Het geeft me een goed gevoel als ik zie dat er op mijn blog, op een dag, meer dan dertig bezoekers zijn geweest; dat er dus een klas vol, mijn woorden gelezen hebben en meegenomen in hun dagelijks doen en laten. Meer kan ik niet wensen. Ik weet dat het niet elke dag gebeurt, dat er ook dagen zijn dat er maar vijftien zijn of twintig die op mij afkomen, maar, bij meer dan dertig, stel ik me vragen hoe het komt, of het beantwoordt aan de werkelijkheid en of mijn woorden dan zo gewild zijn?
Normaal gezien ware ik hier op verder gegaan, maar ik krijg van een vriend een e-mail binnen die me een andere werkelijkheid voor ogen roept: de penetratie van de Islam in Frankrijk en wellicht ook in alle Westerse landen. Het is geen penetratie meer, het is het begin van een overrompeling, een overheersing. Nog hoogstens een à twee generaties en het is zo ver, het Westen zal een meerderheid aan aanhangers van de Koran kennen. De kinderen die nu geboren worden zullen als volwassenen geconfronteerd worden met een cultuurloze massa van moskee bezoekers, die hen - het zit hen in het bloed - naar het leven zullen staan, of dan toch hun leven grondig zullen wijzigen.
Ik durf er niet aan denken wat het voor hen betekenen zal, ook welk impact het zal hebben op, de politici van gisteren, van vandaag en van morgen, die overhoop zullen gelopen worden zonder enige vorm van verdediging.
En dan maar uitweiden over het al dan niet toestaan van een visum aan een familie Syriërs, gesteund door een rechter die de ogen sluit voor wat zich aan het afspelen is en ingaat tegen de trend dat het genoeg is geweest om de, door een bepaalde sekte van de Koran opgejaagde andere Koranliefhebbers, als vluchtelingen zo maar op te nemen in ons midden.
We worden geconfronteerd met politici die schrik hebben te beamen wat Bart De Wever vertelt; want, is het aan de rechter – is hij niet wereldvreemd[1], hij is vreemd wat de toestand in België betreft - om een visum toe te kennen of is het aan de Staat?
En ik die me uitsloof, alsof er niets gaande is, alsof er niets ondergronds maar gestaag aan het gebeuren is, om te schrijven over wat ik denk over kunst, over onsterfelijkheid en over wat ik deze morgen dacht te schrijven, vooral over creativiteit; maar het laten liggen heb:
1, omdat ik vanmorgen verrast was door het aantal bezoekers op mijn blog, en 2, omwille van een e-mail die binnenliep van een vriend, schilder van landschappen, met een uitnodiging op zijn tentoonstelling, gekleurd met een prachtig voorbeeld van de werken die hij tentoonstellen zal.
*
De dag was dus uitermate goed begonnen, geen vuiltje was er aan de lucht, ik had, terwijl ik begon te schrijven, het beeld van een van zijn schilderijen in mijn hoofd, tot ik even weggeroepen werd en daarna eerst ben gaan kijken naar wat een andere vriend, even bezorgd als ik, die me overviel met een ander beeld, een toekomstbeeld dat een vervolg was op wat de Islam voor het ogenblik in Frankrijk en wellicht in de wereld aan het worden is. Houellebecq met zijn ‘Soumission’ heeft het juist gezien, maar wat hij niet geschreven heeft is wat het betekenen zal aan gevoelens bij hen die op het punt staan overheerst te worden en het schijnbaar vandaag nog niet zien.
Als er een is die het ziet aankomen en het daarenboven durft zeggen, dan is het De Wever. En als de andere partijen er tegen op komen en de ernst van de toestand willen verdoezelen, dan is het omdat ze hem dat succes niet gunnen, hoewel ze wel weten dat, zoals ik het weet, zij het weten dat hij wel gelijk zou kunnen hebben.
De wereld op zijn kop. Ook, ik, die deze blogs wil blijven schrijven alsof er niets op til zou zijn dat ons – het westen, onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen – treffen zal in het merg van hun gebeente.
[1] Ik wil me niet profileren als een blinde volger van De Wever in deze aangelegenheid. Ik heb ook oog voor wat in een artikel in Knack verschenen is van de hand van Hendrik Vuys en Veerle Wouters, die volgens mij ook de rechter met de vinger wijzen als ze besluiten:
We pleiten voor een oplossing binnen de rechtstaat. We moeten tegelijk af van een rechterlijk activisme en van politici die vonnissen het predicaat ‘krankzinnig’ meegeven of op rechters het predicaat ‘wereldvreemd’ kleven. Rechters blijft bij uw leest en politici breng inhoud. U zal er de rechtstaat een dienst mee bewijzen.
|