Het kan dat je, om te luisteren naar ‘Casta Diva’, uit Norma van Vincenzo Bellini, gezongen door Maria Callas, in bed blijft liggen en dat je daarna, in de greep van haar stem en de melodie onmiddellijk op staat om neer te zitten en te schrijven, want je wilt dit sprankelend gebeuren gebruiken omdat het een van die aria’s is uit het operarepertorium die je, meer dan alle andere aria’s bij de keel grijpt.
Je hoopt dan, er ooit eens toe te komen, een tekst te kunnen schrijven, zo sterk en zo emotioneel, dat deze alle blogs die je ooit al geschreven hebt of ooit zult schrijven zou overtreffen. Het is maar een gedachte, want je weet genoeg dat je met je woorden, de Casta Diva van Bellini, zoals door Maria Callas gezongen, nooit zult kunnen benaderen en dat je tevreden moogt zijn met wat je er over schrijft en de wijze waarop je erover schrijft. Trouwens, de muziek, die zich bedient van klanken, heeft geen woorden of beelden, zichtbaar met het oog ter beschikking, want de interpretatie van wat gehoord wordt beperkt houdt. De muziek ziet je aldus als de hoogste vorm van kunst, tenminste zo voel je het als je met het Casta Diva van Maria Callas bent opgestaan. Ze heeft indruk gemaakt op jou, ze heeft je diep geroerd en wel in die mate dat je onmiddellijk bent beginnen schrijven, dat je afgedaald bent in het diepste van je binnenste, je ziel, waar de muziek hangen bleef om je er in te vernestelen, je erin op te sluiten en al schrijvend te luisteren naar de echo van de klanken en de warmte van de stem binnen in jou.
Je weet dat er andere muziek geschreven werd die even diep in jou binnendringt, maar Casta Diva is binnengekomen op een ogenblik dat je geest wakker kwam uit de slaap en nog zuiver en maagdelijk was en dat het zo gebeurde dat de klanken je ganse ‘zijn’s moment’ vullen en bewonen konden.
De mens en zijn muziek, de mens en zijn creativiteit: het had gekund dat deze melodie nooit of te nooit geschreven werd, dat ze nooit zou gezongen zijn en dan zeker niet zoals Maria Callas die zong – ik hoorde dat de opname van 1954 dateerde - zoals dit van vele werken kan worden gezegd. Maar, de kracht van het creatieve erin is onovertrefbaar en het is de mens die dit lied heeft gebaard,
Hij bewoog zich hiermede in de lijn van het kosmische, namelijk de drang in hem die ontstond in de rotsholten waar hij zich bevond en uitgestreken werd op de wanden ervan, steeds maar meer homo sapiens wordend. Het uitpuilen van de creërende kracht in hem heeft gemaakt dat Bellini deze melodie heeft aangevoeld en in een ogenblik van totale onthechting deze geschreven heeft en georkestreerd op een sublieme wijze, alles vergetend wat hij tot dan toe al geschreven had en wetende, wetende dat wat hij nu had bereikt een hoogtepunt was dat door de stem van Maria exponentieel de wereld werd ingestuurd.
Zo, mens waar ben je mee bezig eens je dergelijke hoogten bereikt en de wereld hiermede verbaast. Die ook de wereld is van steden in puin, van lichamen onder het puin, van de mens gevlucht voor het geweld en opgesloten in kampen om er te vergaan.
Om dan, op een morgen, hoog boven alle ruïnes uit, lijk een uitdeinend klaroengeschal, de engelenstem, Maria Callas, te horen die het Casta Diva zingt.
Wat is het dat me vandaag of morgen dieper raken zal?
|