van hun ontoegankelijk zijn.

    Het zijn doeken van Alechinsky, het beste waar ik ze met vergelijken kan. Het zijn blokken woorden die een verbrokkelde wereld oproepen waarin je dreigt te verdwijnen als je er in onderduikt. Een evenbeeld ervan zou ik als volgt durven schetsen:

    Zuivere samenvalligheid: / het woord, aan het licht ontleend / en meegenomen door wind en wolk / en adem. / Weerklank van wat is, / gelegd op bladeren in het gras, / rottend in de leegte, / even, / het weinige dat overblijft. 

    Zo, zou ik dan, in een veelvoud van dergelijke sibillijnse gedichten, mijn woorden achterlaten, gebundeld wat van alle tijden is en van de nog komende; en aldus terug keren naar waar ik vroeger onder de bomen lag, luisterend naar de wind in de appelaar, en het winter werd.

    Ik weet ook dat, ondanks al wat ik erover denk of schrijf, ik zijn 'Collected Poems' zal blijven bezoeken, wat dan toch veel betekenend is.

     

    17-12-2016, 07:48 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Licht

     

    Het licht in de morgen is je inspiratie, niet zo zeer de kleuren nu de zon dichter en dichter naar het westen schuift, het is het licht zelf die het doet, uit de puurheid ervan is het dat je je zinnen haalt, alsof ze er te lezen stonden en je maar de woorden te nemen had, woorden als fotonen, onzichtbaar maar denkbaar aanwezig.

    Het licht als een vlies, al een lichte olie over jou, over je gezicht, over je handen. Je voelt het aan, het kleeft op je huid, op je gevoelens onder je huid. Het is je voedsel dat binnen komt via je poriën. Je weet het sinds je jeugd hoe het aanvoelt, sinds je hebt geleerd hoe het in de winter is, hoe de luchten zijn tussen de bomen van het bos, hoe ze zijn over de velden, de beken, de vijvers, de straten, de huizen; hoe het licht zich in kringen beweegt om jou, zich wentelt om jou, alsof de kilte tezelfdertijd de warmte was voor je ogen.

    Het is het onvervangbare van het leven, van het hier zijn.

    Onze woorden erbij zijn woorden van het licht die je uit het licht heb weggehaald om die tot jou te nemen, zoals je een drank tot je neemt, een beet in een appel; het heeft de smaak ervan. Het licht heeft de smaak van het leven in jou en omheen jou, het draagt in zich de stilte van het kosmische gebeuren en tevens de kracht die zich aan het opladen is om open te barsten bij een juiste sterrenstand, later.

    Maar wat je weet: je woorden uit het licht gehaald, zijn maar wat gestamel van licht, je verwacht niets meer.

    Als er, wist Borges, een ode te schrijven is, dan is het een ode aan het licht. Hij wist het beter dan wie: een ode aan het grote wonder dat het licht is van de morgen in onze alkoven, van de middagen met hoog de zon, van de avonden als het licht verdwijnt voor de nacht invalt.

    En het is, zo lazen we, het licht van de geest dat ons nog meer verbaast, omdat het licht ook stilte is, geroep van stilte gehecht aan de lege takken in de lucht, een openheid van stilte waar we binnenwandelen kunnen om de sfeer te zijn van wat licht als stilte betekenen kan. Je kunt er, je kunt er Paul Auster bij halen:

    ‘Autumn: a simple leaf / eaten by light: and the green / graze of  green upon us / Where earth does not stop / We, too, will become this light / even as the light / dies / in the shape of a leaf.[1]

    Die het weten kan, achter zijn schrijfmachine gezeten, in een wolk die poëzie zou moeten zijn, al lezen we het anders, al zien we niet waar hij ons voeren wil, alsof ook hij het niet weten zou, wij het ook niet hoeven te weten, als er maar het woord van stilte is dat wordt neergezet en van het licht ‘in the shape of a leaf. Een voldongen feit.

    We hebben er niets aan toegevoegd, het licht dat ons tot schaduw toe bewogen heeft, tekeningen brengt van verre tijden, met kleurvlakken van groen en wit, omkleed met licht, als het sneeuwen gaat, wat je verwachten moogt: het rakelings rijzen van de vlokken tussen de takken dat je horen kunt voor wat van de stilte is als het licht gaat breken. Er nog te zijn, nog te horen, zelfs als je er niet meer zou kunnen zijn.

    Ademloos maar vederlicht. 



     [1] Paul Auster: ‘Poesía completa’, Editorial Seix Barral, S.A. 2012: ‘Pulse’, pag.90.
     
     
     

    16-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Creativiteit

     

    Hij staat voor zijn tekentafel, het blad voor hem trillend van witheid. Hij trekt met potlood een lange lijn diagonaal over het blad, zijn weemoed om het voorbije. En dan links bovenaan zijn blad als groeiend uit die ene lijn, tekent hij kleine vormen die in elkaar verweven liggen, een verzameling kleine dunne stengels van paddenstoelen met half verwelkte kop en stukken steen eronder met mossen begroeid, vleugels van kevers, gebeenten van hagedissen. Kleine resten tot fossielen gekomen. Alles vloeit uit zijn ene hand die Job is, die Borges is, die het verwoorden is van een massa tekens die nog niet bestonden, en zonder hem nimmer zouden bestaan hebben.

    Hij werkt uren verder tot het licht verdwijnt. Hij voelt zich licht zwevend, hij voelt zich gelukkig. Hij ziet hoe uit het niets, uit die ene schuine lijn dwars over zijn wit blad een tekening is gegroeid en een eigen bestaan heeft gekregen waaraan hij niets meer kan wijzigen.

    Echter, voor hij slapen gaat bedenkt hij zich, keert hij terug naar zijn tekening onder de lamp die het onzichtbare van het leven weergeven moet, uitgedrukt in potloodlijnen en potloodvulsel van zachtheid twee tot hardheid vijf, ineen geregen lijnen en vormen, zoals in de natuur, lijn en vorm in elkaar vloeien. Met Shostakovich op de radio, en geschakeld in klanken, krijgt elke stip of lijn op zijn blad, krijgt elk voorwerp in de kamer rond hem een betekenis in meer. Hij aarzelt, iets ontbreekt nog aan de tekening, iets, het deel Shostakovich, maar hij weet niet hoe het te brengen.

    In de nacht is hij opgestaan, de haard smeult nog na, de wind jaagt om het huis, het is als een zucht die komt uit het diepste van de aarde. Hij meent te weten hoe en wat hij er nog aan toe te voegen heeft. Hij lag er al een hele tijd aan te denken. Er was een plaats die hij vullen moest wilde hij het ritme van de lijn en de opbouw van de vlakken krachtiger laten uitkomen om meer diepte te krijgen. Maar de tekening voor hem weigert dat er nog iets aan gewijzigd wordt, en hij slaagt er niet in het beeld dat hij in zich droeg en dat hem wakker had gehouden op zijn blad neer te zetten.

    In de morgen zet hij er zijn handteken onder, hij weet, en wellicht hij alleen, dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. Niets is perfect. Ook zijn tekening niet. Creativiteit kent geen voltooiing.

    Maar denkt hij, het boek dat ik schrijven wil moet perfect zijn, zelfs al weet ik dat het niet kan, het moet voor mij de hand reiken naar het perfecte. Een stevig boek moet het zijn, soepel en diep reikend tot in de worteling van het leven: voedsel voor de geest. Het moet van aard zijn dat, eens je het gelezen hebt, het voldoende is het in de hand te houden om de vreugde dat het lezen je gaf terug te vinden. Kortom een boek dat je meeneemt naar bed en waarvan een halve pagina lezen volstaat om rustig in te slapen.

     

    15-12-2016, 00:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    14-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe een blog geschreven wordt

     

    Het geeft me een goed gevoel als ik zie dat er op mijn blog, op een dag, meer dan dertig bezoekers zijn geweest; dat er dus een klas vol, mijn woorden gelezen hebben en meegenomen in hun dagelijks doen en laten. Meer kan ik niet wensen. Ik weet dat het niet elke dag gebeurt, dat er ook dagen zijn dat er maar vijftien zijn of twintig die op mij afkomen, maar, bij meer dan dertig, stel ik me vragen hoe het komt, of het beantwoordt aan de werkelijkheid en of mijn woorden dan zo gewild zijn?

    Normaal gezien ware ik hier op verder gegaan, maar ik krijg van een vriend een e-mail binnen die me een andere werkelijkheid voor ogen roept: de penetratie van de Islam in Frankrijk en wellicht ook in alle Westerse landen. Het is geen penetratie meer, het is het begin van een overrompeling, een overheersing. Nog hoogstens een à twee generaties en het is zo ver, het Westen zal een meerderheid aan aanhangers van de Koran kennen. De kinderen die nu geboren worden zullen als volwassenen geconfronteerd worden met een cultuurloze massa van moskee bezoekers, die hen - het zit hen in het bloed - naar het leven zullen staan, of dan toch hun leven grondig zullen wijzigen.

    Ik durf er niet aan denken wat het voor hen betekenen zal, ook welk impact het zal hebben op, de politici van gisteren, van vandaag en van morgen, die overhoop zullen gelopen worden zonder enige vorm van verdediging.

    En dan maar uitweiden over het al dan niet toestaan van een visum aan een familie Syriërs, gesteund door een rechter die de ogen sluit voor wat zich aan het afspelen is en ingaat tegen de trend dat het genoeg is geweest om de, door een bepaalde sekte van de Koran opgejaagde andere Koranliefhebbers, als vluchtelingen zo maar op te nemen in ons midden.

    We worden geconfronteerd met politici die schrik hebben te beamen wat Bart De Wever vertelt; want, is het aan de rechter – is hij niet wereldvreemd[1], hij is vreemd wat de toestand in België betreft - om een visum toe te kennen of is het aan de Staat? 

    En ik die me uitsloof, alsof er niets gaande is, alsof er niets ondergronds maar gestaag aan het gebeuren is, om te schrijven over wat ik denk over kunst, over onsterfelijkheid en over wat ik deze morgen dacht te schrijven, vooral over creativiteit; maar het laten liggen heb:

    1, omdat ik vanmorgen verrast was door het aantal bezoekers op mijn blog, en 2, omwille van een e-mail die binnenliep van een vriend, schilder van landschappen, met een uitnodiging op zijn tentoonstelling, gekleurd met een prachtig voorbeeld van de werken die hij tentoonstellen zal.

     * 

    De dag was dus uitermate goed begonnen, geen vuiltje was er aan de lucht, ik had, terwijl ik begon te schrijven, het beeld van een van zijn schilderijen in mijn hoofd, tot ik even weggeroepen werd en daarna eerst ben gaan kijken naar wat een andere vriend, even bezorgd als ik, die me overviel met een ander beeld, een toekomstbeeld dat een vervolg was op wat de Islam voor het ogenblik in Frankrijk en wellicht in de wereld aan het worden is. Houellebecq met zijn ‘Soumission’ heeft het juist gezien, maar wat hij niet geschreven heeft is wat het betekenen zal aan gevoelens bij hen die op het punt staan overheerst te worden en het schijnbaar vandaag nog niet zien.

    Als er een is die het ziet aankomen en het daarenboven durft zeggen, dan is het De Wever. En als de andere partijen er tegen op komen en de ernst van de toestand willen verdoezelen, dan is het omdat ze hem dat succes niet gunnen, hoewel ze wel weten dat, zoals ik het weet, zij het weten dat hij wel gelijk zou kunnen hebben.

    De wereld op zijn kop. Ook, ik, die deze blogs wil blijven schrijven alsof er niets op til zou zijn dat ons – het westen, onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen – treffen zal in het merg van hun gebeente. 



    [1] Ik wil me niet profileren als een blinde volger van De Wever in deze aangelegenheid. Ik heb ook oog voor wat  in een artikel in Knack verschenen is van de hand van Hendrik Vuys en Veerle Wouters, die volgens mij ook de rechter met de vinger wijzen als ze besluiten:

    We pleiten voor een oplossing binnen de rechtstaat. We moeten tegelijk af van een rechterlijk activisme en van politici die vonnissen het predicaat ‘krankzinnig’ meegeven of op rechters het predicaat ‘wereldvreemd’ kleven. Rechters blijft bij uw leest en politici breng inhoud. U zal er de rechtstaat een dienst mee bewijzen.

     

    14-12-2016, 13:54 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    13-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunst (2)

     

    Kunst is ingesteld op de kosmos, ligt in de lijn van het creatieve dat eigen is aan de kosmos en heeft via deze binding een sacraal karakter. Al wat hier van afwijkt, is voor mij geen kunst. Duidelijker kan ik het niet zeggen. Dus als me de vraag gesteld wordt wat is kunst dan heb ik er een antwoord voor, hoe onvolledig ook, hoe metafysisch ook.

    Ik kan dus schrijven dat een wapen, of wat ook, sierlijk bewerkt met tekeningen, welke ook, maar waarop iemand zich heeft uitgeleefd om het beste, het meest sierlijke, het meest creatieve dat in hem was uit te drukken, voor mij kunst is; dat het ontwerpen van een uurwerk zoals ik er nooit een zag, kunst is, omdat het creatieve element erin heel duidelijk en krachtig aanwezig is en, het is dit creatieve dat het tot kunst maakt. En wat meer is, in de mate van het creatieve erin, en daar hebben we ons oordeel over, is het kunst met een grote ‘K’ of met een kleine.

    Ik noem deze twee uitingen van kunst, omdat een simpel iemand die ik ontmoette – het geluk had te ontmoeten – in volle zomer, een namiddag op een simpele plaats aan een vijver, in het geruis van de wind in de populieren, me die toonde op zijn smartphone, of hoe heet zulk iets.

    Ik kan andere voorbeelden noemen van vrienden uit mijn omgeving die - en hier komt het er voor mij op neer - creatief bezig zijn, die zich uitleven op een blok hout of op een doek, of andere die een creatief gedicht projecteren op een even creatief uitgezochte foto, dit alles zijn voorbeelden van kunst, dan toch voor mij, ik herhaal het.

    Als ik dan, zoals het gebeurde, geconfronteerd wordt met zuilen van de Aula in de Volderstraat in Gent die bekleed worden met sneetjes hesp, dat is hier absoluut niets creatief mee gemoeid, dan is het hoogstens een choquerende vondst, zoals het misschien ook een vondst is de aandacht te vestigen op een pot mosselschelpen, of op een urinoir, geen uiting is van kunst.

    En daar gaan we in deze wereld van vandaag naar toe, dit is de richting die als maatstaf genomen wordt. Het creatieve wordt op zij geschoven, het wordt vervangen door het sensationele, het gewaagde, het meest ongewone. Echter ik val er niet voor, ik heb er niets aan, integendeel ik vind het beschamend, zelfs al verbaast het me soms – Wim Delvoye bijvoorbeeld - maar dit is in vele gevallen eerder een uitzonderlijke verwezenlijking van een bepaald idee. In welke mate die trouvaille te wijten is aan het creatieve in de mens en, in de lijn ligt van het creatieve in de kosmos, is dan een andere vraag die we zelf beantwoorden en desnoods verdedigen moeten/kunnen.

    Ik weet met John Keats dat: ‘A thing of beauty is a joy for ever’. Vandaag, schijnbaar is dit voorbijgestreefd,. Echter, of wat vandaag geprezen wordt, ‘a joy for ever is’ heb ik mijn twijfels. Ik schrok, om er nog iets aan toe te voegen, toen ik het portret zag van Koningin Béatrix - geschilderd door, was het Tuymans? – dat het zeker geen ‘thing of beauty’ was.

     

    13-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Immortalité

     

    Ik zal wellicht haar boek niet kopen maar toch verheugde het me ooit van Marie Depussé in Le Monde te lezen over haar boek, ‘La nuit tombe comme elle veut’:

    ‘Qu’elle a écrit son livre comme pour laisser une trace. Une sorte de testament. L’éternité, on n’y peut rien, mais l’immortalité il faut s’en occuper.[1]

    Heb hier niets aan toe te voegen, de eeuwigheid, een moeilijk te vatten woord, ligt open voor ons, is een holte, ‘a black hole’ waarin we worden opgeslorpt. Daar tegenover echter staat de onsterfelijkheid, en zegt Marie Depussé - maar ze is niet alleen die dit zegt - daar kunnen we iets aan doen. Of het veel is of weinig heeft niet zo veel belang, maar je moet er mee bezig zijn, je moet er aan werken opdat er, na je as is uitgestrooid, toch nog iets van jou zou overblijven. Dit is wel het gevoel dat je overhoudt als je meent iets geschreven/gemaakt te hebben dat de tijd trotseren zal, opdat er dus nog iets overblijven zou van de persoon die je geweest bent.

    Maar toch niet overdrijven, als het er maar op aan komt dat je naam bewaard blijft, alfabetisch geklasseerd in een of ander, bv literair register, dan heeft dit weinig of geen betekenis, wens ik er zelfs geen zweem van onsterfelijkheid in te zien. En dit is waar ik sta vandaag, zo lang er geen bestendigheid wordt gegeven aan wat ik schreef zal mijn onsterfelijkheid zich beperken tot de teksten van wat blogs en wat schuchtere pogingen die ik deed om bepaalde geschriften er uit, op een onorthodoxe wijze te verspreiden, met eventueel er naast, wat tekeningen die nog wat aan de muren zullen blijven voor een tijdje.

    Grote illusies koester ik dus niet. Trouwens, een boek de dag van vandaag heeft niet veel vooruitzichten, het wordt overspoeld door de massa’s boeken die er aankomen, een normale vloed zou nog geen onoverkomelijk iets zijn, maar een stortvloed van boeken, een tsunami, zoals ik de indruk heb dat er nu nieuwe boeken op de markt verschijnen, laat je weinig kans.

    En toch, de tijd leert ons dat de onsterfelijkheid het deel is geworden van ‘Les Mémoires d’Outre-Tombe’ van Chateaubriand – dit dan toch bij mij - van de ‘Divina Commedia’ van Dante, van ‘Don Quijote’ van Cervantes, van Dokter Zhivago van Pasternak en van zovele werken van zovele andere schrijvers. Zelfs als ze niet meer of nog heel weinig zouden gelezen worden, de onsterfelijkheid van hun werk valt terug op de schrijver ervan en hun naam is de eeuwigheid ingegaan en allen, al zal het wel nooit hun hoofddoel geweest zijn, al schrijvende zullen ze er toch dikwijls aan gedacht hebben. Ovidius was overtuigd van de onsterfelijkheid van zijn Metamorfosen die, wat er ook gebeuren mocht, voor eeuwig zijn naam zouden meenemen in de tijd. En Dante wist dat hij, op dat gebied, Ovidius zou overtreffen.

    Maar, als het niet is om den brode, waarom schrijven we, waarom zijn we bezeten door het schrijven, door het aaneen rijgen van woorden die een betekenis dragen. Waarom trachten we, keer op keer, aanzet na aanzet, al wat ooit geschreven werd niet alleen aan te vullen, maar te evenaren, zelfs te overtreffen?

    Waarom, wat is het dat ons voortdurend opjaagt het te doen en het te blijven doen, trachten te zeggen wat nog nooit gezegd is geweest?

    Draai en keer het maar zoals je wilt, er is die drang in ons: ‘ l’immortalité il faut s’en occuper’.



    [1] Marie Depussé : ‘La nuit tombe quand elle veut’, POL, 120 p., 12€

     

    12-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    11-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Landschappen

     

    Ik wandel niet meer in of door het landschap, hoogstens met de wagen beweeg ik er me nog in. Ik zie dan wel hoe het zich ontplooit, hoe het getekend wordt in zijn glooiingen en hoe de luchten kleuren, maar ik voel van de lucht de kilte niet, ik ruik er de geur niet van, en het zijn kilte en geur die het landschap leven doen.

    Maar er is ook een tijd geweest, een glorieuze, wondere tijd, dat ik me bewoog in het landschap, dat ik er duidelijk deel van was; dat ik er over vertellen kon alsof het een verhaal was. En het wondere is dat ik er vandaag nog keren kan, in gedachten weliswaar, maar impressies van vele landschappen liggen in mij gestapeld, zijn de vele bladen van een dik boek.

    En je schrijft dit en je voelt dat ze staan te drummen om genomen te worden, om hun beurt te krijgen. En namen duiken op, te veel om ze te noemen, gaande van Kawkaban in Yemen tot de molen van Alphonse Daudet, tot Iona, het heilige eiland van de Schotten. Ga maar, zwerf maar uit, noem ze in een ruk om ze een fractie tijd lang te herbeleven. En, je houdt er een, die je vandaag hernemen wilt: de wandeling van uit Zinal[1] naar de cabane d’Ar Pitettaz, met je grote vriend, Gustave, die je nog niet zo lang geleden verloor, maar je weet dat hij daar nog altijd is.

    Je roept hem terug, je omhelst hem, je staat met hem in la Plaine de la Lé, aan een enorm rotsblok met erop geschilderd: ‘Ar Pitettaz, chemin difficile’. Een weg die we samen ettelijke malen hebben bewandeld. We lopen op de brug over het kolkende water van de Navizence, volgen een stuk het water stroomopwaarts en nemen dan de wegel tussen de lage sparren, tot aan een open vallei met een riviertje waar je, ofwel de weg links kunt nemen, de oude, zeer steile kronkelweg die nu niet meer bewandeld wordt omdat hij veel langer is, ofwel de weg, het riviertje volgend tot aan de rotsen waar de weg verder loopt, nu tegen de rotswand aan, waar je je naar boven hijst met de vaste kettingen die er zijn. Dit is wat men de ‘chemin difficile’ noemt, maar eens er voorbij, eens je, steeds maar stijgend, doorheen het bos gewandeld bent, kom je op een plateau, waar je een grote bocht maakt om uit te komen met zicht op de besneeuwde noorderwand van de Besso, verrast en geboeid als je bent door het beeld van de bergwand voor jou, weerspiegeld in het kleine bergmeer. Je stopt er om wat thee te drinken en een vrucht te eten. En je denkt, het is hier goed te zijn, laat ons hier de tenten bouwen om er honderdvoudig te zijn en er te blijven. Dit is het eerste rustpunt, in de oneindigheid van de bergen voor jou en omheen jou, badend in de stilte en in het grote licht van de morgen en wat je hoort is het trage vloeien van een stroompje water over de weide waar je staat.

    Die plaats en die ruimte van het er zijn, geankerd in jou: je bent er terug, Gustave die er zit met jou, vertellend over simpele dingen, hij altijd maar pratend en jij luisterend met een half oor omdat je meer dan wat ook luistert naar het enorme landschap waarin je verzwolgen bent. De Besso voor jou is je vertrouwd, je waart met Gustave op de top ervan, bij de afdaling wandelde je een groot stuk, tot aan ‘l’épaule’ van de Zinal Rothorn, op de uiterst smalle arrête, nog geen dertig centimeter sneeuw breed. En je herinnert je, dat je toen niet helemaal gerust waart en hoe je daar nu zo heel rustig zitten kon, op een rotsblok, een glas thee in de hand, bezweet, met in de rug een kilte eens de rugzak neergezet.

    Je weet het nog zo goed, het bergmeer, helder in je geest, de besneeuwde bergen erin, meer dan een foto, en de immense, zuigende stilte van de adem van de bergen en van het leven in jou. Hoe goed het was, hoe buiten alle verwachting het was, verbijsterend enig het was, niet een plaats op aarde die je kende die er tegenop kon. Jij en Gustave daar, even uitrustend, even verpozend, alvorens verder te gaan. We hadden er ook kunnen blijven, uitgestrekt in de zon, maar de cabane wenkte ons, riep ons.

    En we zijn verder gegaan op de lange weg zigzaggend in de flank van de berg, steeds maar hoger en hoger, op het smalle bergpad tussen de rotsen, met de gele arnica, de blauwe  gentiane, de edelweiss soms, de minuscule vanille orchidee, de mossen en de grassen, de holen van de marmot en de echo van hun kreten als ze ons zagen naderkomen.

    Het grote leven te voelen en de pijn in de kuiten en de leden, op de rug de zware rugzak met voedsel en drank voor een dag, met een hoop dingen die we niet nodig zullen hebben of misschien toch, we willen voorbereid zijn op alles. En, hijgend, steeds maar hoger, tot we, de tijd heeft er geen belang, een stroom over moeten, op een plaats ’les leisses’ genaamd, over rotsen effen als een vloer, gesleten door het water, stappend van rotsblok tot rotsblok. En dan, nog heel wat hoger, wandelend omheen een rots plots de cabane zien in de verte. Het laatste stuk dat het moeilijkste was, dan toch voor mij, want ik was exhausted. Ik zag in de verte de cabane en dacht, nog driehonderd stappen en ik ben er, en ik begon te tellen om na driehonderd stappen er nog honderd bij te doen. Maar de cabane (op 2786m) bereiken we. Ik buiten adem bijna maar gelukkig want de cabane aan de voet van de Weisshorn, is als een thuis eens je er aangekomen bent, is de redding voor velen, ook voor mij. En het was daar voor Gustave en mij dat de grote dag er te zijn en er te bewegen, begon.

    Il fut un temps. 



     [1] Dorpje op het einde van de Val d’Anniviers in de Valais, CH. Google weet er alles over, ook over de Cabane, zoek het op, het loont de moeite, mijn tekst is maar een vage beschrijving.

     

    11-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over Kunst

     

    De vraag wat kunst is heeft vandaag zijn antwoord: ‘Kunst is wat een kunstenaar maakt of zelfs, wat hij doet’. Dus de vraag die we ons vandaag stellen moeten luidt: ‘wie of wat is een kunstenaar?’ En dit is van een totaal andere geaardheid, echter even moeilijk te beantwoorden.

    Houellebecq[1], in zijn ‘La carte et le territoire’ had er een mening over. Voor hem was een kunstenaar: hij die meer dan de anderen open staat om de onzichtbare tekens die ons aanzetten tot een creatieve prestatie als een soort verplichting te interpreteren en deze verplichting uit te voeren. En wij voegen er aan toe: een kunstenaar is iemand die doet wat een ander niet doet, namelijk, zich uiten in iets, tevoorschijn komen uit de massa met een of ander idee, tonen dus dat hij bestaat, leeft en denkt en, aan het leven een bepaald iets heeft toegevoegd.

    Het is dus niet meer het gepresteerde dat beoordeeld wordt, wel de mens die het gemaakt heeft en van het ogenblik dat hij iets maakt kunstenaar wordt.

    En daar staan we dan, vooral dan wij die vinden dat kunst schoonheid moet zijn, verheffen moet, ons bekoren moet, ons raken moet in het diepste van ons zijn zodat we geneigd zijn alle werk, dat niet beantwoord aan onze maatstaven van kunst, te verwerpen. We worden nu overhoop gehaald omdat we vasthouden aan principes die kennelijk niet meer van deze tijd zijn.

    Als ik op de voordracht van de Heer Peter Jonnaert, kunsthistoricus, over ‘De rol van de kunstenaar in de maatschappij doorheen de kunstgeschiedenis’, ben tussengekomen, dan was het omdat ik mijn idee: ‘het is niet het werk dat moet beoordeeld worden maar de maker ervan’, naar voor wou schuiven. Maar de spreker zag mijn leeftijd, dacht – en terecht - dat ik hem niet begrepen had en dat ik nog vasthield aan de oude waarden over kunst. Ik kreeg dan ook niet de gelegenheid te zeggen wat ik zeggen wou, namelijk dit wat ik hierboven heb uiteengezet.

    Ik zal me dus niet meer blijven vast houden aan de vraag of het wel kunst is wat de kunstenaar heeft afgeleverd, want vandaag zijn we hierin verkeerd, dit is van de vorige generaties toen de kunstenaar optrad in de eerste plaats als de ambachtsman die hij was en moest zijn, en zijn uiterste best deed opdat wat hij maakte, zo mooi en zo perfect mogelijk zou zijn. Hij moest in de eerste plaats tonen dat hij zijn ambacht kende, de techniek ervan en pas daarna streven naar het mooiste, het meest handige, het meest perfecte.

    Dit is vandaag van de vroegere generaties, het is geen kwestie meer van kunnen, het is een kwestie van zijn geworden. Kunst is wat van de kunstenaar is, wat dit ook moge zijn of hoe dit zich ook moge voordoen. En, als de wil er is iets nieuws te brengen, is Kunst al wat de kunstenaar heeft gebracht.

    Ik heb er voortaan geen moeite meer mee. Ik loop in het gareel. Damien Hirst is een groot kunstenaar zelfs al is zijn werk, voor mij, geen kunst. 



    [1]  Michel Houellebecq: ‘La carte et le territoire’, Flammarion, 2010

    10-12-2016, 08:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    09-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn kloppend hart

     

    Vandaag is het niet alleen mijn blog dat in de kijker komt, maar ook mijn hart. Ben ik er helemaal gerust in? Neen, op mijn leeftijd ken je, wat het hart betreft, minder geruststelling, is het meer vraagteken dan wat anders. Eigenlijk, als ik me bedenk, is het oneerlijk dit te schrijven, het heeft je zo lang al trouw gediend, waarom nu ineens die twijfel. Maar je weet en je voelt dat je lichaam aftakelt, dat je gang niet meer is wat hij was, dat je knieën, je enkels verzwakt zijn, en ook zij hebben je jaren trouw gediend. Echter zij zijn niet van die aard dat je je er al te grote zorgen zou moeten overmaken, al kon het wel, maar je hart is je motor, is je schrijven, is je bezig zijn, is je leven, en je hebt nog heel wat te doen voor je je plaats hier op aarde kunt open laten.

    Je maakte onlangs een inventaris van de nog te verrichten zaken en je kwam uit, niet op veel maar op heel veel. Je wilt je Dante herzien en bundelen, je wilt je manuscript herzien, je wilt je gedichten herschikken, herschrijven zelfs, en ten slotte je hebt je blogs van 2010 af die je in enkele bundels wilde samenbrengen, na uitzuivering.

    Je rekende het uit, als je er in slagen zou tien pagina’s per dag te herzien, je minstens het jaar 2017 nodig hebt. En de ondervinding leert me dat tien ‘pages a day’, heel veel is, om niet te zeggen niet realiseerbaar is als ik daarenboven nog een blog schrijven moet.

    Ik zit dus meer dan ooit gekneld in mijn dagen. Een vriend raadde me aan: ‘alle beroerselen’ van mij af te werpen dus, de begeestering die me eigen is te laten varen en het kalmer aan te doen, te genieten van de rust die de dagen me brengen kunnen.

    Ik weet dat hij gelijk heeft, ik weet dat wat ik nog wens/denk te verwezenlijken te hoog gegrepen is. Maar ik kan, wat ik geschreven heb, zo maar niet achterlaten zoals het er bij ligt en ook, wat nog erger is, ik kan niet ineens stoppen met het schrijven van mijn blog, ik kan me hiermede niet verzoenen, mijn blog is meer dan ooit mijn levensritme.

    Dit is een momentopname in mijn leven. Een stilstaan in het verloop van de dagen. Een adempauze om te weten hoe het verder moet. Zo dit is waar ik sta vanmorgen, dit is de dag waar ik doorheen moet, om de avond te bereiken en de slaap.

    Misschien is deze dag een keerpunt, het trekken van een lijn onder al wat ik al gedaan heb of verder gaan net zoals ik bezig was, maar met nog iets meer. Wat vertelt men mij over de staat van mijn hart?

    De tijd zal raad brengen al is dit niet altijd het geval, de tijd is er maar om tijd te zijn en niets meer, hij kent geen verlenging, hij kent enkel het zijn dat een aaneenschakeling is van tijd waarin niet kan geknipt worden maar waarbij wat is, voortvloeit uit wat was en misschien ook, uit wat komen moet, maar dit is niet zo evident, hoewel, als ik erover nadenk er toch enige waarheid in schuilt.

     

    09-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bellini en Maria Callas

     

    Het kan dat je, om te luisteren naar ‘Casta Diva’, uit Norma van Vincenzo Bellini, gezongen door Maria Callas, in bed blijft liggen en dat je daarna, in de greep van haar stem en de melodie onmiddellijk op staat om neer te zitten en te schrijven, want je wilt dit sprankelend gebeuren gebruiken omdat het een van die aria’s is uit het operarepertorium die je, meer dan alle andere aria’s bij de keel grijpt.

    Je hoopt dan, er ooit eens toe te komen, een tekst te kunnen schrijven, zo sterk en zo emotioneel, dat deze alle blogs die je ooit al geschreven hebt of ooit zult schrijven zou overtreffen. Het is maar een gedachte, want je weet genoeg dat je met je woorden, de Casta Diva van Bellini, zoals door Maria Callas gezongen, nooit zult kunnen benaderen en dat je tevreden moogt zijn met wat je er over schrijft en de wijze waarop je erover schrijft. Trouwens, de muziek, die zich bedient van klanken, heeft geen woorden of beelden, zichtbaar met het oog ter beschikking, want de interpretatie van wat gehoord wordt beperkt houdt. De muziek ziet je aldus als de hoogste vorm van kunst, tenminste zo voel je het als je met het Casta Diva van Maria Callas bent opgestaan. Ze heeft indruk gemaakt op jou, ze heeft je diep geroerd en wel in die mate dat je onmiddellijk bent beginnen schrijven, dat je afgedaald bent in het diepste van je binnenste, je ziel, waar de muziek hangen bleef om je er in te vernestelen, je erin op te sluiten en al schrijvend te luisteren naar de echo van de klanken en de warmte van de stem binnen in jou.

    Je weet dat er andere muziek geschreven werd die even diep in jou binnendringt, maar Casta Diva is binnengekomen op een ogenblik dat je geest wakker kwam uit de slaap en nog zuiver en maagdelijk was en dat het zo gebeurde dat de klanken je ganse ‘zijn’s moment’ vullen en bewonen konden.

    De mens en zijn muziek, de mens en zijn creativiteit: het had gekund dat deze melodie nooit of te nooit geschreven werd, dat ze nooit zou gezongen zijn en dan zeker niet zoals Maria Callas die zong – ik hoorde dat de opname van 1954 dateerde - zoals dit van vele werken kan worden gezegd. Maar, de kracht van het creatieve erin is onovertrefbaar en het is de mens die dit lied heeft gebaard,

    Hij bewoog zich hiermede in de lijn van het kosmische, namelijk de drang in hem die ontstond in de rotsholten waar hij zich bevond en uitgestreken werd op de wanden ervan, steeds maar meer homo sapiens wordend. Het uitpuilen van de creërende kracht in hem heeft gemaakt dat Bellini deze melodie heeft aangevoeld en in een ogenblik van totale onthechting deze geschreven heeft en georkestreerd op een sublieme wijze, alles vergetend wat hij tot dan toe al geschreven had en wetende, wetende dat wat hij nu had bereikt een hoogtepunt was dat door de stem van Maria exponentieel de wereld werd ingestuurd.

    Zo, mens waar ben je mee bezig eens je dergelijke hoogten bereikt en de wereld hiermede verbaast. Die ook de wereld is van steden in puin, van lichamen onder het puin, van de mens gevlucht voor het geweld en opgesloten in kampen om er te vergaan.

    Om dan, op een morgen, hoog boven alle ruïnes uit, lijk een uitdeinend klaroengeschal, de engelenstem, Maria Callas, te horen die het Casta Diva zingt.

    Wat is het dat me vandaag of morgen dieper raken zal?

     

    08-12-2016, 07:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muze als beschermengel

       

    Op een dag in je leven, heb ik ongevraagd, met mijn geschriften, de drempel van je woning overschreden; ben ik als een vreemd iemand binnen gevallen in het warme nest dat je leven was en heb ik er een plaats in genomen, hoe minimaal ook deze moge zijn.

    Ik heb dus in de vesting die je waart een bres geslagen en ik vraag me af hoe dit aanvoelt voor jou, wat dit betekent voor je gemoedsrust – hopelijk niet wat het betekent voor die van mij, want deze is zoek – en hoe je me ontvangt telkenmale dat je me opent?

    Het is geen tekening, humoristisch zeker niet, die ik maak, geen schlager waarop je bewegen kunt, neen, het is meestal iets dat vertrekt van uit mijn diepste ik, dat ik tracht in een deftige vorm af te leveren. Ik ben er me van bewust, ik ga er niet al te lichtzinnig mee om, niet over het ijs van een dag zoals ik het gisteren zag toen ik aan de vijver stond, en toen ik er was, er zeker gedacht heb aan wat ik nog toevoegen kon aan de honderd woorden die toen nog maar over Orion geschreven stonden.

    Dit is trouwens hoe mijn dag verloopt, als je het weten wilt. Het begint in de morgen en met wat geluk eindigt het daar, maar het gebeurt ook meermaals dat wat de morgen bracht ontoereikend was en dat de dag het aanvulde, soms ook de avond of zelfs de nacht. Maar daar eindigt het niet want er is terug de volgende dag waar ik aan denken moet. Zo is het en zo beleef ik het.

    Dus als ik als een vreemde ben binnengekomen met mijn woorden, dan is dit de voortzetting van de woorden die bij mij waren binnen gekomen een korte tijd ervoor, en ben ik slechts een tussenpersoon, in dienst van de Muze die ons bestrooid met beelden en gedachten of, wat geschreven staat is ‘toevallig’  door mij geschreven en door jou gelezen. Maar het had even goed anders kunnen zijn: ik, die jouw woorden las. Het is Borges[1] die dit ergens geschreven heeft als een soort proloog bij een van zijn verhalen. Ik vraazg me dan ook af hoe het komt dat ik me halsstarrig vastklamp aan deze blogs; wat het is dat ik blijf schrijven, zelfs als ik in de verste verte niet weet – zoals vanmorgen – wat ik schrijven zal.

    Is het ijdelheid?

    Ik zal het je zeggen, het is inderdaad ijdelheid maar dan tegenover mezelf. Ik ben er aan begonnen, zoals jij begonnen bent om me te lezen, en ik wil er niet met ophouden omdat ik dit niet kan aandoen aan de persoon die ‘ik’ ben. Al weet ik niet meer wie die ‘ik’ is. De oproep, ‘ken je zelf’ is hier duidelijk op zijn plaats, maar ik ben niet één persoon, ik ben er meerdere en de ene die wilt, wil niet onderdoen voor de andere die het anders zou willen. De ene overheerst de andere. En ik tol verder, zoals de aarde tollend haar weg voortzet omheen de zon, zo blijf ik al tollend luisteren naar de Muze die mijn beschermengel is, mijn engelbewaarder zoals ons destijds geleerd werd en vandaag wordt verzwegen.

    Iets wat ons, spijtig genoeg, te dicht bij het aardse bracht. 



    [1] Nuestras nadas poco difieren, es trivial y fortuita la circunstancia de que seas tù el lector de estos ejercicios, y yo su redactor

     

     

    07-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    06-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Orion

     

    Als ik, wakker geworden vroeg in de morgen, even opsta en de gordijnen open schuif, word ik verrast door de constellatie van Orion, glashelder, hoog in het zuiden. Het is het sterrenbeeld waarmee de winter ons verrast hier zo zuiver getekend, met in de verlenging van de gordel, Sirius de Hondsster, ook de Egyptische Sothis ster waar te recht of ten onrechte, de Egyptische chronologie aan opgehangen werd; de meningen hierover zijn sterk verdeeld. Er wordt ook beweerd dat de drie sterren van de gordel afgebeeld zouden staan in de drie Pyramides, deze van Mycerines, Chefren en Cheops in Gizeh, maar ook hierover zijn de gissingen uiteenlopend. En daarenboven wie heeft nog enige belangstelling voor wat de Egyptische chronologie of geschiedenis betreft? Als er onder mijn lezers nog zouden zijn, dan verwijs ik hen graag naar de webside van Robert De Telder, die aan de geschiedenis van de volkeren van het Oosten een uiterst belangrijke studie heeft gewijd.

    Maar er is meer. In de Orionnevel is zich, volgens een artikel van de jaren negentig in de National Geographic Magazine, een nieuw sterrenstelsel aan het vormen. Wat dus vermeld staat in Genesis, als zou de Schepper de zevende dag gaan rusten zijn, is dus niet waar: zijn ‘zevende dag’ loopt nog steeds door, Hij werkt verder en ik zie niet in hoe deze bijzondere dag ooit tot een einde zou kunnen komen.

    Dit is wat het geschiedkundig aspect van Orion betekent. Voor mij is er ook het poëtisch aspect. Het sterrenbeeld Orion is een van de mooiste sterrenbeelden, het is er een om verliefd op te zijn. Ik herinner me heel vaag een gedicht van Alice Nahon (+ 1933), waar ze iets dergelijks zegt over Orion – ik zocht het op en liet het opzoeken maar tevergeefs - en het is een beeld dat inspireert. Het is onder meer de plaats waar de overleden farao’s naar toe reisden, ‘lijk een jonge eend die opsteeg uit de lotusbloemen’ en dit alleen is al voldoende om Orion te bekijken met andere ogen en met een totaal ander ingesteld zijn.

    Orion heeft dus voor mij een grotere betekenis dan om het even welk ander sterrenbeeld, meer dan Cassiopeia, meer dan Cepheus, Grote Beer of Pegasus. Het is een verbondenheid die ik niet verklaren kan maar die er altijd geweest is, van de nacht af dat vader - het was op een heldere vriesnacht dat we, in de oorlog, op weg waren naar het bos om een boom om te hakken en naar huis te dragen – me de constellatie van vier sterren met in hun midden de gordel van drie sterren op een lijn en dicht op elkaar, aanwees. Er is dus ook sentiment mee gemoeid, schoonheid en herinnering en dit alles is gebleven. Dit alles heeft zich vereeuwigd in mij, heeft een vaste bodem gekregen waaruit al deze gevoelens in eens zijn opgestegen, toen ik  terug neerlag onder de lakens en ik in mijn slaap de blog heb geschreven die ik in de morgen maar op te nemen had, om die naar jullie toe te sturen.

     

    06-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bach weerspiegeld

     

    Hoe hij vorige avond, voor hij insliep, de cellosonate van Bach wou kunnen omzetten in woorden, een onmogelijkheid natuurlijk, maar het hield hem lang bezig. En, deze morgen, toen hij de velden in reed, de horizont een smalle band gebeuren, de luchten grijs en lichtend, dacht hij er aan, dat de muziek van Bach even geladen was als de teksten die hij schreef, geladen met de ernst dat het leven is en gehecht in het verhevene dat van de kosmos is en, dat dit de enige manier was waarop hij de geest van Bach oproepen kon, tenminste als hij in deze geladenheid en verbondenheid ook het eeuwige struikelbeeld van leven en sterven in filigraan meegeven kon. Want het leven wordt gedragen door de aanwezigheid, op de achtergrond, van het sterven, wat bij Bach duidelijk het geval is.

    Hij had dus woorden te schrijven die muziek waren zoals de klanken van Bach ook woorden zijn. Of klank en woord gelijk aan elkaar in waarde en betekenis. Zo wou hij het geschrevene van vandaag als het spiegelbeeld van de gedachten die Bach had omgezet in de klanken van zijn cellosonate, om het even de welke. Hij wou deze omzetting in woorden, over woorden die klanken waren, en in een wondere schakering van begrippen, de ziel blootleggen van de muziek van Bach.

    Of, zoals Disney, in zijn ‘Fantasia’ getracht had in kleuren, vormen en bewegingen, Bach’s Toccata en Fuga in re mineur te beleven, zo trachtte hij, even rijk, even diep, even levend, met zijn zinnen een sonate van Bach te benaderen. En dit is in vele gevallen zijn betrachten geweest. Zo blijft hij pogen literair door te dringen tot wat niet te beschrijven is, niet te evenaren is, niet te doorgronden is, omdat het in zich het mysterie van het creëren bergt.

    Maar zelfs indien hij erin slagen zou Bach of het landschap van zijn sonate op te roepen met woorden, dan zou het toch maar zijn interpretatie zijn van wat hij dacht over de omstandigheden waarin Bach zich bevond toen hij zijn muziek schreef, en hoe en wanneer hij die schreef. Dit moet telkens iets gemeen hebben gehad met de omstandigheden waarin hij zich bevindt als hij tracht zich literair te openen: namelijk het vinden én van de gepaste plaats en gelegenheid om het te doen, én het vinden van een onderwerp of in het geval van Bach, het vinden van een melodie waar omheen hij zijn klanken weven kan, zoals ik mijn woorden.

    Hij  meende altijd te mogen schrijven, zoals Bach in zijn componeren, over de dingen die hem omringen, met een minimum aan gebeuren, handelend over het simpele leven van zij die zoekende zijn naar wat niet voorhanden is of, schrijven over de lente in de winter en over de winter in de lente.

    Laat me, dacht hij nog, deze droom die zich vandaag wil loswrikken, die zich aan het projecteren is, laat me de projectie ervan meedragen doorheen de rest van mijn dagen en uitwerken tot een elegie van de levende geest.

     

     

    05-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wonder dat de geest is

     

    Een nieuwe dag, een nieuwe blog, hoe begin je er aan? Je geest is even mistig nog als de luchten buiten. Beide zijn elkaars evenwicht, er is niets en er is veel. Het komt er op aan te weten dat er zeker iets uit te halen valt; wat weet je maar op het einde van de wandeling, is afhankelijk van wat je tegenkomt onderweg, en zelfs als je niets zou ontmoeten zal dat niets voldoende zijn voor jou.

    Dit is de kracht die de geest bezit, zelfs als hij leeg en mistig overkomt, dan nog is hij geladen met verrassingen, daarenboven verwacht je ook dat hij je niet in de steek zal laten, dat hij, de minuten voorbij schuivend, openbloeien zal, zelfs in volle winter.

    Zo gebeurt het elke morgen, je daalt af in jou, in het diepste ik van jou; je weet nog niet wat je er zult vinden, wel dat je iets zult vinden. Of je er de droom zult ontmoeten waaruit je bent opgestaan? Maar je droomde en je waart plots wakker en de droom was weg, totaal weg, niets was er van overgebleven, geen schrammetje, geen luchtbel.

    Zo is het met vele zaken. Je bent de vierde dag van de laatste maand en je weet zelfs niet meer wat je dag één en dag twee geschreven hebt, amper wat je gisteren schreef, over het verlies – en het is het ergste dat gebeuren kan – van de binding met de natuur dat niet alleen de jeugd ondergaat, maar velen onder ons voor wie alles zich centreert rond smartphone of i-pod, wellicht het eerste dat ze bekijken in de morgen, vooraleer ze zien dat de hemel vol sterren staat of een grijs laken is, ontdaan van licht en woorden.

    Het is niet veel dus dat je overhoudt maar het is verreikend en gevaarlijk naar de toekomst toe. Het ergste is dat er heel wat zijn die er met geboren worden, dat het een verworvenheid is van waaruit ze vertrekken. Voor anderen, zoals voor mij, is het een verbazend iets waarmee ze voortdurend geconfronteerd worden; een verbazen dat hen doet nadenken over het mysterieuze van de natuur die het mogelijk maakt dat woorden hier geschreven, een fractie van tijd erna gelezen worden door een tegenvoeter of, dat ik zo maar binnendringen kan, mits wat gegoochel, in de grootste bibliotheek die er is, om maar één mogelijkheid te vermelden.

    Aldus ben ik, die vroeger – in die tijd van mij - in de ‘brousse’ opgroeide, nu binnengekomen in een voor mij totaal vreemde wereld waarin ik tracht te aarden, tracht te overleven zonder overrompeld te worden, en te aanvaarden dat zelfs het meest ongelooflijke geloofbaar is. En dat ik, de natuur zijnde wat hij is en de geest van de mens dieper en dieper de natuur binnendringend, van niets nog verbaasd moet zijn.

    In een wereld die op zich, een totaliteit van grote wonderen is te beginnen bij een zaadkorrel die kiemt, een bloemknop die zich opent, een ijsvogel die even stil hangt boven het water, allemaal en zovele andere, dingen zijn die we niet meer zien als wonderen, hoeven we ook niet meer de wonderen van de techniek, gebaseerd op het wonder van de geest in de mens, te gaan zien als wonderen.

    Wat we wel mogen vooropstellen is, maar absoluut is dit niet, dat het wonder van bloemknop en zaad, van de plons van de ijsvogel, het einde van hun, in de kosmos gewortelde evolutie, bereikt hebben, maar, en dit is een ander wonder, dat de geest van de mens oneindig is, en verder evolueren zal naar een innigere integratie in de wonderen die deze zijn van de natuur, wonderen die ons, zoals hoger gezegd, vandaag niet meer verwonderen. En dan grijp ik spontaan terug naar wat Thomas schrijft in zijn Evangelie, Logion 29:

    ‘Jésus a dit: si la chair s’est produite à cause de l’esprit, c’est une merveille; mais si l’esprit s’est produit à cause du corps, c’est une merveille de merveille. Mais moi, je m’émerveille de ceci: comment cette grande richesse s’est mise dans cette pauvreté.’

     

    04-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NDD en de Kosmos-gedachte

     

    Er is een wereld van verschil tussen wat van de morgen is en wat van de nacht. De morgen is activiteit, zijn gedachten, de nacht is van wat voorbij is, geleden is, bewoond is geweest. Elke avond ga ik met een boek naar bed, een boek om het boek, want ik lees hoogstens drie lijnen, maar mijn ganse leven is een boek geweest, of het boek is mijn leven geweest.

    Denk ik dan, dat al wat ik geschreven heb, voortgekomen is uit de boeken die ik las, dat zij het zijn die ik heb willen navolgen, me inspirerend op de manier van werken van de schrijvers ervan, om dan te komen tot een eigen methode om het te doen en, dan is de morgen goud om het te doen: geen duizend maar vijfhonderd woorden, het liefst vóór het ontbijt om daarna wat mijn blog betreft, de dag vrij te hebben en te schrijven wat ik in meer schrijven wil.

    Of ik herlees wat ik vroeger schreef?

    Ik zegde het gisteren al, schijnbaar heb ik er geen tijd voor, zijn het nieuwe woorden die ik wil, zijn het nieuwe paden die ik betreden wil als die zich willen openen voor mij. Zo komt het dat ik de ganse dag ben ingesteld op dat nieuwe dat ik verwacht, en dacht ik eraan deze morgen, dat ik me bloot geef in wat ik schrijf, dat mijn lezer weet hoe ik denk en wat ik denk op het meest vruchtbare ogenblik van de dag.

    De dingen buiten zijn nog omhuld met nacht terwijl mijn gedachten in volle licht al staan, uitgebazuind in de kamer, om van daar uit, in een fractie van tijd,  te vertrekken,  dankzij de kundige ontcijfering van de wijze waarop de Kosmos - hij verdient een hoofdletter - zich heeft geconcipieerd en zichzelf heeft gemaakt, naar waar ook, indien nodig.

    Noteer dat ik me herhaal, dat mijn woorden duidelijk willen stellen dat er niet noodzakelijk een Maker moet geweest zijn, dat het even goed een autoproductie kan geweest zijn; dat er niet én een Maker én een Kosmos is; maar dat de Kosmos zich zelf heeft in het leven heeft geroepen en tot stand heeft gebracht. Niet dat hij uit het ‘niets’ zou ontstaan zijn maar wel uit een Kosmos in potentie die er altijd moet geweest zijn.

    Aldus, en ik weet het maar al te goed, heb ik me eens te meer laten verleiden om te gaan wandelen in een landschap dat zelden bezocht wordt, het ligt of te hoog of te ver afgelegen, opdat we er zelfs aan denken zouden. En, de nivellering naar beneden begint bij hen die lijden aan een NDD syndroom.

    Over NDD schrijft Knack (30 november 2016) het volgende:

    ‘NDD staat voor Nature Deficit Disorder een overkoepelende term die verwijst naar het verdwijnen van natuurervaringen in ons leven. De term, lees ik, dook voor het eerst op in 2005 in het boek Last Child in the Woods van Richard Louv. Volgens de auteur brengen we allemaal, en dan vooral kinderen, steeds meer tijd door binnenshuis. Dat doet ons vervreemden van de natuur en maakt ons mogelijk kwetsbaarder voor negatieve gevoelens. Het is een gevolg van onze huidige levensstijl', zegt Ross Cameron, professor Landschapsmanagement aan de Sheffield University aan de BBC. 'We zijn zo vergroeid met moderne technologieën dat we minder aandacht hebben voor de wereld buiten ons. We leren meer over de natuur door een documentaire van David Attenborough te bekijken dan door zelf een boswandeling te maken.'

    Ik had er nog niet aan gedacht, omdat het geen ziekte van mij is, maar NDD maakt deel uit van de aftakeling van de geest die aan gang is en ver dragend is, de term Kosmos/God verder en verder wegschuivend in een tunnel zonder einde.

     

    03-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Schelp

     

    Ben al een paar dagen in andere sferen terecht gekomen, op hol geslagen. Ik ben, zoals Dante, de hemel binnen gedwarreld, niet om te zien wat er te zien is, maar om te vertellen wat er, in het hoogste van het hoogste kan zijn maar niet te zien is. Je vergeeft het me wel, het is wat het is, een vlucht uit het dagelijkse omdat, heel wat dat van de dag is niet verteld hoeft te worden.

    Al wou ik wel, al wou ik wel opstaan elke dag in alle simpelheid, danken dat ik er nog ben en de minuten en uren laten voorbij gaan zoals ‘lazy cattle walking through a lansdscape’ zoals in ‘Goodbye Mr Chips’, een boekje dat destijds furore maakte, maar nu verdwenen is met het vee in het landschap. Maar de uren hebben vandaag niet meer de tijd om er te zijn, het zijn vogels die overvliegen, data die verder en verder schuiven en dichter en dichter het uiteindelijke benaderen. Ik ben er voortdurend mee geconfronteerd. Ik begin de maand, denk of ik er in slagen zal elke dag van de nieuwe maand te vullen, om, op het einde gekomen, verbaasd te zijn dat ik er in slaagde. Of, de mogelijkheden van de menselijke geest die oneindig zijn.

    Ik weet dat ik me herhaal, ik weet dat mijn onderwerpen gelimiteerd zijn, dat ik het moeilijk heb nieuwe gedachten aan te snijden en dat ik op het punt gekomen ben dat oude gedachten vernieuwd worden aangeboden, hopelijk verfijnd, hopelijk aanleunend dichter bij wat de waarheid genoemd wordt.

    Wat ook, ik word meegevoerd in een kolk van gedachten en soms, hoe kan het anders, worden lezers meegevoerd en samen wentelend hoor ik wat ze me toeroepen, sommige over God, sommigen over de Fuga die ik ooit schreef, andere over magnetische velden. Aldus wordt de kolkende massa gedachten breder en breder en zit ik er middenin, vult het mijn dagen en blijft al wat niet kolkende is verzwegen.

    Hoe zou ik anders bestaan: dood gebloeid, neergelegen op de sofa in een deken gewikkeld, mijn krachten verdoezelend, opsparend om aldus te vergaan in onledigheid? Terwijl ik nu de krachten van licht en duister tegen elkaar laat botsen om te zien waar ze me voeren zullen op dagen zoals deze dat alles gesloten was, zonder een enkele opening en er toch zoals vele vorige dagen een opening gekomen is, altijd maar schrijvend, en eigenlijk in de hoop dat, eens leeg geschreven, de dood er onmiddellijk op volgen zal.

    Ik heb, en dit zeg ik niet graag – het is tot mezelf dat ik spreek – het stadium bereikt dat ik het moeilijk heb een tekst te lezen. De betekenis van het woord, door andere geschreven, dringt niet meer door. Op het gebied van lectuur ben ik een vreemde geworden, herlees nog amper wat ikzelf geschreven heb. Is dit een voorteken, het bewijs dat ik dieper en dieper wegkruip in mijn schelp en wat erger is dat de kolk van mijn gedachten aan het vertragen is, om dan, ja wie weet, stil te vallen en de schelp zich sluiten zal om er nimmer meer uit op te staan.

    Vreemde gedachten waar ik mee eindigen wil, mijn schelp, gelukkig, zich openend.

     

    02-12-2016, 07:24 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    01-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Magnetisch veld

     

    Plots draaide ik me om op de kam van de vallei en keek over een landschap dat me overweldigde omdat het simultaan zoveel signalen op mij afstuurde dat ik er haast duizelig van werd en toen zag ik het: een magnetisch veld. Ik stond middenin een magnetisch veld…’ 

    Mijn vriend van vele gesprekken, jij die me dit schreef, je hebt dit juist gezien, we leven in een magnetisch veld, in a vortex of pulsating fields’, waar ik het gisteren over had; wellicht tekende ik dit op, op het ogenblik dat jij je woorden neerzette. Er was dus zelfs een telepathische band tussen ons.

    Het magnetisch veld, we merken het niet, we voelen het niet, maar we zien het met de ogen van de geest; we beseffen dat, als we ons plaatsen op het niveau van de allerkleinste bouwsteen, het er wel degelijk is en dat, en dit is die andere realiteit, er niets anders is dan dit veld. Weinig zijn zij die het weten, die het aandurven het te zien, want het is baanbrekend, het is overrompelend, maar de kwantum fysica leert het ons, bewijst het ons.

    Het is het beeld - dat ik maar al te graag gebruik - dat Fritjof Capra, vóór de zee gezeten, oproept. Het geeft me een duw in de rug want wat geldig is aan zee is even geldig op welke plaats ook, zelfs op de kam van een vallei:

    ‘As I sat on that beach my former experiences came to life; I ‘saw’ cascades of energy coming down from outer space, in which particles were created and destroyed in rhythmic pulses; I ‘saw’ the atoms of the elements and those of my body participating in this cosmic danse of energy…’[1]

    Het is uitzonderlijk als we het zien, omdat het alleen zichtbaar is in het landschap van de geest en ik vermoed dat het dit landschap is dat de echte realiteit uit maakt. We komen er stilaan om dit beeld aanvaardbaar te bewijzen, al kan het ook nog een tijd vergen alvorens we zo ver zullen zijn, maar het is dit pulserend beeld dat we zoeken te begrijpen, en dat we willen binnendringen.

    Het plaatst ons in een hallucinante wereld waar we niet meer weten, wie we zijn en hoe we er zijn: vermengd, verbonden, verweven met alles wat ons omringt, zodat al wat is, een magnetisch veld wordt van wervelende elektronen en quarks, en andere tegen elkaar op botsende deeltjes, Higgs deeltjes en misschien nog kleinere.

    En dan onvermijdelijk de hamvraag: als we – lichaam zijnde - niet meer van de aarde zijn, wat rest er nog van die massa van flitsende deeltjes die een intiemere band, een ik-band, moeten gehad hebben met elkaar, sterven die af, of blijven deze ongewijzigd?

    En een andere vraag waar is de geest gesitueerd die ons dicteert wat we zeggen of schrijven willen, zit die vast aan wat ons lichaam is, of zit die in die deeltjes die ook wij zijn?

    Het raadsel, want dit is het, zal nog een tijd raadsel blijven. De evolutie helpende kan het dat we van generatie tot generatie ooit eens de sluier oplichten zullen.



    [1] Fritjof Capra: ’The Tao of Physics’, Wildwood House, London, reprinted 1979.

     

    01-12-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A vortex of pulsating fields.

     

    Waar ik wandelen ga, de weg bestrooid met eikels en bladeren; eikels, denk ik, die in zich het mirakel dragen van de jonge eik, en de oude eik erover het mirakel van jonge bladeren en nieuwe eikels. De eeuwige stofwisseling in de levende materie, de materie die door de geest in zich of rondom zich, beheerst en gevoed wordt om te weten hoe het verder moet eens herfst en winter voorbij.

    Bij Ithzak Bentov, een esoterieker en wetenschapper, in zijn meer dan eigenaardig boek, zijn ‘Stalking the wild Pendulum’[1] dat ik nog maar eens ga raadplegen, lees ik over het atoom dat:

    Even the most solid matter, the one that imparts most of the mass to it - the nucleus of the atom, which at first appeared as a solid grain of matter – upon a better look dissolved into a vortex of pulsating fields.

    Rijst dan de vraag: de eikel, zijnde in essentie a vortex of pulsating fields, wie of wat beslist er over het ogenblik van de big bang in de eikel als deze kiemen gaat, is dit ogenblik dan al in potentie aanwezig in deze werveling van pulserende velden? En, was het Universum, met inbegrip van al zijn evolutie-eigenschappen van zijn begin af, vóór het ogenblik van de Big Bang, dan ook a vortex of pulsating fields?

    En een andere vraag: wie of wat is het die de kiemkracht van de eikel in beweging brengt – die het ogenblik van zijn big bang veroorzaakt - wie of wat komt er tussen in deze vortex opdat uit de eikel een nieuwe eik zou ontstaan en groeien zou?

     Het wordt me meer en meer duidelijk dat, willen we de God gaan zoeken, willen we de idee God begrijpen – als Hij ooit zou te begrijpen zijn - we de structuur en de wetten van het Universum moeten begrijpen. En het is niet de Bijbel die ons dit leren zal, wel de wetenschap die zoekt en blijft zoeken naar het secreet dat zich halsstarrig blijft verbergen, en enkel via gissingen te benaderen valt.

    Wellicht staan we nog te laag op de ladder van het mens-zijn, moeten we generatie na generatie hoger gaan klimmen om eindelijk, de top bereikt, weten zullen wat we weten moeten om een leven te leiden in overeenstemming met wat zich aan de mens, via de wetenschap, heeft gereveleerd.

    Hoe zullen de komende geslachten denken over ons, arme onwetende zondaars, zal het niet zijn zoals wij nu denken over de mens van het jaar duizend, met hun God als een antropomorfe God, een God die nood had aan woorden, die dacht en strafte, liefhad en beloonde. Wagen we, nu al voorop te stellen dat Hij voor ons ook a vortex of pulsating fields is, voorop te stellen dat Hij deze vortex IS?

    Vertrekkende, op deze laatste dag van november, van de eikel op de grond en de woorden van Bentov, waar kan mijn redenering fout lopen?

    Jij die me lezen zult, zeg het me! 



    [1] Itzhak Bentov: Stalking the wild Pendulum (On the Mechanics of Consciousness) Fontana/Collins 1979.

     

    30-11-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (2)

    29-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antico inverno

     

    En dan, met de kilte die ik voel vanmorgen, het gedicht van Salvatore Quasimodo[1] dat ik ooit knipte uit Le Monde en me om een wel bepaalde reden blijft achtervolgen: ‘Antico Inverno’, ‘Antieke winter’. Ik breng het u zoals ik het gevonden heb en gekleefd in een bijzonder en exclusief dagboek waar ik nog iets aan toevoeg, nu en dan:

    Desiderio delle tue mani chiare / nella penombra della fiamma: / sapevano di rovere e di rose; / di morte. Antico inverno./ Cercavano il miglio gli uccelli / ed erano subito di neve; / cosi le parole: / un po’di sole, una raggera d’angelo / e poi la nebbia; e gli alberi, / e noi fatti d’aria al mattino.

    Hoe vertaal ik deze poëzie van Salvatore Quasimodo? Of, is poëzie wel te vertalen, is Gezelle, is Timmermans te vertalen naar om het even welke taal en is het niet beter de betekenis van de woorden op te zoeken en eens ermee vertrouwd, te lezen wat er staat? Want eens de woorden gekend is het gedicht meer klank en ritme geworden, komt de inhoud over als secondair en is het de opgeroepen sfeer die primeert.

    Het begint als een liefdesgedicht:

    Verlangen van je blanke handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar eikenhout en rozen; naar de dood. Winter van oudsher.

    Herinner je: het sneeuwde grote vlokken toen we buitenkwamen uit het restaurant, de weg naar de chalet was al vol gesneeuwd en de lucht was ijzig. Thuis de haard aangestoken, de grote brede haard van de oude chalet, zwart geblakerd, met de boeken er omheen, vreemde boeken met vreemde titels en even vreemde namen van schrijvers. We zijn gaan zitten voor de hoog oplaaiende vlammen, de voeten op een schapenvel terwijl het sneeuwen bleef. We zaten er, jij en ik, in de schemer. Je sprak, je witte handen die je woorden tekenden: je groot verlangen deze ogenblikken te houden je leven lang, wij hier te wonen, wij hier te sterven. De geur er was van eikenhout, de geur van rozen, en de verre geur van de dood die later komen zou. Herinner je, herinner je hoe het gebeurde, wij voor de haard en het sneeuwde, lang geleden, in die winter van vroeger.

    En vogels die de granen[2] zochten, plots sneeuw geworden, zo de woorden: een weinig zon, een engelenstraal, en dan de mist, de bomen en wij, als van lucht in de morgen.

    Maar de sfeer van het gedicht, eigen aan het ‘antieke’, eigen aan het Italiaans, kan ik aanvoelen. Niet wat er is aan voorafgegaan, wel hoe het is gegroeid uit zijn eerste zin: verlangen van je handen, of verlangen naar je handen, of het verlangen dat sprak uit het bewegen van je handen verlicht door de vlammen in de haard. Een eerste alles zeggende zin een inleiding op de weemoed naar het voorbije dat nu is als nevel en lucht. Meer is de dichter niet, of wil hij nog zijn.

    Ik wist het nog heel goed: Quasimodo en zijn Antico inverno, hoe dicht alles bij elkaar ligt. En nu vanmorgen, na zovele morgens hoe wat ooit was, teruggrijpt naar wat Quasimodo, wie weet waar en wie weet wanneer en onder welke omstandigheden geschreven heeft, en thans, eens te meer zijn gevleugelde woorden tot mij gekomen lijk una raggera d’angelo.

    Totaal onverwacht springen herinneringen op, een woord, een geur, een ritseling volstaan soms en vertellen je. En wat al heel ver in de tijd lag, plots te dichtbij.

     


                          [1] Salvatore Quasimodo (1901-1968), Nobelprijs literatuur 1959. [2] Gli miglio: gierst, fijne granen

     

    29-11-2016, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs